- 5,50 Woensda 31 Augustus. Gemeentebestuur. GD: No 201 9ERPARAPLÜIES e Winst'' revende t 0,50 - 1,86 Een Lustrumfeest. BINNENLAND, terdam. 'er Eerste Hv. eeft 31/, en 4 9a. OUDSTER jd. r courant. 48e Jaargang. 1910. HANGE. ffice. 5 C H a F T. an gen llectie >kken soorten Para- en Wandel- Overtrekken Alle Parapluies If gerepareerd. elend Vlissingen. - 0,53 - 6?-* Engelse^ itend ®et' -Scheids 3 c) en 8,35 dl 10 e) en f a) en 5,05 3,43 én 6.3-5 d) J a het vertrek ï.Nauaen vö-1 Boresel»" rkens, na ten hoog0!6 /achten. Ie boot vw l0|ji 18 AP"1 VLISSINGSCHE COURANT O' Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzeifde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. BEKENDMAKING. Ter inzage liggen van de lijst der kiesbevoegden voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Burgem. en Weih. van Vlissingen brengen ter kennis van belangheb benden dat de lijst der kiesbevoegden voor de Kamer van Koophandel en Fa brieken alhier door hen definitief opgemaakt is; dat deze lijst gedurende acht da gen, ingaande 1 September 1910, voor een ieder ter Gemeente-Secre tarie ter inzage ligt en dat bezwaren tegen die lijst, 'netzij die den klager, hetzij die andere personen betreffen, binnen acht dagen na heden bij den gemeen teraad kunnen ingebracht worden. Vlissingen, 30 Aug. 1910. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, W1TTEVEEN. Telken jare, als de zon opgaat over den laatsten dag der oogstmaand sinds het jaar 1880 voor Neder land een onvergetelijke dag vieren wij met opgewektheid den verjaardag onzer geliefde Koningin, en telkens na verloop van vijf jaren doen we het zelfs met bijzondere opgewektheid want dan vieren we, naar oude trouwe Zeeuwsche gewoonte, een lustrumfeest. Het lustrum was bij de oude volken een vijfjarig tijdperk, aan het einde waarvan zekere gewichtige gebeurte nis telkens plechtig werd herdacht of een volksfeest op groote schaal plaats had. Dat gebruik, min of meer aan de viering van het Zeeuw sche kroonjaar verwant, bestaat nog steeds. Zoo viert men b. v. de wor ding onzer universiteiten telkens na verloop van vijf jaren. Wij zouden wel wenschen, dat men ook ten aanzien onzer nationale feesten, tot dit gebruik terugkeerde. Wij bedoelen natuurlijk niet dat men gedurende vier jaren den geboortedag der Koningin met stilzwijgen moest voorbijgaan; dat zij verre! Toch zouden wij het wel aangewezen achten om wezenlijke en algemeene feestviering op groote schaal, niet jaarlijks te herhalen. Het is toch een feit, en zeker een verklaarbaar feit, dat vele gemeenten, waaronder na tuurlijk in de eerste plaats de klei nere, de jaarlijksche feestviering blijkbaar niet kunnen volhouden. Dat verraadt geen gebrek aan geest drift, maar het verraadt gebrek aan 23.) Hoe angstig klopte haar hart in gespannen verwachting, terwijl zij den 'omslag van den brief met vrees opendeDeze bevatte een paar dicht beschreven vellen papier en een tweeden brief, in open omslag. Deze droeg het opschrift„Aan ■Rijn lieven vader, den landgoedbe- zitter Dietrich Kruse te Haiddorf bij Soltau." Marie legde den brief op tafel, bok den stoel dicht bij de lamp en begon de aan haar gerichte woorden van haar overleden moeder onder oiepe ontroering te lezen. Het schrij- ve'i luidde als voigt «Lieve Marie Nu ik weet, dat ik niet lang meer zaj leven, wil ik iets, dat ik ver zuimd heb, herstellen. U van mijn jeugd vertellen en meteen belasten, krachten. Het gevolg is dat de feest viering kwijnt en juist daardoor ge vaar loopt weder in onbruik te ge raken. Wist men zijne krachten beter te sparen, om ze ten gepasten tijde ten volle te ontwikkelen, dan zou dat gevaar niet bestaan. Wat de stad onzer inwoning be treft, daar brengt het Zeeuwsche ge bruik van zelf iets dergelijks mede. De voleinding van het kroonjaar der koningin, die thans den dertigjarigen leeftijd heeft bereikt, gedenken wij met buitengewone opgewektheid en met buitengewonen luister, inet innige dankbaarheid en met oprechte blijd schap. Juist terwijl wij deze regelen neer schrijven, wordt ons een nieuwe beel tenis der jarige toegezonden of liever, een dubbel portret: de moeder met het kind ,de onafscheidelijken zou den wij ook kunnen