Zoterdag 6 Augustus. No. 183. 48e Jaargang. 1910. binnenland. VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweern aal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Verjaardag H.M. de Koningin-Moeder. Uit verschillende plaatsen in het buitenland komen berichten over het vieren van den verjaardag van H. M, de Koningin-Moeder. In Adelboden in het Berner Ober land verkreeg het feest een bijzonder cachet, doordat aan het einde van den gemeenschappelijken maaltijd, minister Heemskerk, die met zijn fa milie in het hotel Kurhaus vertoeft, zich van zijn zetel verhief en na in welgekozen bewoordingen hulde te hebben gebracht aan den gastvrijen Zwitserschen bodem, in een welspre kende rede het belang van den feest dag herdacht, zoowel voor het Vor stenhuis als voor het Nederlandsche volk. Met geestdrift volgden de gasten zijn oproep, om de gezondheid te drinken van de jarige Koningin, waarna de avond door een gezellig samenzijn werd besloten. Ongeval Prins Hendrik. De „Tel." meldt omtrent dit ongeval het volgende Het is verwonderlijk, zoo weinig als men te Baarn gisteren nog afwist vanhet ongeval, Prins Hendrik Woens dag overkomen. Velen waren zelfs geheel onbekend met het feit, en ver namen dit eerst uit de Amsterdamsche avondbladen. De order van den bur gemeester van Baarn, om geenerlei inlichtingen te verstrekken en zoo weinig mogelijk ruchtbaarheid aan het ongeval te geven, was wel nauwgezet opgevolgd, doch onder de pressie der publieke belangstelling lekten de bij zonderheden toch langzamerhand uit. Het ongeval geschiedde dan Woens dagmiddag te ongeveer half vier. De Prins maakte den laatsten tijd gere geld fietstochtjes. Zeifs was men Z. K. H. reeds eenige malen tegengeko men, lustig peddelende onder een kletterende regenbui Woensdagmiddag fietste Z. K. H., vergezeld van den heer L. W. Groe- neveldt, intendant van Soestdijk, op den Hilversumschen straatweg nabij de Generaal Van Heutziaan. Men was op weg naar den heer H. P. J. Tutein Nolthenius, oud-burgemeester van Apeldoorn, die sinds kort te Laren woonachtig is. Daar kwam van de tegenovergestelde zijde een jonge dame aanrijden. Zij was echter nog nier ai te best getraind in het besturen van een rijwiel, want zij slingerde gevaarlijk heen en weer, Z. K, H. Prins Hendrik belde nog, doch de dame kon niet in den rechten koers blijven. Vóór men er op verdacht was, had zij het rijwiel van Prins Hendrik aangereden, waardoor hij een gevaarlijken smak deed. De heer Groeneveldt stapte -o— 2.) „Assel, waar is jé pronkjuweel toch In de keuken en in de kamer "Cb ik Marie gezocht en geroepen, maar ze is nergens te vinden »Ze zal uitgegaan zijn." Hans Assel stond op, en beide mannen gingeo in de helder verlichte gang. Op dat zelfde oogenblik hoorde men het knakkende geluid van de het deurtje ging open en een "ooi. slank meisje sprong er uit. naar geheele voorkomen getuigde van eenvoud en landelijke frisch- neid. Op haar golvend haar lagen "°g eea paar sneeuwvlokken, die poedig verdwenen, toen zij met de and heur haar glad streek. Zonder n°ed of mantel was zij in de buurt en'ge inkoopen gaan doen voor de onmiddellijk af en was Z. K. H. bij het opstaan behulpzaam. De jonge dame, die blijkbaar niet wist, dat zij Prins Hendrik had aangereden, wijl deze zijn incognito bewaarde, kwam met den schrik vrij. Zij stapte weer op de fiets en zette, zoo goed en zoo kwaad als het ging, haar tocht voort. Tot nu toe weet niemand, wie de geheimzinnige wielrijdster is geweest, die zooveel ontsteltenis in de Konink lijke Familie heeft teweeg gebracht. Men vermoedt, dat de dame te Hil versum thuis behoort. Natuurlijk zal er geen nader onderzoek naar de persoon van de bewuste wielrijdster, die in haar onbeholpenheid het on geval veroorzaakte, worden ingesteld. Aanvankelijk voelde Z. K. H. slechts weinig pijn, en ging hij, on dersteund door den heer L. W. Groeneveldt, de villa van mevr. de weduwe Van Dorp binnen, met het doel zich te laten afborstelen. De vrouw des huizes, van het onver wachte hooge bezoek op de hoogte gebracht, toonde zich aanstonds