Dinsdag
20 September
1910.
48e Jaargang.
No. 221,
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Oroote
letters en olichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dageiijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
jjf Nieuwe Abonné's, uiige-
j0nderd bij wekelijksche be=
laling, ontvangen de dagelijks
verschijnende „VLISSING-
SCHE COURANT" Roste,
loos tot 1 October.
inlaTMDT
Bezoek Belgisch Koningspaar.
Ter aanvulling van het bericht
under „Laatste Berichten" in ons
vorig nummer, deelen wij nog het
volgende mede betreffende het vertrek
,an het 3elgische Koningspaar.
Onmiddellijk na terugkomst van
lel Bagijnliof aan het Paleis, zijn het
Belgisch Koningspaar en H. M. de
en Z. K. H. de Prins weder
naar het Centraal Station gereden.
Voor het Paleis werd de eere-
mcM door den Koning en Koningin
Wilhelmina geinspecteerd. Er was
ten ontzaggelijke menschenmassa op
ie been.
Aan het station bracht een eere-
wacht van grenadiers en jagers, 200
i sterk, met het regimentsvaandel
onder bevel van kapt. La Tour de
eerbewijzen, waaraan tevens deelnam
de waarnemende regimentscomman
dant overste jhr. Teding van Berk-
kout.
Onder de autoriteiten die de vor
stelijke autoriteiten uitgeleide deden
waren de ministers van buitenland-
zaken, oorlog, marine, financiën,
koloniën en waterstaat, voorts de
vice-president van den Raad van
State, de voorzitter der Tweede Ka-
en verschillende militaire en
justitieele autoriteiten. Voorts baron
On Fallon met echtgenoote en ver
schillende Belgische consuls.
Onder het spelen van de Braba-
(onne door de Jagermuziek, inspec
teerde de Koning met Koningin Wil
helmina de eerewacht, waarna de
vorstelijke personen afscheid van el
kaar namen en het Belgisch Konings
paar per Hoftrein naar Brussel ver
tok.
Een oogenblik later reed de Ko
ninklijke trein voor Koningin Wil
helmina en Prins Hendrik voor en
'«hokken dezen, uitgeleide gedaan
B. en W.
De Koningin te Soestdijk.
koningin Wiihelmin? en Prins
Hendrik keerden Zaterdagmiddag te
W vijf van uit Amsterdam per extra
'ein te Baarn terug. Op het perron
h" Holi. Spoor was de burgemees
ter van Baarn ter verwelkoming aan-
In 3 hofrijtuigen reed men
Kt het gevolg naar Soestdijk.
"c Koningin zag er ondanks de
'«moeiende dagen zeer opgewekt uit.
Zoo behoefde ik het offer van zulk
i onvrijwillig huwelijk niet te
engen en toen toen wilde ik
verloving niet gestand doen."
"Zoo," zejde dg ou(je man en
I "ste het voorhoofd. „Is een ver-
Jn8 niet een gegeven woord
8 men dat zoo maar lichtzinnig
mi, moet 'k je daarbij
Mpen Wat zeide je vader
«van?"
..«Hij wist niet, dat ik weg ging,
Qolu aan 1,6(11 en ooI< aan
wilde "jf, da' het kuwei'jk niet
„Zo! °a<le man sprong heftig op
I i'j doet het dus eveneens, als
l,sl °?der het heeft gedaan Je ver-
„tle vader, zonder dat hij het
ttti gij vrouwen dan geen
"8 voor het vierde gebod? Hoe
De Commissie
van Grondwetsherziening.
Met het oog op de drukke bezig
heden, welke vele Kamerleden in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
wachten, heeft de staatscommissie,
aan welke het ontwerpen van een
herziening der grondwet is opge
dragen, Vrijdag j.l. voorloopig haar
bijeenkomsten gestaakt.
De commissie heeft in den korten
tijd, gedurende welken zij thans aan
den arbeid is, heel wat afgedaan.
Althans „de Tel." verneemt, dat over
de twee eerste hoofdstukken, hande
lende over „het Rijk en zijn inwoners"
en „den Koning" en over de drie
belangrijke eerste artikelen van het
derde hoofdstuk, dat handelt over
„de Staten-Generaal", reeds de eerste
principieele besprekingen hebben
plaats gehad.
Aan een sub-commissie is thans op
gedragen, de te berde gebrachte denk
beelden tot artikelen of wijzigingen
van artikelen te verwerken, waarover
de commissie in pleno dan later weer
te oordeelen zal hebben.
De wijzigingen, welke voor de beide
eerste hoofdstukken zijn bepleit,
kunnen over het algemeen geacht
worden, niet van principeele betee-
kenis te zijn.
