Dinsdag* 27 September Feuilleton* 48e Jaargang. 1910. VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÈNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Nieuwe Abonné's, uitge= honderd bij weKeHjksche be= laiing. ontvangen de dagelijks yerschijnende „VLISSING- gCHE COURANT" koste, loos tot 1 October. flbonnements-fldoertentiën op zeer uoordeelige uoorioaarden In NN15 NL AND* Fortenbouw bij Vlissingen. De „N. R- Ct." heeft reeds en- kele artikelen gewijd aan de voor stelde kustverdedigingsplannen, «elke door het blad op verschillende ponten bestreden zijn. Thans heeft Set blad een afzonderlijk artikel ge schreven naar aanleiding van den bij die plannen voorgestelden fortenbouw Ie Vlissingen. Wij nemen dit artikel j„ zijn geheel over. Het blad schrijft dan Bij de huidige politieke constellatie moet aan de vesting Holland in onze neutraliteitspolitiek eene hoogst belangrijke waarde worden toegekend. In de directe dekking, die zij, met behulp van eene goed georganiseerde strijdmacht, naar twee zijden aan rivale machten verleent, ligt hare groote beteekenis. Aangezien echter die directe dekking zich niet uitstrekt over het zuidelijke deel van ons ge bied, schijnt de quaestie van ver sterking der Viissingsche haven, thans bij liet ontwerp omtrent de kustver- mede door de regeering gemaakt, alleszins actueel. Moet deze haven reeds door hare ligging, inrichting en spoorwegver binding met het achterland bijzonder de aandacht als invalspoort voor Engelsche troepen in de richting van Duitschland trekken, zij doet dit nog te meer, daar zij de eenige onver- sterkt gebleven grootere haven van de oevers der Oostzee af tot de Schelde is. Nog eene bijkomende omstandig heid is, wellicht, op het regeerings- voorstel, tot versterking van deze haven over te gaan, niet zonder in vloed gebleven. Wij bedoelen den toestand der bestaande vestingwerken langs de Schelde bij Neuzen en Elle- woutsdijk, met hunne geheel verou derde bewapening en inrichting, en wat de wallen van Neuzen betreft, de belemmering daardoor aan de verkeersbelangen in den weg gelegd. Voorziening is hier noodig, omdat opheffing niet kan worden ge dacht. De inperking toch, die Neer- lands vroegere souvereine rechten op den Scheldestroom in den loop der lijden hebben ondergaan, doet het gewenscht zijn, te alien tijde door machtsvertoon te kunnen bewijzen, dat de Wester Schelde is en blijft Noord-Nederlandsch territoir. Al zijn '°l dit doel nu geen kanonnen van 46.) wil het je nog niet zeggen, IEVe vriendMarie heeft gelijk, je omt gemakkelijker met Goldammer Maar. als je van niets weet." "'a> l'a, best, ik wil niets anders fust hebben." »Js weet, het zou haar ongeluk geweest zijn -" »Zii is nu toch eenmaal zijn °uw; het burgerlijk huwelijk ver- md' hen aan elkaar." "Men hangt niemand, voordat men 'n handen heeft." "heeft Philip je veel vermaakt rcn'f i zo°yeel, dat wij van de wil te 'cunnen leven. Uwe schulden Gom ')eta'en> maar ge m°e' werken, dammer zou ook niet geheel in behoeften voorzien hebben." h'i'i u15'" ze'^e Liebreich bedrukt, had mij een veel te geringe 28 cM. van noode, toch is begrijpe lijk, dat de reeds lang hangende aangelegenheid van verbetering der Scheldewsrken in fortenbouw bij Vlissingen eene oplossing vindt. Is dus op tweeërlei grond het thans door de regeering ingenomen standpunt verklaarbaar, in het oog vallend is de wijze, waarop dit nader is geaccentueerd door aan den ior- tonbouw bij Vlissingen „voorrang" toe te kennen „boven het tot stand komen van het meerendeel der ove rige werken" langs de kust. De re geering maakt hiermede den forten- bouw bij Vlissingen tot den hoofd schotel van het geheele project, dat hierdoor geheel komt te staan in het licht van het z. g. „Roode gevaar", van de veld-winnende onrust. Het wil ons voorkomen, dat uit het oogpunt van onze neutraliteitspolitiek de door ons bedoelde accentueering bepaald afkeuring verdient. Er zijn werkelijk wij geven dit toe redenen, die de versterking der Viis singsche haven actueel doen schijnen er is alleszins aanleiding, ook voor dit zeegat