E HOOP" De Erfenis. e Schoenwinkel. Dinsdag 8 November ERDAM. binnenland. Feuilletons IACHINE MAAÏSCH. gbotiines van f 3.75 en Rijglaarzen inenWerkmanschoenen, inloffels vanaf f 1.- W. ROEST. ngen op mz. 48e Jaargang. 1910, burg' acobstraat 18. 'ijf minuten uw ;n hagelwit. ke vrouw, zelfs n de wasch doen. ten, geen scheu- ijtage, geen na- n nazien, geen contant en aan »p afbetaling, voorwaarden, jaar degelijke chriftelijk. lag leveren wij roef. NISDAG van 24 'DAG van 13 asschen in het J89. - Middelburg. vanaf f3.50. t adres voor Repa- hoenen en Laarzen. aan bons wordt letaald. bevelend, »6, ond) uond) 10 cent' 10 cent' 10 cent' 10 cent. 10 cent 10 cent 10 cent 10 cent 15 cent 20 cent 20 cent 20 cent 25 cent 30 cent. 45 cent. 45 cent. 45 cent. 45 cent. 50 cent. 50 cent. 50 cent. 60 cent. 60 cent. 60 cent. 90 cent. rlijke als wat de 10 stuks (ook rhalen L VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTlENvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Oorlogsbegrooting. Het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer is verschenen over hoofdstuk oorlog der Staatsbegrooting van 1911. Daaraan is het volgende ontleend Nu in de Troonrede is medege deeld, dat een wetsontwerp tot her ziening der Militiewet 1901 spoedig kan worden tegemoet gezien, meende men vrij algemeen zich te mogen onthouden van besprekingen van die punten betreffende ons defensiewezen, welke bij de behandeling van dat wetsontwerp onvermijdelijk ter sprake zullen komen. Met 's ministers algemeen beleid ten opzichte van de ontwikkeling onzer weerkracht verklaarde men zich van verschillende zijden weinig in genomen. Verscheidene leden misten bij den minister de vaste en krachtige leiding, die voor het beheer van het departement van oorlog zoo onont beerlijk is. Andere leden sloten zich hierbij aan en verklaarden het zeer te be- Ireuren, dat de vroeger door den minister verdedigde denkbeelden, welke hua sympatiek waren, blijkbaar niet tot uitvoering zullen komen. Door verschillende leden werd op gemerkt, dat het onbillijk is den te- genwoordigen bewindsman de schuld Ie geven van den minder goeden staat onzer defensie. Hij heeft de toestanden, die hij bij zijn optreden aantrof, uiteraard niet in korten tijd grondig kunnen veranderen. Vele leden hadden tegen de be grooting groot bezwaar om de talrijke nieuwe denkbeelden, die daarin zijn leergelegd. Naar de meening dezer leden is het in het algemeen onge- wenscht zoodanige voorstellen in de begrooting in te lasschen. Door verscheidene leden werd er i gewezen, dat de toelichtmg tot bedoelde voorstellen veel te wen- schen overlaat. Onder meer is het itdegedeelde omtrentde reorganisatie fa Dereden artillerie en dat omtrent Je wijziging in het bezoldigingsstelsel van onderofficieren en minderen niet in staat een juiste voorstelling te geven van de portée der voorstellen, vooral niet wat het financieele betreft. Het eindcijfer dezer begrooting ten bedrage van f 29,939,150 wijst, naar Je meening van vele leden, op een onrustbarende stijging der militaire «(gaven. Van verschillende zijden werd verklaard, dat men den weg van uitbreiding der uitgaven niet verder wenschte te gaan voor de te wrwachten staatscommissie haar taak ral hebben verricht. De geest in het officierenkorps laat 'eel te wenschen over. Bij velen beerscht een geest van onvoldaanheid O— 10.) Jonas was inderdaad een voorzich- ge, bedachtzame jengen, die geene 'beken beging en een stuivertje 'Wemaal omkeerde, eer hij het uitgaf. 'Pbraim, die juist meende gevonden f hebben wat hij wenschte, nam "em mede, deed hem op school en as zeer ingenomen met hem. Zijn karakter scheen inderdaad, met 'trekking op dien jongen eene vol umen verandering te hebben onder- ta, en de liefde, die hij gedurende Meel zijn leven aan eik menschelijk ""zen had geweigerd, verkwistte hij 'P zijne gevorderde jaren aan dit Mgenomen kind en wel op eene !"r onverstandige wijze. Toen hij zaken aan den kant deed, nam 'i Jonas bij zich aan huis, en daar Jongen eenigen aanleg bezat tot Portretschilderen, meende hij, dat hij en moedeloosheid. De toestanden in het leger leiden er toe, dat na eenige jaren de hooge verwachtingen, waar mede vele officieren hun loopbaan aanvangen, zijn uitgedoofd en ware geestdrift voor de vervulling van hun taak ontbreekt. Door eenige leden werd