Vrijdag 14 October Feuilleton, wmi, 48e Jaargang. üemeenlebestuur. BINNENLAND. VAH DEK HAK OP DEN TAK. 1910. VLISSINGSCHE Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. NATIONALE MILITIE. Indeeling van lotelingen bij de bereden korpsen. De Burgemeester der gemeente Vlissingen brengt ter openbare kennis.dat de in deze gemeente voor de militie inge schreven lotelingen, die, in geval van inlijving ter volledige oefening, in aanmerking wenschen te komen om bij een bereden korps te worden in gelijfd, bij deze worden uitgenoodigd zich voor den 30sten November e. k. ter gemeente-secretarie, bureau militie aan te melden of te doen opgeven. De aandacht wordt voorts geves tigd op het hierna vermelde Algemeene bepalingen. Voor indeeling bij een der bereden korpsen komen in de eerste plaats in aanmerking de lotelingen, die zich daartoe hebben aangemeld of doen opgeven en bij een daartoe voor de indeeling in te stellen geneeskundig onderzoek, voor inlijving bij die korpsen geschikt zijn bevonden. Het aanmelden of het doen opgeven kan geschieden zoowel door de lotelingen van de lichting van 1910, die nog moeten worden ingelijfd, als door de lotelingen van de lichting van 1911. Verdere vereischten zijnvoor de bereden artillerie een lichaamslengte van ten minste 1.62 M.; voor de cavalerie eene lichaamslengte van ten minste 1.65 M.met een lichaams gewicht van ten hoogste 75 KG. De lotelingen bestemd voor indee ling bij een bereden korps worden, met uitzondering van de weinigen hunner, voor wie de eerste-oefening in Maart aanvangt, eerst in het laatst van September voor eerste- oefening in werkelijken dienst gesteld. In verband daarmede worden de ter volledige oefening in te lijven en voor de bereden korpsen bestemde lotelingen der lichting van 1911, welke lotelingen allen in Maart moe ten worden ingelijfd, als regel met verlof gezonden tot het laatst van September. Voordeelen: in vergelijking met de miliciens der onbereden korpsen genieten de in- gelijfden der bereden korpsen de navermelde voordeelen lo. eene hoogere soldij van 5 cenis per dag 2o. bij verleende vergunning om, na den eersten dienst, krachtens art. 112 der militiewet 1901, vrijwillig onder de wapenen te blijven of te komen, zonder zich als vrijwilliger te verbinden, eene premie van vijftien gulden (f 15,—) voor elke drie maan den aldus onder de wapenen door gebracht, gedurende welk verblijf onder de wapenen de soldij boven dien met 7 cents per dag wordt verhoogd 3o. minder herhalingsoefeningen 4o. geen landweerdienst, Vlissingen, 13 Oct. 1910. De Burgemeester, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. SCHIETOEFENINGEN. Onveiligheid vaarwater. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter kennis van zeevarenden, die daarbij belang kunnen hebben dat op 18 en zoo nooüig ook op 19 October a. s. van het fort Hoek van Holland schietoefeningen zuilen plaats hebben dat omtrent de regeling dier schiet oefeningen inlichtingen zijn te be komen ter gemeente-secretarie op eiken werkdag, van des v m. 9 tot n.m. 4 ure. Vlissingen, 13 Oct. 1910. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Banken van Leening. Blijkens het voorloopig verslag van de Eerste Kamer waren de gevoelens omtrent deze wetsvoordracht verdeeld. De beginselen, waarmee de regeering bij bet indienen van dit wetsvoorstel uitgaat, ontmoetten bij verscheidene leden sympathie. Eenigen meenden echter, dat het beoogde doel op minder omslachtige wijze had kunnen bereikt worden. Sommigen leden ging het ontwerp niet ver genoeg, al konden zij zich met de strekking vereenigen. Hiertegenover stonden enkele leden die zich met de strekking van het wetsontwerp niet ingenomen ver klaarden. Deze leden zouden hebben gewenscht, dat de wet zich had be perkt tot het geven van voorschriften om de misbruiken van de particuliere banken van leening tegen te gaan. Eenige leden gingen in hun minder gunstige beoordeeling verder. Zij konden niet inzien, dat hetwensche- lijk zoude zijn de vraag, of in zekere gemeente, ten koste van de gemeente een bank van leening moet worden opgericht, aan Ged. Staten ter be antwoording