4 Juni.
No. 1^9
48e Jaargang.
1910.
Zaterdag*
BINNENLAND.
Op 4«% Si#l«#tof.
VAN DEN HAK OP DEN TAK.
VLISSING
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing de«eelfde
advertentie, wordt de .prijs sleshts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagehjks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10. j flbonnernents-ftduertentiëri op zeer uoordeelige voorwaarden
Tweede Kamer.
In de gister gehouden zitting werd
het debat over de subsidieregeling
voor scholen van meer uitgebreid
lager onderwijs voortgezet.
De minister lichtte een nadere wij
ziging toe.
De heer Bos wijzigde daarna een
door hem ingediend amendement in
dien zin dat de subsidieregeling met
Januari 1914 moet ophouden.
Na verwerping met 42 tegen 30
stemmen (rechts tegen links) van het
amendement-Bos werd het gewijzigd
regeeringsartikel goedgekeurd.
De eindstemming over het ontwerp
volgt later.
De minister van justitie.
De nieuwbenoemde minister van
justitie, mr. Regout, wordt Maandag
op Het Loo verwacht, ten einde in
handen van H. M. de Koningin den
ambtseed af te leggen.
Dinsdag neemt mr. Regout de por
tefeuille van den tijdelijken minister
over.
Het Kon. bezoek aan Amsterdam.
In de opdracht van H. M. de Ko
ningin aan den burgemeester om de
burgerij dank te zeggen, wordt ge
zegd In het bijzonder zijn H. M. de
Koningin en Z. K. H. de Prins der
Nederlanden in den loop der week,
erkentelijk voor de treffende bewijzen
van hartelijke liefde, waarmede H. K.
H. Prinses Juliana allerwegen is be
groet. Ook H. M. de Koningin-Moe
der heeft hartelijk gedeeld in de war
me ontvangst haar kleinkind bereid.
Hare Majesteit de Koningin gaf aan
den burgemeester de verzekering, dat
de dagen te midden van Amsterdam's
ingezetenen doorgebracht, zoowel aan
haar en Z. K. H. de Prins der Ne
derlanden als aan H. M. de Koningin-
Moeder onvergetelijk zullen blijven.
Echtscheiding.
Het voorloopig verslag der Tweede
Kamer is verschenen over het wets
ontwerp tot aanvulling van de be
palingen in het Wetboek van Burg.
Rechtvordering, betreffende echtschei
ding.
Vele leden verklaarden hunne in
stemming met het streven van den
minister, een einde te maken aan den
misstand, dat echtelieden thans, on
danks het uitdrukkelijk verbod van
art. 263 Burg. Wetboek feitelijk
enkel op grond van onderlinge toe
stemming echtscheiding vorderen en
zich die vordering zien toegewezen.
Echter werden tegen het ontwerp
principieele bezwaren in verband met
ons burgerlijk procesrecht geopperd.
Ook werd de noodzakelijkheid der
13.)
—:0~
Qa dan naar de moeder van
Frans en vraag haar, of zij nog iets
naders gehoord heeft.
Goed, dat zal ik doenmaar
spreek nu niet meer, anders wordt
het misschien erger met je.
Lize ging stil liggen en zweeg. Bij
Johan nam allengs de vermoeidheid
de overhand, zoodat hij ongemerkt
insliep. Vroeg in den morgen kwam
vader Lind op de teenen binnensl uipen
om naar de zieke te zien en was
zeer verwonderd haar wakker te
vinden.
Wat nu vroeg hij hartelijk. Ik
dacht je nog slapende te vinden.
Het gaat al beter, vader. Het
is alleen, dat die tijding me zoo
heeft aangegrepen.
Stil, kind, zet dat uit je hoofd.
