Donderdag 13 October i No. 241 48e Jaargang. 1910. CO RANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÉN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. flbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige voorwaarden Van Week tot Week. Zoo is dan, na een vereeniging van meer dan twee en een halve eeuw, een scheiding onistaan tusschen Portugal en het oude huis van Bra ganza. Eigenlijk dagteekent dit huis reeds van het einde der 14 eeuw. Koning johan I had toen een buiten- echtelijken zoon, die later, door Alfonso V, tot hertog van Braganza verheven werd. Toen regeerde het huis Avis, dat echter uitstierf en pilips II van Spanje, die van een Por- tugeesche prinses afstamde, werd koning. Zestig jaren lang was het land door een Unie met Spanje ver bonden, maar toen kwam het volk in opstand en Dom Joao, hertog van Braganza, werd tot koning uitgeroe pen. Koningin Maria II bracht door haar huwelijk met een prins van Koburg-Gotha, namelijk Fernando, hertog van Saksen, het huis van Braganza met een Duitsch vorsten huis in betrekking. Manoel de tweede was de vierde souverein uit de linie Braganza-Koburg. Alzoo telt de wereld op nieuw een koninkrijk minderwat op zich zelf zeker geen ramp is. De jonge koning was nog maar twintig jaar; maar het stond nu reeds vast dat hij, met al zijn vroomheid, even goed als zijn voorgangers de regeering zou hebben overgelaten aan zijn diefach tige en knevelende ministers, zonder zelf iets ten goede te doen. Het is dan ook een feit dat de toe standen van het domme, uitgemer gelde en schandelijk verwaarloosde Portugeesche volk zóó zijn, dat geen enkel land de uitroeping der republiek onwelwillend heeft begroet. Gelukkig is de revolutie, waarvoor het land sinds lang rijp was, zonder veel öloed vergieten gekomen en is de rust reeds teruggekeerd. De republiek wordt in bijna geheel Por'ugal door het volk erkend en de tegenstand der konings- gezinden is gebroken. De Engelsche oorlogsschepen, die voor Lissabon zijn aangekomen, hebben de republikein sche vlag begroet. De voorloopige regeering handhaaft op voorbeeldige wijze de orde. Het voorloopig hoofd der nieuwe regeering is Theophile Braga, hoog leeraar in de wijsbegeerte en schrijver van een aantal historische en wijs- geerige werken. Hij was de erkende leider der republikeinen, maar hij heeft er zich steeds voor gewacht toevlucht te zoeken in geweld, wetende dat de onverbiddelijke loop der historie van zelf tot den val der regeering zou voeren. En treurig beeld des levens men hoort geheel niet spreken in Por tugal over het gevluchte vorstenhuis niemand schijnt er belang in te stellen. Het huis Braganza is in stilte bijgezet 60.) Korten tijd na de markt had een marskraamster, die met linnengoed, band, knoopen en allerlei andere Kleine dingen op de boerderij kwam, baar in 't geheim ter zijde genomen en uit een doek een brief gehaald, dien zij haar gegeven had met de boodschap„hij had gezegd, dat z'j niet mocht wegblijven." Toen Lieze in groote spanning den brief opende, schrok zij. Hi wam van den landbouwkundige Ohlke. De jonge man schreef „Lieve Lieze! Ik voel het, dat je schittert en licht onder de boerenmeisjes als een Ke tusschen een troep ganzen. Ver- §'s ik mij niet, dan heb ik het voor echt, door je bemind te worden, '°on het mij, mijn aangebedene, en kom morgennamiddag om vijf uur in het groote mausoleum van de ko ningen der aarde Wij moeten er bij deze gelegenneid de aandacht op vestigen, dat er een richting bestaat onder de republikei nen in Portugal, die gestemd is voor den verkoop der Aziatische bezittin gen. De opbrengst van dien verkoop der thans weinig of niets opbren gende koloniën, zou men dan willen besteden tot economische opheffing van het moederland. De voornaamste Portugeesche be zittingen zijn Macao, Goa, Diu en de helft van Timor, waarvan de andere helft van ons is. Als het gerucht waar is en de re geering het plan steunt, zullen ver scheidene mogendheden een bod doen, vooral voor Timor en dat zou ons wel eens minder gewenschte buren kunnen bezorgen. Tegen