Eerste Blad
De Erfenis.
ling
'abriek
Maandag
2S November
Dit tymmer bestaat uil2 bladeB.
De man mei Je roede pet.
No 274
48e Jaargang.
1910.
Delft 97.
IJDGEEST'7
nstbode
Feuilleton.
erbrenging,
ellen, enz.
'Metaaldraad
toren, Draad-
eiligheidstoe-
Brieven uit deflofsfad.
tiKelen.
JEKEN".
rstrekt.
>edgeKeurd.
f50,000.-
iESTLOT f6,-
jsikaal f 1,20.
iESTLOT f3,-
ssikaal f 0,60.
IESTLOT f 1,50
ssikaal f 0,30.
3TPOLIS f 11,—
f 1.per manlief,
sring Gratis.
5ere» 3 lotaryen
kanseu ais l/SO
zijn veel v o r-
te Rotterdam
Ikantoor Wijn-
Vlissingen bij:
Nieuwendijk 34,
G. SMITS, Café
I. P. BRINKHAUS,
'E REIJCKER, Bel-
/h. J. BUKKENS,
67 J. v. DRIEST,
W. MAAS, Kanaal-
naar buiten na
irag plus f 0,15
n zegelliosten.
der tegenwoordige
nd een nette
ffrouw DE WOLFF,
COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÈN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
flbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige uoortuaarden
Betalen, niet betalen, slecht betalen,
crediteeren, vervolgen, zie daar zoo
vele onaangenaam klinkende woor
den, die aan meer of minder onaan
gename zaken herinneren, zaken
welke door het optreden van ver-
eenigingen, die de roode pet als
dwangmiddel gebruiken om geld los
te krijgen, weer eens op den voor
grond gekomen zijn.
Over die manier van incasseeren,
is het publiek, ook het geregeld be
talend publiek, slecht te spreken en
terecht, want er kunnen allerlei mis
bruiken uil voortkomen. Dit punt
kunnen we laten voor hetgeen het is.
Het publiek keurt wel eens meer iets
zeer terecht af, maar vergeet dan ge
woonlijk, dat men geen slechte zeden
behoeft toe te laten. Als de man met
de roode pet ons niet bevalt, wan
neer wij, die geregeld betalen, even
goed daartegen bezwaar hebben als
zij die niet betalen, dan hebben wij
eenvoudig van de aldus handelende
firma's geene waren te betrekken. Wij
kennen andere firma's, waar men
geen ander personeel in dienst neemt
dan dat, hetwelk behoort tot een
bepaald kerkgenootschap. Natuurlijk
keuren alle weidenkenden dat af, om
de eenvoudige reden, dat men aan de
klanten niet vraagt tot welk kerkge
nootschap zij behooren. Maar de
andersdenkenden blijven toch den
winkel bezoeken. Deden ze het niet,
er zou aan die ergerlijke gewoonten
spoedig genoeg een einde komen.
Het betalende publiek heeft aan mis
standen en die zijn er vele, evenveel
schuld als het niet betalende en
daarom zullen we nu van het beta
lende maar afscheid nemen en ons
verder met het niet betalende bezig
houden.
En dan moeten wij toegeven, dal
de bezwaren tegen den man met de
roode pet ook v/el eens overdreven
worden. Het gaat volstrekt niet door,
dat een slechte betaler een beklagens
waardig persoon is, die wel heel
graag zou willen betalen, als hij maar
kon. In die beschouwing is de leve
rancier altijd een onbarmhartig per
soon en een barbaar. Dit gaat echter
volstrekt niet op. Wel heeft hij mis
schien een fout begaan, namelijk die
van crediet geven en hij zou zich
misschien daarvan ook wel gaarne
losmaken, maar dan staat hij, voor
het tegenwoordige althans, voor liet
O—
21.)
Want de vernedering der armen is
juist hun armoede en daar zij niets
bezaten, konden zij ook niets onder
nemen, niets beginnen. Het eenige
wat Tracy kon beginnen was een
dienst zoeken en Mary moest haar
handwerk weer opvatten. Maar dien
sten en klanten vindt men niet op
een enkelen dag, en zoo zagen zij
zich allen te gelijk in eene kamer
geworpen en zij hadden geen brood.