Mijn hemel, moet je dan dadelijk
het ergste denken Als Frans in
wetswijziging door eenige leden niet
geheel toegegeven en bestond er bij
verscheidene leden verschil van ge
voelen omtrent de vraag, of de voor
gestelde bepaling op doeltreffende
en juiste wijze aan bedoelde mis
standen een einde maakt. En even
eens dacht men er verschillend over.
of die bepaling, welke feitelijk de
echtscheiding bemoeilijken zal, niet
behoort vergezeld te gaan van andere
wijzigingen, die, in het kader van
onze wetgeving passend, de ontbin
ding van het huwelijk zullen verge
makkelijken.
De doeltreffendheid van de voor
gestelde bepaling werd bestreden op
dezen grond, dat, wordt het ontwerp
wet, het den rechter zal blijven vrij
staan met de bekentenis genoegen
te nemen. En verder werd aange
voerd, dat, waar de rechter meer dan
de bekentenis eischt, te verwachten
is, dat de vindingrijkheid der
practijk middelen zal bedenken om
zooveel bewijsmateriaal te leveren
als de rechter v«or zijne overtuiging
verlangt.
Sommige leden verlangden aan
vulling van de gronden welke tot
echtscheiding kunnen leiden. Als
zoodanig werd gewezen op krank
zinnigheid en voortdurende dron
kenschap, terwijl men ook de aan
dacht vestigde op de omschrijving
van par. 1568 van het Duitsche
Burg. Wetboek.
Door verscheidene andere leden
werd de met klem bepleite nood
zakelijkheid om het verkrijgen van
echtscheiding te vergemakkelijken
met niet minderoverluiging bestreden.
De „Noord Brabant".
Blijkens aan het departement van
marine ontvangen telegrafisch bericht,
is het pantserschip „Noord Brabant",
dat op Zuid-Flores op een onbekende
klip is gestooten en daardoor lek is
geworden, te Soerabaja aangekomen,
ten einde in het dok ter reparatie te
worden opgenomen. De „Noord Bra
bant" behoorde tot de schepen, die
tot het houden van gecombineerde
oefeningen naar Lombok gestevend
waren.
De „N. Ct." maakte dezer dagen
melding van een eigenaardig jubileum,
't Was zoo schrijft ze juist 21
Mei 1909, toen we het verwaarloosde
oudje voor het eerst ontwaarden.
Grauw en groezelig, slordig aange
daan, vol stoffige rimpels, alle naar
één zijde scheef afgetrokken zagen
we het oudje vlak achter de doffe,
smerige vensterruiten, waardoorheen
slechts zwarte holle leegte grijnst.
En dat bleef zoo. Telken dag weer
levensgevaar verkeerde, zou zijn
kapitein ons wel geschreven hebben
of de administratie had aan zijn
moeder bericht gezonden. Die wond
zal zoo erg niet zijn en Frans zal je
wel spoedig schrijven.
Dat gesprek had het meisje
vermoeid. Zij sluimerde in en droomde
weldra onrustig. Toen ze ontwaakte
en verward rondkeek, viel haar oog
op de moeder van Frans, die aan
haar bed zat. Dat gezicht scheen
haar goed te doen, en toen de oude
vrouw haar toefluisterde, dat ze zich
goed moest houden, trok er een
lachje over haar bleek gelaat.
De dokter verzekerde, dat alleen
haar krachtig gestel de oorzaak was,
dat ze voor een hevige ziekte gespaard
bleef- Vrouw Geiger week niet meer
van het ziekbed, en al drukte de
bekommering over het lot van Frans
haar zwaar op de ziel ze drong
die terug om Lize moed in te
spreken.
Na verloop van een week was het
meisje hersteld en begon ze haar
gewone werkzaamheden te hervatten
Vader en broeder betuigden de oude
vrouw dank voor Lize's goede
die dorre, starre onzindelijke ver
schijning 't is er een druk punt.
Duizenden passeeren er daags, te
voet, per rijtuig, per auto, per tram.
Ook menschen van macht en aanzien,
ministers en Itooge ambtenaren. Ook
zij die belast zijn met de zorg voor
onze opdnbare gebouwen. Ook tal
van vreemdelingen en landgenooten
van buiten den Haag. Zij allen moe
ten het groezelige oudje hebben ge
zien, star en dotdsch het groote
venster ontsierende, van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat." Wie dat
oudje is vraagt ge nieuwsgierig.
