17 September
No. 219
48e Jaargang.
1910.
Feuilleton,
ste Engelsche
^sluitend met
^ster-Schalde
i SI E R S.
43. Telefoon 125.
DE CHANGE,
anje Office.
LGESCHSfT.
een deftig Jong Heer
beschikkende over een
n frs. 15.000 om een
:nden handel te stichten
:hrijven onder letter P.
57 Ledeberg, Gent.
VL1SSINGSCHE COURANT.
Zaterdag
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
f. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÈNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
fibonnements-Aduertentiën op zeer uoordeeiige uooruiaarden
Irf" Nieuwe Abonné's, uitge-
Lnderd bij wekelijksche be
ng, ontvangen de dagelijks
[verschijnende „VLISSING-
LCHE COURANT" koste-
Los tot 1 October.
IpFiËNLAND»
Bezoek van het Belgisch
Koningspaar.
Na het bezoek aan het museum,
jat slechts vluchtig kon zijn, werd
•ireden naar het stadhuis, waar de
Koninklijke bezoekers officieel werden
lontvangen door het gemeentebestuur.
lAanwezig waren het dag. bestuur
en de bijna voltallige raad.
De burgemeester, jhr. mr. Röeli,
hield daar de volgende toespraak in
jhei Hollandsch, waarop de Koning
Ieveneens in het Nederlandsch ant-
Iwoordde
Het zal, naar ik mij vleien moge,
|de goedkeuring van Uwe Majesteiten
rgdragen, indien ik mij tegenover
Souvereinen van onze Belgische
Ibroederen van de Nederlandsche taal
om aan Uwe Majesteiten de
ge verzekering te geven van
Idt groote ingenomenheid, waarmede
Jds Vroedschap van Amsterdam Haar
Stadhuize van de hoofdstad be
et. En het hartelijke welkom, dat
|fk aan Uwe Majesteiten toeroep, het
it aan kracht en beteekenis, nu
onze beminde Vorstin is, die
Jmet Z. K. H. den Prins der Neder-
[landen.U naar dit oude Prinsenhof, rijk
las» herinneringen, geleidt, als ware
Ihet om Uwe Majesteiten persoonlijk
Jgetuigen te doen zijn van ik her-
pal slechts de woorden, door Onze
in een gedenkwaardig
nog dit jaar tot den Raad
Besprongen de hechtheid der
[„veie historische en enge persoonlijke
die Haar en Haar Huis aan
Amsterdam verbinden.
W
oion" te spreken.
r 1»10.
l) b) 3,43 c) en 6,35 d)
,35 a) 4,10 c) en 7,05
ma. 2,15 a) en 5,05
a) b) 3 43 en 6.35 d) h)
inuten na het vertrek v»»
iskarke n.Neuzen vm.8,5h
aar Breakens,
Borssele®11
Breakens ten hoogste 15
nuten wachten.
38.)
kleine magere Rika stond er
aas door het vuur beschenen,
roef a|l in de pan.
Hendrik liep naar haar toe. „Tante
J brengen u een gastneen, eigen-
een, die hier thuis hoort, die
r rechten heeft. Kijk, dit is uw
ws dochter, zij brengt u de groe-
'an haar overleden moeder."
sn"v stamelde zij verschrokken
jeek bleek en bevend naar Marie,
Don tante' miïn rnoeder heette
en was uw jongste zuster."
ma kind en je zegt, dat
26 is - die arme meid
Fe'^raar 's grootvader vroeg
kamer, jongen."
Hendrik d3n mee' Marie riep
"^0u het niet beter zijn, dat wij
is het mij veroorloofd hiervoor een
woord van diepe erkentelijkheid uit
te spreken, niet minder voegt het
mij aan Uwe Majesteiten den warmen
dank van de vertegenwoordigers der
burgerij te vertoiken voor de hooge
eer, haar met Uw tegenwoordig
bezoek bewezen, een eer, die in ons
allen de herinnering oproept aan de
aloude grootheid van de stad aan den
Amstel en het ij en het beset verle
vendigt, dat de glorie van weleer
niet is getaand, maar dat daaraan
nieuwe tijdperken van opbloei zijn
verzekerd.