er op gewezen, dat in de Eerste Kamer een generaal-majoor op nonactiviteit herhaalde malen heeft gesproken over defensiemaatregelen die in 1904 in Den Helder zouden zijn genomen. Men vond daarin aanleiding tot den minister de bepaalde vraag te richten, hoever de verplichting van militairen om het geheim hunner instructies te bewaren, gaat. Bestaat die verplichting ook nadat zij op nonactiviteit gesteld of gepensioneerd zijn Verscheidene leden meenden, in het vertrouwen, dat de minister de voorstellen voorloopig terug zou nemen, zich van besprekingen be treffende dherziening der officiers traktementen te mogen onthouden. Een aantal leden sprak er zijn in genomenheid over uit, dat de mi nister de zaak van de salarisverbe- tering der officieren heeft ter hand genomen. Jarenlang is de wensche- lijkheid daarvan van verschillende zijden bepleit en erkend. Enkele leden verklaarden zich on geneigd tot verhooging der officiers traktementen mede te werken. Weer anderen meenden dat daar voor moet worden afgewacht een tijdsti", waarop 's lands financiën minder ongunstig zijn. Door meerdere leden werd be toogd, dat beschouwd als een maat regel die de strekking heeft den geest in het officierskorps te verbeteren, de voorgestelde verhooging geenszins onverdeelde toejuiching verdient. De klacht, dat bij vele onderof ficieren een geest van onvoldaanheid heerscht en in verband daarmede de toewijding rot den dienst te wenschen overlaat, werd herhaald. Onder meer werd dat toegeschreven aan de ongelijke toepassing der nieuwe soldijregeling en de wijze, waarop de bevordering plaats vindt. Andere leden voegden daarbij de wijze, waarop tegen de onderofficie ren pleegt te worden opgetreden en de inwilliging van hun billijke ver langens wordt tegengegaan. Enkele leden spraken als hun meening uit, dat de slechte geest in het leger voornamelijk te wijten is aan het bestaan van bonden van militairen beneden den rang van officier, welke vereenigingen de dis cipline ondermijnen. Enkele leden vroegen, of aan de Kamer kunnen worden overgelegd de rapporten uitgebracht omtrent de geoefendheid der viermaanders bij de herhalingsoefeningen. Zij meen- tot een groot kunstenaar was bestemd en verzuimde het derhalve hem een handwerk te laten leeren. Zoo leefden zij gedurende langen tijd in tamelijke harmonie te samen, tot de bedriege- lijke deugden van den knaap tot vol slagen boosheid rijpten in den man en Ephraim ontdekte, dat het voor zichtige, spaarzame, slimme kind van vijf en twintig jaren tot een afschu welijk voorbeeld van gierigheid, zelfzuchten verdorvenheid was ontaard en wat de zaak nog erger maakte, was, dat de oom en neef van plaat sen schenen verwisseld te hebben en de laatste de baas en de eerste on dergeschikte was en dat, terwijl de heer Jonas de warmste genegenheid voor den ouden man huichelde en de teederste zorg voor zijne gezond heid betoonde, het hem gelukt was, deze tot een gevangene in zijn eigen huis te maken en hem van lieverlede alle genoegens te onthouden. Elk weet hoe zwaar het valt, zich op eens uit de banden van zulk een huiselijken dwang los te maken. Het was even moeilijk Jonas te verlaten, als hem te gebieden dat hij zelf kon heen gaan, Maar toen hij eindelijk ftbonnements-Aduertentiën op zeer uoordeelige voorwaarden den te weten, dat bij die oefeningen de viermaanders in geoefendheid niet de minderen zijn gebleken van de achtmaanders. Naar verscheidene leden hadden vernomen, wordt in het leger veel vuldig geklaagd over het onvoldoende van de oefeningen. Tijd tot behoor lijk oefenen ontbreekt in vele geval len en aan intensiteit laten, mede ten gevolge daarvan, de oefeningen zeer dikwijls te wenschen over. Wederom werd de aandacht geves tigd op het tekort in de verschil lende rangen, in het bijzonder op het tekort aan korporaals. Men vroeg, welke maatregelen de minister zich voorstelt te nemen om verbe tering in den toestand te brengen. Van andere zijde werd ten aan zien van het incompleet aan kader opgemerkt, dat, indien ons leger doelmatiger georganiseerd was, er minder kader noodig zou zijn. Vele leden verklaarden zich te leurgesteld over het zeer hooge be drag, dat ditmaal voor kampeeren en manoeuvres wordt uitgetrokken. Zij meenden dat de stand der schat kist dat niet toelaat. Van andere zijde wenschte men uitdrukkelijk zijn