Luister Nu is 't 21 Mei 1910. Zou 't nu
eindelijk niet eens tijd worden dat
vergeelde, stoffige, gerimpelde, scheef
opgetrokken gordijn voor het linker
raam van het voormalig Rijksarchief
op 'tPlein recht te hangen? In een
jaar tijds heeft geen vinger van bode,
werkvrouw of glazenwasscher dat
gordijn beroerd. Straks komen weer
de vreemdelingen dien ouden gevel
bekijken. Men hange 't ding tevoren
recht," Die wensch van de „N. Ct"
is zeker niet onredelijk te noemen.
Van een paar andere oudjes vinden
we nog melding gemaakt, ook ver-
keerende in bijzondere omstandighe
den. De heer Gaspari Finali, de
oudste van de ltaliaansche senatoren,
oud-voorzitter van de Rekenkamer,
94 jaar oud, is gestorven, pardon,
getrouwd, opnieuw getrouwd. Zijn
bruid telt 84 zomers. Officieële ge
tuigen waren de oud-gezant senator
Greppi, 93 jaar oud, en de oud
minister van justitie senator Fariani,
89 jaar oud. 200 Senaatsleden woon
den de plechtigheid bij. Dat was dus
een niet alledaagsche plechtigheid.
Niet eiken dag kan men ook zien,
wat de vorige week te zien was op
den Vijgendam, bij de intrede der
Koningin in de hoofdstad. Daar stond
een rnenschenmassa opeengepakt en
daartusschen J. de W. uit P., die
ook, als de meesten, hunkerde het
Prinsesje te zien. Maar toen de kleine
Juliana op het balkon verscheen, toen,
helaas, <con de kleine man haar niet
in 't oog krijgen, en hij jammerde
herhaaldelijk.
„Ik kan niets zien, ik zie niets!"
Die klacht hoorde een vriendelijk
politieman, van een reusachtige ge
stalte, maar met een meelijdend hart.
De klacht roerde hem „Wat, ziet u
niets? Kom hier!" En de dienaar
van Hermandad pakte de W. op,
zette hem op zijn schouders en liet
hem kijken. Aldus, gezeten op den
schouder van een man der orde, heeft
de bijna 50jarige de W. Prinses
Juliana kunnen zien, en hij vertelt
in zijn woonplaats overal van zijn
aardig avontuur en van de vriende
lijke politie te Amsterdam. Vriende
lijkheid en beleefdheid maken toch
steeds een aangenamen indruk. Toch
verpleging, maar deze zeide
Geen dank, geen dank Ik heb
niets meer gedaan dan mijn plicht.
Lize is immers de beminde van mijn
zoon.
Was Lizevoorheen niet spraakzaam,
nu hoorde men bijna geen woord
meer van haar. Weer verliep een
week, zonder dat er bericht kwam
van Frans. Toen gebeurde het, dat
Lize op zekeren morgen niet beneden
kwam. De oude man ging eindelijk
naar haar kamer om te zien of er
iets aan scheelde. Sprakeloos bleef
hij op den drempel staan van zijn
dochter was niets te bespeuren en
het bed lag onaangeroerd. Hij riep
het geheele gezin bijeen, maar niemand
kon eenig antwoord geven, daar
men het meisje sedert den vorigen
avond niet had gezien. De dienstmeid
werd naar de weduwe Geiger gezonden
om te hooren, of men daar iets van
Lize wist, maar zij keerde terug met
de boodschap, dat ze daar volstrekt
niet geweest was. Andermaal betrad
de oude Lind de kamer zijner dochter
en nu bemerkte hij, dat de deur van
haar kast openstond, dat hare beste
kleederen ontbraken en de spaarpot
op iederen regel zijn uitzonderin
gen vindt beleefdheid niet immer
een goede plaats. Dat ondervond
Jantje, een net Haarlemsch jongetje.
