D
IS
EEBD
iïïmrT
Draagt
Plouvier's
Ichoenwerk.
'EN.
Foseo
EER.
ANK
z
Donderdag*
9 Juni.
[ijke tarieven.
0)1 tiMklklf.
No. 133.
1910.
Gemeentebestuur,
ddelburg.
Sokken,
etknoopen
m Lijfrente,
iddelburg.
niftrik' van, j. g.
Van Week tof Week.
BINNENLAND.
48e Jaargang.
den.
a UliUi
ZEIST.
Nederl. Le-
ig Mg die met
|ar be«!rgt is
aan liet lof-
conti'óle der
ering.
voor f 1000.ver-
De jaarpremie vei
ls met 3 van de
Le vermindering
gegarandeerd.
g geschiedt
na
1 25 I
30
jaren
jaren
bij overlijden.
44.11
38.09
44.88
38.56
45.25
39.71
46.83
41.68
49.15
44.59
52.73
ISKADE.
erlei goederen.
trage verstrekt.
[aOIJSEN-KLOP.
:CT1E.
overschot
in de deel-
ie Vereeni-
als w'nst
bij den Agent
100%
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgeve;
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10. fibonnements-fldoertentiën op zeer ooordeelige uooriuaarden
BEKENDMAKING.
Candidaatstelling voor het lidmaat
schap der Provinciale Staten
van Zeeland.
De Burgemeester van Vlissingen
gelet op artikel 53 der Kieswet en
artikel 8 der Provinciale wet;
brengt ter openbare kennis
dat de opgaven van candidaten
voor het lidmaatschap der Provin
ciale Staten van Zeeland, den 7 Juni
j.l. bij hem ingediend, alsmede het
door hem van de candidaatstelling
opgemaakte proces-verbaal, van af
heden op de Secretarie der Gemeente
voor een ieder ter inzage nederge-
legd en tegen betaling der kosten
in afschrift verkrijgbaar gesteld is.
Vlissingen, den 7 Juni 1910.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
BEKENDMAKING.
Stemming ter verkiezing van twee
leden der Provinciale Staten
van Zeeland.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter openbare kennis
dat tengevolge van de op den 7
Juni jj. plaats gehad hebbende can
didaatstelling voor de verkiezing van
twee leden der Provinciale Stalen
van Zeeland voor het kiesdistrict
Vlissingen, waartoe deze gemeente
behoort, op Dinsdag den 14Junie.k.
van des voorrniddags acht uur tot
des namiddags vijf uur, eene stemming
zal gehouden wordenen dat de
namen der candidaten zijn
ADRIAAN^F I
GERLACH VAN St. JOOSLAND,
H J
PUTTE VAN DE, G.
17.)
Ook aan de hier en daar geknakte
takken was duidelijk te zien welken
weg de bergbeklimmer genomen had.
Als een speurhond volgde hij deze
kenteekenen, maar bij den bergstroom
gekomen verloor hij ieder spoor. Had
de wildstrooper dien doorwaad of
was hij er met een flinkfn sprong
overheen gekomen Met een vloek
op de lippen ging de jager terug
om op een andere plek gemakkelijker
aan de overzijde te komen. Doch
de motregen, die reeds een poos
viel, noodzaakte hem te schuilen.
Hij ging achter een dikken beuken
boom zitten en ergerde zich over
de wilddieven, over den houtvester,
die hem hierheen gezonden had,
en over den regen. Tot tijdverdrijf
wilde hij een pijpje opsteken, toen
bij plotseling eenig gedruisch ver
lam. Snel kroop hij tusschen de
Tevens wordt de aandacht geves
tigd op art. 128 van het Wetboek van
Strafrecht, luidende
„Hij die opzettelijk zich voor een
ander uitgevende, aan eene krach
tens wettelijk voorschr^t uitgeschre
ven verkiezing deelneemt, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste een jaar."
Vlissingen, den 7 juni 1910.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Van de beperking der Finsche
aangelegenheden zullen wij waar
schijnlijk wel afscheid kunnen nemen.
Na de Europeesche parlementen, die
bij de Doema Finlands voorspraak
wilden wezen, ruw te hebben afge
wezen, heeft gezegd lichaam het
befaamde wetsontwerp, waarbij het
land feitelijk door Rusland wordt
opgeslokt, in behandeling genomen.
