tscnappii
Woensdag
19 October
wraagd
^PELS.
1BLAD
No. 246.
48e Jaargang.
1910.
A. VAK DER EIIK.
BINNENLAND.
Heeren
aARDER,
ZANDEE.
ijnde gebruikte
'.ureau dezer Cou-
edele Zandaard-
H. L. onder remb.
olide agenten
;nie L. ENSING.
COUPONS,
«IES,
GELD.
CHANGE.
i Office.
E S C H S F T.
N T I A".
AMSTEBMI.
n. goedgekeurd in
lijk kap. f 100.000,
RANDAG Jr.
elruiten, Spiegels,
z., tegen het geval
aan door onvoor-
Iwilligheid, straat-
lage premiën.
voor Zeeland,
an goede getuigen
ouwen Ewoutstr. J.
CO U RA INT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÊN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Abonnements-ftduertentiën op zeer uoordeelige uooruiaarden
Prins Hendrik te Brussel.
Prins Hendrik bezocht gisterenna-
middag de tentoonstelling, waar hij
door het uitvoerend comité werd ont
vangen. Hij ging onmiddellijk naar
de Hollandsche afdeeling, waar hij
door den Hollandschen gezant, den
commissaris-generaal, den offcieelen
Nederlandschen gedelegeerde enz.
werd ontvangen. De Hollandsche
soldaten waren in groot tenue.
De Prins stelde levendig belang
in de afdeeling en wenschte de le
den van de commissie hartelijk geluk.
De Prins bezocht vervolgens de ma
chine galerij waar de commissaris-
generaal hem eenalbum overhandigde.
Daarop keerde de Prins naar Laeken
terug, waar te zijner eer gisteravond
een diner plaats had.
Gisterenavond bood Z. M. de Ko
ning ter eere van Prins Hendrik op
het kas'eel te Laeken een diner aan,
waaraan een twintigtal gasten aan
zaten. Behalve de Koning, de Konin
gin en Prins Hendrik, namen er aan
deel de Hollandsche gezant en zijne
echtgenoote, jonkheer Melvil van
Karnebeek en echtgenoote, de minis
ter van buitenlandsche zaken van
België en echtgenoote, jonkheer
van Asch van Wijck, generaal Jung-
bluth en de leden der hofhouding.
Wetsontwerp op de naamlooze
venootschappen.
In de Maandag gehouden zitting
van de Kamer van Koophandel en
Fahrieken te Rotterdam kwam in
behandeling een concept-adres aan
Tweede Kamer over het wetsont
werp op de naamlooze venootschap
pen. Hoewel erkennende, dat het
ontwerp bepalingen bevat, waarvan
Hij sprak hartstochtelijk verder
»lk wil jou slechts tot vrouw heb-
ben jou alleen nooit een an-
der. Zeg eens, wat heb je toch tegen
Kan je me niet uitstaan
i,Hendriksmeekte zij, en zij
wilde zich losrukken, maar hij liet
kaar niet gaan.
..Spreek opHeb je een am'er
lief?"
..Neen neen
..Nu, geef dan antwoord. Wil je
wij hebben of niet?" Zij was in
tweestrijd en zocht naar woorden.
..Hendrik, ik kan niet."
„Wat is er, wat heb je Ik
wil ik wj] alles weten."
Wederom een beweging van de
l'Ppen, alsof zij zou spreken, eeti
«eunen.
..Ik, ik ben gehuwd 1"
verschillende ontegenzeglijk verbe
teringen zullen brengen, bevat het
toch niet een onfeilbaar middel, om
aan alle in den loop der tijden ge
bleken misbruiken een einde te .naken
wat trouwens ook niet kan. Door te
waken voor openbaarheid, waar ge
heimhouding nadeel zou kunnen doen
ontstaan, en door tevens de middelen
aan de hand te doen, om tegen na
latigheid en onrecht in verzet te
komen, is van de zijde der wetge
vers reeds veel gedaan.
Het komt de kamer echter voor,
dat de ontwerpen bij zijn streven om
de bovengenoemde belangen tot hun
recht te doen komen, het belang der
naamlooze venootschappen zelve wel
eens uit het oog heeft verloren. Het
ontwerp bevat bepalingen, welke,
hoe goed ook bedoeld, den naam-
loozen venootschappen bij hare zelf
verdediging tegenover concurrenten
te veel de handen zullen binden. De
wensch, om aan kwade practijken
paal en perk te stellen, mag niet in
vervulling worden gebracht door het
scheppen van belemmerende bepalin
gen, die de bona fide naamlooze
vennootschappen in hare ontwikke
ling ernstig zouden schade.
