rf m VOORUIT", üoonsteliing IF. F, Zaterdag 11 Juni. CH1LDERS 2, iiddelhuig. ïliuiiiei vur Gemeentebestuur. "ÏÏÏNNN LAND." Feuilleton. 0)i den fjilffltof. Icco Thee, begevende Engelsehe litend 19.) Demping Zoutevest. (enaarstraat 2. No. 135 48e Jaarpa-os:. 1910. U VLISSINGSCHE COURAINT Bral rm u - cent. Badhuisstr. 63. H ;ste meubelen, >t 40 X 50 cM. igustus 1910. :n dringend ver van hunne Jin- vóór 15 Juli rwerpen in te r den 6 Augus- aan het adres van L. WINKELMAN, 14. 3e Secretaris, MN NIFTRIK Jr. HUIS, met zeer billijken huurprijs, koop. Bureau „Vlis- 12 ct. per ons. waterhoudend, ;vele«d. Walstraat 19/21. f 0,57 - 5,50 0,«2 - O, d. - 2,07 - 6,70 Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN de velde Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÊNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. I TELEFOONNUMMER 10. flbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige uoortuaarden GENEESKUNDIG STAATSTOEZICHT. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter kennis van belangheb benden dat blijkens bij hem ingekomen ambtsbericht ROSTOW, DON en CHERSON zijn besmet verklaart wegens AZIATISCHE CHO LERA. Vlissingen, 10 Juni 1910. De Burgermeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Hofbericht. Z. K. H. de Prins der Nederlanden vertrok hedenochtend naar Schwerin om aldaar op Zaterdag bij te wonen de doopplechtigheid van den zoon van den groothertog van Mecklen burg. Z. K. H. was vergezeld van zijn adjudant, den kapitein jhr. Van Suchtelen van de Haere. Z. K. H. is voornemens Maandag morgen op Het Loo terug te keeren. Gedenkplaat „De Zeven Provinciën". De gedenkplaat die geschonken zal worden door de vereeniging „Onze Vloot" aan het nieuwe oorlogsschip „De Zeven Provinciën" en waarvan de vervaardiging is opgedragen aan prof. Dake, wordt als volgt beschre ven De koperen plaat is 53 X 73 cen timeter groot. De voorstelling is om sloten door een breeden, geornamen- teerden rand. Bovenaan ziet men de wapens der zeven provinciën. Links bovenaan het portret van Michiel Adriaansz. de Ruyter, omgeven door lauweren en tropee. Ónder het portret zweeft een vrouwefiguur „De Faam", die haar trompet richt naar een voor stelling naast het portret, waarop het oude admiraalschip is afgebeeld, stil zeilende op de wijdgestrekte zee. Achter haar de stralen der opgaande zon. Beneden aan den rand twee op hoorns toeterende tritons en een af beelding van het nieuw oorlogsschip, waaronder het wapen van het ko ninkrijk der Nederlanden. Het inge sloten veld binnen den rand bevat den tekst, vastgesteld door den mi nister van marine. Deze tekst luidt als voigt „DE ZEVEN PROVINCIËN", genaamd naar het beroemde admiraal schip van Michiel Adriaansz. de Ruyter, te Delfshaven gebouwd, voor de admi raliteit van de Maze itt den jare 1665 voltooid en naar zee vertrokken. Was 163 voet lang, 43 voet wijd en 15 voet hol, telde 80 metalen stukken en was bemand met 475 koppen. o— Nadat hij op deze vraag een zeer bevredigend antwoord had ontvan gen, zeide hij Hoor eens, Geiger, ik ben van plan je te laten oppassen door een verpleegster, die wel naar je zin zal wezen en die beter is voor je ge nezing dan al mijn medicijnen. Maar je moet bedaard blijven, beloof je me dat? Frans begreep de bedoeling dezer woorden niet en keek den dokter droomerig aan, maar deze ging ver der en zeide alleen, dat hij 's middags terug zou komen om te vragen of de verpleegster goed bevallen was. Na afloop van de rondte begaf de geneesheer zich naar een kamer, vanwaar hij de verschillende zaien kon overzien. Thans haalde een be diende Lize af uit het kamertje van -den portier. Hoorbaar klopte haar Nam deel aan de volgende belangrijke feiten 11—14 Juni 1666: Vierdaagsche zeeslag. 45 Augustus 1666: Meesterlijke terugtocht van Mich. Adr, de Ruyter. 19—29 Juni 1667Tocht naar Chattam. 7 Juni 1672: Zeeslag bij Solebay. 7 Juni 1673 Zeeslag bij Schoone- veld. 14 Juni 1673: Zeeslag in de Noord zee. 21 Augustus 1673: Zeeslag bij Kijkduin. 19 Juli 1674: Mislukte aanval op Martinique. 