Japan of Amerika kunnen wij althans niet opbieden. Spanje, dat al zoo dikwijls met de republiek kennis heeft gemaakt, zal er vermoedelijk ook nog wel eens toe terugkeeren. Voorloopig heeft men het daar druk genoeg met den ker- kelijken strijd. De parlementaire va- canties zijn afgeloopen en minister Canalejas heeft voor den Senaat ver klaard, dat de gedragslijn der regee ring geheel in overeenstemming blijft met de wet. Hij oefende een scherpe kritiek uit op de beleedigende hou ding der geestelijkheid en van de re actionaire elementen. Zonder aarzelen zal de regeering haar programma verwezenlijken. Alle regeeringsleden hebben zich vast voorgenomen om de overwinning te behalen. De on derhandelingen met den heiligen Stoel omtrent de regeling der kerke lijke aangelegenheden worden dan ook nog steeds vooitgezet er. men hoopt nog altijd op een vredelievende oplossing. ln het oosten blijft het voor en na onrustig. Er waren reeds geruchten verspreid, omtrent een werkelijke breuk tusschen Griekenland en Tur kije. Zoo erg is het niet. Toch staat het vast, dat Griekenland geen gezant meer te Constanlinopel heeft en nu mag aan de terugroeping van den vertegenwoordiger een schijn van onschuldigheid gegeven zijn, in den haak is de historie toch niet. Serviërs en Bulgaren in Macedonië gaan voort om zich te verzetten tegen de gedwongen ontwapening, 't Is ook geen kleinigheid, voor lui, die sinds onheuglijke tijden aan hun geweren waren vastgegroeid en geboren sol daten of althans vechtersbazen zijn, van hun geliefd moordtuig afstand te moeten doen. Maar jong Turkije wil nu eenmaal een modernen staat naar het hunnebed achter uw dorp. Hier wacht ik je met open armen. Uw innig toegenegen. Arthur Ohlke," Liesbet stond als verstijfd. Zij had altijd gewenscht, dat een heer, die meer was dan zij en de haren, om haar zou komen. De Ohlkes hadden een mooie zaak in Celle. Als Arthur Arthur, wat een def tige naamals die met haar huwde, dan kwam zij in de stad en werd een aanzienlijke dame. Maar van huwen schreef hij geen woord. En zou zij hem dan werke lijk mogen hebben Er kwam iets in haar op, dat „neen" zeide. Neen neenDansen, heel graag, hij danste heerlijk, maar had zij zich niet hoofdzakelijk met hem be moeid, om haar neef ergernis te ge ven? Fedor, die slechts wijze raad gevingen en berispingen voor haar had, en zich altijd veel met Marie bemoeide En nu haar gedachten zich op Fedor richtten, zooals dikwijls ge beurde, voelde zij toch, dat zij met Ohlke geen liefdesbetrekkingen zou kunnen of mogen aauknoopen. worden en dat eischt harde maat regelen, die verzet uitlokken. De Jong-Turksche partij verspeelt er vrij wat van haar gezag bij. Intusscher. schijnt het zeker te wezen, dat Turkije geld krijgt, anders gezegd de zenuw van den oorlog. De bank te Dresden zou het zaakje opknappen en Duitschland heeft aldus aan zeker iemand deze vlieg afge vangen om de smeer! De moeilijkheden, waarin de mi nister-president van het Vereenigd Zuid-Afrika, door zijne niet verkiezing voor het unie-parlement geraakt was, behoort gelukkig weer tot het ver leden. Toen hem te Losberg een zetel aangeboden werd, nam hij hem zonder aarzelen aan en smaakte toen de voldoening, dat niemand tegenover hem werd gesteld en hij zich dus niet eens aan eene verkiezing behoefde te onderwerpen. Botha staat nu vaster dan ooit; het geheele kabinet blijft en de premier kan thans met kracht de grootsche taak aanvatten, die hij zich heeft voorgesteldZuid-Afrika te maken tot een voorspoedig land, met een groote en gelukkige bevolking. Dat hij daarin slagen zal kan, men schelijker wijs gesproken, aan geen redelijken twijfel onderhevig zijn. Dat de houding van den Finschen Landdag, zijn weigering om zekere voorgestelde maatregelen in behan deling te nemen en aldus het eigen doodvonnis te teekenen, de groote ontevredenheid des Czaren had op gewekt, was ons reeds bekend. De Landdag wordt dan ook naar huis gejaagd; maar men zal het nog eens met eene anderen probeeren. De Russische regeering heeft de Doema ook wel klein gekregen, zou