Maandag
3 October
No. 232
1910.
Courant hehsor! een Bpepl,
Ziekte-Verzekering
48e Jaargang.
Brieven uit de Hofstad.
VLISSIINGSCHE
COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1 —4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMEK 10.
Iets ouer
ar aanleiding van de ingediende
wetsontwerpen.
yóór hei zomerreces der Kamers
tolt de regeering een paar hoogst
belangrijke wetsontwerpen ingediend,
wlke eerlang in behandeling zullen
nrden genomen. Zij hebben betrek-
lang °P de volksverzekering en be-
liooren dus tot de zoogenaamde so
ciale wetgeving, die, sedert de tot
standkoming der wet op het arbeids
contract, op het doode punt is blij-
ren staan. Verschillende ontwerpen
A ingediend, doch we zijn geen
stap verder gekomen. De zorg voor
onze oudjes wacht nog steeds op
voorziening en is zelfs voorloupig
losgelaten, daar de tegenwoordige
regeering er de voorkeur aan gege-
«n heeft, om eerst eene ziektever
zekering tot stand te brengen, waar
schijnlijk omdat deze vrij wat ge
makkelijker te organiseeren valt, dan
de invaliditeits- en ouderdomsverze-
ring, ofschoon aan deze laatste on
getwijfeld groote behoefte bestaat.
Aan het thans ingediende ontwerp
ziektewet, gaat een ander ontwerp
vooraf, dat den naam draagt van
ontwerp -radenwet.
De regeering is nl. de meening
toegedaan, dat er verband behoort te
bestaan tusschen de verschillende
takken van arbeidsverzekering, hierin
bestaande, dat bij de uilvoering der
onderscheidene verzekeringswetten,
wanneer die eenmaal zullen zijn tot
stand gekomen, de medewerking
wordt gevraagd van dezelfde colleges,
welke moeten zijn samengesteld uit
de kringen der belanghebbenden zei
ven (werklieden en werkgevers) en
met zekere zelfstandigheid moeten
bekleed zijn.
De bedoelde colleges zullen den
naam dragen van raden van arbeid
en deze arbeidsraden zullen de aan
gewezen lichamen zijn om de zie
kenkassen te beheeren, want voor de
vrij eenvoudige administratie die het
hier betreft, hebben wij niet, evenals
hij de ongevallenverzekering, een
centrale bank noodig, geen rijksver
zekeringsbank dus.
Welke taak de raden van arbeid
zullen hebben ten opzichte van de
andere takken van verzekering, komt
eerst later ter sprake.
De raden zullen samengesteld zijn
nil een gelijk aania! werklieden-leden
en patroons leden, onder voorzitter
schap van een door de Koningin te
benoemen ambtenaar.
Wat de ziekteverzekering betreft,
o—
51.)
«Misschien hebt ge gelijk, oom
uietrich, de jeugd is onrustig, maar...
'Ws zij het niet, dan kwam zij niet
vooruit. Gaat zij in het wild, dan
Wet zij dikwijls een smartelijk leer-
getd betalen."
«Fabrieken zijn noodig, brengen
§eW in het land, verslinden echter
jnenschenkracht, gezondheid en ge-
luk, als een oude vuurgod
«Moloch," vuide de dominee aan.
«Lhristus zegt: Wat nut geeft het
flen mensch, wanneer hij de heele
wereld wint -en schade lijdt aan zijn
ziel
Hendrik trad onstuimig binnen en
dat de wagen er was. Nu werd
er afscheid genomen, en, de zielen
ervuid me( zeer verschillende in
rukken en gedachten, reed men
"aar huis terug.
flbonnemenfs-ftduertentiën op zeer uoordeelige uoorwaarden
zal boven de raden van arbeid nog
een ander lichaam staan, nl. de ver-
zekerings-raad, welke, met betrekking
tot de ziekte-verzekering, met het
toezicht over de arbeidsraden zal zijn
belast.