O. a. is het denkbeeld geopperd
door een wijziging van het tweede
lid van art. 59 den eisch van goed
keuring door de Staten-Generaal uit
te breiden lot alle tractaten. Verder
om in liet eerste lid van dat artikel
in plaats van „dier verdragen" te
lezen „der gesloten verdragen", ten
einde de regeering de verplichting
op te leggen, om, zoo de belangen
van den Staat zich daartegen niet
verzetten, de gesloten verdragen da
delijk mee te deelen aan de volks
vertegenwoordiging en daarmede niet
te wachten, totdat het verdrag ter
goedkeuring is aangeboden.
Ook het denkbeeld der vorige
commissie om door wijziging van het
eerste lid van artikel 62 meer zelf
standigheid der koloniën mogelijk te
maken, is opnieuw te berde gebracht.
Het belangrijkste deel der gehouden
besprekingen betrof natuurlijk art. 80,
het kiesrechtartikel. Bij de discussies,
daarover gevoerd, zijn zoowat alle
ideeën op die gewichtige materie be
trekking hebbende, geventileerd.
De besprekingen doen echter ver
wachten, dat de commissie niet
gunstig gestemd zal zijn voor de
invoering van het algemeen stemrecht.
Bestrijding van zedeloosheid.
De minister van justitie verklaart,
dat hij niet minder dan zijn onmid
dellijke ambtsvoorganger overtuigd
is van de dringende noodzakelijkheid
kan ik je zonder toestemming van je
vader opnemen
„ik heb de vaste overtuiging, groot
vader, dat papa blij is, mij aan een
huwelijk te zien ontkomen, dat mij
afschuwelijk voorkwam. Het zai hem
ook genoegen doen, dat hij niet
weet waar ik ben, dan heeft hij tegen
Goldammer een betere houding. Hans
is de eenige die weet, dat ik bij u
een toevlucht zoek, en hij hoopte
met mij, dat gij mij niet zoudt weg
jagen."
Zij vouwde de handen in grooten
angst en keek den ouden man smee-
kend aan.
Deze stond zuchtend op en liep in
de nauwe ruimte heen en weer, terwijl
hij in zijn binnenste een zwaren strijd
voerde. „Oordeel niet, opdat gij niet
geoordeeld zult worden," mompelde
hij voor zich heen. „Met de maat,
waarmee men meet, wordt men ge
meten."
Nu bleef hij voor zijn kleindochter
staan„Ik kan niet voor de tweede
maal mijn bloed verloochenen. Ik mag
mijn deur niet voor je sluiten. Mis
schien ben ik te zwak. Men mag geen
onrecht onder zijn dak dulden, maar
TELEFOONNUMMER 10.
eener gewijzigd wettelijke regeling tot
bestrijding der zedeloosheid.
Ook hij meent, dat de wetgever
dieper en krachtiger moet ingrijpen
in deze materie dan zulks door de
geldende bepalingen van het Wetboek-
van Strafrecht geschiedde.
De tegenwoordige minister heeft
echter, eenige bepalingen geschrapt
of gewijzigd, omdat hij den strafrech
ter slechts bij hooge noodzakelijkheid
en waar dit doelmatig kan, wenscht
te doen optreden. Anderzijds beeft
hij eenige uitbreiding der regeling
voorgesteld (ten aanzien van de be-
staffing der souteneurs en der homo-
sexualiteit tegenover minderjarigen),
waar naar zijn overtuiging de behoef
ten der praktijk een langer wefkloos
blijven van den strafwetgever ver
bieden.
Voorts betoogt de minister dat bij
dit ontwerp de strafwetger niet te ver
op het ethisch onzedelijk terrein ten
schade der individueeie vrijheid is
doorgedrongen.
In antwoord op enkele ppmerkin-
gen van het Voorloopig Verslag
schrijft de minister o.a. J&_het op
treden van burgemeester|Hgen aan-
stootelijke schouwburgvfnooningen
meer aan de orde is bij een wijzi
ging der Gemeente wet. Maatregelen
tegen het in bioscoop-theaters ten
toonstellen van afbeeldingen, die de
verbeelding der jeugd op onge-
wenschte wijze prikkelen, liggen vol
gens den minister buiten de econo
mie van dit wetsontwerp. Geen ver
andering wenscht de minister voor te
stellen ten aanzien van het bij art. 245
wetboek van strafrecht omschreven
misdrijf. In plaats van het nu ver
vallen art. 248ois stelt de minister
een ander voor, waarbij de strafbaar
heid wordt uitgesproken van den
meerderjarige die met een minder
jarige van he'zeifde geslacht ontucht
pleegt. En eindelijk wil de minister
nog eenige bijzondere strafbepalingen
in het leven roepen tegen het bedrijf
der souteneurs, wier aantal en
driestheid in de groote steden toe
neemt.
Een gewijzigd wetsontwerp is bij
de Memorie van Antwoord gevoegd.
