Maandag
22 Augustus.
No. 196
48e Jaargang.
1910.
Feuilleton
CONSCRIPTIE.
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
Gemeentebestuur*
VL1SSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÈN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
flbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige voorwaarden
NATIONALE MILITIE.
Oproeping van verlofgangers tot
den werkelijken dienst.
De Burgemeester van Vlissingen
gezien de circularie van den Com
missaris der Koningin in dit gewest
van den 10 Maart 1910, A no. 1121,
de afdeeling M.
Roept bij deze op tot den werke
lijken dient
de ondervolgende in deze gemeente
wonende verlofgangers van de lich
tingen 1903, 1904, 1906 en 1907.
van het 3e regiment infanterie
Rijnberg Matthijs Jacobus, Steen-
haard Marinus, Van der Eijk, Johan
nes Jacob, Knuijt Jan, Timmermans
Gijsbert, Prince Marinus, Roelse Jan,
De Mol Anthonie, De Wolff Corne
lls, Andriessen Louis Gerard, Van
Ochten Jan, Van Zalen Maarten
Ghristoffel, De Rijke Pieter, Perwez
Willem Frederik, De Waal, Dingeman
Joseph Simon, Baljé Krijn, Loois
Johannes, Van Oorschot, Antonius
Cornelis, De Bruijne Abraham, allen
loteling der gemeente Vlissingen,
lichtingl903. Van Nieuwland Adrianus
Wouter, loteling der gem. Zierikzee,
lichting 1903. De Doelder Jacob
Lambertus, loteling der gem. Ter
Neuzen, lichting 1903. Marijs Jozua
Cornelis, loteling der gem. Ritlhem,
lichting 1903. Dag en plaats van
opkomst, 12 September 1910, Vlis
singen.
Slijpen, Johannes Anthonie, loteling
der gem. Axel, lichting 1903. Von
Bracken Fock Henri, loteling der
gem. Middelburg, lichling 1903. Dag
en plaats van opkomst 12 September
1910, Middelburg.
Klupper, Petrus, loteling der gem.
Bergen op Zoom, lichting 1903. Poppe
Johannes Jacobus, Lutjens Nicolaas
Hendrik, lotelingen der gem. Rotter
dam, lichting 1903. Ribbens Amoldus
Cornelis, loteling der gem. Rotterdam,
lichting 1904. Dag en plaats van
opkomt 12 September 1910, Bergen
op Zoom,
Tavenier Jan, Bos Pieter Corne
lis, Van Boven lacobus, Biggendorp
Johannes, Bijleveld Pieter Jacobus,
Van de Kop Simon Willem, Goed-
bloed Frans, Van Meer Daniël,
Huijsman Jacobus Johannes Marinus,
Van Qemert Jacobus Jan, Scherpe-
nisse Willem, Van Husen Angelus
Marinus, Van Boven Adriaan, Nag-
kgaal Sander, Olijslager Lein Pieter,
Arents Willem, Naerebout Hendrik
Lourens, Krijger Machiel, Rouw
Pieter Martinus, Castel Adriaan,
Vinke Frans Lourens, allen loteling
der gem. Vlissingen, lichting 1904.
15.)
Wie zouden zij kunnen noodigen
''I bezaten geen bloedverwanten en
ekenden, „lk weet er geen stot-
Rahii' «Mijn vrouw was geen
minsche en ik ik heb slechts
ue heide neven Assel."
«Bat is fameus, de dikke Philip 1
1™.?B lne' hem ter school ge-
L .™ij zullen hem eens toonen,
Wl[ het ook tot iets in de wereld
met'30bebberlNoodig hem dan
zijn vrouw uit, dan zijn wij
groepen. tienen' iuist een mooi
Nadat dit vrijwel door Goldammer
hij.''":?, was besloten, verklaarde
bfii'ii,aarom zullen wij met de
ott lang wachten Men wordt
er niet
les
worden.
Alles l 'on£er door- lk ben gereed.
