nr
- 0,02
18 Juni.
Feuilleton*
No. 141
48e Jaargang
1910.
EKER
even de
t 0,57
- 5,50
- 2,07
- 6,70
tend
met
s
BINNENLAND.
191°-
VAN DEN NIK OP DEN TAK.
AD5
)ON.
door het ge
kt op onze
Chocolaad
an men met
voorradig bij
J IS, met zeer
ken huurprijs.
jp.
3ureau „Vlis-
iüën
/eelt zich aau
ASSURAN,
Rotterdam,
(oopmansgoe-
Rivier- en
uskenstraat.
lelbnrg
af 2 uur in
kpreken.
dek
- O,
*3
s
tzJ
O
N
fj
Cu
Lo
$9
i
a>
1
10
s
/7
Pi
Cu
21
10.34
10.47
.23
11.35
1 11.13.
izigers yia
Boxtel.
^er en ran f 1.20
6.18 1
f8.03
M7
7.15
8 9.4 J
8.01
0.3
8 20
8.311
VLISSINGSCHE
Zaterdag
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÉN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Nieuwe Abonné's, uitge=
zonderd bij weKelijksche be-
taling, ontvangen de dagelijks
verschijnende „VLISSING=
SCHE COURANT" koste,
loos tot 1 Juli.
Verkiezing Prov. Staten.
Gisteren werd gestemd in de pro
vincies Noord-Holland, Gelderland,
Friesland en Noord-Brabant.
Wat laatstgenoemde provincie be
treft daar draagt de strijd alleen
een'persoonlijk en geen politiek ka
rakter, omdat daar uitsluitend katho
lieke candidaten kunnen gekozen
worden.
De uitslag der verkiezingen in
Friesland zijn nog niet bekend.
In de provincie Noord-Holland zijn
enkele zetels voor de vrijzinnigen
verloren gegaan. In Amsterdam IX,
thans vertegenwoordigd door een
vrijzinnig democraat en een liberaal,
is de vrijzinnig-democratische zetel
verloren. Bij de herstemming in het
district gaat het tusschen één liberaal,
2 sociaal-democraten en een antire-
volutionnair. Te Haarlem is een der
drie vrijzinnige zetels aan een chris-
telijk-historisch man afgestaan moeten
worden. Voor de beide andere komen
drie vrijzinnigen en één sociaal
democraat in herstemming. Verder,
cring een vrijzinnige zetel verloren te
Zaandam. Er treden daar 2 vrijzin
nigen af, en bij de herstemming dingt
slechts één vrijzinnige (met 2 socia
listen en één man van rechts) mee.
In den Helder wordt door de vrij
zinnigen één plaats gewonnen, die
van den eenigen christen-democraat
(den heer Staalman), die in de Staten
zitting had.
In alle districten van Amsterdam,
behalve district IV, moet herstemming
plaats hebben. Verder in Zaandam
en Haarlem.
De verkiezingen in Gelderland
hebben bijna geheel hun beslag ge
kregen bij eerste stemming. Herstem
mingen behoeven slechts plaats te
hebben in de districten, Arnhem, Zut-
fen en Aalten.
De vrijzinnigen verliezen drie zetels
aan de verbonden rechter partijen
één in Voorst, waar van de twee af
tredende liberalen een niet herkozen
werden twee in het district Does
burg, dat geheel omging.
Te Arnhem komen de beide vrij
zinnige candidaten in herstemming
met een anti-revolutionair en een
sociaal-democraat; en te Zutfen zal
de herstemming loopen tusschen een
vrijen liberaal, een Unie liberaal, een
vrijzinnig-democraat en een christelijk-
historischen candidaat.
In het district Aalten, waar aftreden
o—
2.)
