1 wist! Kil
No. 146
48e Jaargr&issr.
1910.
we
iRuyler".
V rijdag
24 Juni.
\en:
binnenland:
Feuilleton.
mWmWBW~
ini 1910,
iOENEN
'SEN
IS SEN
EP
ïETJES
AEJES
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
7.)
flbonnements-ftduertentiën op zeer uoordeelige uooru/aarden
Ib dit 't gevolg der vrouwbeweging,
Waaronder manlief gaat gebukt?
ETHACKE, te
mens, ten ver
palen, op
uur, in het
Vriendschap",
Vlissingen, in
In.
te Vlissingen,
7, kadaster
j>t 2 Aren,
van gas, wa-
velwater.
ird tot 1 Mei
aaand. Boven-
aart 1914 voor
:lder verhuurd
asting f 42.43.
ee.
te Vlissingen,
t no. 61, ka-
|r 1463, groot
van gas, wa
fer.
1 tot 1 October
naand. Boven-
7.— p. maand,
asting f 42.34.
E.
laats en Erf,
Vrouwestraat
Ie E no. 1626,
|ien van gas,
gedeelte van
rd voor f 3.50
het bovenhuis
er week,
asting f 31.02.
|R.
ielhuis met
reedte en Erf
Koudenhoek,
6, kadaster
Jt 99 centiaren,
van regen- en
rd voor f 2.25
pasting f 11.26.
te Vlissingen,
io. 8, kadaster
t 46 centiaren,
n van regen-
verhuurd voor
asting f 15.80.
pn Vijf zullen
betaling der
of uiterlijk op
|s vóór en op
t/an 1012 en
toon van een
>baar ten kan-
'Notaris, Ko-
alwaar tevens
■strekt worden.
VLISSUNGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. .VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Nieuwe Abonné's, uiige=
zonderd bij weKelijKsche her
taling, ontvangen de dagelij Ks
verschijnende „VL.ISSING-
SCHE COURANT" koste
loos tot 1 Juli.
PrinsesMarie.
Hoewel de koorts, waaraan Prinses
Marie der Nederlanden leed, hevig
was toegenomen, is H. K. H. toch
nog zacht en kalm ontslapen.
De begrafenis zal plaats hebben
op a. s. Dinsdag 28 Juni, 's nam. 4
uur in het familiegraf te Neuwied.
De laatste maal dat de in Nederland,
vooral in de residentie zeer bekende
Prinses, Den Haag bezocht was bij
gelegenheid van den doop van Prin
ses Juliana, welke plechtigheid Zij
met Haar dochter in de Willemskerk
bijwoonde.
Zooals men weet bezat de overleden
Vorstin uit de nalatenschap van wijlen
Haar vader Prins Frederik uitgestrekte
eigendommen, gelegen onder Wasse
naar en op het grondgebied van Den
Haag. In den loop der tijden zijn de
meeste dier landgoederen door ver
koop overgegaan, hetzij aan H. M. de
Koningin (o.a. de buitenverblijven
Raaphorst, Ter Horst en Eikenhorst)
hetzij aan particulieren (park Groot
Hasebroeck, het paleis in het Korte
Voorhout, thans ingericht als justitie-
gebouw en het hoekhuis aan de
Princessegracht dat bestemd is tot
bureelen der Eerste Ned. Levensver
zekering Maatschappij).
Alleen het huis „De Pauw" met
aangrenzend landgoed „Backersha-
ven" aan den Leidschen weg en het
zeepaviljoen te Scheveningen met
omliggend terrein heeft de Prinses
tot aan Haar dood in eigendo.n
behouden.
Tweede Kamer.
In de gisteren gehouden zitting
der Tweede Kamer is besloten heden
avond zitting te houden en vóór het
opmaken der huishoudelijke raming
in comité-generaal te behandelen de
conclusiën der Kruppcommissie en
eene nominatie op te maken voor
den Hoogen Raad en voorts te be
handelen de interpellatie van den
heer Van Doorn omtrent de Borro-
maeus-Encycliek.
Vrijdag na de pauze eindstemming
over het ontwerp tot wijziging der
wet betrekkelijk besmettelijke ziekten
en over regeling der banken van
leening.