„.l Kan spoedig er voor aange-
De papieren zijn
Dag en plaats van opkomst 12.
September 1910. Vlissingen.
Schrijver Dingenis Adriaan, lote
ling der gem. Goes, lichting 1904.
Florijn Jacob, loteling der gem.
Wolphaartsdijk, lichting 1904. Nierse
Leonard, Leijnse Janis, Pasveer Harm,
allen loteling der gem. Middelburg,
lichting 1904. Dag en plaats van
opkomst 12 September 1910, Mid
delburg.
van de 3e compagnie hospitaalsol
daten de Kam Cornelis Abraham,
loteling der gem. Vlissingen, lichting
1904. Hootsmans Jean Baptist, loteling
der gem. Goes, lichting 1904. Dag en
plaats van opkomst6 September
1910. Bergen op Zoom.
van het 3e regiment veld-artillerie
de Landmeter Jan, loteling der gem.
Vlissingen, lichting 1907. Dag en
plaats van opkomst5 September
1910, Bergen op Zoom.
van het regiment genietroepen van
der Reijden Johannes, loteling der
gem. Brielle, lichting 1906. Dag en
plaats van opkomst5 September
1910, Utrecht.
van het regiment grenadiers en ja
gers Eland Willem, loteling der
gem. Klundert, lichting 1904. Dagen
plaats van opkomst: 12 September
1910, 's Gravenhage.
van het le regiment infanterie:
Spinhof Hendrikus Bernardus Mar
tinus, loteling der gem. Groningen,
lichting 1904. Dag en plaats van op
komst: 12 September 1910, Assen.
Dijkstra Pieter Simon, loteling der
gem. Smilde, lichting 1904. Dag en
plaats van opkomst: 12 September,
1910, Vlissingen.
van het 4e regiment infanterie van
der Straaten Gerard Adrianus, loteling
der gem. Berg Ambacht, lichting 1904.
Dag en plaals van opkomst12 Sep
tember 1910, Leiden.
van het 6e regiment infanterie
Huijser Teunis, loteling der gem. Rid
derkerk, lichting 1904. Dag en plaats
van opkomst12 September 1910,
Breda.
van het 7e regiment infanterie
Ladenberg Daniel, loteling .der gem.
Vlissingen, lichting 1904, Dag en
plaats van opkomst: 12 September
1910, Amsterdam.
van het 10e regiment infanterie:
Bouman Dirk Johannes Petrus, lote
ling der gem. Haarlem, lichting 1904.
Dag en plaats van opkqmst12 Sep
tember 1910, Haarlem.
Gelast:
de voormelde verlofgangers zich te
dien einde, voorzien van hunne klee
ding en voorwerpen van uitrusting,
alsmede van hun voor vertrek afge-
teekenden verlofpas, elk op den voor
hem bepaalden datum, rechtstreeks bij
hun korps aan te melden, en wel zij
die in de plaats van; opkomst woon
binnen vier of zes weken in orde
gebracht. In April trouwen we dus 1"
Marie schrok en wilde tegenwer
pingen maken, doch hij tikte haar
op de wang en zei„Juist zoo. Ieder
jong meisje doet zich een beetje
beschroomd voor, de man echter
beslist. De man is het hoofd van
het gezin, hij moet weten, wat het
beste is." Hij keek naar de klok en
stond op„Mijn tijd is voorbij. Ik
ben zakenman. Ik moet de gravin
Reichenstrom haar nieuwe kapsel
in orde brengen. Vanavond kunt gij
allen met ons eten. Ik zal karpers
met biersaus bestellen, mijn lieve-
lingskost en daarbij een goed glas
wijn. Wij laten het bruidspaar leven
Het zal u wel smaken
Hij kuste Marie smakkend over
het gezicht, waar hij haar kon raken
èh ging weg, uitgelaten door Lie-
breich.