op ie dragen. Zij het ook met beroep op de Koningin. Zij en ook andere leden, achtten het niet gewenscht, bij de vele lasten, die reeds aan de gemeenten zijn op gelegd, aan de gemeenten nieuwe verplichtingen op te leggen. Andere leden hadden weer geen bezwaar tegen het opleggen van ge noemde verplichting aan de gemeen ten, waar het hooren van den Hoogen Raad voldoende waarborg is tegen overdreven eischen. Tweede Kamer. Na de mededeeling door den voor zitter van een schrijven van den minister-president, dat de regeering bezwaar heeft tegen geheele of ge deeltelijke openbaarmaking van het geheime rapport der staatscommissie voor de zee- en landmacht en nadat in verband daarmede van verschillen de zijden op uitstel was aangedrongen, is gisteren zonder stemming aange nomen het voorstel van den heer Eland, tot uitstel van het afdeelings- onderzoek voor het veertig miilioen- ontwerp voor de kustverdediging De Krupp-commissie, Naar de „Avp." meldt, hield gis terenmiddag de Krupp-commissie, onder voorzitterschap van den heer Van Karnebeek, eene vergadering.Men verwacht, volgens genoemd blad, dat in de aanstaande geheime ver gadering der Tweede Kamer besloten zal worden om tot publicatie van het Krupp-rapport en de betreffende beschouwingen der regeering over te gaan. Koningin Emma te Weenen. H. M. de Koningin-Moeder maakte gistervoormiddag met haar gevolg een automobieltocht naar Baden, ge bruikte de lunch bij den aarts-hertog en keerde in den namiddag naar Weenen terug. Onder de ingeschre ven bezoekers kwam o.m. ook de naam van den minister van buiten- landsche zaken von Aehrenthal, voor. Sommige tnenschen schijnen toch verbazend hardieersch te zijn. Wat is er niet op allerlei wijzen gewaar schuwd tegen de praktijken van de zg. kwartjesvinders en toch loopen er nog herhaaldelijk menschen in. Lezen zij dan geen krant Op den straatweg naar Leiden, onder Wassenaar, liet een „heer" zich zijn rijwiel en een gouden ring afwinnen. Toen het ge beurd was, werd het slachtoffer ze nuwachtig en wilde in ieder geval zijn ring terug hebben, inaarhijkon, ais hij wou, nog een pak slaag krij gen de heeren waren met hun zessen. Eigen schuld is het ook van de slagers te Roermond, wanneer zij worden uitgelachen, want waarlijk, ze maken het er naar. Verbeeld u De „Nieuwe Koerier" heeft zich ver stout ingezonden stukken op te ne men tegen de verhooging der vleesch- prijzen aldaar. De slagers gingen daartegen een eigen krant uitgeven dat is hun recht. Maar lees nu eens, wat zij daarin schreven„Neen. „Nieuwe Koerier", vreezen doen wij u niet. Als het moet zijn, zuilen wij het voorbeeld volgen onzer voor COURANT. ADVERTENTIÈNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Oroote letters en clichés naar plaatsruimte. ftbonnements-flduertenfiën op zeer ooordeelige uoortuaarden mbm—b—i ■■■■«■■■■■■■■■■«■■■bi —O 61.) Toen zij zoo in de nabijheid van die plek kwam, werd haar hart zon derling ontroerd. Het levenslot van haar ouders.dat dier was beslist, hield al hare ge dachten eenige ©ogenblikken bezig. Zij hoorde ach'er zich de beide man nen eenige woorden wisselen, maar zij sloeg daar geen acht op. Toen zij achter zich keek, was grootvader weg, Hendrik kwam bij "aar, en zij keerden om. Met een lichte trilling in zijn stem *eide hij„Grootvader wou naar huis." Langzaam liepen zij naast elkaar v°ort. Zij zwegen beiden, maar hunne gedachten waren met elkaar bezig. Marie dacht niet meer aan haar "uders, zij dacht nu slechts aan hem, die naast haar liep. Zou zij een woordje laten vallen over haar ruw antwoord van onlangs, om weer met elkaar verzoend te worden Zij zou hel gaarne gedaan hebben, maar zij durfde nietzij keek hem vluchtig van ter zijde aan. Hij kwam haar terughoudend en somber voor. Zij vreesde, dat hij haar ruw zou toe spreken als zij daarover begon. Zeker wilde hij nu niets meer van haar weten. Hoe dikwijls Hendrik het meisje ook duidelijk voor zich vermeende te zien, zoo werkte toch haar aan wezigheid op hem, als iets nieuws, iets wat hem dronken maakte, dat hem van de kracht tot denken be roofde, terwijl hij met haar alleen door het groen liep. Hij