Gisteren werden afgehandeld een
reeks ontwerpen, o.a. de suppl. In
dische begrooting voor reorganisatie
van den burgerlijken geneeskundigen
-o—
Zij wilde haar vader en moeder
roepen, maar slechts doffe klanken
bracht zij voort, geen woord kwam
over haar lippen. Een golf van den
langzaam opkomenden vloed raakte
haar tot de knieën. Met wankelende
schreden week zij voor het water
terug en ging weer naar den wal-
muur. Daar wierp zij zich met het
gezicht ter aarde, en in wanhoop
woelde zij met bloedende handen in
het scherpe kiezelzand.
Boven op den wal gingen mis
schien enkele menschen voorbij, maar
beneden aan den waterkant was het
stil en eenzaam. Niemand zou het
gezien hebben, indien de stijgende
vloed zich over het ongelukkige
meisje ontfermd en het in de diepte
gesleept had, om het daarna neer te
leggen op een koraalbank, op een
bed van prachtig gekleurde zeerozen
dienst, het ontwerp tot naasting van
den spoorweg GoudaSchoonhoven
en het ontwerp betreffende het terug
brengen der particuliere landerijen
op Java tot staatsdomein.
In tegenwoordigheid van den heer
mr. Fruin, van Rotterdam, als re-
geerings-commissaris, is aangevangen
met de behandeling der octrooiwet.
De heer Bos, over de bezwaren
heenstappende, aanvaardde het ont
werp, met het oog op de voortdu
rende verbetering in de techniek.
Het algemeen debat is gesloten.
Minister Talm§ nam 33 van de 40
door de commissie van ropporteurs
voorgestelde amendementen over.
Bezoek Belgisch Koningspaar.
Het bezoek van den Koning en de
Koningin van België aan ons land,
is, naar uit officieuse bron wordt
medegedeeld, te verwachten tegen
medio September.
Zooals reeds vroeger is gemeld,
wordt het Koningspaar ontvangen
ten paleize te Amsterdam en zal later
ook een bezoek worden gebracht aan
de residentie.
Nachtverblijf buiten de kazerne.
Afgaande op het feit, dat de ver
zoeken van miliciens der lichting
1903 en 1904, om gedurende de 3e
herhalingsoefeningen (van 12—22
September) buiten de kazerne te mo
gen overnachten, zeer schaarsch in
komen en dat het tijdstip waarna
dergelijke verzoeken niet meer kunnen
worden ingediend, zeer aanstaande
is, verzoekt men ons de miliciens er
aan te herinneren, dat dit jaar bij
wijze van proef, aan hen die zulks
tijdig aan hun onmiddellijken chef
(compagnies-commandant)aan vragen,
kan worden vergund buiten de kazerne
te overnachten.
De Lustrumfeesten te Leiden.
Gister had de voorstelling plaats
van „Alianora", waarvoorde Koningin
Moeder en Prins Hendrik naar Leiden
zouden zijn gekomen. Tengevolge
van het overlijden van de vorstin-
Moeder Von Wied was echter het
bezoek afgezegd.
In de Zoeterwoudsche Singelgracht
aan den oever van het plantsoen was
een Romaansch kasteel verrezen met
een platform dat 15 meter ver in het
water uitsteekt. Rechts daarvan een
Gothische brug met oude stadspoort.
Op het water wiegden zich zacht
blapke waterlelies en gele plompen,
de oevers waren een bloeiende bloem-
haag en zwaar opgaand geboomte
onttrok de achterliggende huizenrij
aan het gezicht. Het geheel was eene
zeldzame bekoring en deed de toe
schouwers in leven in de grijze mid-
en leliën.
De eene minuut verstreek na de
andere. Langer werden de pauzen
tusschen het hartbrekende snikken,
matter woelden de teedere vingers
in het zand, met moeite verroerde
zij de gestooten, gekneusde lede
maten.
Nu bewoog zich op eenigen af
stand iets onder een uit den muur
gegroeid bladerendak. Uit de scha
duw, waarin zij tot nu toe gelegen
had, kwam een kort, zwaarlijvig
wonderlijk gekleed persoon te voor
schijn, en met vreemde bewegingen
op zonderling gefatsoeneerde satijnen
schoenen met dikke zolen voorthup
pelend naderde hij het met den dood
worstelende kind. Hij beschouwde
het een poos, vervolgens boog hij
zich er over heen, keerde het om
en bracht het in een zittende hou
ding, terwijl hij tegelijkertijd in ge
broken Engelsch eenige bemoedigen
de woorden sprak.
