Woensdag
17 Augustus.
No 192,
48e Jaargang.
1910.
Gemeentebestuur.
Feuilleton.
VLISSINGSCHE COURAINT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTiËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
NATIONALE MILITIE.
kennisgeving foor de loting van
de Nationale Militie.
Lichting 1911.
Burgemeester en Wethouders van
op art. 26 en volgende der Mili
tieweb 1901,
brengen ter kennis van belanghebbenden:
dat de loting der in dit jaar voor de
Militie ingeschrevenen in deze gemeente
zal plaats hebben ten raadhuize op Za
terdag 3 September 1910, des voormiddags
ten 10 ure, voor de ingeschrevenen wier
namen beginnen met A enz. tot en met
M.des namiddags ten 2 ure voor de
overige ingeschrevenen
dat g durende vijf dagen, te rekenen
van den dag, waarop de loting heeft plaats
gehad, tegen de wijze, waarop zij ia ge
schied, bij Gedeputeerde Staten van Zee
land bezwaren kunnen worden ingebracht
door belanghebbende lotelingen of door
hun vader, moeder, voogd of curator
dat de bezwaren moeten worden inge
diend door middel van een door de
noodige bewijsstukken gestaafd verzoek
schrift op ongezegeld papier, onderteekend
door hem of haar, die ze inbrengt, welk
verzoekschrift bij den Burgemeester moet
worden overgebracht tegen bewijs van
ontvang
dat op de navolgende dagen, telkens
das voormiddags van 10 tot 1 ure, teu
raadhuize (bureau militie) zitting zal
worden gehouden tot het opmaken van
de getuigschriften ter bekoming van vrij
stelling wegens broederdienst, bedoeld in
art, 53 der militiewet 190!, als:
op Maandag den 12 September 1910,
voor hen wier geslachtsnaam begint met
de letters A tot en met G
op Dinsdag den 13 September 1910,
idem als voren met de letters H tot en
met R;
op Woensdag den 14 September 1911,
idem als voren met de letters S tot en
met Z
dat zij, die op zoodanige vrijstelling
aanspraak maken, op gemelden tijd ten
raadhuize zullen moeten verschijnen,
vergezeld yan twee bij den Burgermeester
bekende meerderjarige ingezetenen, terwijl
op broederdienst reclameereuden zullen
moeten medebrengen de bewijzen van
geboorte van henzelven en de nog in
ieven zijnde broeders, benevens het pas
poort of ander bowiis van ontslag, of
een uittreksel uit het stamboek, of een
bewijs van werkelijken dienst van den
broeder of de broeders, op wiens of
wier dienst zij hunne reels,me gronlen.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, d n 16 Augustus 1910.
Burgemeester en We-'aoi .tra voornoemd,
VAN DOORN VAN KOIIDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
GENEESKUNDIG
STAATSTOEZICHT.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter kennis van belangheb
benden
dat blijkens bij hem ingekomen
id
—o-
Toen uw moeder voelde, dat zij
sterven ging, heeft zij dikwijls ge
beden en gesmeekt„Is het niet
mogelijk dat deze kelk aan mij voor-
bi) gaat Zij scheidde van ons met
abgst en zorgen. Ik weet echter dat
ZIJ zich onderwerpend aan Gods
w! heeft gezegd„Niet mijn
wd, maar Uw wil geschiede." Toen
ik begon te beseffen, dat ik een
ongelukkig schepsel ben, toen het
™e'sje, dat ik lief had mij koel af
wees met een spottenden blik en ik
W'st, dat ik nooit zoo gelukkig zou
jn door eenvrouw bemind te
vim 'oen 'k 00'c m'i n'e*
men schikken in het lot dat mij
eschoren is toen heb ik gemord
n mij tegen het noodlot verzet, en
dn u z'ei was bedroefd tot in den
°d- En ik kwam hier en vond
ambtsbericht Kroonstad is besmet
verklaard wegens Aziatische cholera.