Ook in de verzekeringsraden zullen
vertegenwoordigers van den arbeid,
patroons en werklieden, zitting nemen,
doch naast deze, ook deskundige
personen, welke in staat zijn om aan
de organisatie der verzekering de
noodige leiding te geven. Deze des
kundige leden worden dan ook niet
gekozen, maar door de Koningin
benoemd en bezoldigd. Het zullen
in hoofdzaak zijnassuradeurs,
rechtsgeleerden en geneeskundigen.
Zooals uit het bovenstaande blijkt,
zullen er dus ziekenkassen zijn, welke
door de raden van arbeid worden
beheerd en evenals bij de ongevallen
verzekering, zullen degenen op wie
de wet toepasselijk is, van zelf bij
de betrokken ziekenkas verzekerd
zijn, hetwelk tengevolge heeft dat zij
ingeval van ziekte aanspraak hebben
op ziekengeld, maar niet op genees
kundige behandeling, terwijl verder
ook geen begrafenisgeld wordt uit
gekeerd.
Hoewel de bestaande ondersteu
ningskassen, die ook alleen zieken
geld uitkeeren, grootendeels overbo
dig zullen worden of althans hun
werkkring zulien zien inkrimpen, is
dit niet het geval met de eigenlijke
ziekenfondsen, welke geneeskundige
behandeling waarborgen. Integendeel
is hetde bedoelingom het ziekenfonds
wezen in de hand te werken. Geen
uitkeering mag geschieden dan op
verklaring van een geneeskundige,
waardoor de waarborg verkregen
wordt dat bij iederen zieke, wanneer
deze althans uitkeering vraagt, een
geneeskundige komt; terwijl ook
geen uitkeering van ziekengeld mag
geschieden tenzij in de geneeskundige
hulp is voorzien, hetgeen o. a. ge
acht wordt het geval te zijn voor wie
verzekerd is in een erkend zieken
fonds. Op deze erkenning van zie
kenfondsen van staatswege komen
wij nog nader terug.
In het stelsel van verplichte verze
kering ligt van zelf opgesloten, dat
de werkman ook verplicht is de pre
mie te betaien maar de verplichting
is niet op den arbeider «Ween gelegd.
Werkgever en werknemer zulien bei
den de helft van de premie betalen,
ook omdat, met de invoering der
ziekte-verzekering, de werkgevers min
der zwaar zulien belast worden met
betrekking tot de ongevallenverzeke
ring. De raad van arbeid heeft het
recht om de premie bij den werkgever
in te vorderen, die dan het aandeel
van den arbeider op diens loon kan
inhouden maar voor bepaalde groe
pen van arbeiders zal de raad ook de
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Hendrik liet zich een tijd lang
niet op grootvaders boerderij zien,
wrevelig deed hij zijn werk. En
Lies.bet liet ook het hoofd hangen.
De verzorging van den akker
drong nu. De drie broeders Beerman
waren met den knecht en den jon
gen en alle zes de paarden dagelijks
op het land om te ploegen, te eggen
en te zaaien. In het geheeie dorp
heerschte groote bedrijvigheid. Het
scheen ais waren te gelijk met de
natuur ook deze menschen uit den
winterslaap ontwaakt.
Ook de oude Dietrich verzorgde
weter zijn landhet deed hem steeds
pleizier wanneer de veldarbeid
begon, en hij gevoelde zich weer
heelemaal jong, wanneer hij den
geheelen dag in de frissche lucht
zijn bezigheden had.
Rika begon een groote voorjaars-
wasch te houden, men kon nu zoo
mooi bleeken, en zij was blij, dat
zij aan Marie zulk een goede hulp
had.
De boomen begonnen langzamer
hand te bloeien, de boterbloemen
bevoegdheid hebben, om de premie
van den werkman in te vorderen, met
het recht aan dezen om van den werk
gever diens aandeel terug te eischen.