Door deze zachte aanraking mis
schien herinnerd aan de liefderijke
zorg harer ouders, verzamelde Lotje
haar laatste krachten en staarde den
vreemden man aan.
Op het eerste gezicht werd zij
deleeuwen waarin de handeling thuis
behoort.
De tribunes aan weerszijden, plaats
biedende aan 300toeschouwers, waren
geheel bezet.
Op het vastgestelde uur weerklonk
bazuingeschal en van onder de Go
thische brug naderden rijk versierde
zeventiende eeuwsche vaartuigen be
vattende Frederik Hendrik met zijn
gevolg en verdere vorstelijke gasten.
Het was een geschitter van pracht
volle costuums, in rood en goud, in
blauw en geel. Een boot, waarin ge
zeten de Amsterdamsche magistraten,
voer het gezelschap tegemoet en de
dichter Hooft noodigde in een bloem
rijk gedicht de vorstelijke bezoekers
aan land te gaan. Inmiddels kwam
langs den overliggenden oever een
ridderlijke bruidstoet en ten tooneele
werd gevoerd „Alinorte," spel van
het huwelijk van Reijnalt van Nassau,
Hertog van Gelre en Alianorte van
Engeland.
Heerlijk schoon klonken de gedich
ten van Boutens over het water en
de composities van Koeberg werden
op meesterlijke wijze vertolkt onder
de persoonlijke leiding van den com
ponist.
Neerbosch.
Het 47e jaarfeest van de Weesin
richting te Neerbosch bij Nijmegen
is gister met veel opgewektheid en
onder belangstelling van weezen-
vrienden, die van elders waren over
gekomen, gevierd.
De geheele bevolking van het
weezendorp, vereenigde zich des
morgens om elf uur in de kapel der
inrichting, waar voor een groote,
aandachtige schare de feestrede werd
uitgesproken door dr. A. W. Bronsveld,
predikant te Utrecht, bij welke plech
tigheid onder orgelbegeleiding ver
schillende'liederen gezongen werden.
Daarna nam de directeur, ds. Schrij
ver, het woord om het jaarverslag
uit te brengen en daarin te gewagen
van dagen van groote blijdschap en
van dagen van veel zorgen, of zooals
spr. het noemde, dagen met een
kroontje er boven en dagen met een
kruisje er onder.
Met nadruk werd gewezen op de
groote waarde voor de inrichting,
gelegen in het bezit oer teekenschool
die het vorig jaar in gebruik werd
genomen en waarin 127 leerlingen
samen 15 uren les ontvangen van 2
leermeesters.
Bij het rekeningoverzicht gekomen,
kon ds. Schrijver wijzen op een batig
saldo van f330. De rekening sloot
in ontvangst en uitgaaf met f 105,495.
Aan verpleeggelden werd ontvangen
f 41,323,94Vv, aan giffen f 38,724, aan
legaten f 66,773, van welk bedrag
f60,275 werd afgeschreven op vaste
weder door schrik overweldigd. Zij
zag een klein man in een tot over
de knieën hangend blauw kleed,
waaronder een zoo wijde broek, dat
deze een aanhangsel van het kleed
scheen te zijn. Ook de lompe schoe
nen met dikke zolen ontgingen haar
door doodangst gescherpte opmerk
zaamheid evenmin als de lange
zwarte staart, die, zooals zij bij een
wending van den zonderlingen man
duidelijk zag, van onder het ronde,
veelkleurige vilten hoofddeksel tot
ver over de buiging van de knie
reikte. Zijn gelaat was zoo geel als
was, en de uithoeken der schuine
zwarte oogen liepen naar de slapen
van het hoofd, terwijl de breede neus
letterlijk ingeklemd was tusschen de
vooruitstekende kaakbeenderen en
dikke lippen van den grooten mond.