Verder wordt het geheele ontwerp
nagegaan en bij de verschillende
artikelen de bezwaren nader ontwik
keld, terwijl levens ter zijde omtrent
die artikelen waaromtrent geen over
eenstemming verkregen werd, ook de
meening der minderheid werd weer
gegeven. Na breedvoerig dedat, wer
den, in verband met dit laatste, en
kele wijzigingen in het concept aan
gebracht en daarna tot afzending
besloten.
Het eedsontwerp.
De „Tijd" bevat twee artikelen
over het eedsontwerp van minister
Regout.
in het eerste artikel, van de hand
van prof. mr. Struycken, wordt cri-
tiek geoefend op de voorgestelde
bepaling uit het ontwerp, dat ook zij,
die niet tot een kerkgenootschap be-
hooren, met een belofte kunnen vol
staan, indien zij redelijke gronden
opgeven, waarom zij tegen het af
leggen van den eed bezwaar hebben.
Prof. Struycken zegt in dit verband
De praktijk had tot nu toe aan
genomen, dat zij, die niet tot een
kerkgenootschap behooren, op de
gewone wijze den eed moeten afleg
gen. De Hooge Raad had te hunnen
opzichte geen bepaalde beslissing
gegeven. Tot het afleggen van den
eed zouden zij volgens het arrest
niet kunnen worden toegelaten, daar
de eed behoorde te worden afgelegd
volgens de wijze, door ieders kerk
genootschap voorgeschrevenof
evenwel te hunnen opzichte de be
lofte in de plaats van den eed kon
„Wat wat ben je Hij
schudde haar heen en weer.
„Ik ben gehuwd," herhaalde zij
luid, „maar ik ben van mijn man
weggegaan."
Hij sliet haar terug, zij tuimelde
tegen een boom, waaraan zij zich
valt hield om niet te vallen. Met
beide vuisten sloeg hij zich tegen
het hoofd. „Dat is onzin dat is
een leugen schandelijk."
„Het is waar en laat mij nu
gaan." Zij liep zoo snel zij kon weg.
Hij snelde achter haar aan.
De regen viel bij stroomen op
hen neer. Bliksem en donderslagen
volgden elkander snel op, het on
weer was bijna boven hen. Niet ver
van de plek, waar zij gestaan had
den, sloegen de vlammen van een
door den bliksem getroffen denne'
boom omhoog; zij zagen en hoor
den er niets van. in hunne gemoe
deren woedde een nog veel zwaarder
onweer dan in de natuur rondom
hen.
De hemel werd nog donkerder. De
roode heide veranderde in een bloe
dig oorlogsveld met door elkaar gol
vende en kronkelende dwergen. De
treden, was niet beslist. Het wetsont
werp lost nu op de aangegeven wijze
den twijfel op. Den ontwerper zal
zeker van eigen partij de vraag niet
ontgaan, waarom hij deze oplossing
voorsteilwaarom hij niet liever
duidelijk in de wet neerlegt het stel
sel, dat tot 1910 toe door de praktijk
steeds daarin werd gelezen en dat
door de opvolgende liberale en niet-
liberale ministeries onaangetast werd
gelaten, dat namelijk ieder op de
gewone wijze den eed moet zweren,
tenzij hij behoort tot een kerkge
nootschap, dat het eedzweren verbiedt.
Het tweede artikel betoogt, dat het
ontwerp voor een noodwet te veel
wil, daar het verder gaat dan een
sanctionneeren der jongste jurispru
dentie inzake den eed, en het ontwerp
het terrein van het eedsvraagstuk in
zijn aigemeene beteekenis betreden
gaat, wat meer gezette overweging
vraagt.
Wordt toch het thans ingediend
voorstel aangenomen, dan zal in bur
gerlijke en in strafgedingen in plaats
van den eed de belofte mogen afleg
gen hij, die „niet behoort lot een kerk
of kerkgenootschap en redelijke gron
den opgeeft, waarom hij tegen het
afleggen van den eed bezwaar heeft".
Da toeneming van het aantal
faillisementen.
Het aantal afgedane faillissementen
hier te lande steeg van 1368 in 1903
tot 1788 in 1909; uitgesproken wer
den het afgeloopen jaar 1814 faillis
sementen.
In 1909 werden in ons klein landje
ruim 34 faillissementen per week
afgedaan, hetgeen wij een ontzettend
cijfer noemen, terwijl er bijna 35 per
week werden uitgesproken. Inderdaad
bij vergelijking met onze Duitsche
naburen, geven de onze stof tot
overdenking, meent de „Utr. Court."