Vlissingen, 16 Aug. 1910.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Rijksmiddelen.
De opbrengst der Rijksmiddelen
over de afgeloopen maand Juli mag
over 't algemeen niet tot ontevreden
heid stemmen. De ontvangst bedroeg
f 15,487,990.61'» d. i f874,656.85 meer
dan in Juli 1909, toen f 14,513,383.765
werd ontvangen, hetgeen f 54.500.48
meer was dan in 1908.
Hierbij dient men echter in aan
merking te nemen, dat de maand
Juli van verleden jaar niet bizonder
gunstig kon genoemd worden, terwijl
bijkans een derde van het boven
haar verkregen voordeel is te danken
aan de hoogere opbrengst der altijd
zeer wisselvallige successierechten.
De drankaccijns kan bogen op een
stijging van 264 mille.
De meeste rubrieken vertoonen
een stijging. Een meerdere op
brengst in vergelijking met verleden
jaar Juli valt te boeken voor de
personeele belasting van f201,000,
de vermogensbelasting van f 29,000,
de invoerrechten van f47,000, den
suikeraccijns van f 299,000, dien op
het gedistilleerd van f264,000, dien
op de bieren en azijnen van f 5000,
dien op het geslacht van f 25,000,
de hypotheekrechten van f 3000, de
successierechten van f 305,000, de
posterijen van f21,000, de rijkstele-
grafen van f43,000, de staatsloterij
van f84,000, de jacht- en visscherij-
akten van f 6000 en loodsgelden
van f 2000.
Minder leverden op de grond
belasting f35,000, de bedrijfsbelas
ting f 248,000, de wijnaccijns f 13,000,
die op het zout f6000, de gouden
en zilveren werken f 1000, de zegel
rechten f31,000, de registratierechten
f27,000 en de domeinen f 8000.
In de laatste drie maanden bracht
de suikeraccijns op f6,174,780.70
tegen f 5,867,733.92 in hetzelfde tijd
vak van 1909.
De verschillende middelen leverden
in de eerste zeven maanden van
1910 meer op dan in de eerste
zeven maanden van 1909 de volgende
bedragen de grondbelasting f 160,000,
de personeele belasting f404,000, de
bedrijfsbelasting met de opcenten
f244,000, de vermogensbelasting met
de opcenten f450,000, de invoer
rechten f 376,000, het formaatzegel
f 1000, de suikeraccijns f 164,000, de
wijnaccijns f 1000, die op het ge
distilleerd f 1,668,000, de zoutaccijns
f 76,000, die op de bieren en azijnen
f 22,000, die op het geslacht f 284,000,
jou. Je iiefkoozende kinderhand heeft
mij tot zachtmoedigheid gestemd en
mij met mijn lot verzoend. Ook uw
vader heeft biiter geieden, toen hij
op de knieën voor het sterfbed van
uw moeder lag en niet missen wilde,
wat hem het dierbaarst ter wereld
was. Hij heeft veel geleden, door
het verlies van haar, die zijn steun
was en zijn geluk uitmaakte. Maar
het werd hem niet bespaard den
met wreed harteleed gevulden beker
te ledigen."
„O, hoe treurig, diep treurig!"
weende Marie.
„Het leven is geen spel, arm kind,
het is een taak, een school, gelukkig
degene, die naar zijn geweten han
delt.
„Wanneer ge een beroep doet op
mijn geweten, oom Hans," zei Marie
op vasten toon, „bedenk dan, dat
ge mij niet kunt overreden om voor
Gods altaar liefde te beloven aan
een man, dien ik niet lief heb. Hoe
Zou ik mijn geweten meteen leugen
bezoedelen
„Gij zult hem de liefde toedragen,
die God ons geschonken heeft, die
we onze naasten moeten toedragen
TELEFOONNUMMER 10.