Aan dezen dank moge ik den door
den Raad oprecht gevoelden wensch
verbinden voor het bestendig welzijn
Uwer Majesteiten, voor de welvaart
van Haar land en den voorspoed
zijner bevolking, om ten sloite met
allen eerbied de hoop en het ver
trouwen uit te spreken, dat Uwer
Majesteits bezoek aan den zetel van
het gemeentebestuur van Amsterdam
er mede toe moge bijdragen, om de
banden nauwer aan te halen, waar
door ons taal en stamverwante volk
zich aan de Belgische natie verknocht
gevoelt."
De koning antwoordde: „Diep ge
voelen wij ons getroffen, de konin
gin en ik, door de welwillende woor
den, welke uw eerste magistraat uit
naam der stad Amsterdam zooeven
tot ons heeft gericht. Wij betuigen
hem daarvoor onzen hartgrondigen
dank en wij zullen een erkentelijk
aandenken bewaren aan de prachtige
ontvangst ter gelegenheid van ons
bezoek aan H. M. de Koningin der
Nederlanden door het gemeentebe
stuur uwer groote havenstad inge
richt.
M. iL, Amsterdam, is steeds voor
haar bezoekers een voorwerp van be
wondering. Zij bezit ongeëvenaarde
kunstschatten, haar aloude en groot-
sche- praalgebouwen, haar schilder
achtige vaarten verleenen aan uwe
beroemde en bloeiende stad een bij
zondere belangwekkende, een eigen-
aardigen aanblik, die aanstonds
voor den geest de roemrijke bladzijde
uwer geschiedenis doet herleven.
Doch naast het verleden staat ook
het heden.
Amsterdam is een haard van ver
standskracht, een zetel van kunst. Uwe
uitgestrekte haven en de ruime vaarten
welke daarin uitmonden die tech
nische kunstwerken uwer ingenieurs
liggen wijd geopend voor het
steeds drukke zeeverkeer.
De Koningin en ik, wij betuigen
onze beste heilwenschen aan de stad
Amsterdam en brengen haar de uit
drukking van oprechte vriendschap
welke de Belgische steden voor haar
koesterden."
Gisteravond werd in de groote
hier blijven en Marie met tante Rika
naar binnen laten gaan fluisterde
de kandidaat.
„Neen, ik blijf bij haar."
Zoo traden zij dus gezamenlijk,
Hendrik met den koffer vooraan, de
deur in, die dicht bij den haard naar
de kamer toegang verleende.
Dietrich Kruse zat bij een klein
petroleumlampje aan tafel en las het
officieele blad. Toen die vier binnen
kwamen, keek hij verwonderd op.
Wat wilden die twee jonge mannen
nu weer Nu trof zijn blik de vreem
delinge, hij stond op, keek haar
strak' aan en stamelde onbewust
„Marie
Zijn dochter dacht, hij herkent de
gelijkenis met onze overledene moe
der, en zoo ziet zij er ook uit.
„Dooden komen niet weer terug,
grootvader", zei Hendrik met zijn
vaste klankvolle stem. „Maar gij
merkt nu zelf, dat zij van uw bloed
is, en dat het uw plicht is haar vrien
delijk op te nemen."
„Wilt ge mij mijn plicht leeren,
melkmuil I" stoof de oude man op
„Zeg eens, meisje, wie ben jij
„Ik ben het eenigste kind van Do-
Burgerzaal van het Koninklijk paleis
het gala-diner gegeven. Op de keurige
tafels schitterden glaswerk, kristal
goud en zilver in het licht van
dnizenden kaarsen.
Tijdens het diner werd door H.