Dan blijkt eerstens, dat waar de
faillissementen vrijwel met het jaar
ten onzent in aantal stijgen, in
Duitschland de cijfers sedert 1903
ongeveer constant blijven. Doch er is
meer: Waar in Nederland over 1909
bijna 35 faillissementen per week
plaats hadden, dat is, ruw berekend,
éen op de 170.000 inwoners, daar
hadden er in het zoo enorme veel
grooter Duitschland in hetzelfde jaar
165 per week plaats. Dat maakt on
geveer éen op de ruim 420.000 in
woners. Waarom zijn die Duitsche
cijfers nu zooveel gunstiger dan de
Nederlandsche Niet omdat wij ge-
looven, dat Duitschland, vergelijken-
der wijze gesproken, rijker is dan
Nederlanddoch wéi, omdat het
credietwezen daar te lande beter is
geregeld.
In het bijzonder beter geregeld voor
den kleinen man. Want nu mag men
zwarte bessenstruiken draaiden en
keerden zich gelijk veldheeren, die
hun oogen op alles gericht moeten
hebben, en de berken sloegen met
hun lange armen wild om zich heen.
In grauwe stralen kletterde de
regen op dit natuurtooneel neder.
Eindelijk kwamen beiden bij den
Krusenhof aan. Marie steunde adem
loos tegen het hek. Heur haar was
in de war geraakt en hing in natte
strengels langs haar hoofd, en haar
kieeren dropen.
Hendrik stond voor haar, met be
vende lippen bezwoer hij haar, te
zeggen, dat zij gelogen had. „Zoek
een andere reden, zeg, als je mij
niet lief hebt, dan wil ik nog trach
ten je liefde te winnen, maar dit
niet, dit niet!"
Zij schudde het hoofd. Terwijl
haar tanden op elkaar klapperden,
stamelde zij„het is waar alles
is waar. Maar, Hendrik ik verzoek
je zeg er niets van aan grootva
der. Hij werpt mij het huis uit, en
ik moet weer weg naar dien man I"
„Ben ik een oud wijf?" Hij
stampte met den voet, draaide zich
op zijn hielen en snelde weg.
redeneeren, dat hel meerendeel der
faillissementen het noodlottig en on
vermijdelijk gevolg is van eigen schuld,
vast staat toch zeker, dat veten der
gevallenen hadden kunnen gered wor
den, wanneer voor hen op gemakke
lijke en niet te dure wijze aan geld
te komen ware geweest.
Duitschland, waar men daartoe
meer gelegenheid heeft, komt daarom
met vrij gunstige faillissementscijfers,
Nederland daarentegen met zeer
slechte.
Een nieuwe vingerwijzing voor de
economisch zwakken om schouder aan
schouder samen te werken ter berei
king van het eenig noodige, nl. goede
en goedkoope credietinstellingen.
Bakkers-betooging.
Aan den vooravond van de be
handeling van de Bakkerswet in de
Tweede Kamer werd Zondag te
's Gravenhage een groote nationale
betooging voor afschaffing van den
nachtarbeid en voor den wettelijken
tienurendag voor bakkers gehouden.
In de ochtenduren kwamen de be-
toogers uit alle oorden des lands,
vertegenwoordigers van onderschei
dene werkliedenorganisaties bijeen.
Verzamelplaats was het plein bij het
Holl. Spoorstation. Vandaar trok
omstreeks half twaalf de stoet, eenige
duizenden personen tellende met een
paar muziekkorpsen en tal van ont
plooide banieren, langs Zieke, Zwar-
teweg, en Prinsessegracht naar het
gebouw van het Kon. Zoöl. Bot. Ge
nootschap waar de meeting zou
worden gehouden. Daar waren de
groote zaal en de ruime gaanderijen
dicht bezet. Langs wanden, op het
tooneel, overal waren banieren en
vaandels opgesteld.
De leider der vergadering, de heer
Metz, voorzitter van den Nederl.
Bakkersgezeilenbond opende de bij
eenkomst met een kort inleidend
woord, waarbij hij betoogde dat, om
in den toestand voor den bakker
werkelijk op een eenigszins afdoende
wijze verbetering te brengen, 't nood
zakelijk is om naast afschaffing van
den nachtarbeid tegen den overma-
tigen arbeidsduur in te perken. Zon
der die beperking zal afschaffing van
den nachtarbeid den bakkersgezel
maar half kunnen bevredigen. In dit
verband herinnerde spreker aan de
wenschen door den bakkersgezellen-
bond bij adres aan de Kamer kenbaar
gemaakt.
Medegedeeld werd voorts dat ter
vergadering vertegenwoordigd waren
bijna 9.000 arbeiders, tal van sym
pathiebetuigingen waren ingekomen,
an aan de demonstratie ook werd
deelgenomen door velen, die op
neutraal standpunt staan.
Hierna traden achtereenvolgens als
Zij liep over de plaats en ging in
huis.
Tante Rika kwam haar met opge
heven handen tegemoet. „Wat zie je
er uit, en waar blijf je toch bij zulk
weer Marie sloeg de armen om
den hals van de goede ziel en brak
in een hevig snikken uit.