ze dan dus den Landdag niet klein krijgen Maar 't zal haar gaan als wijlen Alva, die ook meende, dat hij een volk van boter wel klein kon krijgen maar hij neep zóo hard, dat de boter hem door de vingers gleed. Rusland zal Finland wel inlijven en er over regeeren maar de Finnen zullen Finnen blijven, tot dat, eeuwen later misschien, de Nemesis der historie het onrecht herstelt. BINNENLAND»' Tweede Kamer. De Kamer heeft gisteren over hare orde van werkzaamheden beraad slaagd. De voorzitter deed het voor stel, Dinsdag 18 October verschillen de wetsontwerpen, waaronder een wijziging der oorlogsbegrooting voor het loopende jaar in openbare be- Zij zou niet naar het hunnebed gaan, zij wilde zich door hem niet laten kussen I Hij zou te vergeefs op haar wachten. Maar de zaak kwam haar toch steeds weer in de gedachten. Zij vond zich zeer braaf, dat zij aan de verleiding weerstand bood. Kon zij toch maar alles aan Fedor zeg gen en zich dan door Fedor laten prijzen 1 Grootvader vroeg op zekeren dag aan Hendrik of hij niet eens aan trouwen dacht. Hij wist er wel een voor hem, die vroolijk en gezond was en goed kon werken. Bij deze woorden keek hij Hendrik eens van ter zijde aan. „Ah", dacht deze. „Grootvader staat aan mijn kant, dat is veel waard." Het bloed steeg hem naar de wangen, maar hij vertrok geen spier in zijn gelaat en vroeg, of hi, spoedig de haver zou kunnen maaien, wat grootvader daarvan dacht. Deze zeide, dat de tijd ervoor spoedig aanbrak. En daarbij dacht hij, de jongen laat zich niet bepraten. Al hield hij zich dom, toch heeft hij er wel lust in. Die mooie sterke men handeling te brengen. Daarna zou de Bakkerswet volgen. De heeren Duymaer van Twist en Van Vlijmen, bevreesd dat de wijzi ging der oorlogsbegrooting veel tijd in beslag zoude nemen, en dan voor behandeling van de Bakkerswet geen gelegenheid meer zou bestaan vóór Kerstmis, deden een poging de Bak kerswet te doen voorgaan. Het voor stel van den voorzitter werd evenwel aangenomen. De heer Eland diende een voorstel in, het afdeeiingsonderzoek van het ontwerp betreffende de kustverdedi ging uit te stellen, ten einde eerst aan de regeering zal kunnen worden gevraagd, of zij bezwaar heeft tegen openbaarmaking van het rapport van de commissie voor de samenwerking van zeë- en landmacht. Dit voorstel ontmoette bedenking bij den heer Duymaer van Twist, die bezwaar heeft tegen deze afwijking van de vastgestelde orde van werk zaamheden, doch ondervond steun bij de heeren Thomson en Troelstra die voor dit formeele bezwaar van den heer Van Twist niets voelden. De discussie liep eenigszins warm. De heer Van Idsinga was wel geneigd, het afdeeiingsonderzoek uit te stellen, doch maakte bezwaar, aan de regeering openbaarmaking van het bovengenoemde rapport te ver zoeken. Nadat de voorzitter had medege deeld, aan de regeering te willen vragen, hoe deze over openbaarma king van het rapport denkt, werd besloten, de stemming over het voor stel-Eland aan te houden tot een der volgende dagen. De regeering en het samen- werkingsrapport. Van bevoegde zijde worden da uit de „Avondpost" in verschillende dag bladen overgenomen geruchten, vol gens welke de regeering aan een verzoek der Tweede Kamer om toe stemming te verleenen tot openbaar making van het rapport der commissie voor samenwerking van zee- en landmacht inzake het fonds voor de kustverdediging, geen gevolg wilde geven, ten stelligste tegengesprokeu. Dientengevolge worden ook de mededeeiingen betreffende de toe dracht dezer zaak onjuist genoemd op grond van het volgende Tot de regeering is volstrekt geen verzoek van de Kamer gekomen, doch te dier zake alleen een vraag van éen lid dier Kamer, die nog voor het nog te houden onderzoek in de afdeelingen er met medeleden in zijn sectie over gesproken had en zijn verzoek tot éen der ministers had ge richt. De regeering nu schijnt van meening te zijn geweest, dat op die wijze de schen passen bij elkaar. De oude hoopte, dat er nog wel iets van zou komen, en wat hij Marie wilde schenken, bleef dan in de familie. Op zekeren