M. de Koningin de volgende toe
spraak in hel Fransch gehouden
„Het is mij bijzonder aangenaam
Uwe Majesteit en de Koningin welkom
te heeten in mijn hoofdstad. Ik vlei
dat dit bezoek niet alleen geschiedt
om mijn persoon, maar dat ook de
wensch, om mijn land te komen zien
en de uitstekende betrekkingen van
goede nabuurschap, welke tusschen
België en Nederland beslaan, en welke
ik met genoegen constateer, nog te
verbeteren, Uwe Majesteit bewogen
heeft hierheen te komen.
indien zulks het doel is geweest
van Uwe Majesteit en ik ben
daarvan overtuigd, dan kan ik Haar
verzekeren, dat ik van harte deel in
Haar goede bedoelingen en dat ik
vurig wensch, dat tusschen onze beide
landen de beste verstandhouding blijve
vooriduren.
Ik durf hopen, dat Uwe Majesteit
een goed aandenken zal behouden
aan de weinige dagen, weike Zij te
Amsterdam zal doorbrengen, en aan
het weinige, hetwelk ik Haar kan
laten zien, en dat dit aandenken Haar
moge bewegen het bezoek, dat Zij
mij;het grootste genoegen doet, mij he
den te brengen, en waarvoor ik Uwe
Majesteiten verzoek mijn hartelijken
dank ie aanvaarden, nog eens te
herhalen.
ik drink op de gezondheid van
Uwe Majesteiten, van het Koninklijke
Huis van België en op den vot,spoed
van België."
Z. M. de Koning van België
antwoordde eveneens in een Fransche
rede, welke wij vertaald hier laten
volgen
„De Koningin en ik zijn bekoord
en dankbaar over de ontvangst, welke
ons door Uwe Majesteit en door het
Nederlandsche volk bereid is. De
beminnelijke welkomstwoorden van
Uwe Majesteit verhoogen nog de
waarde welke wij hechten aan deze
zoo hartelijke ontvangst. Sedert langen
tijd reeds was het een onzer dierbaarste'
wenschen het genoegen te mogen
hebben, Uwe Majesteit te ontmoeten
en tevens, zooals Zij wel zal willen
aannemen, nader bekend te worden
met het schoone land waarover Zij
het bewind voert. Het doet ons
genoegen, heden uitdrukking te kunnen
geven aan de gevoelens van vriend
schap, welke wij voor haar koesteren,
en ook Haar de verzekering te kun
nen geven van de eerbiedige sympa
thie der Belgische natie.
Voor deze eerste ontmoeting kon
geen betere plek gekozen zijn dan
deze oude, bloeiende stad Amsterdam,
ra Kruse. Mijn arme moeder is zeer
ongelukkig gestorven, omdat haar
vader haar geen vergiffenis wildé
schenken, zij heeft mij den plicht
opgelegd, een brief aan haar vader
te brengen en voor haar vergiffenis
af te smeeken."
Het frissche oude gelaat van Diet-
trich Kruse werd bij deze verklaring
plotseling vaal. Zijn kin beefde en
de zware witte wenkbrauwen zonken
over de oogen, terwijl hij het hoofd
boog. Marie zag hem met strakken
blik aan. Een paar ademhalingen
lang heerschte er diepe stilte.
„Waar hebt ge den brief
„Hier in den koffer, grootvader."
Hendrik tilde den handkoffer op
de tafel, het meisje maakte hem
open en nam de geschreven stukken
er uit.
„Asjeblieft grootvader, hier hebt u
ze." Zij gaf hem ook den aan haar
gerichten brief.
Met onzekere hand stak de oude
man de papieren in zijn zak, stak
een licht aan, en ging zonder een
woord te zeggen, in zijn kamer daar
naast.
Hendrik vond de ontvangst en de
waar in grootsche monumenten en
onverwoestbare meesterstukken de
roemrijke geschiedenis der vereenigde
Provinciën en van het doorluchtige
Huis van Oranje herleeft.