een en al bereidwilligheid voor haar gast. Zij ontving Z. K. H. in de beneden- eetkamer, en bood Hem daar eene verfrissching aan. Intusschen was dr. Muysken, diè te Baarn de functie van hofarts vervult, per telefoon naar de villa van mevr. Van Dorp ontboden. De Prins klaagde over pijn aan zijn schouder, zoodat dr. Muysken meende, alleen met een schouderont wrichting te doen te hebben. Het ontwrichte gedeelte werd ten huize van mevrouw Van Dorp weer gezet, waarop Z. K. H. per auto zijn tocht wenschte te vervolgen. Telefonisch ontbood men van het paleis te Soest dijk een auto, en begaf men zich weer op weg naar Laren. Onderweg werden de pijnen echter zoo hevig, dat Z. K. H. het beter oordeelde, terug te keeren. Bij het ..Pension Zeiier" werd andermaal naar dr. Muysken getelefoneerd, met het ver zoek, aanstonds aan het paleis te Soestdijk te komen. Daar onderzocht dr. Muysken den hoogen patiënt voor de tweede maal en constateerde hij sleutelbeenbreuk. Hoewel het geval zich niet ernstig laat aanzien, kan het genezingsproces toch geruimen tijd in beslag nemen. De nacht van Woensdag op Don derdag was vrij goed. Over het ver loop van het proces is dr. Muysken, zeer tevreden. Eenige weken rust zullen voldoende zijn otn Z. K. H. weer op de been te brengeneen alge- heele genezing is een kwestie van tijd. Den arm draagt Prins Hendrik thans in een doek. Gisteravond te 9 uur bracht dr. Muysken nog een bezoek ten paleize. „Wees maar niet zoo haastig, Marietjeri°p Goldammer, terwijl hij Marie in het voorbijgaan trachtte te grijpen. Het meisje nam vlug wat zout uit een papieren zak en wierp hem dat in 't gelaat. Lachend ver dween zij in de keuken, terwijl hij stond te hoesten en een leeïijk ge zicht zette. Toen Goldammer zich weer her steld had van dezen onverwachten aanval, opende hij de deur, die zij achter zich dichtgeslagen had, en riep naar binnen „Maar nu weet je toch volstrekt niet, wat ik eigenlijk kom doen." Zij had haar keukenschort reeds voorgedaan en was bezig het fornuis aan te maken. Zij keerde haar gelaat zoo half naar hem toe en zeide „Och, dat kan me niet schelen „Nu, luister eens, kleine, en wees niet zoo onvriendelijk. Ik kom vragen, of je lust hebt om van avond met mij naar de opera te gaan. We gaan op den tweeden rang zittenze speien „Romeo en Julia," een prachtige liefdesgeschiedenis." „Vraag dan maar een ander om mee te gaan." flbonnements-Aduertentiën op zeer ooordeelige oooriuaarderi De nieuwe legercommandant in Indië. Wij gelooven het Indische leger geluk te mogen wenschen met het besluit, waarbij luitenant-generaal Van Daalen is benoemd tot com mandant van het leger en chef van het departement van oorlog in Ne- derlandsch-Indië ter vervanging van wijlen luitenant-generaal Van der Willigen, die onlangs tengevolge van cholera kwam te overlijden. De nieuwe titularis is op nog betrekkelijk jeugdigen, 47-jarigen leeftijd tot de hoogste waardigheid in het leger geroepen, dank zij de snelle promotie, die voor hem wegens bijzondere militaire verdiensten was weggelegd. In 1883 lot 2en luitenant der ar tillerie benoemd, woonde Van Daalen als le luitenant de lessen der hoogere krijgschool te 's-Gravenhagè bij en zag hij zich al spoedig na zijn terugkomst in Indië geplaatst bij den generalen staf. Het was hierbij dat hij duidelijke bewijzen van zijn militaire bekwaamheden kon geven, toen hij, in Atjeh geplaatst, zich een waardig zoon van een waard igen vader, den held van Lemboe, toonde. Het was voorai de tocht door de Gajoelanden, met een handvol maré- chausseés tot een goed einde gebracht die Van Daaien's goede militaire eigenschappen in het voile licht stelden. Toen geroepen het bestuur over Atjeh te aanvaarden, scheen het een oogenblik alsof de minder bevredi gende toestanden in dat gewest afbreuk zouden doen aan eene schitterende carrière. Wij hebben er indertijd echter steeds op gewezen, dat hoezeer ook Van Daalen als bestuursman mocht hebben gefaald, dit niets afdeed aan zijn militaire verdiensten. Dat dit ook van hoogste zijde werd erkend, bleek wel uit de onder