Donderdag 20 October Van Week fof Week. 1910. BINNENLAND. i\o. 247 48e Jaargang. VLISSIINGSCHE O Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE JR., Kleine Markt 58. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. Onze lezers zullen wel van dag tot dag de berichten hebben nagegaan, die elkander uit Portugal opvolgden. Waarschijnlijk zijn de ex koning Ma nuel en zijne moeder, koningin Amelia, na zich Zondag aan boord van de „Victoria and Albert" te hebben in gescheept, reeds ter bestemder plaatse aangekomen. De Zwitsersche republiek heeft hare nieuwe zuster het eerst erkend. De verandering van het koninkrijk Portu gal in eene republiek wordt nu alge meen als een feit aangenomen, al blijft het voor velen nog een raadsel, hoe dat zoo betrekkelijk gemakkelijk en zonder hardnekkigen tegenstand kon geschieden. Uit alles blijkt, dat het de jonge menschen waren uit het leger, die zich aansloten bij de beweging voor den opstand en hun aantal was gering. Slechts zeventig officieren van leger en vloot hebben een werkzaam aan deel genomen in de voorbereiding van de revolutie. Uit het leger waren er slechts twee hoofdofficieren bij be trokken. Zij blaakten intusschen van ijver voor de zaak en zij werden trouw bijgestaan door de studenten. Aan de jonge officieren en studenten was de taak opgelegd, ont in alle takken van het leger propaganda voor de repu bliek te maken, een vrij gevaarlijk werk, maar dat op bewonderenswaar dige wijze volbracht werd. Toen het kanonschot het afgespro ken teeken tot den opst nd gaf, trok slechts één regiment artillerie tegen de monarchie op, met een half batal jon infanterie, samen nog geen 500 man. Bij het optrekken naar de stad ontmoette men bijna geen verzet. Het hoofdelement van de rtvolutionnaire strijdmacht werd intusschen gevormd door de matrozen van de vloot, die zich als één man aansloten. De marine kazerne bij Lissabon leverde ook nog 500 man. In den morgen van 4 Octo ber bestond de macht der opstande lingen uit 3500 man, aangevoerd door den marine-officier Machado Santos. Achtduizend gedisciplineerde troepen had men tegenover zich, waaronder de Lissabonsche politie en de regi menten van de garde maar alleen de laatsten streden dapper en de anderen deden volstrekt geen ernstige pogin gen om het te winnen. Hadden zij dat willen doen, dan hadden zij wel een stelling kunnen vinden, van waaruit zij de opstandelingen van de straten hadden kunnen vegen, maar men dacht er niet aan om werkelijk den strijd aan te binden en de garde was, door verraad of slechte aan voering,hopeloos versnipperd en zoo slecht mogelijk geplaatst. Met genoegzame zekerheid blijkt uit de geschiedenis der jongstver loopen dagen, dat de nieuwe republiek een rijpe vrucht der historie was en dat beteekent tevens hare zekerheid van bestaan in de toekomst. Ieder gevoelde de noodzakelijkheid van verandering en zij, die uit beginsel monarchaal gezind waren of geweld dadige veranderingen in den regee- ringsvorm niet gewenscht achtten, verzetten zich maar zeer flauwtjes of hielden er zich buiten. In Frankrijk is voor de zooveelste maal het bewijs geleverd, dat alge- meene werkstakingen zich zelf ver- oordeelen en steeds een kiem der ontbinding met zich omdragen. Hier en daar besluit het spoorwegpersoneel den arbeid te hervatten. Elders wordt weer eens tot een algemeene werk staking beslotenmaar 't is het rechte niet en men is buiten Frankrijk vrij algemeen overtuigd, dat er reeds een groote verbetering in den toestand is gekomen. Het personeel op de noorder- en westerlijnen begint steeds meer te werken. Hier en daar besluit men wel tot staking, maar komt het niet tot uitvoering. Te Nimes bv. nam men ook een dergelijk besluitmaar geen enkel beambte bleef van zijn werk weg. De ontevreden elementen moeten toegeven. De ergste onder hen worden door de mislukking nog ontevredener. Van daar dan ook, dat de gevallen van beschadiging en vernieling toenemenmaar de re geering blijft met kracht optreden en wij twijfelen niet of alles zal binnen kort in orde komen. Er is trouwens weer overlast en schade genoeg ge leden. De ordelievende bladen steunen de regeering krachtig en deze