dag zeide hijKom, Marietje, ik zal je de pruimen eens laten zien, die de Beermans dit jaar krijgen." Hij legde, zooals hij ge wend was geworden, zijn rechter arm op haar schouders, zoodat haar blond hoofd uit de kromming van den elleboog vooruit stak, en bracht haar naar het grasveld achter het huis. Hendrik sloot zich schoorvoe tend bij hen aan. De vruchtboomen waren goed be laden, alle vruchten werden hier bij den warmen zonneschijn groot en rijp. De pruimen werden blauw, de appels kregen roede plekken, en de peren hingen in groote hoeveelheid aan de takken. „Ik kan het bijna zelf niet geloo- ven, dat ik hier alles zoo heb. zien groeien," zeide Marie met een la chend gezicht om zich heen ziend, „ln Berlijn waar de vruchten zoo duur zijn, heb ik ze altijd voor een groot wonder uit verre streken gehouden. Dikwijls bracht oom Hans zaak met een lid of zelf met een afdeeling der Kamer niet kon worden behandeld, vermits overleg in zulk een aangelegenheid steeds behoort te ge schieden (in overeenstemming met de verhouding die tusschen regeering en Kamer bestaat), tusschen den president der Kamer en de regeering en tot de regeering geen verzoek kwam van de Kamer door tusschenkomst van haar president. Eerst indien de president dit over leg opent, komt voor de regeering het oogenblik om te overwegen wat haar te doen staat en een beslissing te nemen in de moeilijke vraag, wat wel of niet van het stuk publiek kan worden gemaakt. Bond „De Post". Door den Nederl. Bond van Post en Telegraafbeambten „De Post" is naar aanleiding der Staatsbegrooting 1911, Hoofdstuk IX, afd. VI. een adres gezonden aan de Tweede Ka mer, waarin wordt herinnerd aan de vele vragen om verbeteringen en veranderingen voor het personeel, en waaromtrent in de genoemde begroo ting noch in de Memorie van Toe- lichiing iets wordt gezegd, terwijl de aangelegenheden, door den minister van waterstaat genoemd, niet als afdoende worden beschouwd. Het adres eindigt met het verzoek aan de Tweede Kamer: le. te willen bewerkstelligen, dat de jaren als postbode doorgebracht, alle medetel len, zonder deeling door een of andere som bij de berekening der jaarwedde 2e. niet aan te nemen een verhooging van salaris, noch voor een gedeelte, noch in den vorm eener voortdurende toelage, omdat dit niet alleen groote ontevredenheid verwekt en tegenstrij- dighedei schept, maar ook niet af doende is, maar bij Zijne Excellentie den minister van waterstaat aan te dringen, gezien de duurte der levens behoeften die door allen gevoeld wordt, de jaarwedde van het geheele lagere personeel bij de posterijen en telegrafie in die mate te verhoogen, dat in werkelijkheid kan gesproken worden van een algeheele salaris verbetering 3e. te bewerken, dat zoolang die afdoende regeling in bewerking is eene tijdelijke toelage worde verstrekt, welke gedurende dien lijd de leniging brengt, waarnaar vol verwachting wordt uitgezien 4e. aan te dringen, dar de in het begin van dit verzoekschrift genoemde aan gelegenheden betreffende de betrok ken ambtenaren worde bewerkt, inge voerd en opgeheven. Tegen winkelsluiting. Gisterenavond vergaderdën te Am sterdam de vereeniging van Amster- damsche Winkeliers, benevens de een paar kersen of een peer voor mij mee. Ook Florian, mijn speel makker, gaf mij wel eens iets, maar veel was het niet, hoe heerlijk het mij ook smaakte." „Florian, wie was dat?" vroeg de oude wantrouwend, en de jonge man aan haar andere zijde, luisterde scherp toe. „Florian is de zoon van onzen huisheer, een jaar jonger dan ik, een bleek, zwak ventje, maar een goede jongen," antwoordde zij onbe schroomd. Die woorden schenen haar beide begeleiders te bevredigen. Daar de weg smaller werd, liet grootvader het meisje alleen vooruit gaan. Zij naderden nu het eind van den tuin, vanwaar men den molen in de verte kon zien. Het bruggetje over de beek lag voor hen, waar zooals haar moe der had geschreven de jonge boer haar, op dien Iaatsten avond voor haar vlucht, met haar beminde had aangetroffen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1