De Erfenis.
V rijda
Gemeentebestuur.
Feuilleton.
No 266
48e Jaargang.
I I november
BINNENLAND.
1910,
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
BEKENDMAKING.
Onttrekking gemeente-eigendom aan
den openbaren dienst.
Burg. en Weth. van Viissingeu
gelet op artikel 230 der Gemeen
tewet.
Brengen ter openbare kennis
dat het voornemen bestaat een
gedeelte van den Peperdijk gelegen ten
Westen van de Oostelijke rooilijn
der huizen var. de Waalsche Kerk
straat, hetwelk van de gemeente in
koop is aangevraagd aan den open
baren dienst te onttrekken dat de
teekening voor belanghebbenden ter
gemeente-secretarie (bureau griffie)
ter inzage ligt en dat zij die hier
tegen bezwaren wenschen in te bren
gen in de gelegenheid worden ge
steld deze vóór of op Maandag 21
November a. s. schrifielijk bij hun
college in te dienen.
Vlissingen, 10 November 1910.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
W1TTEVEEN.
Tweede Kamer.
In de gisteren gehouden zitting werd
aangevangen met de behandeling der
Indische begrooting.
De heeren Colijn en De Meester
betoogden de noodzakelijkheid, zon
der belastingverzwaring, te streven
naar versterking der middelen door
het productief maken der buitenbe
zittingen en drongen aan op wijziging
der politiek tegenover de Chineezen
in Indië, die Nederlandsch onder
daan zijn.
De heer De Meester keurde af de
Zondagrustcirculairen van den heer
Idenburg.
De heer Colijn kon er zich mede
vereenigen mits omzichtig uitgevoerd.
Beide sprekers juchten toe de
voorgenomen versterking van het
inlandsch element in de bestuurs
organisatie.
De heer De Stuers, critiseerende
het voortdurend doodschieten, zelfs
van zuigelingen, in Atjeh, drong op
vervanging van het militair bestuur
door het civiel gezag aan.
Staatsbegrooting 1911.
Blijkens het afdeelingsverslag der
Tweede Kamer over hoofdstuk bin-
nenlandsche zaken, werd door ver
schillende leden betoogd, dat de
mededeeling van den minister, dat
bij het opmaken van deze begrooting
de grootste zuinigheid is betracht,
niet met haar inhoud strookt.
Met de voorgenomen verhooging
13.)
Wellicht voer hij voort, maar
hier bleef - hem het woord op de
lippen, daar de heer Aldridge eene
plotselinge beweging maakte, waar
door Lane, die tot dusverre gedach
teloos in het vuur had gestaard, aan
leiding kreeg om naar zijn gast om
te zien, dien hij tot zijn schrik lang
zaam voorover zag zinken. Hij strekte
zijn arm uit, om hem recht op te
houden, maar bij zijn eigen zwakte
vermocht hij het lichaam slechts
eene andere richting te geven, zoodat
het op het aangezicht neerviel. Lane
dacht natuurlijk dat Aldridge uit al
te sterke gemoedsbeweging in on
macht was gevallendaarom haalde
hij water en hij deed zijn best om
het lichaam van den grond op te
heffen, maar het glipte zwaar als
lood uit zijne armen. Thans herin
Abormemenfs-Piduertentiën op zeer ooordeelige oooriuaarden
van de bezoldiging van de Commis
sarissen der Koningin in negen pro
vincies konden zeer vele leden niet
instemmen, vooral met het oog op
den toestand der schatkist. Andere
leden verdedigen het voorstel.
Men had met voldoening kennis
genomen van den lof in het buiten
land gebracht aan de wijze, waarop
in Nederland ten vorigen jare de
cholera is bestreden, waardoor het
bewijs geleverd is, dat de scherpe
critiek, die in Nederland over de
handelingen van het geneeskundig
Staatstoezicht wordt uitgeoefend, niet
vrij is van overdrijving. Anderen
achtten deze conclusie niet ten volle
gerechtvaardigd, wijl de doeltreffende
strijd tegen de cholera mede in hooge
mate van het gemeentebestuur van
Rotterdam en van het Seruminstituut
aldaar was uitgegaan.
Andermaal werd aangedrongen op
wettelijke bepalingen tegen de kwak
zalverijvooral betreffende het toe
zicht op advertentiën en publicatiën.
Aangedrongen werd op een streng
toezicht op de verplichting van aan
gifte van besmettelijke ziekten.
Andermaal werd de urgentie van
een rijkskeuringsdienst voor voedings
middelen bepleit.
Opnieuw werd aangedrongen op
rijkssubsidieering van kindervacantie-
en herstellingskolonies.