De geest der vergadering is zoo anti-
Finsch mogelijk. Zelfs de Octobristen
doen mee, ofschoon het met hun
beginselen in strijd is, maar ter eere
van de socialisten moet gezegd wor
den dat zij hun plicht doen. Een
waardig en waar woord heeft de so
cialist Gegetsjkori gesproken, toen
hij verklaarde dat er een historische
misdaad beraamd werd en dat deze
derde Doema, de oorlogsvaan op
stekende tegen de Finnen, de Polen,
de Muzelmannen en alle andere niet-
Russische volken en godsdiensten,
de aandacht van het Russische volk
poogde af te leiden van eigen noo-
den en ellende.
Minister Stolypin hield een drog-
rede van de grofste soori. Het wets
ontwerp, dat natuurlijk niet te ver
dedigen is, praatte hij goed, door te
spreken van een Russisch recht, dat
steunde op de volkskracht, een recht
dat de kleinmalcing van Finland vor
derde. De buitenlandsche raadgevers
werden nog eens afgesnauwd en
daarmee kan men de zaak nu wef
als beslist beschouwen.
Met de regeling van het Kretenzer
vraagstuk schieten de mogendheden
slecht op. Misschien is dat wel op
zet. Zij hebben zelf den toestand
geschapen en onwillekeurig moet
ieder er eerbied voor hebben, dat
de Kretenzers zich zoo flink houden.
Het voorloopig bewind van Kreta heeft
op de laatste nota de Europeesche con
suis onbewimpeld geantwoord, dat
Kreta niet bestaan kan buiten de
Grieksche staatsinstellingendat
struiken, zoodal hij geheel verscholen
zat en toch alles in den omtrek kon
waarnemen. Weer hoorde hij zware
schreden, die steeds naderbij kwa
men. Werner verdubbelde zijn be
hoedzaamheid als een wilde kat
lag hij op den loer. Het minste ge
rucht kon hem verraden en dan
ging hetleven om levendat
wist hij.
Johan naderde in tevreden stem
ming, onbewust dat hem eenig ge
vaar dreigde. Zoodra hij buiten het
geboomte trad, zag Werner hem en
herkende den gitaarspeler van dien
Zondagmiddag. Dat schot in den
vroegen morgen kon niemand an
ders gelost hebben dan hij. Wat had
hij zoo vroeg op den berg te doen,
waar hij bosch noch weiden bezat
Toen hij aan het wambuis en den
zak, dien Johan op den rug droeg,
versche bloedsporen bemerkte, w.rd
de jager razend.
Weer klonk een schot en in de
borst getroffen stortte de wildstrooper
zonder een enkelen kreet ter aarde.
De jager sprong op en snelde heen
om den gevallene te onderzoeken.
Toen hij in diens wambuis de af-
Kreta bij Griekenland moet komen
en dat de mogendheden zedelijk
verantwoordelijk zijn voor den ge
schapen toestand, zoodat zij niet
dralen kunnen om in Kreta's ver-
eeniging met Griekenland toe te stem
men. Dat is nog eens taalEn bo
vendien is er niets tegen in te bren
gen. Inderdaad zijn de mogendheden
dan ook weer beginnen te weifelen. Er
moeten door Engeland en Frankrijk
nieuwe voorstellen gedaan zijn, maar
men weet er nog niet veel van. Het
begint er echter op te gelijken, dat
Turkije zijn zin niet krijgen kan. De
onderhandelingen, te Londen en
Parijs aangeknoopt, zijn niet geslaagd.
De taktiek van sussen en afwachten
te volgen, is het eenige waar voor
loopig heil van verwacht wordt. Maar
de Kretenzers willen met Grieken
land vereenigd worden en een volk
dat wil, weet zijn doe! wel te bereiken.
Volgens de jongste berichten zou
den de mogendheden eenige con
cessies verlangen maar gesteld dat
de Kretenzers die geven, dan neemt
Turkije er voor zijn kant toch geen
genoegen mee. Dit rijk verlangt heel
wat anders; maar ai zijn de Turken
nog zoo gematigd, wat zij willen is
voor de Kretenzers toch onaanneme
lijk. Reeds meer dan tien jaren heeft
men zich daar nu met hart en ziel
aan het denkbeeld der annexatie
gehecht en in 1908 had men het
reeds bijna bereikt. Het is dan ook
wel om zijn geduld te verliezen
maar het besluit der Kretenzers, om
ten spijt van alles het doel te berei
ken, heeft nooit vaster gestaan dan
thans.
ïfc
De laatste loodjes van den op
stand in Albanië wegen het zwaarst.
Het blijkt dat men voor de tweede
maal te vroeg victorie heeft geroepen
o. a. blijkt daaruit, dat thans in
gansch noordelijk Albanië de siaat
van beleg is afgekondigd, wat men
nu juist niet voor zijn genoegen
pleegt te doen. In vier colonnes
heeft hetTurkscheoperatieleger thans
zich tegen Dyjakoma in beweging
gesteld en men verwacht daar nu
weer een hevigen tegenstand. De Al-
baneezen versterken zich op hun
eigenaardige wijze, door verschansin
gen op te werpen en wegen en stra
ten van barricaden te voorzien.