Ook had de brand én de daarop ge
volgde gemoedschokken den ouden
Lane zoozeer aangegrepen, dat zijn
lijden nu weldra een einde zou ne
mén. Dat gevoelde hij zelf, en op
zekeren dag toen Mary de deur was
uitgegaan, riep hij Tracy aan zijn
bed en vroeg hem, of de heer Adams
niet van gevoelen was, dat hij moest
sterven.
gevaar van niet te verkoopen en
daarom veikoopt hij op crediet er
natuurlijk op rekenende, te zijner
tijde zijn geld te zullen ontvangen.
Rekent de kooper er nu van zijn kant
op om te zijnen tijde zijn geld te
zullen ontvangen. Rekent de kooper
er nu van zijn kant op, om te zijnen
tijde te betalen, dan is de zaak vol
komen gezond maar juist aan dit
laatste ontbreekt het maar al te vaak.
Zeker, er doen zich omstandig
heden voor, waarin men geheel
buiten zijn schuld, in zijn voornemen
om te betalen verhinderd wordt;
maar het wil ons voorkomen dat,
wanneer men dit den leverancier
meedeelt en de waarheden van zijn
beweren op aannemelijke wijze aan
toont, een verzoek om uitstel of een
aanbod om langzamerhand af te
doen, wel in goede aarde zal vallen.
De leverancier behoudt gaarne zijn
welgezinde klanlen en zijn nuchter
verstand zegt hem, dat het veel ver
kieslijker is om door zachtheid lang
zamerhand zijn geld binnen te krijgen,
dan door maatregelen van geweld
misschien nog gevaar te loopen, goed
geld naar kwaad geld te werpen,
Maar behalve deze onforluinige,
doch eerlijke debiteuren zijn er ook
nog al veel, die niet genoegzaam
doordrongen zijn van de waarheid,
dat het een grondregel der samen
leving behoort te zijn, dat ieder be
taalt wat hij schuldig is. Zij gelijken
veel op den zooger.aamden pèrde-
poen, dien men op alle harddrave
rijen en wedrennen kan vinden, maar
die inderdaad niets laat loopen, dan....
zijn schuldeischers, zonder te be
denken, dat hij niet alleen zijn schuld
eischers geldelijk benadeelt, maar ook
zich zedelijk nadeel berokkent.
Geboren financiers zijn er niet
veel maar we kunnen tot onze fi-
nancieele opvoeding toch wel iets
bijdragen, door ons te oefenen in het
hebben van een goede dosis wils
kracht. Er zijn vrij wat menschen
wie het geld, als ze het toevallig
hebben, om zoo te zeggen in den
zak danst en wanneer het dan te
veel bokkesprongen maakt, dan is
het er gauw uit. Het geld moet
volgens hen rollen en, het rolt goed,
tengevolge van hun koopziekte, hun
eeuwige behoefte en hun gering ver
antwoordelijkheidsgevoel. Er gaat zoo
menige gulden weg voor noodelooze,
nuttelooze of overbodige dingen, die
eigenlijk had moeien rollen naar me
neer A of meneer B., bij wien toe
vallig nog een rekeningetje open
staat. Nu, een mensch kan ook niet
zoo aan alles denken en vooral oude
schulden in 't hoofd te houden is
verbazend moeilijkMaar dit kan
toch niet de reden zijn dat sommigen
een bedrag, dat ze te vorderen, maar
nog niet ontvangen hebben, bestem-
Wel, vroeger waart gij ook ziek,
en toch zijt ge er weer bovenop ge
komen, antwoordde Tracy, die hem
niet wilde meedeelen wat de apothe
ker van zijn toestand had gezegd.
Och, ik zie het wel, antwoordde
Lane, gij wilt mij niet angstig maken,
maar mijn tijd is gekomen, en ik wil
gaarne van deze wereld scheiden;
want ik ben een zware last voor u
en Mary, sinds gij in het ongeluk
zijt. Ik weet dat gij steeds vriendelijk
en welwillend jegens mij zijt geweest,
voegde hij er bij, toen hij bespeurde
dat Tracy iets wilde zeggen. Maar
het is hoog tijd dat ik onder den
grond ga. God weet, dat ik een zwa-
ren strijd heb gestreden, en hij is nog
niet geheel voorbij. U zoo arm, zoo
behoeftig te zien en te weten dat ik
u kon helpen, dat is verschrikkelijk.