zeggen. Een gelukkige vrouw, maar vóór alles een gelukkige moeder een guitig kin derkopje, levendig de wereld inkij kend 't prinsesje, onze kieir.e Juliana, in haar bekend hoekje onder moeders vleugelen. Welk een voorrecht is het toch, dat wij koningen en vorsten hebben leeren beschouwen, en meer en meer kunnen beschouwen, als gewone menschenkinderen. In de geschiedenis vinden wij meestal een beschouwing van den vorst door zijn volk, onge veer van een halfgod of van een halven duivel. De uitzonderingen waren van dien aard, dat zij den regel bevestigden. De vorsten dwon gen meestal vrees, soms ook ontzag, eerbied en bewondering, maar zelden liefde af. Liefhebben kan de mensch alleen menschen van gelijke bewe ging als hijmenschen met men- schelijke eigenschappen, deugden en gebrekenmenschen die den vrede van het hart, maar ook den strijd der hartstochten kennen, ook het lief en leed, de vreugde en het lijden, het wenschen en het hopen menschen die ook plichten kennen en roeping, die zelf ook liefde kun nen gevoelen en met en voor ande ren leven. En nu is het zeker we! de schoonste parel in de kroon onzer geliefde vorstin, dat zij een vrouw is in de ware beteekenis van het woord geen volmaakte vrouw, want die kunnen- wij ons niet denken; maar inderdaad eene vrouw, die hare roeping, van het hoofd van haar volk, gevoelt en er ernstig naar streeft, die roeping te volgen en hare plichten naar eisch te vervullen, eene vrouw die zich in haar hooge positie geenszins afzondert van, maar leeft te midden van en met haar volk; eene vrouw wier dezen inliggenden brief, dien gij lezen moogt, aan zijn adres te be zorgen. Het valt een moeder niet licht, haar jong kind te moeten bekennen, dat zij geen goede dochter is ge weest, en dat zij van haar braven vader zonder zijn zegen is geschei den en nu onverzoend met de bloed verwanten, uit het leven wordt weg gehaaldwanneer gij echter met den inliggenden brief bij mijn vader komt en voor mij vergiffenis; smeekt, zal hij de doode, diep berouwheb bende, toch nog vergeven, dat zal mij aan gene zijde des grafs bij mijn genadigen God vrede schen ken." „Ik heb er vreeselijk berouw over, dat ik geen geduld had om te wachten en steeds weer opnieuw te verzoeken, misschien was dan mijn vader zachter gestemd geworden en van gedachten veranderdmaar ik heb er nu en nooit berouw over gehad, dat ik mijn Emii gevolgd ben, want wij hebben eikander onwankelbaar liefgehad. En daar ik geloof, dat zulke liefde recht geeft, j haar trouw te zijn, zoo geloof ik TELEFOONNUMMER 10. zedelijke levensopvatting boven elke verdenking verheven is; eene vrouw die moeder is en zich moeder gevoeit en ook naar de vervulling harer moe derplichten met den meesten ernst streeft. En zoo komen wij van zelf op den kleinen huiselijke» kring van onze jarige vorstin, wij die in den eigen huiselijken kring de jaarfeesten in hooge eere houden. Wij weten dat ook in dit opzicht volmaakte over eenstemming bestaat tusschen het vorstelijk verblijf en de eenvoudigste woning. Ook daar worden huiselijke feesten gevierdworden gelukwen- schen en geschenken gegeven en aanvaard deelt de geheele omgeving in de dankbaar en opgewekte stem ming. Ook daar wordt niet verzuimd eene hoogere wijding te geven aan een dag, die niet is en zijn mag als de anderen. En dat mag de dag van den verjaar dag van onze vorstin ook niet zijn voor de natie. Het is plicht, ailes te doen om dat te voorkomen en er is ge lukkig ook alle aanleiding toe. Onze eigene geschiedenis heeft ons, zoowel als de geschiedenis van andere volken, geleerd dat, waar de vorst niet geheel meeleeft met en opgaat in zijn volk, die ware gevoelens ont breken, die vrij wat rr.eer omvatten dan verschuldigde achting en eerbied. Wij hebben het voorrecht, niet maar alleen loyale onderdanen te zijn, die hun plicht gevoelen en zich van dien plicht kwijten tegenover het wettig gezag. Bij ons spreekt het hart een woordje mee en kan men den plicht desnoods missen. Wij gevoelen ons lid van een groot gezin, waarvan thans aan het gevierde hoofd een groot en waar geluk ten deel valt. In dat geluk voelen wij mee in dien zegen deelen wij. Van gan- scher harte bieden wij onze beste wenschen voor de hoopvolle toekomst. Innig stemmen wij mee in de bede uit ons dierbaar volksiied, die roe rende bede om bescherming en be houd, die wij zoo gaarne opzenden tot de bron, waaruit alle waar geluk voortvloeit. 