Ondanks den aanvankelijk onder
vonden tegenstand, willen de Perzen
toch nog eens beproeven om zich
zelf weer op de been te helpen. Zij
zouden toch zoo gaarne van den druk
der Russische klauwen bevrijd wor-
geschroefde buks verborgen vond,
lachte hij honend en zei
Dat heb je er slecht afgebracht,
ventje Ditmaal heb ik je gesnapt.
Ik ben je te slim af geweest. Nu zal
je wel niet meer zingen en niet meer
schieten ook. Maar kom, hij kan
hier niet blijven liggen. Wat moet
ik met hem doen Begraven kost te
veel tijd en ik kon daarbij overvallen
worden. Ha, daar valt me wat in
Ze zullen lang zoeken, eer ze hem
vinden. Achter de rots, die op dat
punt zeer steil was, bruischte de
bergstroom. Hier sleepte hij zijn
slachtoffer heen en wierp het in het
water.
Daar knalde opnieuw een schot
aan de overzijde. Werner was even
aan den linkerarm geraakt. Buiten
zichzelf van schrik en woedend
keerde hij zich om en zag een man
op verren afstand aan de overzijde
van den stroom. Dadelijk hief hij
zijn buks omhoog en schoot op zijn
aanrander, zonder hem echter te
treffen.
Moordenaar! schreeuwde deze,
terwijl hij met vlugge sprongen voor
waarts snelde. Dat woord trof den
den. Nu er door het drijven van
Rusland niets komt om bij de Duit-
sche rijksbank een leening te sluiten,
is de nationale vergadering tot het
plan eener binnenlandsche leening
teruggekeerd. Deze leening zou vijf
en twintig miilioen gulden bedragen
en ook voor vreemdelingen op'n-
staan.
Als de Russen nu maar niet, door
ruime deelneming aan de inschrijving,
door een achterdeur binnenkomen.
Ernstig wordt de zaak met de ge
heimzinnige brieven opgevat, die de
Europeesche gezantschappen tePeking
hebben ontvangen en waarbij de
vreemdelingen worden gewaarschuwd
zich niet te mengen in den aanstaan
den opstand in Zuid-China. Telkens
was daar in den laafsten tijd sprake
van plaatselijke oproeren en soldaten-
muiterijen, gericht tegen de regee-
rende keizerlijke dynastie. Het we
melt in die streken van geheime
genootschappen en deze schijnen
thans hun slag te willen slaan. Nan
king is het middelpunt der beweging,
evenals in de jaren na 1860. Het
volk in de stad wordt door aan
plakking tot moord en plundering
der vreemdelingen opgezet en den
Europeeschen ingezetenen is door
de consuls geraden de stad te ver
laten.
De onafhankelijkheidspartijen in
Hongarije zijn door de verkiezingen
volkomen verslagen. Graaf Khuen
Hedervary, met zijn nieuw gevormde
regeeringspartij, triomfeert. Voor het
grootste deel is zijn overwinning
echter verschuldigd aan Graaf Ste-
phanusTisza, die zich sterk geweerd
heeft en revanche genomen heeft
voor de slagen, die de onafhankelijk-
heidspartij hem vóór vijf jaren toe.-
bracht. Het bestaan der Oosten-
rijksch-Hongaarsche monarchie is
thans weer bestendigd.
Zoo'n verkiezing in Hongarije zou
wel de moeite loonen om er
eens een kijkje te gaan nemen, in
eik district is maar éen plaats, waar
ai de kiezers moeten rerschijnen en
daar de dorpen soms uren ver van
elkander liggen en de verkeersmid
delen soms nog zeer primitief zijn,
is liet voor de kiezers een zwaar
werk. Elk kiezer kan een candidaat
stellen, uiterlijk een half uur voor de
stemming. De stemming geschiedt
mondeling en in 't openbaar. Elke
uitgebrachte stem wordt dadelijk op
de lijst gebracht. De voorzitter be
schikt tot handhaving der orde over
politie en gewapende macht. Hij kan
jager in het hart. Snel vluchtte hij
van de plek, waar hij de misdaad
bedreven hadmaar meermalen
klonk dat woord moordenaar hem
nog verwijtend in de ooren.