Zijn vader had hem geleerd, vooral
tegen de dames beleefd te zijn, en
in een volle tram altijd zijn plaats
af te staan aan een dame. De vorige
week bewees Jantje, dat hij deze les
uitstekend onthouden had. De tram
was vol en bij een der haltes stapte
een heel aardige jonge dame in. Er
was geen enkele plaats meer vrij.
„Gaat u op mijn plaats zitten, juf
frouw", zei jantje, z'n petje afnemend.
De dame deed het niet, en keek zoo
boos, alsof ze jantje wel om de
ooren wilde slaan. Jantje zat nl., om
dat er geen plaats meer was geweest,
op pa's knie.
De kleine kon niet begrijpen, wat
hij had misdaan. Niet zoo onschuldig
als dit kereltje was een halfdronken
boer op de Varkensmarkt te Rotter
dam, die daar een pastoor, de markt
overstekende, aanspreekt, ,'t Schijnt
da, er enkel zwijnen en pastoors op
de markt zijn. De pastoor keerde
zich tot hem en vroeg„Ben ja
pastoor? Neen, ik ben geen
pastoor. Toch ben jij op de
markt, wat ben je dan Mopperend
droop de boer af. Die boer was ze
ker ook geen gezelschap geweest
voor den bekenden rijken Amerikaan
Rockefeller. Deze had bij zijn land
goed „Sleepy Hollow" een kroeg in
de buurt en dit gezelschap stond hem
gansch niet aan. Daarom wilde hij
de zaak koopan, maar de eigenaar
vroeg een ai te hoogen prijs. Rocke
feller koos toen een anderen weg om
zijn doel te bereiken. Hij kochf al
het land met de huren er bij in den
omtrek van de herberg en verhuurde
dit natuurlijk, maar aan geheel
onthouders. Het gevolg was, dat de
herbergier spoedig geen klanten meer
had en gedwongen werd zijn drank
zaak op te heffen! Wie het onderste
uit de kan wil hebben, valt het dek
sel op den neus. De zucht naar geld,
naar rijkdom, heeft ai heel wat
slachtoffers gemaakt.
In een dorpje van Moravië wou
iemand een brave oude vrouw beste
len, door te speculeeren op haar vrees
voor de komeet van Halley. Hij ver
scheen in haar hut en gaf zich uit
voor Sinte Pieter. Kennende haar
godsvrucht, zeide hij wilde
hij haar, nu het einde der wereld
naakte, een plaatsje in den hemel
voorbereiden. Daarvoor vroeg hij
slechts tien kronen. De oude vrouw,
die geen geld genoeg in huis had,
vroeg den gewaanden heiligen Petrus
den volgenden dag weer te komen,
zij wilde dan het geld van de spaar
bank halen. De Sint zou weerkomen.
Werkelijk had het vrouwtje daags
daarop het geld op het bepaalde uur
geledigd was. Op een met potlood
beschreven stukje papier las hij
„Lieve vader!
Vergeef mij, dat ik u opnieuw zorg
en kommer veroorzaak. Ik kon niet
anders handelen. Ik moet weten of
Frans nog leeft, al zou ik daar de
grootste moeite voor doen. Zijn moeder
kan gedurende mijn afwezigheid het
huishouden wel besturen. Maak u
niet ongerust over me ik ben voor
geen mensch bang en overal ben ik
in Gods hand. God bescherme u
vader en ook Johan. Hartelijk gegroet
van uw bedroefde dochter Lize.
Langen tijd staarde de oude man
op het stukje papier en ging toen
onderden eik zitten, waar niemand
het waagde hem te storen. De slotsom
zijner overpeinzingen wasZe is
precies als haar moeder, die zou ook
zoo gehandeld hebben. Dat ligt
eenmaal in het bloed. Nu, de lieve
God, Die zoo dikwijls uitkomst heeft
gegeven, zal ook dit ten goede leiden
hoop ik.