't Wilhelmus van Nassauwen was der vaderen lied in bange dagen maar ook wij, in dagen van geluk en vrede, scharen ons om de oude Oranjevaan en doen datzelfde lied met geestdrift hooren. Ook wij heffen de bede aan om trouw en oin vroomheid en moed. Want ook wij hebben nog te strijden. Voor ons, kinderen der vrijheid, erfgenamen van een roemrijk voorgeslacht, geldt het ernsiig vermanende woord behoudt wat gij hebt, opdat niemand uwe kroon roove Zeker, ook wij, wij hebben te waken, te bidden en te strijden, voor het behoud van het verkregene, voor ook, vergiffenis te verdienen en te krijgen. Deze troost zal mij in mijn laatste uur nablijven en mij den donkeren weg verlichten. Nu zult gij echter, lieve Marie, de geschiedenis van uw ouders naar waarheid en zonder bemanteling vernemen. Mijn vader is een welgesteld land- goedbezitter op de Lüneburgerheide. De menschen noemen hem, heere- boer, landbouwkundige, maar hij zegt: „ik ben en blijf een boer." De boer heeft ook zijn trotsch, kind, en zelfs de verstandigsten en besten willen niets van de stadslui weten. Mijn vader was niet de oudste zoon en dus niet de erfgenaam van de boerderij geweest, maar zijn oudere broeder, een beetje zwak van gestel, maar een goed hoofd voor leeren, had zich met een flinke som geld laten afkoopen. Hij is reeds lang geleden naar de kweekschool voor onderwijzers te Bedeskesa ge gaan en heeft daar gestudeerd. Hij werkte flink en is hoofd van een school gewordenhij heeft een zoon nagelaten, die het reeds tot dominee heeft gebracht. In dien tijd, waarvan flbonnemonfs-flduerfenfiën op zeer uoordeelige voorwaarden zoo menig voorrecht, in onze dagen klein heiaas in menig oog, maar dat voor atie weldenkenden de parel van groote waarde biijft. Een opwekking daartoe zij deze dag in de eerste plaats. Wij hernieu wen op dezen dag als het ware het veiboud met Oranjegeen verbond van edelen maar wei een zeer edel verbond. E11 laten wij op die wijze ook feest vieren. Geen hooger eer kunnen wij onze vorstin aandoen, op geen betere wijze kunnen wij onze liefde voor haar aan den dag leggen, dan door feest te vieren, opgewekt en blij, maar tevens waardig en ordelijk. Want Oranje is het symbool van orde en het is de orde, die ons vrij en gelukkig maakt. Zoo moge dit zijn, hier en in gansch Nederland, nu en tot in lengte van dagen. Statistiek der werkloosheid. Door het centraal bureau voor de statistiek zal weldra uitvoering wor den gegeven aan het voornemen om maandelijks nauwkeurige gegevens te verzamelen omtrent de werkloosheid der arbeiders-welke van hun vakor ganisaties naar vaste regelen uitkee- ring ontvangen ingeval van werkloos heid. Daar de vakor ganisaties, welke geen uitkeering in geval van werk loosheid verstrekken, vaak nietin staat zijn het juiste aantal hunner werk- loozen op te geven, moet het onder zoek voorloopig beperkt blijven tot de werkloosheid in die vakorganisa ties welke hun leden wèl uitkeering verstrekken. De gegevens nopens de werkloos heid in die organisaties, welke bij een gemeentelijk werkloozenfonds zijn aangesloten, worden door het centraal bureau voor de statistiek verzameld door tusschenkomst van laatstge noemde instellingen. Thans zijn de besturen van de or ganisaties, die niet bij een gemeente lijk werkloozenfonds zijn aangesloten, voorzoover zij althans aan het bureau bekend waren, uitgenoodigd opgaven omtrent de werkloosheid hunner leden rechtstreeks aan het bureau in ie zenden. Ten einde periodiek een zoo vol ledig mogelijk overzicht te kunnen geven van den omvang der werkloos heid, worden die vakorganisaties, welke aan hunne leden naar vaste regelen uitkeering verstrekken bij werkloosheid en welke nog geen uit- noodiging tot medewerking ontvingen, dringend verzocht hun adres nauw keurig op te geven aan „Het Centraal Bureau voor de Statistiek (afdeeling voor arbeidsstatistiek), Anna van ik u vertellen wil, was dominee Friedrich Kruse tot onze gemeente gekomen en had met vrouw en kind in de