Personeel Ziekenverpleging.
Een regeiing wordt voorgesteld van
den rechtstoestand der leden van ver-
eenigingen tot het verleenen van
hulp aan zieke of gewonde personen,
behoorende tot de legers of vloten
van oorlogvoerende mogendheden en
welke ais zoodanig dienst doen bij
een op voet van ooriog gebrachte
krijgsmacht.
Deze regeling wordt geëischt bij
art. 10 van het Tractaat van Genève,
't welk voorschrijft, dat dit personeel
zal zijn onderworpen aan de mili
taire wetten en reglementen, opdat
ftbonnements-fidijertentiën op zeer ooordeelige uooriuaarden
- maar
,u
God weet, dat ik het besle
Hij streed nog een paar oogenbiik-
ken in zich zeiven. Was er nog niet
in het kleinste hoekje van zijn eerlijk
hart een gevoei van bevrediging, dat
zij den vader, dien hij als roover van
zijn kind haatte, verliet en bii hem
een toevlucht zocht De rechtscha
pene bleef mensch, met alle onbe
wuste neigingen van de menschen-
ziel, en hij handelde naar de inge
ving van zijn hart.
Zij keek hem in angstige spanning
aan en dacht„Groote God, zou hij
loch gelijk hebben Mocht ik niet
weg gaan O, als hij het eens wist 1
Hij zal het nooit te weten komen,
als hij mij maar niet wegzendt!"
Na eenige oogenblikken van ang
stige spanning zeide hij „je kunt
hier blijven. Kom maar mee 1"
Marie vloog naar hem -toe en om
vatte met beide handen den ouden
man, die als een eikeboom voor
haar stond „O grootvader, dank
duizend maal dank
De oude man voelde, dat het ge
sprek hem aangegrepen had, hij
stond niet zoo vast op zijn beenen
het, wat de onschendbaarheid betreft,
worde gelijkgesteld met het militaire
geneeskundige personeel.
in het wetsontwerp zijn bepalingen
voorgesteld, betreffende a. de wijze,
waarop het personeel der vrijwillige
ziekenverpleging in het verband van
een op voet van oorlog gebrachte
krijgsmacht kan worden opgenomen
b. den duur van het dienstverband
c. de wijze, waarop de dienst bij de
vrijwillige ziekenverpieging volbracht
wordtd. de wijze, waarop het dienst
verband eindigte. het recht op pen
sioen enz.
Toepassing Zegelwet.
De minister van financiën heeft
aan de Ged. Staten van Zeeland,
naar aanleiding van een gestelde
vraag, medegedeeld dat de besluiten
tot voorloopige en ctfcfinitieve vast
stelling der gemeente rekening inge-
volgeAlj^^: 3^er ^ese'we'van
tewet/^Wjji^^iïïlasting van burge
meester en wethouders en den ge
meenteontvanger, doch zij verlaten
den boezem dei* administratie niet en
worden aan die ambtenaren in hun
qualiteit dus niet in hun persoonlijk
belang uitgereikt.
Kustverdediging.
De „N. Rott. C." wijdt nog eens
een artikel aan onze kustverdediging.
Het blad erkent, dat onze kustver
dediging voorzieningen behoeft, doch
die zotraen tot bescheidener omvang
kunnen worden teruggebracht.
Een gewelddadige overrompeling,
hetzij door Engeland, hetzij door
Duitschland, valt, naar de „N. R. Ct."
meent, niet licht te vreezen.
Dergelijke gewelddadige overrom
pelingen, zoowel aan de land- als
aan de zeezijde te kunnen keeren,
moeten wij ons uit den aard der
zaak tot plicht stellen. Maar hebben
wij ons hiertegen afdoende beveiligd,
dan moet ook de bewustheid van
de groote kracht onzer strategische
positie onze overvallingskoorts tem
peren, zoodra de waarschijnlijkheid
wordt overwogen van overvallingen,
die het hart des lands onaangetast
laten. Tot sterking van ons zelfver
trouwen en in preventieven zin wer
kende tegenover het buitenland, ver
dient het wel nadrukkelijke vermel
ding, dat immers eene gelukte over
valling van de overgangen der Lim-
bursche Maas door Duifsche troepen
de verzameling van een sterk Ne-
derlandsch-Engeisch leger moet ten
gevolge hebben. En zoo zal eene
voorspoedig geleide overvalling van
Vhssingen door Engelsche troepen
als gewoonlijk.
Toen zij door de kamer gingen en
op den dorschvloer kwamen, had hij
zijn arm om den hals van het meisje
gelegd en steunde op haar beide
schouders. Zijn huisgenooten keken
verbaasd op, zij hadden vader Kruse
nog nooit zoo vertrouwelijk met
iemand gezien.
Niet ver van de haard stond de
tafel gedekt voor het avondeten.