waar schuwt de menschen voor mogelijke ernstige gevolgen van hun verzet. Zij die opgeroepen zijn onder de wapenen en zich te laat aanmelden, kunnen worden gearresteerd. Uitvoe rige militaire en politiemaatregelen zijn genomen om de tusschenkomst der anarchisten te beletten. De aan koop van revolvers wordt verboden, zoomede het verbergen van personen, die door de justitie worden gezocht. Mochten hier of daar ernstige onlusten uitbreken, dan zullen die op de meest strenge en krachtige wijze worden onderdrukt. Onderhandelingen tus- schen maatschappijen en stakers, geleid door de regeering, zijn nog gaandemaar blijkbaar haas' men zich niet erg, overtuigd, dat het zaakje toch wel verloopen zal. in China heerscht financieele nood en overal is sprake van het aangaan van leeningen, zonder dat duidelijk blijkt waarvoor het geld dienen moet. Slechts op één punt is ons van een bepaald plan gebleken. De CO U RANT. ADVERTENTIÉN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. ftbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden ten opzichte der militaire muziek korpsen. Hij wilde dat bij het leger volstaan werd met eenvoudige fanfarekorp sen, gevormd uit de tamboers en hoornblazers. De heer Marchand wenschte het zelfde. De heer Ter Laan besprak de on waardige concurrentie door militaire musici den burgerkorpsen aangedaan. De minister, zijn voorstel verdedi gende, was tegen de omzetting der muziekkorpsen in fanfarekorpsen. Met 39 tegen 23 stemmen werd aangenomen een motie van den heer Marchand, het oordeel uitsprekende dat de militaire muziek behoort te bestaan uit fanfarekorpsen op eenvou- digen voet. Prins Hendrik te Brussel. Prins Hendrik der Nederlanden bezocht gisteren de tentoonstellingen van oude en moderne kunst. De Nederlandsche gezant bood gisteren avond in het gezantschapsgebouw, ter eere van Prins Hendrik, een diner aan, waaraan zeventien personen aan zaten. Aanwezig waren de gezant en mevrouw Van der Staal de Piershil, de commissaris-generaal van de Ne derlandsche tentoonstelling, jhr. Asch van Wijk, en eenige leden van de Hoilandsche kolonie. Medaille van het Roode Kruis. Bij Kon. besluit van 5 October jl. (Staatsblad no. 298) is ingesteld een eereteeken voor belangrijke dien sten in of jegens de Vereeniging het Nederlandsche Roode Kruis be wezen. Het eereteeken zal den naam dragen van „Medaille van het Roode Kruis." Deze medaille zal zijn van glim mend zilver, cirkelrond, met een mid dellijn van 33 mM., omgeven door een verheven rand, aan de binnen zijde bezet met fijne parelpunten. Aan de voorzijde zal zij, op matten grond, een kruis vertoonen in rood email, met verheven glimmend zilveren rand, medegerekend, een lengte zullen heb ben vaH 23 mM. De keerzijde zal, op glimmenden grond, het randschrift vertoonen „Voor trouw en toewijding," en daar binnen, op 't midden der medaille het jaartal „1867", zijnde het jaar der instelling van het Nederlandsche Roode Kruis door wijlen Zijne Majes teit Koning Willem III. De medaille zal worden gedragen aan een zilveren Koningskroon met effen rood lint, ter breedte 38 mM. Het is niet geoorloofd het lint zon der de medaille te dragen. Algemeen kiesrecht. „Het Volk" bevatte den tekst van het volkspetitionnement voor alge meen kiesrecht aan de regeering, zooals dit door het partijbestuur der S. D. A. P. is vastgesteld. In dit petitionnnement wordt o.m. betoogd, dat de bezittende klassen, die steu nen op het bestaande beperkte kies recht, dat een groot deel der arbei dersklasse uitsluit, zich onwillig of onbekwaam toont de volksbelangen te behartigen. En dan wordt er ge zegd Waar zoo de partijen der bezittinde klasse, die steunen op het bestaande beperkte kiesrecht, dat een groot deel der arbeidersklasse uitsluit, zich onwillig of onbekwaam toonden, de volksbelangen te behartigen, daar ligt het voor de hand, dat in die klasse, wier leven, wier gezondheid, wier ontwikkeling door dit wanbeheer het ergst worden geschaad, de drang wordt gevoeld, haar politieke macht te versterken door het kiesrecht voor alle burgers en burgeressen te ver overen en regeering en wetgeving onder haren invloed te brengen. De beweging voor het