De oude klopte haar op den rug
en trachtte haar te kalineeren. „Je
was zeker wel bang op de heide
Maar waar zijn dan de anderen ge
bleven Zeker allemaal naar den
Beermanshof."
Tante Rika bracht haar in de
kamer, hielp haar droge kieeren aan
trekken en haalde een kop heele
melk voor haar.
Marie liet alles begaan. Zij dacht
niet aan het weer, niet aan den re
gen. Heel iets anders hield hare ge
dachten bezig, in haar binnenste
woedde een storin, veel erger, dan
daar buiten woedde.
Hij hij, hij beminde haar, en
dat, wat in haar hart omging, wat
haar dreef en drong om zich aan
zijn borst te werpen en jubelend te
roepenNeem mij, ik ben de uwe, I
dat was ook liefde, gloeiende, eerste
woordvoerder op dr. v. d. 3rink, uit
Bredade bondssecretaris de heer
Goudsmit, en zulks ter vervanging
van mr. Mendeis, die verhinderd was
de heer Van den Tempel.
Ten slotte werd met algemeeue
stemmen een motie aangenomen, van
ongeveer gelijken inhoud als die
welke in de op 1 October jl. in ver
schillende plaatsen des lands gehou
den vergadering is aangenomen.
Rotterdam:V.
Gisteren had te Rotterdam de can-
didaatstelling plaats voor een lid van
de Tweede Kamer voor district V.
Gesteld werden de heeren G. J.
de Jongh, (lib.), mr. C. Th*. vaH De
venter, (vrijz.-dem.), j. Ter Laan, (S.
D. A. P.) en H. C. Vegie), (antirev.).
Militaire berichten.
De tol kapitein bij het 3e reg. int.
benoemde le luitenant T. C. van Erp,
van het 6e reg. int. te Breda, komt te
Bergen op Zoom in garnizoen.
De generaal-majoor F. Tonnet, be
noemd tot commandant der 2de divisie,
krijgt Arnhem tot standplaats de ko
lonels M. W. de Vries en P.J. Geill,
benoémd tot commandant van het 7e
en 8ste reg. infanterie, komen resp.
te Amsterdam en te Arnhem in gar
nizoen de kolonels J. P. Koolemans
Beijnen, benoemd tot commandant van
her reg. genietroepen, en P. C. J.
Noorduyn, benoemd tot commandant
in het 2de genie-commandement, ko
men resp. te Utrecht en te Amsterdam
in garnizoen de luit. kolo-iel W. G.
L. Versteeg, benoemd tot commandant
in het 3de genie-commandement, komt
te Breda in garnizoen.
De speelhuizen.
„Het Vaderland" betoogt aan het
slot van een tweetal artikelen over
de wet op de speelhuizen, dat de
strafbepalingen van het ontwerp te
gen de zedeloosheid van minister
Regout aan het tieren der speelhuizen
geen einde zal maken. De minister
had hazardspel ook in de localiteiten
eener sociëteit of vereeniging moeten
verbieden.
Wij begrijpen niet, waarom hij
voor dien maatregel teruggedeinsd
is. Het verbod bestaat in België en
de reden, dat het daar dusver zoo
weinig succes had, was dat het niet
werd toegepast. Bovendien kent de
Belgische wet als hazardspelen alleen
die, waarbij de bankier een grootere
kans op winst heeit dan de speler.
Maar dit jaar is het toch gelukt in
Ostende aan het spel een einde te
maken, nu het parket zich met kracht
heeft doen gelden.
Wil men bij ons den speelhuizen
den kop indrukken, dan zal alleen
ware liefde. Zoo had haar moeder
bemind en was met den man van
haar keuze gevluchtzoo zou zij
ook met Hendrik kunnen vluchten,
onverschillig waarheen.
Maar zulk een gedachte was een
vergrijp tegen de wet, die haar met
Goldammer verbond. En al wenschte
zij en hoopte zij den gehaten man
nooit weer te zien, toch was zij niet
vrij om haar hart weer aan een an
der te schenken, en moest zij toch
den beminde afwijzen en hem zeg
gen, hoe het met haar stond.
Nu had zij hem verloren; nu was
alle geluk voor haar voorbij voor
bij voor altijd. Hij zou een ander
zoeken, en zij mocht blij zijn, als
grootvader niets te weten kwam, en
haar verder bij zich duldde. O hoe
somber, hoe donker was toch haar
blik in de toekomst.
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
Den volgenden morgen was het heer
lijk zonnig weerheel de aarde zag er
uit als opnieuw geboren, al het groen
weer frisch, bloemen en vruchten in
den tuin schenen te zijn gegroeid.
(Wordt vervolgd.)