Dit zeide Waidbeck, een Duitsch
landverhuizer van beroep werktuig
kundige, tot zijn vrouw, die buiten
het gedrang op een lederen koffer
zat. Andere bagage, opgerolde ma
trassen en dekens en een mand met
levensmiddelen stonden in haar be
reik. Op haar knieën had zij een
nauwelijks eenjarig kind. Twee oudere
kinderen lagen vermoeid en verhit
tusschen de bagage. Het oudste, een
zesjarig meisje, was op een nabij-
zijnden paal geklommen, en ofschoon
zij voor haar kleine voetjes nauwe
lijks plaats' er op kon vinden,
staarde zij rustig en bedaard naar
den twistenden ongeduldig dringenden
raenschendrom.
De toegesprorcene, een teedere,
zwakke vrouw, van wier gelaat de
lange moeilijke reis en zware zorgen,
één liberaal en één anti-revolutionair,
moet herstemming plaats hebben tus
schen deze twee, een roomsch-katho-
liek en een liberaal.
Betaling der rijksbijdrage.
Een Kon. besluit is verschenen,
waarbij wordt bepaald, dat onder
zekere voorwaarden aan het bestuur
eener bijzondere lagere school een
voorschot op de aangevraagde rijks
bijdrage kan worden verleend van
ten hoogste 60 pet. Dit wordt voor
de eerste maal toegepast in 1911, bij
de uitbetaling der rijksbijdrage over
Amsterdamsche Onderwijzers.
Burg. en Weth. van Amsterdam
hebben een circulaire gericht tot de
hoofden, onderwijzers en onderwij
zeressen der openbare lagere scho
len aldaar, waarin uitvoerig wordt
toegelicht de navolgende aanvulling
van de Instructie voor het onderwij
zend personeel der openbare lagere
scholen
Aan art. 2 worden 2 alinea's toe
gevoegd„De hoofden en de on
derwijzers zijn verplicht er voor te
zorgen dat door hun optreden in en
buiten de school het vertrouwen der
burgerij in de openbare school niet
wordt geschaad.
Het is hun verboden, hetzij in de
school aan art. 35 der Wet op het
lager onderwijs een toepassing te
geven, die ingaat tegen letter en
geest van dat wetsartikel, hetzij aan
te sporen tot zoodanige toepassing".
Tusschen al. 1 en 2 van art. 24
worden twee nieuwe alinea's inge
voegd
„De hoofden en de onderwijzers
zijn behoudens het bepaalde bij de Wet
en bij alinea I van dit artikel, niet
bevoegd inlichtingen te geven omtrent
zaken, die hun alleen in hun betrek
king bekend zijn en die niet op an
dere wijze ter openbare kennis zijn
gebracht, tenzij die inlichtingen wor
den gevraagd door den gemeenteraad
of door commissiën uit den gemeen
teraad, voor zoover hare opdracht
strekt.
Het is den klasse-onderwijzers ver
boden op eenigerlei wijze, met mis
kenning van het hoofd der schooi,
contact te zoeken met de ouders
hunner leerlingen".
in de toelichting wijzen B. en W.
£r op, dat sommigen der onderwij
zers zich gerechtigd meenen alles,
wat hun in hun betrekking ais on
derwijzer ter oore of ter kennisse
komt, aan anderen mede te deelen
en ter publicatie aan de pers toe te
vertrouwen. Niet zeldzaan noemen
zij het feit, dat mededeeling van fei
ten, die ter kennis van B. en W. be-
hooren gebracht te worden, in de
pers geschiedt, nog vóór B. en W.
alle frischheid hadden weggejaagd,
terwijl zij er diepe, pijnlijke trekken
op hadden achtergelaten, wierp een
treurigen blik op het stoomschip.
Ach, waren wij reeds ginds,
zuchtte zij smartelijk. Hemelhoe
zullen wij weer gedrongen en ge-
stooten worden vóór wij een arm
zalig onderkomen vinden Alle nood
in het vaderland is niets vergeleken
bij het verblijf tusschendeks
Met dit onderscheid, dat de
nood in het vaderland eindeloos zou
zijn geweest, terwijl wij het tusschen-
dek binnen tien dagen voor eeuwig
den rug toekeeren, troostte de man
met gedwongen vroolijkheidmaar
zijn gelaat verried toch hoe verterend
de zorg voor zijn gezin gedurende
den langen tocht ir» een zeilschip,
het twee weken lange verblijf te
New-York, en eindelijk de reis naar
Aspinwai en over de landengte op
hem gewerkt hadden.