Abonnemenfs-Aduertentiën op zeer ooordeelige voorwaarden
de belasting op gouden en zilveren
werken f 19,000, de zegelrechten
f 29,000,de registratierechten f 109,000,
de hypotheekrechten f 18,000, de
successierechten f444,000, de poste
rijen f486,000, de rijkstelegrafen
f 170,000, de jacht-en visscherijakten
f4000 en de loodsgelden f 122,000,
terwijl minder werd ontvangen
alleen uit de domeinen f54,000 en
uit de Staatsloterij f 2000.
In de eerste zeven maanden werd
totaal ontvangen f 98,065,686.85 te
gen f92,770,638.74 in gelijk tijdvak
van 1909, dus dit jaar f 5,295,048,11.
meer. („N. Ct.")
Hofberichten.
Z. K. H. Prins Hendrik heeft
Zondagmorgen het Paleis Soestdijk
veilaten en zich te ruim 10 uur met
zijn adjudant jhr. Van Suchteien van
de Haare, van de halte Soestdijk per
locaalspoor naar Utrecht begeven,
voor zijn reis naar Montjoie in het
Eifelgebergte.
Terwijl H. M. de Koningin-Moeder
met haar gevolg de morgengods
dienstoefening bijwoonde in de Herv.
Kerk te Baarn, onder gehoor van ds.
H. H. Meulenbelt, maakte H. M. de
Koningin met een Harer hofdames
eene wandeling door het Baarnsche
Bosch. Tijdens H. M.'s bezoek op
Soestdijk was dit de eerste maal, dat
Zij een dergelijke wandeling deed.
Niet velen vermoedden, dat de Konin
gin zich te voet in het bosch bevond
en slechts enkelen hadden het voor
recht H. M. van nabij eerbiedig te
kunnen groeten. H. K. II. Prinses
Juliana reed ais gewoonlijk in de
morgenuren met Haar rijtuigje in het
park van het paleis. Des middags
deden de beide Vorstinnen met de
Prinses een rijtoer van één uur.
Geldverspilling.
In tegenspraak op het door den
Amsterdamschen correspondent van
de „Prov. Gron. Crf." gelanceerde
bericht, als zou ter wille van den tot
directeur der belastingen benoemden
heer Slotemaker, door den minister
van financiën de directie Middelburg
naar Breda zijn overgeplaatst, vernam
de „Maasbode" uit allerbeste bron
nog het volgende
jaren geleden is de directie Den
Bosch opgeheven als zoodanig en
overgeplaatst naar Utrecht. Noord-
Brabant is toen gesplitst in een
Oostelijk en Westelijk deel, die
sedert dien respectievelijk onder
Maastricht en Middelburg ressorteer
den. Iedereen zal direci toegeven,
dat deze beide plaatsen daardoor
ten opzichte van de betrokken direc-
tiën in uithoeken gelegen waren, Men
heeft dan ook reeds toen onmiddellijk
gevoeld, dat dit mis was en de over
Goidaminer is niet slecht, hij is een
verstandig man en vroolijk tevens.
Gij belooft hem trouw uw plicht als
zijn vrouw te volbrengen. Dat kunt
ge doen
„Zijn vrouw worden Het meisje
schudde het hoofd. „Nooit, nooitl"
Zij was nog steeds vol gramschap
en haat, hield haar ooren dicht en
liep weg.
Toen zij voor de keuken stond,
viel haar iets in. Zij moest aan haar
vader zeggen, dat zij onder geen
voorwaarde het verzoek, dat oom
Hans haar had gedaan, kon ver
vullen.
Zij hoorde haar vader in de ka
mer praten. Zijn stem klonk dof,
zooals a tijd, wanneer hij in zichzelf
sprak.
Zonder nadenken ging zij vlug bij
hem.
Emil Liebreich stond voor het
portret van zijn geliefde vrouw en
sprak tot de dierbare overledene,
alsof zij hem kon hooren. Zijn doch
ter hoorde bij het binnenkomen juist
nog de ernstig gesproken woorden
„Help mij, sta mij bij in mijn nood!"