Ik heb dikwerf bij mij zeiven ge
dacht, dat ik er geen zoo groot
kwaad aan had gedaan, indien ik er
toe overgegaan ware. De Heere zij
mij genadig, wat ik daar heb gezegd
Vader, antwoordde Tracy, gij moet
zooveel niet spreken, dat doet u
geen goed. Gij moest wat trachten te
slapen tot Maiy weer te huis komt.
men om er schulden mee te betalen,
die ze tot een veel hooger bedrag
aangaan. Men denkt altijd wonderen
te zullen doen met de gelden die
men nog ontvangen moet en het be
drag der schulden, och dat zal we!
mee vallen Wij noemen dat geflat
teerde balansen en inderdaad zijn ze
zeer geflatteerd, zooals zeker portret,
dat bijzonder mooi de beeltenis
weergeeft van iemand die op schoon
heid volstrekt geen aanspraak kan
maken.
De hoofdoorzaak van alles is in
derdaad de noodlottige gewoonte om
zeer veel dingen te koopen, die men
heel goed missen kan zonder iets
aan de waarde van het leven te ont->
nemen. En dan vergete men niet de
concurrentie! Men kan het toch on
mogelijk minder doen dan zijn buren
ot standgenootenTrouwens, ook
zonder concurrentie willen we tegen
woordig de hoogte in. Het moet
vooral chique wezen en modern
anders is je leven ook zoo niemandai
meer, hè En dan, het uirgaan dat
is ook een vijand van den leveran
cier want als je goed pret gemaakt
of gereisd hebt, dan is dat toch op
den bodem van de schatkist niet
zonder invloed.
Op verschillende manieren komt
men er dus toe, zich zelf in de on
mogelijkheid te stellen om te betalen.
En, niei of slecht betalen wordt even
goed een gewoonte als geregeld be
talen. Men leert ten slotte allerlei
trucs. Wordt een postquitantie "ge
presenteerd, dan heeft men acht da
gen zicht en het is heel billijk dat
men van die respijtdagen gebruik
maakt maar die er niet aan denkt
om te beta en laat den besteller toch
ook terugkomen en schrijft dan heel
kalm op de quitantie„zal post
wissel zenden", of houdt zich niet
thuis, teneinde op die manier den
vrijen termijn toch zooveel mogelijk
te rekken.
Men beweert dat sommige men
schen een ziekelijke neiging vertoo-
nen om niet te betalen maar sedert
men, ter gelegenheid van een be
rucht strafproces, bij alle menschen
ziekelijke neigingen of afwijkingen
is gaan ontdekken, is dit een heel
teer punt geworden en zou het
misschien wel geraden wezen om
die bijzondere zieken aan een flinke
beta ingskuur te onderwerpen want
het is toch maar waar, dat wie nooit
hooren wil voelen moet, en dat voe
len wil dan nog wel eens helpen
om den schuldenaar met zijn bij
zondere erfeiijke hersendispositie, die
het hem nota bene onmogelijk zou
maken, om in te zien, dat iemand
zjjn verplichtingen behoort na te
komen, er toe te brengen om ook
eens een heel klein beetje aandacht
te schenken aan de belangen van de
Tracy meende dat de oude man be
gon te malen.
Neen, neen, hernam Lane; dat zou
niet goed zijn. Thans moet ik het
zeggen. Gij herinnert u nog wel dat
pakje, dat wij uit den brand hebben
gered
Ja, antwoordde Tracy en zag in
't rond om zich heen. Waar is het
Ik heb het sedert niet meer gezien.