En toch lag in dat Ieelijke gelaat
een uitdrukking, die op de arme
kleine een geruststellende uitwerking
had, want op het oogenblik toen de
wonderlijke man zijn smalle hand
naar de verwarde zwarte haarlokken
van het meisje uitstak, om ze van
het bebloede voorhoofd te strijken,
richtte Lotje zich op de knieën en
smeekend de handen omhoog hef-
goederen, drukkerij, biiylerij, boerderij
enz. De uitgaven voor kleeding
bedroegen f11821, die voor voeding
f34691, verwarming en verlichting
f6324, onderwijs f7424, salarissen
f 10805, renten en pensioenen f9183,
onderhoud gebouwen en terreinen
f 1798.
„Hoe moet men groeten"? Deze
vraag is sinds eenigen tijd in Duitsch-
land aan de orde. Tot heden is het
gebruikelijk te groeten, óf door het
afnemen van het. hoofddeksel, èf
door het maken van de stijve lenden
buiging. Maar deze groetwijzen vin
den sommigen niet geschikt en, wat
in Duilschland veel zegt, niet natio
naal. De ontblooting van het hoofd
zou van Byzantynschen oorsprong
zijn. Men wil daarom den echt
Germaanschen groet invoeren, be
staande in het militaire saluut, waar
bij de hand aan den slaap van het
voorhoofd wordt gebracht. Te Darm
stadt is een „Bond voor den Duit-
schen groet" opgericht. Geregeld
houdt men er besprekingen en ook
proeven, welke wijze van groeten
de meest nationale en geschikte is.
't Wil er nog niet bij alle Bondsle
den in, dat een deftig Duitscher, die
den statigen hoed draagt, een bij
uitstek vaderlandschen indruk zal
maken, indien hij met een hand den
pink op den naad van de broek
plaatst, en de andere hand, met den
binnenkant buitenwaarts tegen het
voorhoofd drukt.
Te Londen, in enkele bestuursde
partementen, neemt men een proef
van geheel anderen aard, maarzeker
niet minder belangrijk. Men laat daar
de ambtenaren in plaats van om 10
uur, te 9 uur 's morgen aanvangen
en 's middags om 4, in plaats van
om 5 uur eindigen. Dit met het
oogmerk, dat zij meer genot zullen
hebben van een rusttijd bij daglicht.
De proef voldoet tot heden uitste
kend na het sluitingsuur gebruiken
de ambtenaren thuis een luchten
maaltijd en gaan dan de lucht in
om te wandelen of zich met sport
te ontspannen. Zonder schade van
de dagtaak is hier dus een verbetering
welke veler gezondheid te goede
kan komen, 't Zou, dunkt mij, niet
kwaad zijn, als eens door een speciale
commissie van medici werd nage
gaan, wat er in deze richting, hier
en elders, al zoo meer kon worden
gedaan. Trouwens, als de ernstige
wil voorzit, kan bijna ieder voor
zich nog wel den tijd vinden om
niet geheel verstoken te zijn van
lichaamsbeweging en frissche lucht.
Hebben we niet meermalen kunnen
lezen, hoe de oud-minister dr. Kuyper
fend, wilde zij zijn hulp inroepen,
om haar bij haar ouders terug te
brengen. Maar zij kon geen woord
voortbrengen haar tong bleef on
beweeglijk en was als aan het ver
hemelte gekleefd, zoodat elke poging
om die los te maken haar hevige
pijn veroorzaakte.
De vreemde heer niet den langen
staart ondervroeg Lotje andermaal,
maar zij begreep hem niet. Hij scheen
de oorzaak der vruchtelooze pogin
gen van de kleine om te spreken
op te merken, want zacht prevelend
ging hij naast haar op het zand
zitten en van onder zijn kleed een
ananas en een mes te voorschijn ha
lend, schilde hij de sappige vrucht
en schoof daarna het eene stukje na
het andere tusschen de fraaie tandjes
van het meisje.