Behalve de verplichte verzekering
is er echter ook eene vrijwillige ver
zekering, waarop wij nader terug
komen.
De geheeie verplichte verzekering
wordt intusschen gemaakt voor hen,
die geacht kunnen worden te lijden
onder de sociale wanverhoudingen,
de misstanden in het arbeidersbedrijf.
Vandaar dat er alleen sprake is van
arbeiders in ondernemingen, van hen
die in dienst zijn van werkgevers,
wier doel is om winst te maken, en
dan nog alleen wanneer zij niet in
zoodanige geldelijke omstandigheden
verkeeren, dat zij geacht kunnen wor
den aan verzekering minder behoefte
te hebben.
Hierin intusschen ligt wei een der
schaduwzijden van het ontwerp want,
arbeiders in persoonlijken dienst, met
name dus onze huiselijke dienstbaren,
vallen niet in de verplichte verzeke
ring.
Van groot gewicht is ook de uit
sluiting der losse arbeiders, van hen
nl. die korter dan vier dagen in de
zelfde dienstbetrekking zijn, zij vallen
wel onder de ongevallenwet, maar de
moeilijkheid zat hier in de betaling
der premie men wist geen raad met
de regeling van dit punt voor arbei
ders, die den eenen dag bij dezen,
den anderen dag bij genen patroon
werken. Nu is bepaald dat de losse
arbeiders, die onder de ongevallenwet
vallen, zich vrijwillig kunnen verze
keren en in dat geval bevoegd zijn
om de helft der premie van den werk
gever, bij wien zij tijdelijk zijn, terug
te vorderennatuurlijk voor dien kor
ten lijd.
Ook zij die v/erkzaam zijn in de
bedrijven van den landbouw, vallen
in het begrip van het ontwerp. En dan.
moet ook nog de aandacht worden
gevestigd op de zoogenaamde huis
nijverheid. Ook bij de huisnijveren
worden natuurlijk alleen de arbeiders
verzekerd, maar men mag veilig aan
nemen, dal de behoefte aan verzeke
ring somtijds niet minder groot is bij
die huisnijveren, welke zelfstandig
werkzaam zijn, de kleine baasjes. Bij
hen is geen sprake van werkgevers,
van loon en van dienstbetrekking en
daarom was er, in het stelsel van het
ontwerp, geen andere weg om ook
voor hen de mogelijkheid van uitkee
ring bij ziekte te scheppen, dan die
der vrijwillige verzekering.
Na deze uiteenzetting van de be
ginselen van het ontwerp radenwet en
van het ontwerp ziektewet en van de
hoofdbepalingen waardoor, volgens
het laatstbedoelde ontwerp, de ziekte
verzekering zich zal kenmerken, zulien
wij thans, in een volgend en slotartikel,
waren er, jonge eendjes weidden in
het gras, en de eerste kuikens
kwamen uit. Nu werd het Mei, de
maand, waarin het heerlijke lente
groen zich in volie pracht vertoont
in deze streek, waar de natuur zoo
laat ontwaakt.
Marie stond op den dorschvloer
met jet aan de dampende waschkuip,
terwijl tante bij den haard het mid
dageten klaarmaakte. Het was haar
nog niet geiukt, vertrouwelijk met
Liesbei te praten, hoe gaarne zij ook
de belofte, die zij aan Fedor had
gedaan, wilde houden. Het scheen
wel, alsof de nicht haar ontweek,
van de aanvankelijke tegemoetkoming
was geen spoor meer. Het kon wel
aan den drukken arbeid liggen, zij
hadden nu op beide boerderijen de
handen vol. Marie was eenige keeren
des avonds met grootvader of tante
naar de Beermans gegaan, maar zij
had Hendrik niet gezien. In 't begin
kwam hij zoo dikwijls, nu was hij
sedert Zondag weg gebleven. Zijn
broers kwamen toch dikwijls genoeg,
waarom liet hij zich niet zien
Grootvader kwam naar huis, hij
ging naar de pomp, om zich te
de belangrijkste bijzonderheden der
voorgestelde verzekering nog nader
beschouwen.