scheiding, die generaal Van Daalen tijdens zijn verlof hier te lande ten deel viel, toen H. M. de Koningin hem bij het bezoek, dat keizerWilhelm aan Middachten bracht, aanwees om den hoogen bezoeker te verwelkomen. Hadden bijzondere redenen, die wij respecteeren, niet gegolden, dan zou generaal Van Daalen wellicht reeds ten vorige jare zijn geroepen, om de thans door hem bekleede functiën te aanvaarden. Door den ontijdigen dood van den betreurden generaal van der Willigen is deze benoeming vroeger gekomen dan verwacht werd. Zal het den nieuwen legercom mandant gelukken, den goeden geest ir, het Indische leger te herstellen, die in de laatste jaren wel eens zoek bleef Wij meenden bij het optreden van zijn voorganger, in diens karakter- „Goedenmorgen," klonk daar een zachte mannenstem. De kapper keek om en zag zijn vriend en ouden huisgenoot, den fotograaf Emii Liebreich, naast zich staan. De slanke man met zijn gebo gen houding en zijn ziekelijk dwee- persgezicht droeg op zijn arm een zwart bruin dashondje, alsof het een kind was. Terwijl hij het diertje streelde, zeide hij: „Ik heb „Romeo en Julia" dikwijls gelezen, het is een heerlijk schoon dichtwerk. Maar mijn dochter heeft helaas weinig gevoel voor de dichtkunst." „Wel, mijnheer Goldammer, neem mijn papa mee." „Neen, mijn waardeIk zal het maar rondborstig zeggen, ik heb liever een dame tot gezelschap." „Maar dan is mamzei Jeanne u veel nader." „Zoo'n kribbige kat," mompelde onze kapper, terwijl hij Marie den rug toekeerde. „Waarde vriend, neem het mijn dochter niet kwalijk. Ze is nog jong en niet altijd verstandig. Wilt ge niet eens binnengaan trekken een waarborg te hebben gevonden voor een oordeelkundig optreden, dat den wagen weder in het rechte spoor moest brengen. Het zal voor generaal van Daalen met zijn stroef karakter, met zijn liefde voor krachtige en harde maatregelen, een zware, schoon zeker niet een te moeilijke taak zijn, ook dien plicht van zijn voorganger over te nemen. De zorg voor de gevechtswaarde van het leger is zeker generaal Van Daalen uitnemend toevertrouwd. Hetgeen in dat opzicht door hem als chef van den staf werd verricht geeft aanleiding het beste voor het Indische leger te verwachten. (Hbl.) Voor zieke politiebeambten. H. M. de Koningin en H. M de Koningin-Moeder hebben ieder een gift van f 100 doen toekomen aan den heer B. Koker Jzn., te Krimpen a. d. IJsel, voorzitter der commissie van beheer der stichting, bedoeld bij art. 2, 4o der statuten van den Alg. Ned. Politiebond (verpleging van zieke politiebeambten en de bouw van een eigen sanatorium), als blijk van belangstelling in het nuttige en menschiievende streven der com missie. Kath. Soc. Actie. Gisteren kwam, onder presidium van mr. E. v. d. Bogaert, het Dio cesaan comité van de K. S. A. in het bisdom Haarlem in buitengewone vergadering bijeen, ter vervulling van de vacature in het bestuur, ontstaan door de benoeming van mr. E. R. H. Regout tot minister van justitie, die voorzitter van het Diocesaan be stuur was. Met groote meerderheid werd in deze vacature gekozen dr. C. Meule- man, voorzitter van het plaatselijk comité te Leiden. In de daaropvolgende bestuursver gadering gaf de vice-president, op een desbetreffende vraag van een der leden, te kennen dat hij zich niet langer voor het presidentschap be schikbaar kon stellen. Daarna werd met op éen na algemeene stemmen tot voorzitter van het diocesaan comité gekozen dr. C. Meuleman. De verbetering onzer kustverdediging. Al is het dan niet met een biij gemoed, de veertig millioen die de regeering aanvraagt voor verbetering onzer kustverdediging moeten wor den toegestaan, als ze noodig zijn, meent het „Huisgezin". Men zou heel het budget voor oorlog en marine graag schrappen, indien de andere mogendheden het ook deden. Doch zoo lang zij daar niet toe overgaan, mogen wij het eenvoudig niet doen. Het „Volk" moge spotten met het Goldammer was reeds verzoend en ging den zoogenaamden salon binnen. Dat was de kamer, waar de bezoekers werden ontvangen en vanwaar een trap naar het atelier leidde. Dit