Het verblijf op 't tusschendek
zal wel een einde nemen, klaagde
de vrouw, het jongste kind teeder
aan haar borst drukkend, maar welke
andere nooi zal dan bij ons aan
kloppen
Abonnemenïs-ftduertenfiën op zeer uoordeelige uoortyaarden
die mededeeling hebben ontvangen.
Wat het contact betreft tusschen
huis en school, uitnoodigingen der
klasse-onderwijzers aan de ouders
om wanneer ze over hun leerlingen
wenschen te spreken, niet naar het
hoofd te gaan, doch naar hen, des
noods bij hen thuis, noemen B. en
W. ongeoorloofd. Direct contact tus
schen de ouders en de klasse onder
wijzers op zich zeifis niet geoorloofd,
mits zulks geschiede met goedvinden
van het hoofd of althans niet wordt
een miskenning van het hoofd.
Een derde zaak, die B. en W. ern
stig afkeuren, is de propaganda, die
in vakorganen en op vergaderingen
door den Bond van Nederlandsche
Onderwijzers gemaakt wordt voor
zg. absolute neutraliteit, niet aileen
in godsdienstig, maar ook in politiek
en sociaal opzicht.
De toelichting eindigt aldus: Ten
slotte geeft ook de wijze, waarop in
het orgaan „School en Huis" geschre
ven wordt door sommigen onzer ge
meente-ambtenaren, die met het geven
van onderwijs zijn belast, reden tot
ernstig bezwaar.
in No. 3 van dat orgaan bv. wordt
gezegd „Van alle kanten gaat men
tegen de onderwijzers des volks te
keer. Geen beschuldiging, hoe grof
ook, geen laster, hoeschandelijk ook
wordt hun gespaard.
En nu zijn het niet langer de ker
kdijken alleen, die hun allerlei kwaads
toedichten. Neen, de liberalen, ja
zelfs vele vrijzinnig-democraten zijn
mede opgetrokken tegen de school
des volks, tegen de onderwijzers van
het volkskind."
Een bewering, dat bezwaar tegen
de dcor den bond verkondigde neu-
traliteits-theorie zou zijn een optrekken
tegen de onderwijzers van het volks
kind, is onwaar en bederft den geest
van de minder ontwikkelde massa.
Gemeente-ambtenaren hebben, om
dat zij in dienst staan der gemeente,
zich in acht te nemen. Over gemeen
tezaken kunnen zij zich niet zoo vrij
uiten als anderen. Wie die zelfbe
perking zich niet kan opleggen, moet
geen gemeente-ambt begeeren.
Het ideaal der openbare school is
krachtens de wet, dat binnen haar
muren alle richtingen met vol ver
trouwen haar kinderen kunnen bren
gen.
Daarom is eerste plicht van allen,
die in de openbare scholen werk
zaam zijn, te trachten het vertrouwen
der geheele burgerij te winnen.
Doch velen uwer doen niet anders
in hun eigen organen, dan dit ver
trouwen schokken.
Daarmede wordt groote schade
toegebracht aan het openbaar on
derwijs.
Een beroep op art. 7 der Grond
wet kan geen verontschuldiging op
Nood vroeg Waidbeck met
een lachje, dat men als door ver
twijfeling voortgebracht kon be
schouwen nood, bij mijne kunst
vaardigheid Nood, terwijl elke
voortbrengende beweging mijner
handen gouden vruchten draagt?
Bekwame werktuigkundigen zijn, zoo
ais ge weet, te San Francisco ge
zocht door goed werk te leveren,
krijgt men veel klanten en vertrouwen,
en tengevolge daar van crediet ter
uitbreiding der zaak. En zoo lang
zamerhand worden onze kinderen
groot en zijn in staat om te helpen.
Denk eens, vier stuks En vriende
lijk zochten zijn blikken de oogen
der vermoeid opziende kleinen en
beschouwde hij het aanvallige wezen
op den paal. Vier stuksherhaalde
hij, een ware zegen Gods I
- Slechts een sinaasappelriep
op een na het oudste kind, een lief
knaapjeik heb zoo'n dorst, en
water mogen we niet drinken.