LXXXVl.
Het gemis van een behoorlijk
schouwburggebouw wordt ai sedert
jaren in de Hofstad gevoeld. Wel
hebben wij aan het Korte Voorhout
den z.g.n. Koninklijken schouwburg,
maar die is in vele opzichten onvol
doende en b.v. reeds dadelijk veel
te klein om de schouwburg van den
Haag te kunnen zijn. Voor vertoonin
gen, die veel publiek trekken, moet
men dan ook meestal in de groote
zaal van het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen terecht komen,
die stellig ruimte genoeg biedt maar
overigens heel weinig op een schouw
burgzaal gelijkt. Het is dan ook altijd
behelpen, 't Is waar dat het veel te
kleine zaaltje in den Koninklijken
schouwburg wel een prettigen, intie-
men indruk maakt, maar de plaatsen
zijn er voor een groot deel ongelukkig;
zelfs op vele dure plaatsen ziet men
het tooneel ongeveer heelemaal niet.
Daar komt bij, dat het gebouw aan
het Korte Voorhout ook volgens de
rapporten van den commandant der
brandweer en den directeur van het
bouw- en woningtoezicht beslist on
voldoende isja, er is zelfs sprake
van geweest, dit gebouw met 't oog
op 't brandgevaar reeds dezen winter
te sluiten, maar men heeft de hand
nog maar eens over 't hart gestreken
omdat anders de opera geen tijdelijk
onderdak zou hebben gehad. Maar
ook hieruit blijkt reeds zonneklaar dat
Den Haag op den duur onmogelijk
buiten een behoorlijken schouwburg
zal kunnen.
De schouwburgcommissie heeft
thans een nieuw plan uitgebroed.
Vlug is dat niet gegaan, want de
commissie bestaat reeds ettelijke jaren.
Eenige jaren geleden kwam zij voor
den dag met een plan tot aankoop
van grond voor den bouw van een
nieuwen schouwburg aan de Konings
kade. De gemeenteraad vereenigde
zich met dat voorstel maar Gedepu
teerde Staten vernietigden het bestuit
en de zaak bleef voorloopig weer
zooals ze was.
Met haar nieuwe voorstel heeft de
commissie een stormpje van veront
waardiging doen opgaan, en dat is
heusch niet onverklaarbaar.
Zij stelt voor, op de plaats van den
bestaanden schouwburg aan het Korte
Voorhout, met toevoeging van het
aangrenzende aan de gemeente be-
hoorende gebouw, een nieuwen
schouwburg te bouwen met plaats
voor ongeveer 1200 personen. Wal
de plaats betreft, kan ik het voorste!
wasschen, en Peter bracht de paar
den naar de stal.
„Ge kunt nu wei ophouden,"
tante Rika. „Het eten is klaar."
Maar er waren nog wel een do
zijn stukken linnengoed te wasschen,
en Marie zeide aan de meid, dat zij
zich moest haasten, óm de tobbe
eerst leeg te krijgen.
Daar werd de kleine zijdeur ge
opend naast de waschplaats, en
Hendrik trad haastig binnen.
Hij begreep zelf niet, waarom hij
daar was had hij zich dan Zondag
niet voorgenomen om haar uit den
weg te blijven Wat wilde hij hier
nu doen Geheel uit ouder gewoonte
in gedachten verzonken, was hij naar
den Krusenhof geloopen, toen hij
van het veld kwam, en nu stond
zij daar aan de waschkuip en keek
hem met haar groote, trouwe oogen
vriendelijk aan.
En zij, zij was blij, dat hij er
weer was. Het was toch heel na
tuurlijk, dat hij grootvader bezocht;
dat hij om haar de boerderij bezocht,
of vermeed, was haar nog nooit in
het hoofd opgekomen.