De man sprong in het water, deed
eenige krachtige slagen, dook onder
en kwam met het beweginglooze
lichaam van Johan weer boven. Het
was Sepp, die op de jacht was ge
gaan om den prachtigen gemsbok te
schieten, daar hij meende, dat Johan
het dier niet wilde buitmaken. Sepp
nam den gekwetsten jonkman op
zijn breede schouders, liep met zijn
zwaren last meer dan een uur lang
over hobbelige paden en bereikte
eindelijk een hoi, waar hij een goede
schuilplaats vond.
Twee dagen waren sedert de
laatste gebeurtenissen voorbijgegaan.
Het begon onrustig te worden op
den Lindenhof.
Het is wat moois, dat Johan
den vroegeren weg weer is opge
gaan, mopperde de oude man. En
hij staat nog al op het punt te
trouwen. Het is nu reeds de derde
dag, zoolang is hij vroeger nog nooit
vorderen dat de kiezers zich naar hun
respectieve partijen in afdeelingen
splitsen. Iedere partij komt dan binnen
eene omrastering te staan, waaruit
een toegang naar de stemlokalen
voert en elke afgesloten ruimte wordt
door een cordon soldaten omringd,
anders zouden de kiezers met elkaar
slaags raken, zooais trouwens toch
wel gebeurt. Ook ditmaal is het niet
zonder mishandelingen en doodslag
afgeloopen.
'tls wel jammer dat Oostenrijk,
door het steeds verder ingaan op het
stelsel van gewapenden vrede, ook in
zulk een treurigen financieelen toe
stand komt. Tot groote ontsteltenis
van de financieeie commissie der
Kamer, heeft de minister van finan
ciën nieuwe uitgaven aangekondigd,
tot een bedrag van vijf honderd mii
lioen kronen. Binnen eenige jaren
moet dit reusachtig bedrag er wezen
voor het ieger en de vloot en ten
deele ook voor de arbeidersverzeke
ring, maar dit laatste is natuurlijk
maar bijzaak. Nog dit jaar komt er
een en zeventig miilioen te kort,
waarvoor dadelijk nieuwe belastingen
worden voorgesteld. Binnen zes we
ken moeten deze zijn ingevoerd,
t Lijkt vrij veel op een overrompe
ling; maar de Kamer zal wel ge
duldig slikken in deze warmte.
Sommissie reorganisatie
militair onderwijs.
Bij Koninklijk besluit is ingesteld
eene Staatscommissie tot het voor
bereiden van voorstellen aan de re
geering tot reorganisatie van het
militair onderwijs bij de landmacht.
Benoemd zijn tot lid en voorzitter
dier commissiede kolonel van den
grooten staf A. Hoogeboom, inspec
teur van het militair onderwijs
tot militaire leden dier commissie
de kolonel van den staf der infanterie
jhr. L. C. van den Brandeler, gouver
neur der Koninklijke Militaire Acade
mie, de kolonel van den generalen
staf H. L. van Oordt, directeur der
Hoogere Krijgsschool, de kolonel van
den staf der infanterie R. H. Luber,
directeur van den Hoofdcursus, de
luitenant-kolonel van het 1ste regi
ment huzaren W. H. Piepers, de
luitenant van het 4e reg. v.eld-artillerie
H. Kemper, de kapitein der genie
f. R. v. Roijen, eerst-aanwezend inge
nieur te Zwolle, de majoor-kwar-
termeester W. Woudstra, controleur
over de inwendige administratie der
korpsen, 5de bureau, de maj. der genie
C. J. de Bruyn eti de kapitein-intendant
J. W. Visser, beiden van het Neder-
landsch-Indisch leger en met verlof
hier te lande
tot burgerlijke leden der commissie
de heeren dr. J. Woitjer, lid van de
weggebleven. Als hij maar geen on
geluk heeft gekregen.
Dan zouden wij er wel reeds
iets van vernomen hebben, zeide de
wed. Geiger.
Het eene is nog niet voorbij of
het andere staat reeds voor de deur,
klaagde Lind. Van mijn dochter
hoorde ik niets en nu is mijn zoon
verdwenen. Het is of het ongeluk op
den Lindenhof zijn intrek heeft ge
nomen.
Je moet niet dadelijk het ergste
vreezen, vader Lind, sprak vrouw
Geiger. Johan is misschien verder
landwaarts ingegaan, dan hij van
plan was en heeft vroolijk gezelschap
aangetroffen.
Ik ben altijd te goed voor mijn
kinderen geweest en heb hun te
veel toegegeven. Dat zijn nu de ge
volgen ervan. Je moet toch eens
iemand naar den Meerhof sturen om
te vragen, of men daar ook iets van
Johan weet. Misschien zit hij daar
goed en wel, zonder te denken, dat
wij hier ongerust zijn.
(Wordt vervolgd.)