Is spoedig een wetsontwerp be
treffende koepokinenting tegemoet te
zien
In zake tuberculosebestrijding werd
opnieuw de opvatting te kennen ge
geven, dat te veel aan propaganda
wordt uitgegeven in verhouding tot
hetgeen voor onmiddellijke verple
ging wordt uitgekekeerdanderen
betuigden echter hun instemming
met de denkbeelden des ministers,
wijl ook zij het gebied van armen
zorg langs dezen weg niet wenschen
te betreden, maar de Staatszorg in
algemeen prophylactischen geest
wenschten geleid te zien. Door ver
scheidene leden, die een beperking
van steun tot propagandistische doel
einden niet gewenscht achten, werd
er bovendien op gewezen, dat het
particulier initiatief zeer kan worden
aangewakkerd, indien plaatselijke
vereenigingen door rijkssleun in staat
worden gesteld in bijzondere gevallen
feitelijke hulp te verleenen.
Gevraagd werd of de regeering bij
subsidieering van gemeentelijke H.
B. scholen niet omtrent de salari-
eering bepaalde voorwaarden kan
stellen, opdat hier grootere regelma
tigheid kan worden bereikt.
Aangedrongen werd op beter gym
nastiekonderwijs aan de H.B. scholen.
Andermaal werd aangedrongen op
uitbreiding van her aantal kostelooze
leerlingen aan Rijks- en gemeentelijke
H. B. scholen.
nerde hij zich, reeds voor jaren van
den apotheker, die Ephraim behan
delde, gehoord te hebben dat hij leed
aan eenè hartkwaal, waaraan hij op
den een of anderen tijd plotseling
kon sterven. De gedachte daaraan
vervulde Lane met angst en vrees.
Hij zag dat die voorspelling thans
vervuld was. Zijne eigene zwakke
zenuwen en geknakte gezondheid
konden dien schok niet verdragen,
gedurende eenige oogenblikken zat
hij in zijn stoel bijna even bewuste
loos als zijn vriend.
Toen hij weder tot zich zelf kwam
en eenigszins meester werd over
zijne verwarde zinnen, was het eerste
voorwerp, waarop zijne aandacht zich
vestigde, het open zakboek en de
banknoten, die op tafel lagen. Hoe
hoopvol had hij dien brieventasch
nog slechts eenige oogenblikken ge
leden, toegelachen? En waar was
thans die hoop Ach, geheel de toe
komst was weder eensklaps voor hem
verduisterd.
Nooit was er een mensch minder
geldgierig dan Lane, maar hij wist
wat het zegt, geen brood, geene
kleeding, geen hout te hebben 1 Hij
Verschillende leden brachten de
oprichting en subsidieering van ge
meentelijke H. B. scholen in ver
schillende plaaisen ter sprake.
De klacht werd geuit, dat het sa
laris der leeraren aan de Zeevaart
scholen over het algemeen te laag
is en op verbetering werd aange
drongen, zoo noodig met Rijkssteun.
Sommige leden hadden met inge
nomenheid in de Troonrede de aan
kondiging ontvangen van een wijzi
ging der L. O.-wet. Gevraagd werd
of de in de Troonrede gebezigde
woorden aldus moeten worden opge
vat, dat de regeering voornemens is
eerst een definitieve regeling te bevor
deren van het M. U. L. O., om daarna
de andere onderwerpen de onderwijs-
wefgeving betreffende ter hand te ne
men. Deze verdeeling van den arbeid
zou door de leden hier aan het woord
betreurd worden, wijl tal van zaken,
uitgesteld met het oog op het rapport
der ineenschakelingscommissie zeker
niet minder urgent zijn. Zij drongen
daaróm aan op algeheele reorganisatie.
Wat het karakter van de openbare
school aangaat, werd door eenige le
den herinnerd aan de te dezer zake
ten vorigen jare gehouden debatten,
waarin de minister was aangezet tot
preventieve maatregelen tegen het re-
volutionnair drijven van vele onder
wijzers.
De leden, die deze aangelegenheid
opnieuw ter sprake brachten, zouden
van den minister willen vernemen, of
hii alsnog van meening is, dat repres
sieve maatregelen afdoende het euvel
kunnen bestrijden en zij stelden de
vraag, of er niet alle reden is, te on
derzoeken of aan Rijkskweekscholen
en normaallessen wellicht de grond
slag der revolutionnaire gezindheid
wordt gelegd. Ook zouden zij willen
zien overwogen of niet het voorbeeld
moet worden gevolgd, door de ge
meentebesturen van Amsterdam en
Rotterdam gegeven, door van minis-
terieele zijde tot de onderwijzers cir
culaires te richten als van de bestu
ren dier gemeenten waren uitgegaan.
Door andere leden werden de hier
boven gegeven beschouwingen een
zijdig geacht.