vreesde lomp en ongemanierd te zijn door een woordje tot haar te spreken. De indrukken die hij van haar on vriendelijkheid jegens hem te Sol- tau had gekregen, waren uitge- wischt, en hij voelde niets dan het geluk met haar alleen te zijn. En hij dacht aan niets anders, dan dat hij haar alleen zeer lief had. Maar hij kon het haar niet zeggen, zij zou hem weer afwijzen als onlangs, en TELEFOONNUMMER 10. dat ging hem aan het hart. Zij, een mooi stadsmeisje, was veel meer dan hij. Ten laatste vonden beiden bun stilzwijgen toch drukkend, en zij keken elkaar schuw in de oogen en begonnen in afgebroken zinnen over den gezegenden oogst te spreken. Nu was het huis bereikt. Beiden hadden zij een duister gevoel alsof er iets gewichtigs met hen was voorgevallen. ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Daar kwam op zekeren dag een brief uit Kirchhausen van dominee Kruse. Hij schreef aan grootvader, dat zij eerst zelf hadden willen overkomen, maar dat de zaken hem verhinder den. Nu noodigde hij de geheele familie uit om Zondag na kerktijd bij hem te komen efen. Zijn zoon Fedor zou den kansel bestijgen en in zijn plaats prediken. Hij zou daar mee een heimelijken wensch ver vullen van zijn dierbaren zoon, die met groote geestdrift voor zijn be roep bezield was. Dat was een feest, dat zij allen vroolijk en dank ouders en vakbroeders, geleverd in 1302 in de vlakte van Kortrijk". Wat dat beteekent Een dreigement naar het schijnt, en wel een bloedig dreigement, want weet, dat de ge schiedenis verhaalt, dat de slagers in 1302 dat zijn dus de bedoelde voorouders en vakbroeders in de vlakte van Kortrijk de Franschen met hun bijlen en messen hebben aange vallen Gruwelijk, niet waar Het „Dagbl. v. Nbr." neemt echter de bedreiging niet ernstig op en spot wat met de heeren slagers het zegt: „Nu schatert het maar uit. Neen, de humor is nog niet verdord. Die warmbloedige Limburj^rs ook Men ziet het alweerals menschen zich in hun belangen bedreigd ach ten, doen zij soms rare dingen. Eer, herbergier in een Amerikaansche stad, waar door een volksstemming zou worden uitgemaakt of er nog alcohol mocht worden verkocht of niet, was ook niet best daarover te spreken. Zeer begrijpelijk De dikke Bennie trachtte zijn klanten over te halen tegen de afschaffing te stemmen. Hij probeerde het ook bij zijn klant John, toen deze zei: „Ja, Bennie, ik ben er voor, dat we eindelijk eens „droog worden". „Dat meen je toch niet, John" Ik ben al lang zoo'n dikke vriend van je en nu zöu je me broodeloos willen maken Ai twintig jaar zit ik hier en heb al het geld, dat ik zoo eerlijk verdiend heb, in m'n zaak gestokenwordt m'n herberg gesloten, dan weet ik niet, hoe 'k mijn geld er weer uit krijg." „Ik sta voor 't zelfde geval, Bennie" sprak John. „Ook ik heb twintig jaar m'n geld in je zaak gestoken en weef ook niet, hoe ik 't er weer uit krijg". John was dus niet erg medelijdend. Een deftige oude dame zoo ver telt het „Hbld." in een anecdote van den jeugdigen concertgever Mischa Elman toonde meer medelijden met dezen, toen hij eens ergens in Rusland een vioolconcert gaf in be sloten kring. Elman speelde de „Kneutzer Sonate". Zooals men weet, komen daarin eenige lange rusten voor. De bedoelde dame begreep, dat de violist telkens bleef steken en zij trad in een der rustpoozen op hem toe, klopte hem moederlijk op den schouder en sprak „Speel liever iets wat je kent, mijn jongen Hi- raliteit natuurlijk. Groote vroolijkheid ook veroorzaakte eens een professor aan het gymnasium te O., zoo vertelt de „Tagl. Rundschau". Hij was als meer professors, naar men zegt, erg verstrooid. Op zekeren dag verschijnt hij op school onder feekenen van groote onrust. Hij meent zijn horloge vergeren te hebben, want hij heeft het altijd in zijn linker vestzak en nu vindt hij 't niet. Hij kan 't niet uithouden en zegt tot een jongen baar met elkander wilden vieren. Die uitnoodiging wekte bij alien een vroolijke stemming. De familie leden kwamen slechts zelden feeste lijk samen. Maar de dominee had gelijk, dat was werkelijk een feest waard. Fedor in zijn geboorteplaats op den kansel van zijn