de vraag te onderzoeken, in hoeverre een aanvaller hier „niet zonder ernstigen strijd" zou kunnen doordringen doch voor de accen tueering was allerminst reden. Wij, voor ons, zien de mogelijkheid gege ven, ons bij Vlissingen aan kostbaren fortenbouw te onttrekken. Zoo ergens dan is zeker in Zeeland en langs den Brabantschen wal het veldleger in staat volkomen zekerheid te bieden tegen een doormarsch van Engelsche troepen door Nederlandsch gebied. De ervaring van het jaar 1809 is er, oin de overtuiging te staven, dat ook zonder den steun van forten handha ving onzer neutraliteitsplichten verze kerd is. Hier, zoowei als overal elders buiten de vesting Holland, kan elke schending van neutraliteit, die uit den aard der zaak de vitale deelen van het land onaangetast laat, mei ver trouwen door het veldleger worden tegemoet getreden. Wordt dit ver trouwen in eigen boezem niet gedeeld, dan ligt in verbetering van ons veld leger het middel om het op te beu'en. Nieuwe forten kunnen hier dus niet gerekend worden tot de categorie van het beslist onmisbare, waartoe wij ons moeten beperken. Alle oorlogsvoorbereiding van den kleinen staat is evenwel van zuiver preventieven aard zij eischt om zoo te zeggen erkenning van hare doel treffendheid buiten de grenzen immers neutraliteit heeft slechts dan afdoende zekerheid, geëerbiedigd te worden, als zij ook afdoende be schermd is. Doch in de keuze zijner middelen tot afweer biijft de kleine staat souverein en voorzeker het kleine Nederland, als het zich van de groote kracht zijner strategische positie toelage gegeven.' Beneden in het kantoortje zeide jeanne Duvernier aan Goldammer, dat hij nu moest besluiten, om iemand naar de kerk en het hotel te sturen. „Het is wel erg jammer," zeide zij mismoedig, „het diner, dat gij moet betalen zonder gebruik er van te maken, aan den waard te schenken. Het was een heel fijn menu. De genoodigde gasten en hunne kinderen konden er tenminste nog gebruik van maken. Schildpad soep, kreeftensalade met mayonnaise." Goldammer zuchtte diep. „Heerlijke groenten „Slier asperges," zeide hij, slokte een paar maal en zuchtte, „Mijn iievelingskost." „Het is anders veel beter, zich als held over zijn kommer heen te ver zetten, den schijn aan te nemen, als was men niet gekrenkt, dan in zijn schelp te kruipen en den lasterton gen het veld te ruimen," zeide Jeanne met overtuiging. „Wat bedoelt ge Hij keek haar met een moeilijk te onderdrukken glimlach aan. slechts bewust is. Kracht en ernstige wil ter verdedigiug zullen echter onze maatregelen moeten kenmerken. Ge ven we hiervan blijk aan het buiten land door met kracht de verbetering onzer legerinstellingen ter hand te nemen, door den volksgeest te ver heffen en daardoor den geest in het leger te verbeteren, door bij ons allen de overtuiging te doen veldwinnen, dat in de staling van onze mannelijke krachten het beste weermiddel schuilt, dan zal in het buitenland het ver trouwen op onze kracht winnen en bij ons volk het gevoel van veiligheid ontwaken, dat langjarige fortenbouw nog nimmer heeft tot stand gebracht. En dan zullen ook de millioenen, door de regeering voor forten bij Vlissingen uitgetrokken, voor goed kunnen worden bespaard. Aftrek bij stadsbelasting. In de „Gemeentestem", weekblad onder hoofdredactie van mr. N. Cra mer, wordt o.a. de volgende vraag gedaan „Bij een reclame tegen een aanslag inzake den hoofdelijken om slag trekt reclamant van zijn inkomen uit vermogen de vermogensbelasting en van zijn inkomen uit bedrijf de bedrijfsbelasting af. Reclamant be weert, dat beide belastingen op zijn in komen of vermogen rusten en hij slechts uit vermogen geniet, of uit zijn bedrijf verdient, het zuiver saldo, na aftrek van beide belastingen. De betreffende heffingsverordening spreekt van bedoelden aftrek niet." Op deze quaestie antwoordt de re dactie van de „Gemeentestem" Ook al bepaalt de heffingsverordening zoodanigen aftrek niet, zoo achten wij toch de bewering van den recla mant gegrond. Het geldt hier een verplichte last, die op het vermogen respectievelijk het bedrijfsinkomen