instemming te be tuigen met het plan de verpleging van de manoeuvreerende troepen zooveel mogelijk te doen overeenko men met den toestand in oorlogstijd. Ook juichte men het zeer toe, dat manoeuvres in groote verbanden zullen worden gehouden. De echtscheiding. Het bestuur van de Vereeniging tot verbetering van den maatschappelij- ken- en den rechtstoestand der vrouw in Nederland heeft zich met een uit voerig adres tot de Tweede Kamer gewend, waarin het te kennen geeft met leedwezen kennis te hebben ge nomen van het ingediende wetsont werp ter aanvulling van de bepalin gen in het wetboek van burg. rechts vordering betreffende de echtschei ding. In het adres wordt daarom de hoop uitgesproken, dat de Kamer het ont werp zal willen verwerpen. Gemis aan overleg. De „Standaard" verheugt zich» dat in de pers der rechterzijde thans meer algemeen op de ont stentenis van overleg, als op een ernstig dreigend gevaar, gewezen wordt. De oppositie legt 't er na tuurlijk op toe, om te maken, dat er in deze periode zoo weinig mo gelijk tot stand komt. Dat is haar recht, en kan voor haar goede tactiek zijn. Doch juist daaruit volgt dat onzerzijds die tactiek niet mag be- het afnemen zijner gezondheid, ver- eenigd met zijn steeds klimmenden haat tegen den eenmaal gekozen erf genaam, de zaak een dringender aanzien gaf, besloot hij eene krach tige poging in het werk te stellen om zich zeiven te bevrijden, en thans eerst viel het hem in, dat zijn oude vriend Lane hem daarin be hulpzaam zou kunnen zijn. Terwijl hij intusschen loerde op eene ge schikte gelegenheid om weder in het bezit te geraken van het testament, waarin hij Jonas tot zijn universeelen erfgenaam had gemaakt, stelde hij in 't geheim een ander testament op, dat ten gunste luidde van den oudsten zoon zijner zuster of van diens na komelingen, mits zij den naam van Aldridge tot den hunne maakten. Dit testament legde hij in eene blikken bus, waarvan hij den steutel altoos bij zich droeg, terwijl hij die bus zelve in een kast in zijne slaapkamer bewaarde. In weerwil van alle zijne maatregelen van voorzichtigheid, had toen Jonas het geheim doorgrond, en zich door middel van valsche sleutels inzage verschaft van het document, dat hem zou verdringen uit al, wat vorderd worden. En dit toch is thans geschied. Ware het anders en beter aange legd, dan zou de Bakkerswet zeer goed voor de Indische begrooting kunnen zijn afgedaan. Nu begint 't pas weer in Februari, dan zal man weer op sectie-onderzoek aandringen, de algemeene beraadslaging weer heropend worden, en tot Paschen zal er de tijd zoo goed als mee weg zijn. Wat zal er dan wel van terecht komen zoo de Ziektewet, de Onge vallenwet en de Invaliditeitswet aan de orde komen En hoe zal dit alles voor Juni 1913 in het „Staats blad" geraken?" Te meer, daar men voor de Ziektewet nu weer een commissie van voorbereiding heeft gevormd; iets wat natuurlijk de schriftelijke behandeling nogmaals verlengt. Raadpleeg maar wat er vroeger gekomen is van de commissie van voorbereiding voor de Vaccine- wet, voor de Verzekeringwetten van vroeger en nu weer voor de gemeer.te- financiën. Een „caveant consules" schijnt aan de „Standaard" niet te onpas. Dr. G. van Zunnicq Bergman, f Gisterenmorgen is vrij plotseling in de verplegingsinrichting der Broe ders van den Heilige Johannes De Deo te 's Hertogenbosch overleden monseigneur doctor G. van Zinnicq Bergman, in leven geheim kamerheer van Z. H. den Paus en pastoor der parochie van het Heilige Hart te Til- Rijkspensioen. Aan de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal, is door de „Com missie van Bestuurders" uit verschil lende rijksliedenorganisaties, een adres gezonden ter zake het verslag van de commissie, tot onderzoek naar de grondslagen voor een rijkspensi oen voor de weduwen en weezen van minder geëmployeerden, werk lieden en bedienden, op daggeld werkzaam bij inrichtingen van 's rijks zee- en landmacht, hetwelk ingediend is 23 Juli 1907. In dit opzicht wordt o. m. betoogd, dat voor geëmployeerden werklieden en bedienden, volgens het ontwerp een contributie van 5 pet. zal wor den geheven, doch hoe dringend noodzakelijk door de werklieden de behoefte aan een weduwen- en wee- zenpensioen wordt gevoeld en zij een spoedige totstandkoming van een dergelijke wet zouden toejuichen, zij gezien, den