vertrek was wel met smaak gemeubileerd, maar alle meu belen verlangden naar de goede zorgen van den meubelmaker of van den stoffeerder. Voorzichtig zette de fotograaf zijn hondje in een hoek neer en meteen handgebaar noodigde hij den gast tot plaats nemen op een der leun stoelen. Doch Goldammer ging niet zitten met een tevreden glimlach op het gelaat, met de handen op den rug stapte hij in de kamer heen en weer. Op eens bleef hij voor Liebreich staan en zei„Zoo'n beetje preutschheid is toch eigenlijk wel lief. Doe me een pleizier, papaatje, en ga zachtzinnig met het iieve kind om." Beide mannen waren ongeveer even oud, en Emil Liebreich zag er niet uit, of hij hardvochtig kon wezen. „Jammer dat mijn kind haar moe der reeds inoet missen," zei hij met „eerste royale wetsontwerp", dat de regeering van „het jolige christen dom" voorstelt, joligheid en chris tendom hebben niets met het wets ontwerp te maken. Kuyper, die niet jolig was, en Van Houten, die geen christen is, zouden zulk een voorstel evengoed hebben ingediend. Indien het „Volk" het betreurt, dat de poli tiek der omliggende mogendheden ons op zoo groote kosten jaagt, dan gaan wij zegt het „Huisgezin" geheel met haar mee. Maar de re geering verwijten dat zij doet wat ze haar plicht acht is onredelijk. En ook het „Volk" zou er, dunkt ons, weinig over gesticht zijn, indien wij ten gevolge van onze zorgeloosheid op een mooien morgen als Duitsch wingewest ontwaakten. Vlissinger», 5 Augustus. Van af Donderdag 4 Aug. tot 20 dezer wordt eiken avond in het Strandhotel concert gegeven. Nadere aanwijzingen omtrent samenstelling en directie waren in de bekendma king niet gegeven. De bezoekers moesten zich dus maar voorbereiden op een of andere verassing. En eene verrassing was het, want van buiten af kon al worden gehoord, dat daar binnen eenige musiceerenden bezig waren met het maken van goede muziek. Een vijftal dames, waaronder een paar bekenden, en twee heeren, vormen een samenstel van musici- wier muziek mag wordeu gehoord. Twee goede eerste violen, eene cel liste, wier prestaties bekend zijn een flinke fluitspeler, die èn op dwars fluit èu op piccolo heel aardig thuis is, daarbij een harmonium, piano en contrebas vormen een geheel, dat mooie nummers ten beste geeftde klankontwikkeling is mooi en vol de harmonie in voordracht voldoet goed en de indruk, dien het geheel maakt, is die van een flink bezet orkest, een gevolg van de omstan digheid, dat de spelenden op hunne respectieve instrumenten goed thuis zijn. Bij gebrek aan een program was het wel wat bezwaarlijk aanteekening te houden van de nummers, die bij zonder de aandacht trokken toch kan worden vermeld, dat de uitvoering van „Marlha" en „Trovatore" zeer goed was; beide nummers werden luide toegejuicht en onder de toegiften trok de „Kleppermarsch" van Jan Morks, bijzonder de aandacht. Van deze kapel zijn goede uitvoe ringen te wachten, zooda, zij wel op een druk bezoek zal kunnen rekenei. Het programma voor hedenavond van het Dames Concert-Ensemble „Hollandia", dat onder directie van een zucht. Gewoon aan de kruipende hou ding van zijn winkeljuffrouwen en haar werksters, schepte Goldammer veei behagen in Marie, zoowel om haar fiere houding, als om haar frissche schoonheid. Reeds lang vo id hij het prettig haar te zien, en tel kens moest .hij aan haardenken. Hij begon nu met Liebreich te overleggen, of zij in de eerstvolgende dagen niet eens een vroolijken avond konden hebben. Hij wilde Jeanne Duvernier, de directrice mm zijn werkplaats meenemen, dan telde het gezelschap evenveel dames als heeren. Liebreich had altijd die Fransche dame gaarne gezien. De fotogrdaf wist niet, dat hij ooit iets van dien aard had laten blijken, maar zonder nog aan die Fran?a».se te denken, had hij gewichtige redenen om dezen voorslag af te wijzen. Uit zijn aard was hij afkeerig van alles, wat buiten den gewonen loop van zijn eenzelvig leven ging. De drukte, het gedruisch en de walrn in de restaurants en in de café-chantauts deden hem walgen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1