Met vreugde constateer ik, dat de
meest vriendschappelijke betrekkingen
bestaan tusschen het Belgische en
Hoilandsche volk. Behalve een uit
gestrekte gemeenschappelijke grens,
bestaan er tusschen hen belangrijke
punten van aanraking, welke hen nog
nader tot elkaar brengen. Dit jaar
nog heeft de regeering van Uwe Ma
jesteit aan België een bewijs van
achting en welwillendheid gegeven,
weike dit land ten volle toonde te
waardeeren, door aan Nederland een
belangrijke plaats af ie staan op de
Brusselsche tentoonstelling. Het sier
lijk gebouw der Nederlandsche ver-
eeniging boeit er de aandacht der
bezoekers door de belangrijkheid en
verscheidenheid der daarin tentoon
gestelde producten. Zij zijn een
getuigenis van de zeldzame en groote
hoedanigheden van het Hoilandsche
ras, voor zijn handelsgeest en zijn
doortastendheid, waarmee het de
moeilijkste vraagstukken op het ge
bied Van kolonisatie der tropische
landen weet op te lossen.
Ik ben in het bijzonder getroffen
geweest door de schitterende wijze,
waarop is deelgenomen aan ons
kunst- en nijverheidsfeest, zooals ik
ook thans getroffen ben door de
hoffelijke woorden, waarin Uwe Ma
jesteit uiting heeft gegeven aan Haar
wensch om de beste verstandhouding
tusschen onze beide landen te doen
voortduren. Anderzijds geef ik Haar
gaarne de verzekering, dat ik steeds
naar mijn besle vermogen zal bij
dragen tot het hechter maken der
banden van vriendschap en goede
nabuurschap, welke de inwoners van
België en der Nederlanders met el
kaar vereenigen.
Ik ben overtuigd, dat mijne woor
den dadelijk weerklink zullen vinden
onder mijne medeburgers, indien ik
bij gelegenheid van onze aanwezig
heid in dezen bevrienden nabuurstaat,
uitdrukking geef aan de bewondering,
welke wij voor Uwe Majesteit ge
voelen, die de erfgename is van de
hooge deugden en de vurige vader
landsliefde, welke steeds het deel
waren van Haar Huis.
ik vertolk geheel en ai de gevoe
lens, welke het Belgische volk met
mij deelt, indien ik de hartelijkste
wenschen uitspreek voor het geluk
van Uwe Majesteit. Zij sta mij toe,
deze wenschen ook uit te strekken
tot Hare Majesteit Koningin Emma,
den Prins der Nederlanden en Prinses
Juliana, het voorwerp der liefde en
der beste verwachtingen van heel
een volk.
Ik wijd dezen dronk aan Hare
behandeling van de bloedverwante
lang niet hartelijk genoeg. Hij ging
voor Marie staan en zei „Wanneer
de oude je onaangenaam bejegent,
nicht, dan kan tante je bij ons bren
gen. Het is slechts een paar hon
derd schreden langs de dorpsstraat,
en dan de groote boerderij aan den
overkant, 'k zal bij de poort op je
wachten, en moeder zal haar zusters
dochter zeker met open armen ont
vangen."
„Ook bij mijn ouders zult gij iede-
ren dag in de pastorie welkom zijn,
voegde Fedor er bij.
Voor zij weg gingen, reikten zij
Marie de hand.
Zij stond tegen haar koffer leunend,
met neergeslagen oogen, waaruit een
paar groote heldere droppels over
haar bleek gezicht rolden.
Fedor trok bij het weg gaan.
Rika aan haar mouw. „Geef haar
wat te eten, tante, zij is zeer zwak."
De blik van beide jonge mannen
rustte met warme deelneming op hun
beschermeling, toen zij de kamer
verlieten.
Rika, die nu wist, wat zij had te
doen, legde den arm om het meisje
Majesteit, de Koningin van Neder
land en van Haar Doorluchtige'Familie
en ik drink op den voorspoed van
het Nederlandsche volk."