vaderHoe welwillend van den dominee dat hij den kansel aan zijn zoon afstond, en voor hen allen was het een ge wichtige gebeurtenis, den jongen man op die verheven plaats in zijn plecht gewaad te zien. Liesbet werd het meest door dit vooruitzicht ontroerd. Het scheen haar toe iets heel gewichtigs en merkwaardigs te zijn, Fedor te zien in zijn nieuwe waardigheid. Ais zij hem zoo gezien had, moest zij voor hem zwijgen, als hij haar berispte. Als geestelijke had hij het recht, dat zij hem als neef niet wilde toeken nen. Zij verlangde er vurig naar, harde berispingen te ontvangen en ten slotte volkomen vergiffenis te krijgen. En ais zij er toe besloot aan Fedor te bekennen, dat zij van Arthur Ohlke niets wilde weten, dan zou haar goede neet Haar misschien „Hoor eens, Schulze, ga gauw naar mijn huis en zeg mijn vrouw, dat ik mijn horloge op den schoorsteenmantel heb laten liggen. Haast je en ter wijl hij in zijn rechter vestzak grijpt, z'n horloge voor den dag haalt en er op kijkt in 10 minuten kun je terug zijn." Enorm gelach der scholie ren kon den verstrooide pas tot be zinning brengen. Die verstrooidheid is intusschen maar een lastig iets en kan iemand voor zijn werk ten slotte ongeschikt maken. Keivelaar. Vlissingen, 13 October. Het Klein Tooneel. Onder het motto ,,'f Is anders" is eentooneelgezelschap opgericht onder leiding van J. H. Speenhoff. Dit ge zelschap trad gisteravond op in de Concertzaal van den heer Buning de aangekondigde tooneelstukjes, alle van de hand van Speenhoff zeiven, wer den afgewisseld door liederen van hem en zijn vrouw en door een nog al dik wijls voorkomende, te lange en ver velende pauze. 'tls al bij herhaling gebleken, dat Speenhoff, als hij hier optreedt, bij voorbaat zeker is van een goed ge vulde zaal en een zeer belangstellend en dankbaar publiek, en dat is ver klaarbaar, want zijne liederen kenmer ken zich zonder onderscheid door dien helderen kijk op het leven die korte en zooveel zeggende, pittige gevoels- en gedachtenuitingendoor dat ziel - aangrijpende, dat tot tranen roert en dat frisch humoristische, dat tot een gullen lach dwingt. Dat zelfde geldt ook voor de liede ren, die door zijn vrouw, mevr. Speen hoff—Prinz, worden voorgedragen. Zij, die geheel en al in de school van haren echtgenoot is gevormd, toont zich een uitstekend leerling van den degel^ken meester en oogst met hem den lof, dien beiden in ruime mate verdienen, want ook gisteravond bleek weer, als zoovele malen, dat beider liederen bijzonder insloegen het dankbare publiek toonde zich zeer voldaan bij herhaling werd-gehaald. Als schrijver van tooneelstukken blijkt Speenhoff voistrekt niet tot de minst verdienstelijke te behooren. „Kiekeboe", blijspel in één bedrijf en „De Voel", woordenspel, beide van zijn hand, zijn een paar degelijke stuk jes, die op uitstekende wijze werden vertolktvooral „De Voet" met de prachtige dialoog, geestig, scherp en op de meest verdienstelijke wijze ge speeld door mevr. Meine Irwen en den heer L. de Bree, viel bijzonder in den smaak. Het derde tooneeisfukje „De Kroeg" met Apachen-dans is nu niet erg ver heffend bekoring gaat er heelemaal niet van uitwel ontstaat bij den toe- nog wel een weinig prijzen. Dat was zulk een vertroostende, zulk een schoone gedachte, dat haar hart van vreugde begon te kloppen. In den loop van de week meende Marie te bemerken, dat Hendrik haar niet zoo nijdig meer aankeek als te voren. Zij ontweek hem nog wel, daar zij niet wist, hoe zij zich nu eigenlijk tegenover hem had te gedragen, maar zij kreeg toch weer eenig vertrouwen. Misschien had hij haar nu het gebeurde op den dans vloer vergeven. Tante Rika was diep ontroerd door de gedachte voor de eerste maal haar lieveling in de hooga waardigheid van geestelijke te zullen zien en Gods woord uit zijn mond te zullen hooren. „Ach, kind," sprak hij tot Marie, met wie zij in den tuin boonen plukte, „zoo'n man te hebben, die altijd met heilige zaken heeft te doen, moet iemand zelf verbeteren, en dat is een groot geluk voor een jonge vrouw. Zeg eens, vind je Fe dor niet zeer knap (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1