Hier is het, hernam Lane, terwijl
hij het van onder zijn hoofdkussen
te voorschijn haalde. Zie wat er op
staat: Eerst na mijnen dood te
openen. Hebt gij het verstaan
Ja, vader
Eerst na mijnen dood te openen,
hernam Lane. Maar zoodra ik over
leden ben, neem het dan en breng
het bij den heer Jonas Aidridge, het
behoort aan hem. Er ligt een brief
in, die alles verklaart, en ik heb hem
gebeden medelijden te hebben met
u en Mary, om des zwaren strijds
wille, dien ik in armoede en ziekte
streed, toen ik hare jeugdige wangen
zag verbieeken onder gebrek en ar
beid, en dien ik nu weder strijdde,
nu ik u allen zoo zie lijden en ook
de kleine Tracy met zijn bleek ge-
andere partij, den schuldeischer.
Wij kunnen eindigen met datgene
waarmede wij zijn aangevangen, na
melijk met de betuiging, dat de man
met de roode pet ons niet bijzonder
bekoren kan.
't Is een maatschappelijk spook,
maarWie heeft het opgeroepen
En, die dat spook heeft opgeroe
pen, die moet het nu ook weer maar
bezweren
XC1II.
Er wordt in Den Haag sterk ge
daan aan allerlei min of meer bo
vennatuurlijke liefhebberijen, waar
onder het spiritisme een voorname
plaats inneemt. Nu ben ik er van
overtuigd, dat zeer velen verre
weg de meesten wellicht volkomen
te goeder trouw zich aan die on
doorgrondelijkheden overgeven en er
vollen ernst van maken. Iets wat
ieder voor zichzelf maar moet weten.
Doch niet minder ben ik ervan over
tuigd, dat er gare vogels zijn, die
van de goedgeioovigheid van die
brave broederen (en zusteren vooral
een handig gebruik weten te maken
en. onder 't motto „de wereld wil
bedrogen zijn, dus bedrieg haar",
een niet onvoordeelig zaakje in spi
ritistische wonderen drijven. Dat is
natuurlijk heel verkeerd, maar tot
mijn schande vind ik het verschijnsel
meer vermakelijk dan vreeselijk, iets
wat even natuurlijk sterk tegen mijn
ontvankelijkheid voor bovennatuurlijke
liefhebberijen pleit.
Nu ik u dan ook een recent staaltje
van spiritistisch bedrog ga vertellen,
voel ik eigenlijk meer stille vroolijk-
heid in me dan edele verontwaardi
ging, een andere gemoedsstem
ming vermoedelijk dan waarin de
„ontdekker" van het „schandaal"
heeft verkeerd toen hij het relaas van
zijn merkwaardig wedervaren deed.
Immers de man die het „masker van
het bedrog" heeft „afgerukt" (om
het eens romantisch uit te drukken)
is de heer H. N. de Fremery, iemand
die op 't gebied der bovennatuurlijk
heid een niet geringe reputatie geniet
en wiens goede trouw in dezen boven
twijfel verbeven is.
De heer De Fremeiy dan, was er
in geslaagd, toegang te krijgen tot
de woning van den heer S. A. Schut,
waar geregeld „séances' werden
gehouden (en ook nu nog worden
gehouden, schijnt hetséances die
een zekere reputatie genoten wegens
de bijzonder welgeslaagde „materia
lisatie-verschijnselen" welke daar
heetten plaats te hebben. Ik bedoel
hiermede niet de zeer handige wijze
waarop ten huize des heeren Schut
de bovennatuurlijkheid in den vorm
zichtje, dat vroeger zoo rond en
bloozend was. Doch het zal nu spoe
dig voorbij zijn. GoddankZult gij
het stellig in zijne eigene handen
geven
Daarop geef ik u mijn woord, ant
woordde Tracy.
Nu, neem het dan weg en laat het
mij niet meer zienmaar verberg
het voor Mary, en zeg er niets van
aan haar.
Neen, vader, hernam Tracy. Maar
thans moet ik u verzoeken een weinig
te gaan rusten.
Thans gevoel ik iets vreedzaams
in mij, sprak Lanethans kan
ik misschien rusten. Gode zij dank,
de zwaarste strijd is thans voorbij,
nn het sterven eene lichte zaak.