Om zeven uur gisterenavond werd
de Dam schoongeveegd voor de
taptoe. Het publiek werd opgedrongen.
Langs commandantshuis, Damrak en
N.Z. Voorburgwal stond een enorme
massa.Helgedrang was angstwekkend.
Tientallen gewonden en flauw-geval-
lenen werden door brandcards en
verpleegsters weggedragen. De Dam
was rondom met electrische bollen
verlicht. De troepen werden rond
het standbeeld opgesteld. Voor het
trottoir van het paleis stond de
katheder van den dirigent, kapitein
N. A. Bouwman.
Om 9 uur 35 zette zich de Kon.
Familie voor het open raam. De
dirigent gaf een sein en geweldig
klonk het geroffel der 100 gezamen
lijke tamboers van de landmacht. De
flambouwen werden ontstoken en
gaven een fantastisch licht. Dan
bliezen 60 gezamenlijke hoornblazers
der landmacht de taptoe en sloegen
de tamboers der landmacht de taptoe
met donderende slagen. Hierna deed
zich de taptoe geslagen en geblazen
door tamboer en pijpers van Kon.
Marine hooren.
Zacht klonk in stillen avond het
gefluit der pijpers, nu en dan afge
wisseld door doffe roffels of over
stemd aan 't slot door donderende
trommelslagen. Kapitein Bouwman
maakte plaats voor kapitein Beuse-
kom, dirigent der muziek. Na roffels
en trommelslagen, klonk plotseling
de vrooliike „Brabangonne", welke
aan 't eiiiu door het publiek levendig
werd toegejuicht. Na de opwekkende
tonen van het Belgisch volkslied
klonk de sleepende melodie van het
oude Wilhelmus, eerst pianissimo,
weldra krachtig, fortissimo. Onder
applaus en gejuich kwamen H.H.
Majesteiten op het balcon. De troe
pen werden verdeeld in drie groepen
en begonnen den voorbij-marsch.
Twee groepen worden in carré rond
het standbeeld opgesteld. Vijf mu
ziekkorpsen der infanterie marcheer
den onder spelen van de marche der
grenadiers des Beiges lustig rond den
Dam in groote cirkels, in kleinere
rond de troepen om het standbeeld.
Fantastisch schijnt het flambouwlicht
in de koperen instrumenten. Bij de
laatste ronde werd afgemarcheerd
door de Paleisstraat.
De tweede groep, de Marine-kapel
met de pijpers van de mariniers en de
grenadiers voeren denzelfden marsch
uit onder het spelen van „Mein Ba-
yerland." De kapelmeester liep met
charmanten zwaai, den dirigentstaf
voerend, door de troepen. De laatste
groep, de muziek der huzaren, artille-
en zeide „Kom hier, kind, ga hier
maar op de bank zitten. Zoo, r>u
zal ik eerst een glas melk voor je
halen dan zal je wel een beetje op
knappen."
Marie bevond zich werkelijk in een
toestand van halve verdooving. Zij
steunde het hoofd op de hand en
voelde, dat de veie en ontroerende
indrukken van dezen dag haar weer
dreigden te overweldigen.
Hoe zou de oude man daar bin
nen over haar toekomst beslissen
De strenge trekken van zijn indruk
wekkend gelaat, hadden haar vrees
ingeboezemd, en te gelijker tijd voelde
zij, hoe haar moeder zulk een vader
moest hebben vereerd. Zij had wei
dadelijk op de knieën om zijn liefde
willen smeeken. Zij wilde niet rusten
niet moede worden, voor dat zij va*
hem vergiffenis voor de geliefde doode
had afgeoeden.
Maar wanneer hij haar niet in zijn
huis wilde houden wat dan De
uitnoodiging van haar beide jonge
neven icon zij niet aannemen, dat
voelde zij wel.
(Wordt vervolgd.)