algemeen kiesrecht, waarin deze drang zich uit, toont bij hare jaarlijksche betoo gingen voortdurenden groei. Maar ook onder de arbeiders, die buiten deze beweging staan, wordt de drang naar een democratisch kiesrecht ge voeld, zoodat ook de katholieke ar beiders, op het voorbeeld hunner Duitsche kameraden, het algemeen kiesrecht voorstaan, terwijl het „ar beiderskiesrecht" van „Patrimonium" hiervan in de practijk weinig zou verschillen. Ook onder de vrouwen is een toenemend politiek teven waar te nemen, gevolg hiervan, dat zij door het bestaande productiestelsel meer en meer tot arbeid buiten het gezin, in fabriek, werkplaats en kantoor worden gedrongen en daarbij onder worpen zijn aan al die misstanden, die den mannelijk en arbeider ver plichten tot vakorganisatie en tot het oefenen van invloed op staatsbestuur en wetgeving. De eisch van algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen is daarom de eerste eisch van het huidige politiek leven en geene gron den van recht of van algemeen belang kunnen tegen de rechtmatigheid, de noodzakelijkheid en de urgentie van dezen eisch vtrorden aangevoerd. T ariefcommissie-spoorwegen. De vertegenwoordigers der ver schillende binnen- en buitenlandsche spoorwegmaatschappijen, de dusge naamde tariefcommissie, kwamen gisteren weder bijeen in de directie kamer van het Staatsspoorstation te 's Graveniiage, ditmaal ter bespreking van de tarieven voor goederenvervoer. o— 66.) Marie had weinig geslapen, en een brandende smart kwelde haar, nu zij vurige verlangens en dan was dj weer bang. Nauwelijks was het eerste morgen- Wefk gedaan, of Liesbet kwam bin nenstuiven, wierp zich aan Maries norst en juichte „Denk eens aan, W ben ik gelukkig. Ik ben met fedor verloofd. Hij heeft mij gisteren §evraagd, of ik hem wilde hebben. boe graag Ik heb hem reeds zoo iang lief i« h N°e hartelijk Marie haar nicht dit 6e'uk ook gunde, toch kon zij nau- ,?'ijks haar tranen inhouden, toen z'l aan haar eigen leed dacht Liesbet babbelde met een blij ge- ™oed verder :r „Hij is naar Kirch- ausen terug, om met zijn ouders smeken, maar hij zegt, dat zij van mij houden en zich er wel over zullen verheugen. Moeder is geluk kig, en straks komt hij mij halen, en dan blijf ik een paar dagen bij oom en tante ie Kirchhausen." „Ik geloof dat alles wel goed met je gaat, Lieze." „Dat geloof ik ook. Lotte dacht, dal jij er wel nijdig om zou wezen. Maar dat is niet waar, je gunt hem mij wel „O zeker, lieve, kleine Lize Tante Rika voelde zich teleurge- s eld, zij wenschte Lieze zeker alle goeds, maar zij vond toch, dat Fe dor beter bij Marie had gepast en nu bemerkte zij ook, dat Doras kind haar lieveling was. Toen zij haar gedachten aan haar vader openbaarde, viel haar op, hoe blij hij er uit zag, terwijl hij zeide „Laat Fedor nu met rust, Liesbet is heel mooi, zij is een goede vrouw voor een dominee." Grootvader gevoelde zich door de verloving in de familie zeer verlicht, nu kon tenminste toch nog alles afloopen, zooals hij wenschte, want tengevolge van de preek over de plichten van de ouders had hij ern- TELEFOONNUMMER 10. centrale regeering zou namelijk een groote leening willen sluiten, om daarmede de Hankau Tsjetsjoean- spoorwegleening op te zeggen. Men heeft daarmede de bedoeling om zich te ontslaan van het medezeggenschap van het buitenland in zaken van spoorwegaanleg in China. Jammer dat de hoofden der regeering onder ling weinig eensgezind zijn. Men wil dat de jongste gebeurte nissen in Portugal, ten paleize te Pe king veel indruk hebben gemaakt en dat de aanhangers van den regent er met groote ongerustheid door ver vuld zijn maar de aanhang van de keizerin-weduwe is er door gesterkt en deze is weer bezig om door aller lei intriges de macht aan zich te trekken. Men dringt steeds meer aan op be spoediging der opening van het par lement en de regent tracht in die richting zijn invloed te doen gelden. Een feit van groote beteekenis is de lastgeving, door den koning der Helienen verstrekt aan den heer Vene- zélos, den bekenden staatsman, die zoolang aan het hoofd der zaken op Kreta stond, om, na de aftreding van het Grieksche ministerie, een nieuw kabinet