Waar door alle zg. burgerlijke par
tijen de rede van den heer Ossen-
dorp ten strengste was afgekeurd,
behoefde de bezorgdheid voor het
„socialistisch" karakter van de open
bare school niet groot te zijn. Voorts
werd er op gewezen, dat de gezind
heid van een onderwijzer nog niet
van invloed op diens onderwijs be
hoeft te zijn. Dat de sociaal-demo
cratische onderwijzers hun plicht
getrouw nakomen blijkt voldoende.
Circulaires als van Amsterdam en
Rotterdam achtten deze leden niet
zonder bedenking. Sommige leden
drongen aan op een wijziging van
wist dat Jonas hem nooit een halven
stuiver zou geven, al kon hij hem
daarmede van den hongerdood red
den. En daarbij kwam nog de ge
dachte aan zijne arme Mary, die zoo
hard werkte, wier schoone, bloeiende
wangen verwelkten onder ontberingen
en zorgen. Dit geld had aan die
menschen alle gemakken des levens
kunnen verschaffen, de man aan wien
het behoorde was dood en behoefde
het niet meer. Voor zijn sterven had
hij genoeg gezegd om Lane te over
tuigen, dat wanneer hij zijne stem
uit het graf kon verheffen, hij den
inhoud van den brieventasch voor
zeker niet aan Jonas zou toekennen.
Wat kwaad kon er derhalve in
gelegen zijn, als hij zich toeeigende
wat hem althans voor een deel was
toegedacht En welk gevaar kon
daarin opgesloten zijn Jonas, die
toch de eenige persoon was, die
naar de zaken van Aldridge onderzoek
mocht doen, wist niets van deze
som. De zwarte brieventasch zelf
kon verbrand worden en daarmee
was elk spoor verdwenen. Het vuur
flikkerde zoo helder als noodigde het
hem uit om den brieventasch er in
het subsidiestelsel in dezen geest,
dat uit de gemeentekas voor een
kind op de bijzondere school een
bedrag zal worden ter beschikking
gesteld evenredig met dat voor een
kind van de openbare school. Tegen
dat denkbeeld werd door andere
leden ten sterkste verzet aangeteekend.
Portret van H. M. de Koningin.
Gisteren vertoefde op Het Loo
de schilderes Thérèse Schwartze die
zooals men weet de opdracht had
het portret te schilderen van de Ko
ningin en voor wie Hare Majesteit
destijds ten paleize herhaaldelijk po
seerde. Dit portret, dat de Koningin
voorstelt in zittende houding, is thans
voltooid.
Traktementsherziening officieren.
In het „Maanblad van de Vereeni-
ging van Officieren van de Neder-
landsche Landmacht" wordt van de
door den minister van oorlog voor
gestelde herziening der officieren-
tractementen gezegd
Hoofdstuk Vlll van de Staatsbe
grooting bracht in algemeene trekken
een beeld van de voorgestelde herzie
ning der officierstraktementen. De
stemming, die het voorstel in offi
cierskringen verwekt, is behoudens
eenige uitzonderingen, door onge
rechtvaardigd eigenbelang ingegeven,
onverdeeld gunstig. En terechtIm
mers er worden in het ontwerp eeni
ge beginselen gehuldigd, welke zoo
wel uit een maatschappelijk als uit
een militair oogpunt de warmste
toejuichingen verdienen. Beginselen
die niet alléén zijn gebaseerd op de
zoo noodzakelijke verhooging van
inkomsten onzer officieren, maar die
een diepere beteekenis hebben, ik
zou willen zeggen een ideëelen grond
slag vormen, waarop de verhooging
steunt. Waar het tot nu toe gevolgde
stelsel van bezoldiging was maat
schappelijk onrechtvaardig en wille
keurig, in militairen zin verderfelijk,
daar is dit ontwerp rechtvaardig, lo
gisch, maar vóór alles uit een mili
tair oogpunt voortreffelijk. Het brengt
ons eenheid en gelijke waardeering
van alle wapens. Het is een stap in
e richting van de verbinding, de
verbroedering der wapens, in de toe
komst zal dit blijken.
Den minister van oorlog hier onze
hulde Hij toont zich in dit ontwerp
een wetgever met vèrzienden blik,
wien het belang van al zijn officieren
even na ligt. Dat nu de Volksver
tegenwoordiging het hem mogelijk
make, deze uitstekende regeling van
onze bezoldiging door te voeren Te
veel is er waarlijk niet gevraagd 1 En
de tijden dringen
Bij Kon. besluit is met ingang van
den 16 November: lo. de vice-ad-
te werpen. Buitendien zou Jonas zoo
rijk worden, dat hij dit weinigje we!
zou kunnen ontberen. Al naar mate
deze overleggingen in zijn gemoed
oprezen, verhief Lane zich bevende
van zijn stoel, greep den brieven
tasch en nam een handvol bank
noten, toen hij in het zelfde oogen-
blik tegen het venster hoorde stooten.