pastorie zijn intrek genomen. Den neer als geestelijk raadsman in zijn nabijheid te hebben, was mijn vader zeer aangenaam. Bij ons zijn slechts drie dochters geweest, maar geen zoon, om de boerderij eenmaal over te nemen, wat mijn vader dikwijls verdrietig vond. Hij heeft natuurlijk gewenscht, dat zijn dochters flinke boerenzonen uit den goeden stand huwen zouden. Met onze oudste zuster, die eenmaal Krusenhof zou erven, is het weldra naar den wil van mijn vader gelukt. In het naburige dorp op een groote bezitting was een tweede zoon, die zich er over verheugde, door een huwelijk iid van onze familie te worden. Daar vader nog krachtig was, kocht hij voor Trina en Hen drik Beerman in onze nabijheid een kleine boerenhofstee en zeide, wan neer hij niet meer goed kon, zou hij daar zelf gaan wonen. Zij zouden dan ruilen en Beerman zou zich op Krusenhof vestigen. Zij zijn gehuwd en op de kleinere plaats begonnen. Saxenstraat 17—19, 's Gravenhage". (Dit verzoek wordt niet gericht aan vakvereenigingen, welke bij een ge meentelijk werkloozenfonds zijn aan gesloten). Genoemd bureau zal de kaarten, waarop de gegevens verzameld wor den, voor de eerste maal in den aan vang van October aan de betrokken organisaties ter invulling toezenden. De aldus over de maand September verkregen opgaven zullen gepubli ceerd worden in de aflevering vati het arbeidsblad (maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek, uitgevers Gebr. Beliiifante te 's Gra venhage), welke den laatsten October a. s. verschijnt. Giement van Maasdijk f De begrafenis van den heer Cle ment Van Maasdijk had heden, Dins dag, te Arnhem plaats op de begraaf plaats Moscowaom half 12 vetok de stoet van liet Diaconessenhuis. Men meldt dat het vliegcomité te Heerenveen aangeboden had op zijn kosten v. Maasdijk daar te doen begraven, maar de heer Van Maasdijk had vroeger zelf verklaard te Arnhem waar zijn verloofde woont, te willen rusten, bij eventueel ongeluk. Het comitié voor de organisatie van een vliegweek te Arnhem heeft besloten, gelden bijeen te brengen voor de oprichting van een monu ment, op de plaats, waar Van Maas dijk gevallen is. Het Comité wendt zich daartoe tot sportvereenigingen en belangstellenden. Reservekader genie. De minister van oorlog brengt in de „Stct." ter kennis van belangheb benden, dat het examen van hen, die wenschen te worden toegelaten tot de verbintenis als vrijwilliger voor het reservekader bij de genie, dit jaar plaats zal hebben op 18 October a. s. en zoo noodig op een of meer volgende dagen te Utrecht dat, in verband daarmede, de aan melding voor het examen moet plaats hebben vóór 4 October a.s. bij den commandeerende-officier van het re giment genietroepen te Utrecht, door het inzenden van eene kennisgeving, waarbij door hen, die meenen aan spraak te kunnen maken op gedeel telijke vrijstelling van het examen, moeten worden overgelegd de des betreffende bewijsstukken dat, door het inzenden eener ken nisgeving vóór hetzelfde tijdstip ais onder 2o. vermeld, zij dis meenen aanspraak te kunnen maken op ge heele vrijstelling van het examen, eveneens, mei overlegging van de desbetreffende bewijsstukken, daar van moeten doen blijken dat aan het examen kan worden Toen ik uit Heiddorf wegging, had Trina reeds drie jongens en éen meisje zij leefden op goeden voet met eikaar en kwamen goed voor uit. Vader deed echter voor die jon gelui, wat hij kon. Mijn tweede zuster Rika was zwak van gestel. Ik geloof, dat zij onzen neef Friedreich Kruse, den dominee, gaarne had willen hebben en dat zij het slecht kon verdragen, dat hij een ander nam. Nu ging zij vriend schappelijk met hen om, ging iederen Zondag ter kerke, was ook dikwijls bij zijn vrouw, die zij hielp, zooveei zij kon. Wanneer men over huwen sprak, zeide zij, dat zij dat nooit zou doen, zij was niet gezond genoeg en wilde ook haar vader niet ver iaten. Toen hij zag, dat zij het wer kelijk meende, praatte hij er in 't ge heel niet meer over. Ik ben vijf jaar jonger dan Rika, en daar mijn moe der gestorven is, zoo kan ik mij haar niet meer herinneren. Rika heeft mij grootgebracht, en wij hiel den veel van eikaar. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1