29 Mei 1692: Zeeslag bij Barfleur. Werd in 1694 voor sleet verkocht. De voorstelling wordt in het koper geëtst met krachtige decora tieve lijn. De lijnen worden met zwart ingevuld, de plaat dan sterk vernist, en achter glas in stevig kader, tegen een wand op het dek van het schip bevestigd. Nederlandsche Bond van Gemeente ambtenaren. De algemeene vergadering van dezen bond zal dit jaar worden ge houden te Middelburg, op Donder dag 15 September. De afdeeling Zeeland verbindt daaraan verschillen de feestelijkheden. Het hoofdbestuur heeft besloten, naar aanleiding van een voorstel der afdeeling Noord-Holland om thans werkzaam te zijn voor het verkrijgen van een toelage voor huishuur voor de gehuwde ambtenaren, te kennen te geven, dat het den juisten tijd voor een actie in deze niet aangebroken acht. Bij den nieuwen minister van jus titie zal vanwege het bondsbestuur een audiëntie aangevraagd worden, ten einde er op aan te dringen, bij de algemeene regeling van den rechts toestand der burgerlijke ambtenaren de gemeente-ambtenaren niet uit te sluiten. Tot redacteur van het jaarboekje van den bond is benoemd de heer H. Sikkes, ambtenaar ter secretarie te Groningen. Het bondsbestuur heeft besloten aan de algemeene vergadering voor te stellen, bij de regeering aan te dringen op het bevorderen van vol ledige Zondagsrust, voor zooveel werkzaamheden betreffende den bur gerlijken stand aangaat. Het bondsbestuur zal nader uit zijn midden verschillende commissies indeelen, n.I. een voor pensioenaan gelegenheden, een voor jaarwedden, zekerheidstelling en rechtstoestand, een voor leerlingwezen, plaatsing- bureau, prijsvragen en geschriften, een voor bondsorgaan, jaarboekje, bibliotheek, persbureau, een voor hart, toen de breede vleugeldeu ren geopend werden en ze in een lange zaal trad, waar vele zieken en gekwetsten lagen. Voor het ledi kant van Frans gekomen, wees haar geleider dien met den vinger aan. Lize herkende haar beminde ondanks zijn veranderd uiterlijk. Snikkend zonk ze voor zijn bed neer. De hemel zij dank, dat je leven gespaard werd, Frans, fluisterde zij. Was dat een verschijning uit een andere wereld Knielde Lize daar voor zijn bed Neen, dat was niet mogelijk, dacht de arme gekwetste, Hij sloot de oogen, als wilde hij dat beeld in zijn herinnering bewaren. Maar toen hij ze na een poos weer opende en het van vreugde stralende gelaat van zijn verloofde wederzag, begon hij aan de gelukkige werke lijkheid te gelooven. Toen begreep hij over welke nieuwe verpleegster de dokter gesproken had en dankte hem in stilte voor zijn menschlieven- de handeling. Langzaam bekwam Frans van zijn aandoening en keek Lize nieuwsgierig aan. Gaarne had hij haar met vragen willen bestor men, maar hij was zeer zwak en hulpfonds, begrooting, rekening en verdere financieele aangelegenheden een voor statuten en reglementen, verbetering en vereenvoudiging ge meente-administratie en alle hiervo- ren niet genoemde zaken. Door Gedeputeerde Staten dezer provincie is aan Burg. en Weth. verzocht het gevoelen van den gemeen teraad in te winnen omtrent een om advies in hunne handen gesteld adres van R. G. van Nieuwkuyk en 21 an deren, gericht aan Hare Majesteit de Koningin en het verzoek inhoudende om het besluit van den gemeente raad van 22 April j. 1. tot ophooging van een gedeelte der voormalige buitenvest te willen vernietigen. Onder overlegging van bedoeld schrijven meenen Burg. en Weth. dienaangaande het navolgende prae- advies te moeten uitbrengen. Zij brengen allereerst in herinne ring, dat in de vergadering van 22 April jl. hun voorstel behandeld werd strekkende a. tot het met zand aanvullen en voor bouwgrond geschikt maken van een gedeelte der voormalige buiten vest alhier b. tot het onderhands aanbesteden van de levering van 245.500 M3. zand aan P. A. Bos te Dordrecht, door opspuiting. Laatstgenoemd besluit werd krach tens artikel 194 sub. f der gemeente wet aan de goedkeuring van Gede puteerde Staten onderworpen, die hunne beslissing dienaar:&aande heb ben verdaagd. Daar het adres van requestranten niet over deze kwestie loopt, kunnen wij, zeggen Burg. en Weth., punt b derhalve buiten beschouwing laten en ons bepalen tot het sub. a genoemde besluit betreffende het met zand aanvullen en voor bouwgrond ge schikt maken van een gedeelte voor malige buitenvest. Burg