Lotje at gretig en zag geruster in
het Ieelijke gele gelaat met de goed
hartig knippende oogenbij elke
bete werd haar zuchten minder
zwaar, en ook het zenuwachtig
snikken, dat uit haar diep bekom
merd hart opsteeg, werd zooveel
niet meer gehoord. Zij had een ge
deelte van de ananas genuttigd, toen
de vriendelijke langstaartige heer
's avonds laat, na gezetten arbeid,
nog een uurtje ging wandelen Het
wandelen, komt weer hier en daar
„in de mode"; 'tis de meest na
tuurlijke beweging en de gezondste,
beweert men. Hoe dit zij, een flinke
wandeling maken zoo nu en dan, is
ongetwijfeld gezond en genotvol.
Maar wie denkt er aan wandelen in
onzen tijd van stoom, electriciteit en
vliegkunst. Ben je gek man, dat is
uit der, tijd, heelemaal geheel en al.
Misschien dat het jonge geslacht er
later, als reactie, weer mee begint.
De Duitsche „Vereeniging voor
vacantie-kolonies" heeft reeds van
1901 af ieder jaar groepjes van kin
deren gedurende 14 dagen uit wan
delen gestuurd. En 't bleek ouders,
onderwijzers, geleiders en doktoren,
welk een heilzamen invloed door die
wandeltochten op de kinderen werd
uitgeoefend. Veertien dagen bleken
niet strikt noodig, daarom werden
de tochtjes later beperkt tot zes da
gen. En alleen die kinderen mochten
mee, die geneeskundig onderzocht
en geschikt bevonden worden. Het
resultaat der wandeltochtjes was
een belangrijke verbetering van den
voedingstoestand, versterking van het
geheele lichaam en een beduidende
toename van het lichaamsgewicht.
Wie het ook aan beweging en kracht
moge ontbreken, zeker niet mejuf
frouw Pauline Sonntag, een Duitsche
jongedame, die de vorige week hat
meesier-examen deed in hetsme-
denhandwerk. Dat examen deed zij
wat kranig. Zij smeedde voor de
commissie als proefstuk een kromme
schaar en besloeg een paard geheel
na?r den eisch. Ook in vakteekenen,
boekhouden, wisselleer en in kal-
keeren was zij zeer bekwaam, zoodat
zij met „zeer goed" slaagde. Deze
ferme meid heeft haar vader al 10
jaar geholpen en ééns tijdens een
langdurige ongesteldheid van dezen
de smederij alleen gedreven. Zij le
vert een bewijs te meer, dat de
„zwakke sekse" nog niet zoo mis is.
't Moet erkend vaak is zij het ster
kere geslacht de baas. Over „de
grootte" der vrouw rijmde Baptist
onlangs als volgt:
De statistiek heeft het bewezen
En leert het daaglijks even trouw
De man wordt telken jare kleiner
En immer grooter wordt de vrouw
Alleen niet, dat het aantal dames
Geregeld in de hoogte gaat
Zij stijgen ook al, onze scnoonen,
Zeer parmant in lengtemaat.
'kWeet 't niet, en 'tis mij ook om'teven,
Waar zwart op wit het. staat gedrukt.
'tis zoo, zeiJPiefcer van Gelooven,
Die pas werd in don echt geboeid,
Mijn Koosjen is na enkele weken
Mij ook al boven 't hoofd gegroeid.
De vrouwenbeweging hoe men
een fleschje uit zijn zak haalde en
met den inhoud er van de schijfjes
besproeide. Hij noemde het vocht
brandy, en 't werkte zoo bijtend op
de kleine tong, dat haar het water
in de oogen kwam. Hij sprak haar
vertroostend toe, doch 't baatte hem
niet, zij kon hem niet verstaan,
slechts door gebaren kon hij haar
doen begrijpen, dat zij dit vocht
noodzakelijk gebruiken moest, om
een gevaarlijke ziekte te voorkomen.
Hoeveel moeite hij ook deed om
van zijn beschermelinge iets nader te
vernemen, alles was vruchteloos
hij kon geen woord uit haar krijgen.
En als het meisje met alle inspan
ning poogde te spreken, en hij
hoopte in het volgend oogenblik
haar naam te zullen hooren, drukte
zij plotseling door hevige pijnen ge
folterd, de handen tegen haar mond
en hals, waarbij heete tranen over
haar wangen vloeiden en zij de han
den uitstak in de richting, waar de
zwarte rookkolom door den verblin
denden glans der ondergaande zon
niet meer zichtbaar was.
(Wordt vervolgd.)