Waidbeck streek met de hand
door zijn dik, zwaar haar en zag
treurig om zich heen.
De vruchten en ververschingen,
die van de een kwartieruur verwij
leveren voor dergelijk optreden. Het
schijnt wel, dat vele onderwijzers
zich diets maken, dat gemeld grond
wetsartikel een aanmoediging is voor
ambtenaren om zich door geen en
kelen schroom te laten weerhouden,
om te publiceeren, wat hun goed
dunkt.
Dat grondwetsartikel echter slaat
enkel op de verhouding van de
overheid tot de onderdanen, niet op
de verhouding tusschen de overheid
en haar ambtenaren.
Watervoorziening.
De minister van binnenlandsche
zaken heeft aan de Ged. Staten in de
onderscheidene provinciën medege
deeld, dat bij Kon. besluit van 18
April jl. een staatscommisse is inge
steld tot het dienen van advies aan
de regeering over verzoeken om steun
voor plannen van drinkwatervoor
ziening.
De minister verzoekt hiervan mede
deeling te doen aan de gemeentebe
sturen, onder bijvoeging dat het over
weging kan verdienen voor besturen
van kleinere gemeenten om eventueel
niet slechts de vraag in beschouwing
te nemen, of voor ae gemeente alleen
verbetering in de drinkwatervoorzie
ning kan worden tot stand gebracht,
maar tevens na te gaan, of het doel
wellicht niet beter in vereeniging met
naburige gemeenten kan worden be
reikt alsook dat bedoelde staatscom
missie desgevraagd daarbij gaarne
van voorlichting zal dienen.
Nu naar verbetering in de drink
watervoorziening vooral in de kleinere
gemeenten en ten platteiande steeds
meer algemeen zal worden gestreefd,
komt het den minister gewenscht
voor, dat ten aanzien van rijkssteun
voor de voorbereidende werkzaam
heden voor de tot stand brenging
van eene waterleiding de algemeene
voorwaarde behoort te worden gesteld,
dat bedoelde rijkssteun slechts worde
verleend, indien ook het prov. bestuur
zich bereid verklaart om eene bij
drage in de kosten van bedoelde
werkzaamheden te geven.
Niet alleen de staat, doch ook de
provincie, waarvan bovendien het
bestuur het meest juiste inzicht heeft
in den financieelen toestand der be
trokken gemeenten, heeft belang bij
een goede drinkwatervoorziening. De
minister steit er prijs op te mogen
vernemen of Gedep. Staten in begin
sel genegen zijn te vorderen, dat c.q.
ook hun provincie een bijdrage in
bovenbedoelden zin verleent.
Militaire berichten.
Van 1 tot 15 Juli a. s. zal het in
structie-bataljon onder bevel van den
commandant den luit.-kolonel P. J.
G. Schott, ter sterkte van 11 officieren,
derde stad naar de plaats der afvaart
waren gebracht geworden, waren in
't minst niet toereikend, om al de
aangekomen passagiers te bevredigen.
Wie vlug en sterk in zijn schouders
en ellebogen was, kon overvloedig
voor zichzelven zorgen, en zoo ais
't gewoonlijk gaat, bekwamen zij
die de meeste behoefte aan verkwik
king hadden, niets. Bovendien was
reeds daags te voren de voorraad
mondbehoeften door de uit Californië
gekomenen grootendeels bemachtigd
geworden.
De negers, mulatten en mestiezen
legden zich zoodra zij hun waar aan
den man hadden pebracht, vadsig
naast hun ledige korven en zagen
zorgeloos en lachend naar het be
drijvig gewoel der reizigers.
Het verlangen zijner onder den
brandenden zonnegloed lijdende kin
deren niet te kunnen bevredigen,
sneed Waidbeck door de ziel. Be
deesd naderde hij een der bruine
kerels, wier blikken onverschillig
over hem heengleden.