„Zoo, druk aan den arbeid vroeg
niet ongelukkkig vinden het is daar
ter plaatse ruim en rustig en niet
ver van het centrum der stad. Een
voornaam punt zou het echter zijn,
dat men het gebouw zou optrekken
in een stijl, die zich aanpast aan de
stemmige, mooie omgeving, niet in
modernen reclame-bouw of in op-
dringerigen Duitschen Protsen-stijl.
Een kloek, deftig Nederlandsch bouw
werk zou daar ter plaatse een zeer
goeden indruk kunnen maken. Reeds
heeft men het denkbeeld geopperd,
de rooilijn zoo ver terug te brengen,
dat zij in 't verlengde van die van
't Tournooiveld zou komen te liggen,
wat stellig een zeer groote verbete
ring van den plaatselijken toestand
zou zijn. Men zou op die manier een
heel eind in de richting schieten van
een mooien breeden verkeersweg van
Vijverberg en Tournooiveld naar het
Bosch, een verbetering die zoozeer
is aangewezen en aesthetisch gebo
den, dat ze naar mijn onbescheiden
meening desnoods vrij aanzienlijke
geldelijke offers waard is.
Ook is het denkbeeld geopperd, om
een aangrenzend perceel met diepen
tuin aan te koopen, het schouwburg
straatje te verleggen en zoo nog een
aanzienlijke uitbreiding aan het be
schikbare terrein te geven. Doch dit
zijn denkbeelden van de buitenwacht,
niet van de commissie.
intusschen begrijpt de geduldige
lezer nog altijd niet waarmee de
commissie zich een welverdiend
stormpje van ver ontwaardiging heeft
op den hals gehaald.
Dat heeft ze gedaan met het twee
de gedeelte van haar voorstel, waar
in ze een crediet van f 5000 aan
vraagt om door drie architecten schets
ontwerpen te laten maken en wel
door „een Nederlandsch architect,
zoo mogelijk aan te wijzen door het
hoofdbestuur der Maatschappij van
Bouwkunst en voorts één Duitsch en
één F.ngelsch architect, beiden ervaren
in Schouwburgbouw".
Zie, dit voorstel is een klap in 't
gezicht van de Nederlandsche bouw
meesters, die heusch bij de buiten
lahdsche niet achter staan (dit zal
door niemand worden ontkend);
bovendien is het een slag in 't ge
laat zan alien, die nationaal voelen
en de toch heusch niet overdreven
meening zijn toegedaan dat een Ko
ninklijke schouwburg te stichten in
de I lofstad van Nederland, ook een
werkelijk Nederlandsch bouwwerk
moet zijn.
Terecht is men dus in vele krin
gen verstoord op de commissie. Doch
iaat ons trachten steeds zoovee! mo
gelijk billijkte oordeeien. De gedacti-
tengang van de commissie is vermoe
delijk deze geweesthet bouwen van
een grooten, naar alle eischen des tijds
ingerichten schouwburg komt in ons
hij en liep naar haar toe.
Hij stond daar, zooais hij van het
zaaien kwam, de leege zak hing hem
nog over de schoud ers, zijn krullend
blond haar kleefde hem tegen het
voorhoofd. Het was een zwaar werk,
uren lang met gelijkmatigen stap
over den lossen grond te looperi en
met sterken arm, en krachtigen
zwaai, het zaad uit te strooien. Hij
was er warm en moede van gewor
den, maar dat maakte niets uit. De
grond kleefde aan zijn zware laarzen,
het hemd was bij den hals, slechts
los dicht gemaakt, hij rook naar de
aarde, naar lentelucht en gezondheid.
Zij keken eikaar een paar secon
den lang aan en kregen een gevoel,
alsof zij elkaar nog nooit zoo goed
aangekeken hadden.
Een kleine verlegenheid overwin
nend, antwoordde zij „Denk je
misschien, dat jij alleen vlijtig
bent?" Zij begon weer verder te
wasschen.
(Wordt vervolgd.)