Sidderend als een popelblad, met
wangen nog bleeker dan ooit, en
ademloos stond hij daar en wachtte
wat er gebeurdemaar niets, alles
werd weder stil. Hoogstwaarschijnlijk
was het niets dan een toeval ge
weest, de een of ander voorbijganger
had tegen het venster gestooten,
maar eene onwillekeurige vrees be
woog hem naar de huisdeur te wan
kelen en er den grendel voor te
schuiven. Daarop keerde hij naar het
vertrek terug. Daar lagen de bank
noten en letdden hem nog altoos in
verzoeking maar de stoornis die er
had plaats gehad, had hem zijn wils
kracht ontnomen.
Hij gevoelde er nog dezelfde be
geerte toe, als een oogenblik te
voren.
Hij waagde het niet die begeerte
miraal I. Van den Bosch eervol ont
heven van de betrekking van direc
teur en commandant der marine te
Willemsoord tevens commandant der
stelling van den Helder; 2o. aan
den vice-admiraal, 1. van den Bosch
op zijn verzoek wegens langdutigen
dienst eervol ontslag uit den zee
dienst verleend onder toekenning
van pensioen en onder dankbetui
ging voor de door hem aan den lande
bewezen diensten 3o. het bedrag van
het pensioen voor den vice-admi-
raal vastgesteld op f 3825 's jaars.
4o. de betrekking van directeur en
commandant der marine te Willems
oord, tevens commandant der Stel
ling van den Helder opgedragen aan
den schout-bij-nacht F. C. F. L.
Koster, dit or.der eervolle ontheffing
van de thans door hem bekleed wor
dende betrekking van chef van den
marinestaf en van de afdeeling de
fensie aan het departement van
marine5o. tijdelijk belast met de
betrekking van chef van den marine
staf en van de afdeeling defensie
aan het departement van marine, de
kapitein-luitenant ter zee W.J.Umb-
grove.
Huldeblijk aan mr. dr. W. F.
van Leeuwen.
De commissie voor het aanbieden
van een huldeblijk aan mr. dr. W. F.
van Leeuwen, bij zijn aftreden als
burgemeester van Amsterdam, zal dit
huldeblijk morgen aanbieden. Dit
huldeblijk, bestaande uit het portret
van mevrouw van Leeuwen—Waller,
gaat vergezeld van een album, be
vattende de handteekening van alle
deelnemers. De aanbieding heeft
plaats ten huize van den oud-burge
meester.
Pensioenwet.
Het algemeen bestuur der pensioen-
vereeniging voor burgerlijke ambte
naren heeft bij de Tweede Kamer
een adres ingezonden, waarbij wordt
verzocht de Burgerlijke Pensioenwet
in dier voege te wijzigen, dat het
pensioen zal berekend worden naar
den grondslag over de laatste 12
(thans 60) maanden, aan het onlslag
voorafgaande en met die wijziging
niet te wachten tot een algemeene
herziening der genoemde wet.
In het adres wordt de aandacht
gevestigd op het in Dec. 1907 door
de vereeniging aan den minister van
financiën gedaan verzoek.
Patrimonium.
In de te Groningen op 16 No
vember a. s. te houden jaarvergade
ring van den Provincialen Bond van
„Patrimonium", zal ds. F. G. Peter
sen, uit Veendam, eene rede houden
over de vraag„ls doorvoering van
te bevredigen, want hij vreesde nog
altoos, dat dit geklop zich weer zou
doen hooren. Doch wanneer hij 't
daar liet liggen tot Mary wederkeerde,
waren zij voor altoos voor hem ver
loren en hij en zij zouden weer ge
brek moeten lijden, en ellendiger
zijn, daar deze voorbijgaande straal
van hoop hen voor een oogenblik
uit de duisternis hunner vertwijfeling
had opgewekt. Maar de tijd was kort
en dringend, elk oogenblik verwachtte
hij haar. Daar hij echter evenmin
willens was den buit te laten varen
en evenmin er toe besluiten kon zich
er meester van te maken, nam hij
zijn toevlucht tot een middel, dat
beide deze uitersten vermeed. Hij
sloot den brieventasch en wierp hem
onder de tafel, die bedekt was met
een oud, groen kleed, dat eene ge
noegzame schaduw wierp, om het te
verbergen, verondersteld dat iemand
bukte om er naar te zoeken. Als men
er inderdaad op die wijze naar zocht,
moest het gevonden worden, maar
dan zou niemand iets ander kunnen
vermoeden, dan dat het er onder
gevallen was.
(Wordt vervolgd.)