Wanneer het loof der boomen
verkleurt en de kraaien zich op de
stoppelvelden verzamelen om naar
gereed liggen, maar de bedienden der
spaarbank hadden uit haar mond
het geval vernomen, en toen Sinte
Pieter 's avonds te voorschijn kwam,
werd hij door de jongens van het
dorp recht feestelijk ontvangenzij
rammelden hem namelijk af dat het
een aard had. Met dat pak slaag kon
hij afdruipen. Een even heusche ont
vangst viel te New-York ten deel aan
een inbreker bij de familie Gateman.
Juffr. Gateman hoorde hem. Zonder
haar man of commensaals te wekken,
sprong zij uit het bed, ging onver
hoeds den inbreker te lijf met heur
haarspeld en een metalen vaas,
wurgde toen den man bijna en drukte
hem toen ten slotte door een raam,
zoodat hij op straat van een hoogte
van 20 meter te pletter viel. De
gelukkige echtgenoot, de heer Ga
teman, pas drie maanden getrouwd,
heeft in zijn eega een goede bescherm
ster gevonden. Hij kan zijn hoofd
gerust nederleggen. Keuvelaar.
Vlissingen, 3 Juni.
De kiesvereeniging„De Grondwet,"
afdeeling Vlissingen van den Bond
van Vrije Liberalen, besloot in de
gisteren door haar gehouden alge-
meene vergadering, geen candidaten
te stellen voor de a.s. verkiezing van
leden voor de Provinciale Staten en
zich om principi >ele redenen
te onthouden van eenige aanbeveling,
hoewel de candidaten, van vrijzin
nig democratische zijde gesteld, haar
zeer sympathiek waren.
De firma Gebr. Polak heeft hare
magazijnen,Nieuwendijk en Zeilmarkt,
wegens verbouwing,tijdelijk verplaatst
naar de Wilhelminastraat, waar een
tijdelijke winkel is gebouwd, die in
alle opzichten practisch is ingericht
en waar over een groote ruimte wordt
beschikt.
De kantoren blijven gevestigd op
de Zeilmarkt.
„De Auto" bevat thans het volgend
programma voor den tocht van de
„Ned. Automobielclub" naar Zeeland.
28 Juni. Bijeenkomst te Woens-
drecht bij de kerk 2.15 uur.
Aanvang van den gemeenschappe-
lijken tocht over den Scheldedam,
Rilland, Krabbendijke, Kruiningen,
Kapelle-Biezeiinge, Kloetinge, Goes,
's Heer Hendrikskinderen, 's Heer
Arendskerke, Arnemuiden, Nieuw- en
Sint Joosland naar Middelburg.
Aankomst pl. m. 5.30 uur. Verza
melen op de Markt.
6 uur. Ontvangst van de deelne
mers op het Raadhuis door het da-
gelijksch bestuur van Middelburg.
8'/, uur. Concert van het Middel-
burgsch Muziekkorps in den Vene-
tiaansch verlichten tuin van de Con-
milder luchtstreken te verhuizen,
maakt de herderin zich gereed van
de bergen af te dalen, daar de
winter vaak plotseling op de hoogten
invalt.
Walburga was druk in de weer.
Alle kannen en vaten werden blank
geschuurd, de hut van binnen
schoongemaakt en het dak hersteld
om het bestand te maken tegen de
gure buien vatt den winter. De koeien
schenen te begrijpen wat er gebeuren
moestze verwijderden zich niet
meer zoo ver van de hut en keken
metzekere belangstelling naar hetgeen
de herderin deed. Walburga ging
eindelijk met ijver aan het kransen
vlechtenhet is in 't Beiersche
hoogland de gewoonte de schoonste
koeien met bloemen te tooien, als
het vee van den Alm terugkeert.
Goddank! mompelde het meisje
halfluid, de zomer is voorbijgegaan
zonder dat er iets kwaads aan het
vee is overkomen. Vader en moeder
kunnen tevreden zijn.
(Wordt vervolgd.)