rust, zoodat niet het geheele onzui vere bedrag der inkomsten uit vermogen of bedrijf, maar slechts hel na aftrek der belastingen, over blijvend bedrag door den belang hebbende als inkomen uit vermogen of bedrijf genoten wordt. Begrooting van oorlog. Bij het afdeelingsonderzoek van de voorgestelde verhooging der oor- logsbegrooting voor 1910 werd o. a. het vraagstuk der muziekkorpsen be sproken. Verscheidene leden betreur den het, dat de minister de bestaande organisatie heeft behouden. Zij be toogden de wenschelijkheid dei ver vanging van de muziekkorpsen door fanfarekorpsen. Andere leden echter waren van oordeel, dat voor het leger in vredestijd de tegenwoordige muziekkorpsen van groot nut zijn. Eenige leden waren van meening, dat de voorgestelde bezoldiging „Ik vond het jammer, het goede geld zoo maar uit het venster te werpen. De honger zal wel komen. Wanneer de vrouw ziek te bed ligt, behoeft de man toch niet te vasten." Hij stond op. „Ja het is dwaas heid, zijn geld weg te werpen. Wat raadt je mij dus aan „Het beste wat ge doen kunt is stuur Fiorian naar de kerk, laat de trouwerij afzeggen, en dan kan de jongen met de gasten naar het hotel komen. Iemand anders kan dan voor ons ergens een rijtuig haler., waarin wij met uw dochters, naar het diner rijden." „Het is wonderlijk, hoe gij mij moed weet in te spreken, lieve Jeanne." Hij trok het vest een beetje omlaag, richtte zich in zijn volle lengte op en wierp een blik in den spiegel. „Ge maakt een voortreffelijken in druk. Uit uw trekken spreekt een ka rakter, dat de proef kan doorstaan. Gewichtige besluiten geven aan het gelaat een verhevene uitdrukking. Kom, wij gaan Fiorian werd met de boodschap belast en ging op weg. bepaald onvoldoende moet wor den geacht. Zij stelden zich op het standpunt, dat de belooning van wege het rijk van dien aard moet zijn, dat de muzikanten een fatsoenlijk bestaan hebben en niet in de nood zakelijkheid verkeeren muziek te maken voor particulieren. Anderen wilden niet zoover gaan, maar wensch- ten in eik geval geen deloyale con currentie der militaire muziekkorpsen tegenover particuliere korpsen. Ook werd besproken de splitsing van de Iile afdeeling van het depar tement in twee afzonderlijke onder- afdeelingen.Men achtte het betoog van den minister allerminst overtuigend. De werkzaamheden, aan die afdeeling te verrichten, mogen in de laatste jaren belangrijk zijn toegenomen, het betreft hier voor het overgroote deel zaken van vrij eenvoudigen aard, waarvan de afdoening aan het hoofd der afdeeling niet veel tijd behoeft te kosten, indien de voorbereiding op doelmatige wijze heeft plaats gehad. De uitbreiding van het korps ma rechaussee, door de Regeering voor gesteld, vond bij verscheidene leden instemming. Zij oordeelen die uit breiding alleszins gerechtvaardigd, gelet op de goede diensten, welke het korps op politiair en justitieel gebied bewijst. De Nederlandsche handelsbeweging. Verschenen is het eerste gedeelte van de statistiek van den in-, uit- en doorvoer over het jaar 1909, uitge geven door het departement van fi nanciën. Sedert 1905 is de aigemeene in voer in Nederland toegenomen van 36,361,555,780 Kg. tot 42,083,542,369 Kg. in 1909; de invoer tot verbruik vermeerderde in datzelfde tijdvak van een waarde van f 2,583,523,060 tot f3,137,401.022; de aigemeene uit voer van 25,849,966,653 tot 30,833,244,061 Kg.de uitvoer uit het vrije verkeer van een waarde van f 1,993,764,879 tot f 2,151,851,366; de doorvoer met overlading van I,582,650,689 tot 1,696,559,623 Kg.; en de doorvoer zonder overlading van 6,968,432,134 tot 9,075,942,341 Kilogram. De handelsbeweging over 1909 vergelijkende met die over 1908, zien wij dat, volgens deze statistiek, de aigemeene invoer is toegenomen mer II.37 pet.; de invoer tot verbruik met 11.11 pet.; de aigemeene uit voer met 14,77 pet.de uitvoer uit het vrije verkeer met 12.55 pet.; de doorvoer met overlading met 6.12 pet., en die zonder overlading met 18.17 pet. Het nieuw gebouwde oorlogsschip „De Zeven Provinciën" dat 6 October De dochters jubelden, toen