Vrijdag
27 Mei.
1910.
Gemeentebestuur.
Feuilleton
0)1 liitakif.
BUITENLAND.
No. 122,
48e Jaargran^;.
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÉN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks; uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, j TELEFOONNUMMER 10. ftbonnements-fiduertentiën op zeer uoordeeiige uooriwaarden
NATIONALE MILITIE.
Oproeping van verlofgangers tot
den werkelijken dienst.
De Burgemeester van Vlissingen
gezien de circulaire van den Com
missaris der Koningin in dit gewest
van den 10 Maart 1910, A no. 1121,
3e afdeeling M.
Roept bij deze op tot den werke
lijken dienst de ondervolgende in
deze gemeente wonende verlofgangers
van lichtingen 1903, 1905, 1907, 1908
en 1909.
Van het 3e Regiment Vesting-
Artillerie
De Haan, Teunis, loteling der ge
meente Heerjansdam, lichting 1903.
Dag en plaats van opkomst 6 Juni
1910, Gorinchem.
Van het 3e Regiment Infanterie
Van den Bergen, Johannes jacobus,
loteling der gemeente Vlissingen,
lichting 1908; Lutejohannesjacobszn,
Sinke Cornells, Van Rosevelt Henri
Willem Frederik, lotelingen der ge
meente Vlissingen, lichting 1909.
Dag en plaats van opkomst 16 Juni
1910, Vlissingen.
Van het 3e Regiment Veld-Artilierie
Hofman Zweitze, loteling der ge
meente Vlissingen, lichting 1905.
Dag en plaats van opkomst 20 Juni
1910, Bergen op Zoom.
Van het Regiment Genietroepen
Visser, Willem Cornelis, loteling der
gemeente Utrecht, lichting 1905, Ste-
veninck Van, Pieter, loteling der ge
meente Amsterdam, lichting 1905,
Sap, Adriaan Marinus, loteling der
gemeente Vlissingen, lichting 1905.
Dag en plaats van opkomst 21 juni
1910, legerplaats bij Zeist.
De Waard, Willem johannis, lote
ling der gemeente Rotterdam, lichting
1907. Dag en plaats van opkomst
11 Juli 1910, legerplaats bij Zeist.
Van het Korps Torpedisten:
jasperse, Cornelis, De Bree, Wil
lem, lotelingen der gemeente Vlis
singen, lichting 1908. Dag en plaats
van opkomst 25 juli 1910, Fort De
Rüijtèr.
GELAST:
de voormelde verlofgangers, zich te
dien einde, voorzien van hunne klee
ding en voorwerpen van uitrusting,
alsmede van hun voor vertrek afge-
teekende verlofpas, elk op den voor
hem bepaalden datum, rechtstreeks
bij hun korps aan te melden, en wel
zij die in de plaats van opkomst
woonachtig zijn, uiterlijk te 8 uur
voormiddags. Zij die woonachtig zijn
binnen 20 K.M. van de plaats van
opkomst op den dag voor de opkomst
bepaald, uiterlijk te 10 uur v.m, De
overige verlofgangers zullen zich voor
6.)
Wanneer hij Walburga oprecht
liefhad, moest hij zijn liefhebberij voor
het wildstroopen opgeven, daar voor
ware liefde geen offer te groot is.
Aan den anderen kant lachte hem
bet vrije, ongebonden leven toe. Dat
moest hij voor altijd vaarwel zeggen
en zich onder het juk der afhanke
lijkheid voegen. De liefde zegepraalde
eindelijk na een zwaren strijd. Hij
trok Walburga tot zich en zeide
Je hebt gelijk, Walburga, ik zie
in, dat het zoo niet kan voortduren,
ais ik nu 't wildstroopen opgeef, blijf
je dan bij je woord
Johan, is je dat ernst riep het
meisje verheugd.