Aangegrepen door dit schouwspel
plaatsing der directie Middelburg is
herhaaldelijk in de pen geweest.
Nu kwam ditmaal Arnhem ais
directie open en toen is de Middel-
burgsche directeur, ais zijnde de oud
ste, in gelijke functie naar Arnhem
benoemd. Aangezien nu in Middelburg
de locaiiteiten niet meer voldeden en
daar in ieder geval naar andere
localen moest worden uitgezien, heeft
men toen, in het belang van den
dienst de directie naar Breda ver
plaatst. Met dit alles heeft dus de
heer Slotemaker niets, hoegenaamd,
te maken.
Landweer-kader.
Aangezien uit de bij den minister
van oorlog ingekomen rapporten be
treffende de gehouden landweeroefe
ningen is gebleken, dat het landweer
kader, afkomstig uit de militie niet
geschikt is voor de taak die het in
oorlogstijd moet worden opgedra
gen, is door den minister van oorlog
de aandacht van alle chefs op deze
aangelegenheid gevestigd en opge
dragen alle middelen aan te wenden
om hierin ten spoedigste verandering
te brengen.
In verband hiermede is bepaald
dat de op 16 Augustus a.s, onder
de wapenenen komende milicien
sergeanten en adspirant-milicien-ser-
geanten der lichting 1909 aan een
onderzoek, wat betreft hunne practi-
sche bruikbaarheid, zullen worden
onderworpen, bij welk onderzoek zoo
noodig de divisie-commandanten zich
van een en ander kunnen overtuigen.
Een uitvoerig verslag van dit on
derzoek wordt door den minister van
oorlog ingewacht.
Goëducatie.
Wanneer wij onze kinderen van
zes tot twaalf jaar op de banken der
lagere school dooreen zien zitten,
schrijft dr. Y. H. Rogge in een in de
„School overgenomen stuk, jongens
en meisjes in dezelfde klasse, twijfelen
wij geen oogenbiik of er schuilt iets
goeds in die ccëducatie. Evenals in
een huisgezin, waarin alleen meisjes
zijn, die meisjes naar een broertje
verlangen, omdat zij onbewust voelen,
dat zij iets in hun dageiijksche om
geving missen, zoo is het nuttig dat
zij ook als schoolkinderen samen
opgroeien en onwillekeurig kennis
maken met elkanders aard en karakter.
Uit dat oogpunt beschouwd is er tegen
coëduc'atie moeilijk iets in het midden
te brengen, mits de persoon die de
leiding van dit troepje in handen heeft,
zich van zijn lastige taak bewust is.
Want waarlijk reeds op dien jeugdigen
leeftijd zijn de karakterverschillen zoo
groot, dat bijzondere paedagogische
bekwaamheid vereischt wordt om die
coëducatie niet te laten ontaarden.
De echte Hollandsche jongen, eenigs-
stond Marie eenige oogenbiikken
stil en durfde nauwelijks tot den in
gedachten verzonken man te spreken.
Hij had haar binnenkomst echter
bemerkt en keek haar met een ver
helderden blik aan „Daar komt de
hulp, de redding uit den nood!"
„Dat wat ge meent, wat ge van
mij verlangt, vader, Goldammer
dat kan ik niet, dat doe ik
niet, vader I"
„Mijn kind, wat zal er dan van
ons worden
„Draag mij iedere taak op, maar
mij verkoopen, een slavin een
man met tegenzin toebehooren
dat is verschrikkelijk!"
„En wanneer ge uw krachten ge
heel verzwakte, uwe handen tot
bloedens toe gebruikte, dan zoudt
ge nog nauwelijks in staat zijn om
u in het leven te houden. Hoe wordt
vrouwenarbeid betaald Uw moeder
heeft dikwijls tot in den nacht zitten
naaien en hoeveel heeft dit opge
leverd
„O, kon ik maar iets doen wat
waarde heeft!"