Toen de deur achter hen beiden
was gesloten, wierp het meisje zich
handenwringend op de sofa en
riep„O, Hans, lieve oom Hans,
help mij 1 Hoe zal ik dit kunnen
verdragen?" Toen begon zij hart
verscheurend te schreien.
achtig zijn, uiterlijk te 8 uur voor
middags. Zij die woonachtig zijn bin
nen 20 K.M. van de plaats van op
komst op den dag voor de opkomsf
bepaald, uiterlijk te 10 uur v.m. De
overige verlofgangers zullen zich voor
zooveel zij binnen het rijk gevestigd
zijn, op den dag voor de opkomst
bepaald, met het eerst vertrekkende
openbaar middel van versneld vervoer
van hunne woonplaats of naaste sla
tion, naar de plaats van opkomst
moeten begeven en voor zooveel zij
buiten het rijk gevestigd zijn zich op
dien dag vóór 4 uur bij hun korps
moeten aanmelden.
En geelt kennis
dat, voor het geval zij door ziekte
of andere redenen buiten staat moch
ten zijn om op te komen, zij daarvan
kunnen doen blijken, door op den dag
voor de opkomst bepaald, een op
ongezegeld papier geschreven genees
kundig getuigschrift of een ander
bewijs of verklaring ter gemeente
secretarie (bureau militie) over te
leggenzullende de zieken, die niet
op den bepaalden tijd onder de wa
penen komen, te dezer zake niet voor
diligent worden gehouden, maar ver
plicht zijn, zich na hunne herstelling
bij hun korps te vervoegen, teneinde
daarbij in den wapenhandel te worden
geoefend, wordende zij voor zooveel
noodig, er op gewezen, dat zoo zij in
gebreke blijven aan deze oproeping
te voldoen, zij volgens art. 133 der
Militiewet 1901, als deserteur zullen
worden behandeld.
Vlissingen, den 20 Aug. 1910.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Toen Napoleon de Fransche in
stelling der conscriptie, met andere
woorden van de loting voor het leger,
bij ons invoerde, was dat een der
meest gehate instellingen, die de
vreemde overheersching ons bracht.
Maar de Fransche nalie voerde, van
de omwenteling af, lot den val van
Napoleon toe, altijd oorloger was
dus veel kanonnenvleesch noodig
en.... wij waren toch ook geworden
een deel van het keizerrijk, welks
zon toen reeds begon te tanen.
Onze loting voor de nationale mi
litie is dus een erfstuk, en wel een
erfstuk, dat nooit populair geworden
is eri tiet nooit worden zal. Wij zijn
nu eenmaal geen militaire natie en,
doordrongen van de noodzakelijkheid
der landsverdediging, als het noodig
mocht wezen, gevoelen wij over 't al
gemeen heel weinig voor de uniform.
En dan... sinus tachtig jaren hebben
we geen Europeeschen oorlog meer
gevoerd
Is het dienen noodzakelijk, is het
Hans Assel trachtte haar te troos
ten. Hij sprak haar vriendelijk toe,
zij moest maar moed vatten en altijd
bedenken, dat zij trouw haar kin
derplicht moest vervuilen.
„Ik moet mij wasschen," riep zij
opspringend. „Afschuwelijk Ik riek
geheel naar zijn pomade en olie,"
en zij ging dadelijk naar haar ka
mertje.
Toen zij vandaar in dc keuken
kwam, stak Florian zijn blonden
krullekop om het hoekje van de
deur en sprong juichend naar haar
toe „O, ik weet het, ik weet het.
U trouwt met papa Mijn lieve kleine
mama, krijgt uw kind niet een
zoentje Hij omhelsde Marie, die
slechts weinig grooter was dan hij,
en zag haar smeekend aan.
Zij kuste hem op het voorhoofd.
„Wees verstandig, Flori, en laten wij
goede vrienden blijven
Beneden aangekomen riep Gold
ammer juffrouw Duvernier in zijn
kantoortje en deelde haar in uitge
kozen woorden zijn verloving mede.