Zouden er in de stad nog eenige
vruchten te koop zijn vroeg hij in
gebroken Engelsch.
25 onder-officieren en 325 korporaals
en volontairs de legerplaats bij Hars
kamp betrekken. Hoewel de Harskamp
feitelijk alleen een schietkamp is, zal
het verblijf in de legerplaats ook
dienstbaar worden gemaakt om de
practische bruikbaarheid van de kor
poraals en volontairs te verhoogen,
en deze jeugdige militairen vertrouwd
te maken met het eigenaardige kamp
leven.
Dit is de tweede maal, dat het
instructie-bataljon Kampen vooreeni
gen tijd verlaat; de eerste keer ge
schiedde dit in 1870 tijdens den
Fransch-Duitschen oorlog, toen het
te Deventer werd gedetacheerd.
Vermelding verdient nog, dat de
tegenwoordige commandant van het
instructie-bataljon, de luit.-kol. P. J.
G. Schott, het gemis aan geschikt
oefeningsterrein te Kampen zooveel
mogelijk tracht te vergoeden door het
doen houden van oefeningen op aan
merkelijk grooteren afstand van het
garnizoen dan ooit is geschied, o. a.
op de heide nabij Wezep op plm.
10 K M. van Kampen.
De dirigeerend officier van ge
zondheid Ie klasse kolonel A. Butner,
te Breda, is overgeplaatst naar den
Hang, om daar te worden werkzaam
gesteld als chef van het militair
hospitaal.
Dat de jeugd lastig kan zijn, onder
vond de schoolmeester van St. Mi-
chael's-on-Wire in Engeland. Deze
man, er op uit zijnde om zijn leer
lingen op allerlei wijze te ontwikke
len, heeft een bus in zijn school ge-
plaatst, waarin, üe kinderen briefjeo
met vragen, welke zij gaarne beant
woord zien, mogen werpen. Mooi
idee, practisch idee! zult ge misschien
zeggen. Maar de goeie man heeft van
zijn moderne proef niet veel plezier
beleefd tot dusver: hoogstens gaf zij
hem de voldoening geheel overtuigd
te worden van het onvolmaakte van
het menschelijk weten. Ziehier bv.
eenige vragen, zooals de meester
dagelijks te beantwoorden krijgt
Waarom maakt een kip zooveel ieven
nadat ze ei een gelegd heeft Hoe
komen de kleuren in een glazen
knikker? Waarom gaat het haar
van menschen weg als zij oud wor
den Hoe komt het dat men
buikpijn krijgt, als men te veel kersen
eet, en hoofdpijn, als men den vori-
gen avond te veel chocolade heeft
gedronken Waarom knippen wij
met de oogleden Waarom krijgt
een jongen een baard en een meisje
niet De laatste .vraag was mis
schien gedaan door een schalkschen
vrager of vraagster, die den meester
eens wilde foppen om, als hij met de
vraag verlegen zat, zelf te antwoorden:
De meslies mat hem van het hoofd
tot de voeten en antwoordde
Niet veel, denk ik.
Zoudt ge een mandje vruchten
voor mij willen gaan koopen her
nam Waldbecic, terwijl hij Óen mesties
een haiven dollar toereikte „de tong
kleeft aan 't verhemelte mijner arme
kinderen".
In plaats van het geld aan te ne
men, haalde de mesties de schouders
op, doch bewoog zich niet van zijne
plaats.
Ik heb er geen lust toe, zei hij
gerekt, en zie hier liever het volk
dringen en stoeien. Misschien loopt
het wel op een kloppartij uit.
Radeloos staarde Waidbeck in de
smachtende oogen zijner kinderen en
op het vermoeide gelaat zijner vrouw.
Een spoorwegbeambte kwam voorbij.
Hoe lang zal het nog duren,
vóórdat de laatste passagier over
gaat? vroeg hij hem beleefd.
Ongeveer een uur, was het ant
woord, en de beambte spoedde zich
voort, als berouwde 't hem zooveel
woorden aan een armoedigen land
verhuizer verspild te hebben.
(Wordt vervolgd.