Jeanne haar zeide, dat Maries toestand zoo verre verbeterd was, dat men haar zonder zorg kon verlaten, en aan het eenmaal klaargemaakte bruilofts maal deel kon nemen. Toen reden zij met elkaar naar het hotel, en al bruiste Goldammer van toorn, al zon hij op wraak, zoo was hem de uitweg van Jeanne toch een hoogst aangename verlossing uit zijn kwellenden toestand. Hij zou zijn gasten wel iets op de mouw spelden. Dankbaar drukte hij Jeanne in het rijtuig de hand en fluisterde „Ik heb u miskend, ge zijt een en gelWanneer ik weer met mijn vrouw vereenigd ben, zal ik Marie vermanen om u levenslang op de handen te dragen." Jeanne trok den neus op en keek uil het raampje. DERTIENDE HOOFDSTUK. Weinige dagen na de afzending van haar brief aan oom Hans kreeg Marie antwoord van hem. Zij beefde van opwinding toen zij het schrijven ontving, en vloog er mee naar haar kamer. Zij leunde tegen het venster in dienst gesteld wordt, vertrekt 15 November via de Kaap de Goede Hoop naar Ned. Indië. Militaire berichten. De minister van oorlog heeft bepa lingen vastgesteld nopens de oplei ding van miliciens der mitrailleur- afdeeiingen, bestemd om, ingeval van mobilisatie, bij die afdeelingen den dienst van huip-geweermaker te verrichten. Daaraan wordt ontleend Elk jaar zal aan de werkplaatsen voor draagbare wapenen een cursus worden gehouden tot opleiding van miliciens, bestemd om, ingeval van mobilisatie, den dienst van hulp-geweermaker te verrichten bij de mitrailleur afdeelin gen. Deze cursus begint den len Dinsdag in Mei en duurt ongeveer 4 Weken de datum van eindiging wordt telkens door het hoofd der werk plaatsen voor draagbare wapenen bepaald. Na afloop van den cursus wordt door het hoofd der werkplaat sen aan de commandanten der mi- trailleur-afdeelingen medegedeeld of de miliciens, die deelnamen aan dien cursus, geschikt zijn om als hulp- geweermaker op te treden. De kapitein J. M. Sluijs, wordt 1 October eervol ontheven van zijne detacheering aan het departement van oorlog en weder ingedeeld bij het 3e regiment infanterie. De bij het 3e regiment infanterie benoemde 2e luitenant M. Sieburgh, komt te Bergen op Zoom in garnizoen. Rijks marinewerven. Naar het „Centrum" uit goede bron verneemt, zal het optreden van den afgevaardigde voor Beverwijk, den heer Pastoors, inzake de grief betref fende de nieuwe regeling voer het uitbetalen van het weekloon aan 's Rijks marinewerven, met goed succes worden bekroond. Ofschoon reeds de circulaire betref fende de nieuwe regeling vanwege den minister van marine aan hoofden en bestuurders der werven was uit gereikt en de nieuwe regeling met 1 October in werking zou treden, zeer tot schade der werklieden, heeft door de toelichting van den Beverwijkschen afgevaardigde de minister het onbil lijke dezer regeling ingezien en zal de circulaire een zoodanige wijziging ondergaan, dat zoo min mogelijk financieele schade zal worden geleden. Zulk een wijziging der reeds uitge reikte circulaire brengt aan het depar tement van marine, vooral ook met den datum van 1 October in 't zicht, heet wat nieuwen administratieven rompslomp teweeg, terwijl zelfs een koninklijk besluit opnieuw moet worden verkregen. en vond nauwelijks den moed, den omslag te openen. Wat was er na haar vlucht gebeurd O, hoe dik wijls had zij zich het lawaai in Goldammers huis voorgesteld, hoe dikwijls den goeden Hans beklaagd, die moest ontgelden, wat zij had ge daan Hans schreefs „Lieve Marie Dank voor uwe berichtenik ben zeer blij, dat je geborgen bent. Heb maar geen zorgen bm mijnentwii je weet wel, ik heb een grooten bochel, die kan een stoot verdragen." Hij vertelde vervolgens over de woede van Goldammer, en hoe haar vader de tijding van haar vlucht en den veranderden toestand had opge nomen. „Over hem behoef je niet ongerust te zijn, lieve kind," Schreef hij ver der. „Wanneer men niet te veel van hem eischt, is hij tevreden. Hij leeft nog slechts in het veriedene. Uw moeder verstond goed de kunst hem te steunendat mist hij nu, anders niets." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1