en Weth. willen beginnen met de aanleiding tot het nemen van dit besluit nader in het licht te stel len, teneinde te voorkomen dat men de meening zou kunnen verkrijgen, als ware hier zonder eenige voorbe reiding of eenig voorafgaand pian, plotseling en onverhoeds een besluit genomen, hetwelk zulk eene belang rijke verandering en wij mogen ge rust daarbij voegen, verbetering, in het leven zal roepen. De vroegere gemeentebesturen van Vlissingen hebben reeds een open oog gehad voor de wenschelijkheid om de toekomstige uitbreiding der stad te regelen. Toen onder burge meester Arie Smit de meeste over blijfselen der vestingwerken waren geslecht, werd door den gemeente mocht slechts weinig en liefst niet spreken. Lize begreep wat in hem omging en vertelde hem daarom uit eigen beweging den geheelen loop van zaken. De dokter had dit tooneel aan dachtig gadegeslagen en zeide nu halfluid Voor dien pa iënt behoeven we niet langer bezorgd te zijn. De liefde zal hem meer genezing bren gen dan al de kruiden der wereld. Dat woord bleek waar te zijn. Van dit oogenblik ging Frans goed vooruit. Lize verdeelde hare goede zorgen tusschen hem en den kapi tein, die zoo goed voor Frans ge zorgd had. Des avonds keerde ze terug in het stille kamertje, dat de portier voor haar gehuurd had en vanwaar ze het uitzicht had op de mooie bergen en de lachende dalen, die Wildbad zoo'n goeden naam onderde lijdende menschheid bezorgd hebben. Nu zette Lize zich neer o:n aan haar familie en aan de moeder van Frans het verblijdende nieuws mede te deelen, dat ze Frans had gevonden en de hoop koesterde over eenige weken met hem naar raad in zijne vergadering van 20 Februari 1885 een plan van uitbrei ding vastgesteld, waaronder ook be grepen was het terrein in kwestie. Hoewel toen de bepalingen der tegenwoordige woningwet omtrent publicatie van een dergelijk plan nog niet golden, moet dit geacht worden voldoende bekend te zijn gemaakt, daar het in eene openbare Raads vergadering is vastgesteld. Op bedoeld uitbreidingsplan vinden B. en W. ter plaatse reeds straten geprojecteerd, zoodat zij met grond mogen verklaren dat reeds sedert de vaststelling van genoemd uitbreidings plan de aanleg van straten en in verband daarmede de ophooging van bedoeld terrein voor bouwers en eigenaren van huizen in die omge ving eene bekende zaak was. Het later krachtens de woningwet vastgestelde plan van uitbreiding, dat het vroegere verving, handhaafde in hoofdzaak den stratenaanleg in de voormalige buitenvest, zij het dat de indeeling in verband met veranderde behoeften en inzichten eenigszins ge wijzigd werd. Toen nu de uitbreiding der bebouwde kom eene grootere vlucht nam en aan het R. K. Kerk bestuur een belangrijk stuk grond verkocht werd op het bewuste terrein voor den bouw eener nieuwe kerk en pastorie, waarbij de wensch werd uitgesproken dat het terrein op hoogte zou worden gebracht, begieep de raad terecht dat het niet wensche- lijk was dat de bebouwing den bouwgrond vooruit was en dat het thans hoog tijd werd om eene aan zienlijke uitgave te doen voor een noodzakelijk, nuttig en productief werk, nl. het met zand aanvullen en ophoogen van een belangrijk stuk van bet terrein dat sedert tal van jaren voor stratenaanleg en bouw grond bestemd was. Immers wel was geleidelijk een klein gedeelte aan de Hobeinstraat en Singelweg met puin aangevuld, daar hier de puinplaats gevestigd was en was nog kort ge leden een stuk van dien grond af gestaan voor het stichten eener nieuwe bewaarschool door het de partement der „Maatschappij tot Nut van 't Algemeen", doch de raad was mei B.en W. van oordeel dat deze aanvulling niet alleen te langzaam vorderde in verhouding tot de be hoefte aan bouwterrein, doch tevens uit een hygiënisch oogpunt niet zon der bedenking was. Op dit laatste punt hopen B. en W. straks nog nader terug te komen. B. en W. hebben op de aanleiding tot het nemen van het besluit van den gemeenteraad het iicht laten vallen om twee redenen Vooreerst omdat de bouwers en huiseigenaran daar ter plaatse, zooals uit het bovenstaande blijkt, wisten, hun geboortegrond te kunnen terug- keeren. Toen hij wat aangesterkt was, verhaalde Frans haar in bijzonder