„Ik hoop, dat ge mijn jonge lieve
Marie, die u geen onbekende is, uw
een plicht, dan moest de vervulling
van dien plicht toch eigenlijk niet
van het het toeval afhangen, en dat
doet ze wel. Daarom maakt de loting
onze jongelui zenuwachtig en dan
werd voorheen gewoonlijk de sterke
drank te baat genomen om de zenu
wen tijdelijk wat te kalmeeren. Ge
lukkig komt er ook in dit opzicht
heel wat verbetering. De treurige
zorgloosheid van vroeger heeft voor
zorgzaamheid plaats gemaakt en al
is en blijft de loting op zich zelf
geen aangename verschijning, omdat
zij bezwaarlijk anders als een nood
zakelijk kwaad kan worden be
schouwd, hier en daar heeft ze in
haar soort iets gekregen, dat ten
minste van een andere en betere op
vatting getuigt.
Dit zagen we onlangs nog in een
groote stad. Volgens gewoonte wer
den de lotelingen aldaar op het be
paalde uur binnengelaten en gingen
met begrafenis-gezichten op de ban
ken zitten maar de militie-commis
saris vertelde hun duidelijk en helder
hoe de loting geschiedt enz., en
eindigde met de mededeeling, dat in
zeker gebouwtje in de nabijheid ge
legenheid was om een kop koffie en
een heel goed broodje le gebruiken
voor heel weinig geld. „Er is een
goochelaar", zei hij en een orgel
en andere amusementen. Jelui bent
in een bijzonderen toestand en
dat is te begrijpen. Als je lang moet
wachten is het beter daar te blijven
dan in een koffiehuis te gaan".
Wij vonden dat heel menschkundig
en de lotelingen begonnen al heel
spoedig onder elkander te praten en
te lachen, zoodat ze zelfs tot stilte
moesten worden aangemaand.
We gingen ook eens een kijkje
in de broodjes-kamer nemen, waar
twee dames en een heer, de lotelin
gen opwachtten met gesmeerde ka
detjes A 3 cents en een kop koffie
A 2 cents, met een orgel, verschillende
spelletjes en een goochelaar.
Maar het was er niet druk. Veel
drukker is het op dagen, wanneer de
lotelingen van het platteland ko
men. Als hij kan, brengt de veld
wachter der gemeente dan al de
jongens in het gebouwtje.'t Gebeurt
toch nog wel dat er eens een komt
aanzetten, die den prins gesproken
heeft, maar voorheen werden ze wel
eens dronken in een hoek gevonden.
Tegenwoordig gaat het veel beter
en komt het al vaak voor, dat de
belanghebbenden na de loting een
voudig naar huis of aan hun werk
gaan.
Ja, er is in dit opzicht wel wat
verbetering. Bijna niemand wil graag
dienenmen gaat met tegenzin op
en dat verklaarde vroeger veel voor
den onnatuurlijken toestandmaar
wij moeten nu wat meer doen dan
vriendschap wilt schenken en dat
ge tracht op goeden voet met haar
om te gaan."
Jeanne spande al haar krachten in
om haar tranen in te houden. Hij
mocht niets bemerken van den strijd
in haai hart. Gekwetst in haar ge
voel van eigenwaarde richtte zij zich
op en antwoordde„Wanneer een
jonge vrouw u als hulp ter zijde
staat, ben ik hier overbodig. Ik vraag
dus met 1 April mijn ontslag, want
dan is mijn contract afgeloopen."
„Wat valt u in, juffrouw," riep
hij ontsteld uit. „Mijn vrouwtje heeft
heelemaal geen verstand van de
zaak. Zij is slechts een speelpopje,
dat ik mij nu eens gunnen wil. De
huishouding zal zij van u overnemen.
Daar hadt u nooit veel s.elrik in."
„Ik geloof toch, dat ik mijn plicht
gedaan heb
„Wel zeker wel zeker 1"
Hij klopte haar op den schouder
en liefkoosde haar hand. „Wanneer
ik het u gemakkelijker wil maken,
moet u me zoo niet behandelen."