lagen loonstandaard en in aanmerking nemende den steeds stijgenden levensstandaard, onmach tig zijn een contributie te betalen, zooals dit in art. 11 van hen ver langd wordt. hij vroeger gewoon was als zijn eigendom te beschouwen. Intusschen bleef hem nog eenige troost, namelijk dat het testament nog niet was on derteekend, nog van geene onder- teekeningen van getuigen was voor zien en derhalve volkomen ongeldig was. Onder deze omstandigheden hield hij het voor geraden, papieren weder op hunne plaats te leggen, en hij vergenoegde er zich mede, zijn oom en vader nauwkeurig te bespie den en de maatregelen die hij nam, scherp in het oog te houden. In een afgelegen wijk der stad woonden twee jonge lieden, die men gewoonlijk Jack en |oe Wandage noemde en vroeger den heer Aldridge als loopjongens hadden gediend, maar thans zelf een kleine zaak hadden opgezet. Toen het hem nu op zekeren avond gelukt was, de waakzaamheid van zijn neef te mis leiden, nam hij een huurkoets, reed naar de bovengenoemde lieden en legde hen, zonder in nadere verklaring te treden, zijn testament voor en on- derteekende het, waarbij zij ais ge tuigen dienden. Tegelijk drukte hij hun ophef ge- Zij zijn van oordeel, dat de regee ring voor deze categorie van slecht bezoldigde werklieden, de kosten van verzekering, zoo niet geheel, dan toch voor een groot deel, behoort te dra gen en zij wijzen de regeering en de Tweede Kamer der Staten-Gene raal op de onmogelijkheid deze hooge bijdragen te beta en. Voorts geven zij naast het ontwerp der commissie een eigen concept met toelichting, waarin verschillende wen schen geformuleerd zijn. Een nieuwe bron van inkomsten. Tot nog toe waren, zooals men weet, alleen aanslagen in de plaatse lijke belastingen boven f20 aan een zegelrecht van 221/s cent onderwor pen. In het vervolg zal dit niet meer het geval zijn immers aan het mi nisterie van financiën schijnt men tot de ontdekking gekomen te zijn, dat dit in strijd is met de zegelwet, die bepaalt dat alle aanslagen boven f 10 aan bovengenoemd recht onderwor pen zijn. Voor minister Kolkman een meevallertje(„Vad.") Gemeentebegrooting Amsterdam. De gemeenteraad te Amsterdam heeft na 12 zittingen, waarbij vaak heftige discussiën werden gevoerd, de begrooting voor 1911 vastgesteld op een bedrag van f33.647.013 in ontvang en uitgaaf, dat is ongeveer een zesde van de geheele staatsbe grooting. Voor Janmaat en Soldaat. Het honderd en elfde duizendtal van den liederbundel voor Leger, Vloot en Natie zal dezer dagen in het licht verschijnen onder den titel „Oranjeboekje voor Janmaat en Sol daat voor School en Volk". Deze geheel omgewerkte nieuwe uitgave is door den verzamelaar, den gep. luit. Clockener Brousson, dienstbaar ge maakt aan de propageering der Volks- weerbaarheidsbeginselen. Vlissingen 7 November. in het Concertgebouw werd gister avond voor een volle zaal door het Nederlandsch tooneelgezelschap onder directie van Frans Hart opgevoerd het tooneelspel „De Negerhut" of „Slavin en Moeder". Het valt niet te ontken nen, dat het gezelschap met deze op voering een groot succes heeft gehad, de rustige aandacht gedurende de acht bedrijven en de luide toejuichingen na elk bedrijf zijn daarvoor het beste bewijs, 't Is dan ook een stuk, dat pakt en dat in zijn geheel door een ieder kan worden verstaan en begrepen. De verschillende gemoedstoestanden werden zeer goed weergegeven; de moed, nooit van die zaak een woord te reppen, tenzij men hen daartoe gerechtelijk opvorderde. Nadat hij nu nog een klein geschenk in geld had gegeven, want het ongeluk had zijn hart eenigszins weeker gemaakt, ging hij verder naar de woning van zijn ouden vriend. Het was intusschen laat geworden en vader en dochter zaten in hunne kamer, waar bijna geen vuur brandde. Zij waren zeer treurig en bekommerd, want ze waren werkelijk, gelijk Tracy vermoedde op den oever van nood en ellende gekomen. PloLeiing nu wekte hen een luid geklop aan de deur. Het was reeds lang geleden, dat de oude muren zulk geluid had den gehoord. Wie mag dat wezen riep Lane en zag terstond op uit zijn boek, een verscheurd deel van Shakespeare, het eenige wat hij bezat. Ik hoorde een rijtuig voor de deur stilhouden. Er zal niemand bij ons komen, meende Mary, het moet een misver stand zijn. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1