„Is het dan niet van groote waar
de om uw armen zwakken vader uit
zins wild van aard, laat weldra door
schemeren, hoe 'n groote minachting
hij heeft voor de meisjes, die gewoon
lijk wat kalmer en bedaarder haar
genoegens op ander terrein zoeken.
Dikwijls ook is die nauwgezetheid en
plichtsbetrachting der meisjes een
ergernis voor de jongens. Vandaar
dat in en buiten de school heel wat
leiding noodig is om te zorgen, dat
de coëducatie haar doel bereikt. Het
komt mij voor dat men dikwijls meent
ai genoeg gedaan te hebben, wanneer
jongens en meisjes op één schooi
bijeengebracht zijn zonder er aan te
denken, wat voor verdere verplichtin
gen dit meebrengt. Ik wil mij echter
op het oogenbiik niet inlaten met de
vraag, in hoeverre de coëducatie op
onze lagere scholen beantwoordt aan
de verwachtingen. Mijn doel is hier
te bespreken de coëducatie op oude
ren leeftijd, en wel speciaal op onze
gymnasia.
De twee belangrijke vragen, die bij
ons opkomen, wanneer wij over dit
onderwerp nadenken, zijn: lo. is
het onderwijs geschikt voor onze
meisjes? en 2o. is het raadzaam,
dat ook op dien leeftijd jongens en
meisjes te zamen onderwijs ontvan
gen
De eerste vraag beantwoordt dr.
Rogge ontkennend. De methode, op
de gymnasia gevolgd, acht hij niet
de geschiktste voor de meisjes. Zij
toonen dan ook op de gymnasia
minder aandacht en liefde voor de
wetenschappelijke studie.
Wat de tweede vraag betreft, ver
volgt schrijver: Ook de physiek
maakt het hoogst noodzakelijk, dat
wij de meisjes een anderen weg
laten volgen. De verandering in de
lichamelijke gesteldheid onzer meisjes
op dien leeftijd dwingt ons na te
gaan, of wij de meisjes tot deze
studie mogen aanzetten en of het
wel wenscheiijk is aan mannen de
opvoeding toe te vertrouwen. Een
langdurige ondervinding geeft mij het
recht van spreken en openlijk beken
ik, dat, niettegenstaande veel moeite,
het mij vaak lastig valt mee te leven
en in te denken in het gemoedsleven
der meisjes. Zij, die aan het leeraars
vak ook een paedagogische zijde zien,
zuilen dit zeker met mij eens zijn.
Hierdoor ben ik van zelf gekomen
tot het laatste punt: het al of niet
wenscheiijke der coëducatie. Na het
voorafgaande zai men niet verbaasd
zijn te vernemen, dat ik geen groot
voorstander der coëducatie ben, wel
te verstaan op lateren leeftijd. Niet
alleen echter om de redenen, die
men uit het vorige betoog kan op
maken. Er is meer. Een bekend
Duitschcr, die het recht heeft inee te
spreken, komt na overweging van
veie gegevens tot de slotsom, dat
zelfs in Amerika de coëducatie een
den nood te helpen
„Jawel, maar hoe
„Wij moeten God danken, dat hij
ons de helpende hand toereikt en
haar dankbaar aannemen Goldammer
is alleen in staat om ons uit den
nood te helpen." 4
„Dat is onwaardig, dat is afschu
welijk
Marie, ik zweer je bij den naam
van je overleden moeder Zij wil, dat
je je ouden vader zult bijstaan
hij hief de armen in vertwijfeling
omhoog.
En nu gebeurde er iets ongehoords,
iets, dat het meisje door merg en
been ging. De lange magere man
knielde aan de voeten van zijn kind
en omvatte vleiend haar knieën.
Ontsteld greep zij hem bij de armen
en deed hem opstaan. Daarbij sta
melde zij„Zoo niet, vader, zoo
niet dat is verschrikkelijk, dat
mag niet gebeuren, dat is tegen de
natuur
(Wordt vervolgd.)