De apotheker had gelijk toen hij
voorspelde dat Lane niet lang meer
zou leven. In minder dan eene week
tijds na het overgeven van het pakje lag
de arme Lane reeds in het graf, en
het laatst wat hij met een veel be-
teekenenden blik tot Tracy zeide,
was: Denk er aan
Mary had haar vader teederlijk lief
gehad. Er was ook werkelijk veel
beminnelijks in hem en hij was haar
van gangbare Nederlandsche munt
werd gematerialiseerd, maar de ma
terialisatie van „geesten", die door
middel van een medium in stoffelijke
verschijning hier voor een kleinen
kring van bevoorrechten optraden
alsof ze variété-artisten voor beperkt
publiek waren.
De heer De Fremery dan werd in
het heilige der heiligen toegelaten,
tegelijk met andere bevoorrechten,
allen even tuk op de wonderen, die
juffrouw Boogaart, vroeger gerenom
meerd als juffr. Van Noordt, onder
den mysterieusen invloed van haar
magnetiseur en vriend meneer Tim
merman, zou vertoonen. 't Ging onder
waarborgen tegen bedrog De dames
uit 't gezelschap visiteerden het me
dium aan den lijve in orde De
juffrouw ging toen in een aan de
kamer grenzend kabinet, gevormd
door eenige geopende gordijnen, op
een lagen stoel liggen, de handen in
den schoot gevouwen en het gezicht
naar de „popelende" halvekring van
bewonderaars, 't Gas werd uitge
draaid, want de meeste „geesten"
houden blijkbaar meer van de duis
ternis dan van 't licht, een licht
schuwheid die een nuchter mensch
verdacht zou kunnen noemen. De
schemering in de kamer en het ka
binet was echter nog juist helder
genoeg om de aanwezigen in staat
te stellen de samengevouwen handen
van het medium als een lichte plek
te doen onderscheiden. Een onder
geschikt punt, zou een onnoozele
ziel kunnen meenen, maar straks zal
blijken dat het inderdaad een heel
belangrijk punt is.
Ter inleiding van de plechtigheid
werd de hemel vergeve het!
door een der aanwezigen een gebed
uitgesproken, waarna men gezamenlijk
veelstemmige liederen zong, godsdien
stige nog wel
Deze profanatie zal vermoedelijk
minder bedoeld zijn om de „geesten"
welwillend te stemmen of het medium
ontvankelijker te maken voor de groote
dingen die door haar komen moesten
dan wel om de aanwezigen in de ver-
eischte stemming te brengen doch
zooals later bleek was toch de geheime
hoofdbedoeling vooral om tijd te
winnen teneinde het medium in staat
te stellen zich... enfin, daarover straks
Gedurende gebed en zang waren nl.
de gordijnen gesloten en was dus 't
medium aan 'toog onttrokken. Toen
ten slotte de gordijnen weder open
gingen tot een driehoekigen doorkijk,
was het daarachter te duister o.n het
medium (dat daar immers nog altijd
op haar stoel lag en nu zeker wel in
den vereischten slaap-toestand ver
keerde) te kunnen onderscheiden.
Alleen de handen waren zichtbaar,
d.w.z. men zag een lichtere plek op
de plaats waar men de gevouwen
dubbel dierbaar geworden door de
zware beproevingen, die zij te zanten
hadden weerstaan en door de ang
sten en zorgen, die zij om zijnentwille
had ge'.eden. In de tranen, die zij om
hem schreide lag geen bitterheid of
berouw, zij was nooit van hem ge
weken in de ure van benauwdheid.
Zij was eene liefhebbende dochter
geweest, getrouw aan haar plicht,
en haar vader was vreedzaam ge
storven in hare eigene armen en in
de armen van haar goeden echtge
noot.
't Was op den avond van den dag,
waarop het overschot van den armen
Moritz Lane op het kerkhof van St.
Juda was ter aarde besteld, dat Tracy
het bewust pakje in zijn borstzak
stak, zijn rok er over dichtknoopte
en tot zijne vrouw zeide Mary, ik
moet van huis om een boodschap te
doen, ik zal niet later dan over een
uur weer bij uzijn. Daarbij bukte hij
over haar stoel, gaf haar een zoen
en verliet de kamer.
(Wordt vervolgd.)