Rika schepte de heete gort op. De
jongste meid zat op zij van de tafel
en schilde aardappelen. De oude
krombeenige knecht stond bij de
voederkist en sneed haksel.
„Dit is mijn dochters kind," zei
Dietrich Kruse met luide stem.
„Zij blijft hier en zal worden aan
gezien, als was zij mijn eigen doch
ter; en laten wij nu gaan eten."
Buiten degenen, die op den dorsch
vloer het paar verwonderd aanzagen
verheugden zich nog twee andere
oogen over dit gezicht. In het donker
over de openstaande onderdeur ge
bukt, stond Hendrik Beerman buiten
in den avondnevel.
Toen hij de boerderij van zijn
grootvader had verlaten, was hij na
oorzaak zijn, dat de operatiebasis
van de Duitsche torpedovloot van
de monden der Eems tot de Room
pot woidt uitgebreid.
Wij gelooven daarom inderdaad,
dat de overvailmgsvrees, die velen
schijnt te hebben aangegrepen, niet
voldoende gemotiveerd is. Zeer te
recht heeft dan ook o. j. de oud-
minwter Cohen Stuart aangeraden
de quaestie der kustverdediging met
kalmte onder de oogen te zien. In
derdaad, waar 25 millioen voor for-
tenbouw wordt gevraagd, ongerekend
de miliioenen voor zuiver maritieme
doeleinden,- daar geldt het: bezint,
eer gij begint.
Ontwerp-grbeidswet.
Door het hoofdbestuur der Neder-
landsche Vereeniging van Christelijke
Kantoor- en Handelsbedienden is aan
den minister van landbouw, en nijver
heid een adres gezonden, waarin
wordt verzocht de grenzen der wet
zoodanig te verruimen, dat de arbeid
op de kantoren verricht niet langer
aan de bepalingen der wet ontsnapt.
Ter toelichting zegt adressante o.a.
het volgende
In den winter van 1909/10 werd
door ons onder de bij onze vereeni-
ging aangesloten kantoorbedienden
een enquête gehouden onder anderen
naar arbeidsduur en rusttijden. Daar
uit bleek onder meera. Dat aaa
sommige groqte instellingen door
zekere afdeelingen waar in hoofd:-
zaak vrouwen arbeiden vrij geregeld
tot 8 a 9 uur werd gewerkt b. dat
ongeveer 25 pCt. van de leden die
hun werktijd opgaven, 10 uur en lan
ger hadden te werkenc. dat onge
veer 30 pCt. van hen tot na 7 uur
moest arbeiden en het meerendeel
hiervan zelfs tot na 8 uur; d. dat 15
pCt. van hen 6—10 uur aan éen
stuk door zonder eenig rustpauze
arbeid hadden te verrichten.
In alle deze gevallen gold die ar
beidstijd voor jeugdige personen en
vrouwen evenzeer als voor volwas
senen mannen. Bescherming is hier
dus waarlijk niet overbodig.
In ongunstiger condities nog dan
vroeger brengt ons dit ontwerp ais
de fabrieken en werkplaatsen voor
personen tot 13 jaar gesloten worden,
tenzij de wei mede van toepassing
wordt verklaard op de kantoren. De
vrees toch is niet ongegrond dat de
toevloed van loopjongens voor de
kantoren aanmerkelijk grooter zal
uo den dan tot heden. Dit moet zoo
mogelijk voorkomen worden, wiji
dezen uithoofde van onvoldoende
opleiding voorbestemd zijn om te
verongelukken.
Het hoofdbestuur van het sanatori
um te Davos-Piatz voor Nederland-
sche longiijders- en lijderessen met
een kort afscheid van Fedor met
snelle schreden teruggekeerd, en
nu stond hij verbaasd, evenals de
anderen, te kijken naar den vreemden
aanblik, hoe de oude man, voor de
eerste maal in zijn ieven naar het
scheen zwak, op het schoone,
krachtige meisje steunde. Hij hoorde
de woorden van zijn grootvader en
had den waardigen man nooit zoo
geacht, als op dit oogenblik. Nu was
zij geborgen, nu behoefde hij niet
voor de eer der famiiie op te komen,
en zooals het nu ging, was het zeker
het beste. Voldaan over hetgeen hij
had gezien en gehoord, keerde hij
naar huis terug.
Tante Rika liep met haar kleine
trippelende pasjes haar nicht tege
moet: „Zoo is het goed, vader!"
riep zij en nam Maries hand, om
haar aan tafel te brengen.
Deze was goed bezet; de meid
zette een schaal met dampende gort
in het midden. Zes drinkkommen
met melk stonden in het rond, daar
naast houten borden, waarop een stuk
spek lag en een groot roggebrood
met den aangesneden kant naar den
huisheer. (Wordt vervolgd.)