heden hoeveel goeds en vriendelijk heid zijn kapitein hem betoond had. Bij de bestorming van Bazeilies vernam ik, dat mijn kapitein, door een kogel getroffen, was neergestort, verhaalde hij. Over hoopen dooden en gekwetsten snelde ik naar den ingang van het dorp, waar ons re giment den eersten storm gewaagd had. Het was moeilijk hier iemand te zoeken, want nu en dan vlogen de kogels nog over mijn hoofd. Eensklaps zag ik mijn kapitein bij een tuinmuur liggen. Hij had een kogel in de borst en een in den arm gekregen. Ik goot hem wat wijn in den mond en trachtte hem naar de naaste verbandplaats te dragen. Een Franschman, die daar ook ge kwetst nederlag, zag dit met nijdige oogen aan. Hij had nog juist kracht genoeg om zich even op te richten en joeg me een kogel in het lijf. Bewusteloos zonk ik naast den ka pitein neer. Eerst toen de kogel was uitgesneden, kwam ik tot bewustzijn, of althans moesten weten, dat de toestand daar ter plaatse, hetzij vroe ger of later, zou veranderen, zoodat daarmede bij den bouw van huizen rekening diende te worden gehouden, en ten tweede omdat er uit moge blijken dat de gemeenteraad geenszins een overijlden stap heeft gedaan, doch doelbewust en in het algemeen belang heeft gehandeld. Thans komen B. en W. nog even terug op het hygiënische belang, dat accessoir aan de hoofdzaak, door de uitvoering van het werk zal worden bevorderd. Meermalen was door de gezond heidscommissie gewezen op den onhygiënischen toestand van het laag gelegen gedeelte van de Buitenvest, begrensd door de Scheldestraat, Paul Krugerstraat, de Badhuisstraat en de terreinen van requestranten. Dit ter rein heeft weinig afwatering, is dus een geschikte kweekplaats van mug gen en wordt bovendien nog ver vuild door het menagewater dat van uit de huizen van requestranten clan destien in bedoeld terrein wordt geloosd. Door eene demping met zand zul len al die nadeelen verdwijnen, waar door indirect een gezondheidsbelang zal worden bevorderd, hetgeen zeker ook in het algemeen belang moet worden geacht. Wanneer B. en W. thans komen tot eene beschouwing omtrent het request van adressanten, dan blijkt daaruit, dat zij aan Hare Majesteit de Konin gin vernietiging vragen van het aan gehaalde raadsbesluit wegens strijd met het algemeen belang, derhalve eene toepassing van artikel 153 der Gemeentewet. De motieven door hen aangevoerd komen neer op het volgende a. dat de ingezetenen niet in de gelegenheid zijn geweest bezwaren tegen het plan in te brengen b. dat de huizen der aangrenzende bewoners schade zullen iijden, speci aal de sousterrains en dat er kans zal ontstaan voor verzakkingen, het geen onbewoonverklaring tegevolge zou kunnen hebben c. dat behalve stoffelijk ook moreel nadeel te verwachten zou zijn, daar het vertrouwen in de overheid zal geschokt worden,daar deze niet bereid is het nadeel dat geleden wordt, te vergoeden. Burg. en Weth. gelooven dat geen van de aangevoerde grieven ge steld al dat zij juist zijn een reden zai kunnen zijn om van Hare Majes teit de Koningin eene vernietiging van het besluit te verkrijgen wegens strijd met het algemeen belang. Immers alle aangevoerde grieven betreffen niet het algemeen belang, doch het particuliere belang van de betrokken eigenaren. en zag, dat ik naast den kapitein in het hospitaal lag, even als hier. Toen hij later naar Wildbad getransporteerd werd, moest ik mede, want hij zeide waar de heer is, moet ook de dienaar zijn. En die Frans maakte daar zoo veel drukte over, als had ik hem het leven gered, omdat ik hem daar niet in het hospitaal achterliet, sprak de kapitein. Had hij mij niet opgezocht en weggedragen, dan zou ik door bloedverlies en de kou van den nacht zeker gestorven zijn. Ik vergeet mijn leven lang niet, wat hij voor mij gedaan heeft. Als we maar eerst weer op de been zijn, dan zal ik mijn dank door daden toonen. Maar genoeg hiervan. Je aanstaande vrouw weet nu, hoe alles gebeurd is. Het is mij een groot genoegen, dat ik haar heb leeren kennen. Onder andere omstandigheden zou de brief van Lize op den Lindenhof de grootste vreugde veroorzaakt hebbennu bleef de oude man er vrij koel bij. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1