„Waart gij over mij tevreden,
waarom maakt ge dan verandering
in den toestand
reeds gedaan is. Het moet erkend
worden, dat veel last en moeite aan
den militairen dienst verbonden is
soms zelfs geldelijk verlies en het is
toch zeer menschelijk, dat men vraagt
„waarom ik en waarom zij niet
Onze jongelieden worden door het
kazerneleven waarlijk niet aangetrok
ken. De afschaffing der plaatsver
vanging heeft dat leven veel verbe
terd, maar toch ook voorrechten en
begunstiging in het leven geroepen,
die er niet moesten zijn. Menigeen
ziet zijn loopbaan afgebroken of be
nadeeld een kostwinner kan wel
ondersteuning verkrijgen, maar weet
volstrekt niet of de plaats die hij
verlaat, voor hem open zal worden
gehouden.
Angst en tegenzin zijn verkeerde
raadgevers en werken bijgeloof en
dwaling in de hand. Er zijn er die,
naar de vischkom gaande, om te
trekken, eenige woorden prevelen,
meenende dat het hun een hoog
nummer zal bezorgen anderen grijpen
op een bepaalde plaats, want die is
de beste! Een burgemeester had den
naam dat hij een gelukkige hand had
en daarom bleven de jongelui maar
weg en lieten hem trekken, o bittere
teleurstelling't Is ongelooflijk zooveel
gekheden en dwaasheden jongelui
met gezonde hersens bij het loten
uithaleneen voorafgaande visite bij
de waarzegsters is geen zeldzaamheid.
Zóó werkt de onzedelijke conscrip
tie van Napoleon nog steeds immoreel.
Een hooggeplaatst militair verze
kerde eens, dat de ongezondste tijd
in Nederland valt tusschen de loting
en de zitting van den militieraad,
waarop de reden van vrijstelling moet
worden ingediend. Bij honderdtallen
toch ontstaan dan kwalen en gebreken
bij tal van overigens hoogst gezonde
jongeliedenmaar na de zitting van
den militieraad verdwijnen die kwalen
weer vanzelfHeeft men een hoog
lot getrokken, dan is een kwaal of
een gebrek de laatste kans om vrij te
blijven. Heel natuurlijk, maarniet
heel zedelijk 1 Grappig is het soms te
zien, hoe de deskundigen met die doos
van Pandora weten om te springen.
Vooral het getal oogziekten is verba
zend grootmaar de dokters kennen
allerlei proeven en kunstjes, en deze
werken zoo verzwarend op den patient,
dat hij de kluts kwijt raakt en maar
al te duidelijk blijk geeft dat hij de
kwaal verzon. Zelfs in kalmer toestand
loopt hij er in, en verklaart b.v. bij
zekere proef niets te zien, hetgeen
juist bewijst dat hij gezonde oogen
heelt.
Uit een en ander blijkt ons ten
duidelijkste, dat de loiing voor de
nationale militie veilig onder de
minder gewenschte instellingen mag
worden gerangschikt, en hoewel het
doel dezer regelen niet is, daartegen
„Elk mensch heeft zoo zijn zwak
heden. Daarom moet u me niet in
den steek laten. Ik kan u niet
missen."
Deze verklaring deed haar goed.
Zij bedacht, dat zij hier toch een
goede beirekking had, en met Marie
zou zij het wel kunnen vinden. Zij
bedaarde weer. Zij beloofde, dat zij
er nog eens over denken zou.
Toen men des avonds aan de
Poolschë karpers smulde en Gold
ammer, nadat hij op de gezondheid
van zijn bruid had gedronken, in
een .geestdriftige stemming hare
hand greep en aan zijn lippen bracht,
zag Jeanne den haar bekenden ring
aan de vingers van het meisje.
„Gij hebt spoedig van het aan
denken aan uw overleden vrouw,
afstand gedaan, Mijnheer Goldam
mer," merkte zij op.
„Hoe bedoelt u dat stotterde
hij verward.
„Nu, ik meen, dat die ring met
geloof, hoop en liefde aan uw over
leden vrouw behoorde."
(Wordt vervolgd.)