te vormen. Men kan zich niet ontveinzen dat dit feit in Turkije ontstemming moet wekken, want de Turken weten dat zij met hun aarts vijand te doen hebben. Zij hebben trouwens al gedreigd dat zij de optreding van Venezélos in het Grieksche landsbestuur, als een daad van uittarting zouden opvatten. Men meent dan ook dat het vrij waar schijnlijk is, dat de Turksche gezant uit Athene zal worden teruggeroepen gewoonlijk het begin van het einde. Intusschen, dat de mogendheden een aanval op Griekenland zouden toe staan, met het gevolg dat het grond gebied van het koninkrijk ten bate van Turkije geschonden werd,dit komt ons vrij onwaarschijnlijk voor. Tweede Kamer. In de gister gehouden zitting werd, nadat de minister van marine tegen over den heer Hugenholtz ontkend had te hebben gehandeld in strijd met de destijds aangenomen motie van den heer Duijm.ier van Twist, goedgekeurd de suppletoire marine- begrooting voor toekenning van voe- dinggeld aan gehuwde onderofficieren met den rang van sergeant en hooger. Daarna werd behandeld de supple toire oorlogsbegrooting voor verschil lende onderwerpen. De heer Duijmar van Twist opperde bedenking tegen 's ministers voorstel stig nagedacht. Dora had slechts een kleine afkoopsom gekregen. Als hij haar dochter de kleinere hofstede iiet erven Rika zou wel tevreden zijn, als zij bij haar lieve dochter kon blijven en Marie huwde met Hendrik, dan kwam al zijn goed in het bezit van een jonge familie en hij zou dan hen vereenigd zien, die hem in de familie het liefst waren. Doras dochter zou niet met ieege handen trouwen. Zij moest met Hen drik gelukkig worden. Of wilde hij weer een vrouw leeren, door zijn oogen te zien te gevoelen zooals hij? Ach kom, Hendrik was een mooie jonge man, wat zou zij tegen he.n hebben kunnen? En de jongen had haar lief, dat kon men wel zien. Waarom greep Hendrik nu niet toe Hij moest er toch maar eens over beginnen. Hendrik d.ed zijn plicht, maar sprak bij a niet. Hij was niet nor- rig en aanmatigend zooals te voren na dien marktdag, neen hij was eerder verstrooid en onverschillig. Er knaagde iets aan hem en woelde in zijn ziei, iets, dat hij niet kon begrijpen. Zij zou getrouwd zijn a zij, dat was toch ondenkbaarHij keek haar met heel andere, ijver zuchtig onderzoeker.de oogen aan. Maar zij had het hem zelf gezegd en bekrachtigd, dus moest hij het wel gelooven en haar laten gaan, hoe zwaar het hem ook viel. Alle dagen peinsde hij daarover, hij streed tegen zijn noodlot, hij overwoog alle mogelijkheden, en daardoor werd zijn denken aan den arbeid verhinderd. Als hij nu nog eens met grootvader kon overleggen, maar dat was hem verboden. Nu begon de oude man zelf over haar te spreken en zeide, wat hij haar wilde geven. Hendrik voel de, hoe gaarne grootvader hun hu welijk wenschte, en hij moest zich dom en trotsch houden en onwillig de welmeenende woorden van den ouden man afwijzen. Neen, hij kon het zoo niet ver dragen, hij moest nog een verklaring van Marie hebben, hij moest helder heid hebben in deze dwaze geschie denis. Zoo loerde hij dus op een gele genheid, om haar alleen te spreken dan moest zij hem alles vertellen en moeten bekennen, of zij hem lief had of niet. Hield zij van hem, dan was alles goed, dan kon het ge dwongen huwelijk, dat haar nu nog bond, zeker wel op de een of andere wijze verbroken worden. Eindelijk gelukte het Hendrik, zijn beminde alleen in grootvaders tuin aan te treffen. Zij kwam achter uit den boomgaard en droeg een mand vol peren. Hij liep vastberaden op haar toe. Toen zij hem zag verbleekte zij en zette haar zwaren mand neer. Zij gevoelde zich plotseling geheel krachteloos, en haar knieën beefden. Met schuwen blik keek zij om zich heen. Kon zij hem niet ontkomen?" Hij wilde haar zeker weer over zijn liefde spreken, en dat mocht zij toch niet aanhooren. Hoe zwak was zij toch tegenover zijn hartstocht „Ik zie het wel aan je, Marie," zeide hij voor haar staand, op scher- peren toon, dan hij bedoelde, „je hebt tegenover mij geen goed gewe ten. Je weet, dat je me kwelt, je moest inzien, dat ik mij zoo niet kan laten tevreden stellen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1