Mijn hand en mijn woord erop
Sla toe en de zaak is geklonken
Aarzelend stak ze hem haar hand
toe. Toen zij echter aan zijn ernstige
zag, dat zijn woorden wel
zooveel zij binnen het Rijk gevestigd
zijn, op den dag voor oe opkomst
bepaald, met het eerst verlrekkende
openbaar middel van versneld ver
voer van hunne woonplaats of naaste
station, naar de plaats van opkomst
moeten begeven en voor zooveel zij
buiten het Rijk gevestigd zijn, zich
op dien dag voor 4 uur bij hun korps
moeten aanmelden.
En geeft kennis
dat, voor het geval zij door ziekte
of andere redenen buiten staat moch
ten zijn oin op te komen, zij daar
van kunnen doen blijken, door op
den dag voor de opkomst bepaald,
een op ongezegeld papier geschre
ven geneeskundig getuigschrift of een
ander bewijs of verklaring ter
Gemeente-Secretarie (Bureau Militie)
over te leggen, zullende de zieken,
die niet op den bepaalden tijd onder
de wapenen komen, te dezer zake
niet voor diligent worden gehouden,
maar verplicht zijn, zich nu hunne
herstelling bij hun korps te vervoe
gen, teneinde daarbij in den wapen
handel te worden geoefend, wordende
zij, voor zooveel noodig, er op ge
wezen, dat zoo zij in gebreke blijven
aan deze oproeping te voldoen, zij
volgens art. 133 der Militiewet 1901,
als deserteur zullen worden behan
deld.
Vlissingen, den 25 Mei 1910.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Terugkomst van Z. K. H.
Prins Hendrik.
Gisteravond te half elf kwam de
„Heemskerck" met den prinseiijkeu
standaard in den achlertop binnen
in het Buitenfoelerdongs kanaal te
IJmuiden. De nieuwe sluis moest
worden vastgemaakt wegens tegen-
schutting van twee naar zee ver
trekkende stoomschepen.
Gistermorgen was de „Heems
kerck" van Edinburg vertrokken en
had prachtig weer op de reis
naar hier.
De Prins bevond zich, in admi
raalsuniform klein tenue, op de com
mandobrug en groette met militair
saluut de weinige belangstellenden
op de sluis. Door het onbestemde
uur van binnenkomst, was niet veel
publiek tijdens het doorschutten
aanwezig.
Door den inspecteur van het loods
wezen in het derde district, was de
binnenloods P. van Leeuwen, binnen
loods ter standplaats IJinuiden, aan
gewezen om de „Heemskerck" naar
Amsterdam te loodsen.
Eerste Kamer.
In de gisteravond gehoudm ver
gadering is besloten heden eenige
gemeend waren, kon ze zich niet
langer bedwingen en zeide onder
lachen en snikken:
Ik heb wei gedacht, dat je het
zou inzien, als het je maar eens
goed onder het oog werd gebracht.
God zij dankGod zij duizendmaal
dank
Beiden werden langzamerhand be
daarder en begonnen nu over hun
toekomst te spreken. Hij verhaalde
van zijn gelukkige jacht en merkte
op, dat voortaan herten en gemzen
veilig voor hem zouden zijn, zelfs
al liepen ze voor zijn deur te grazen.
Toen het meisje hem vraagde,
wat hij met het hert beginnen wilde
en hij haar ten antwoord gaf, dat
hij het aan Sepp geschonken had
smeekte zij
Och, Johan, ga dien man zoo
veel mogelijk uit den weg, als je
me een plezier wilt doen.
Johan beloofde dat en zeide, dat
hij met zijn vader over zijn plannen
wilde spreken. Die zou verwonderd
opkijken en Lize ook, wanneer ze
vernamen, dat hij een keuze had
gedaan.
Walburga maakte Ue opmerking,
wetsontwerpen in openbare behande
ling te nemen, waaronder dat tat
terugkoop van het particuliere land
Kandang haur.
Het Koninklijk bezoek aan
Amsterdam.
De gouden koets is gisterenmiddag
te Amsterdam aangekomen.
De Dam is onherkenbaar gewor
den. Van het Rokin naar de Kalver-
straat, en van liet Damrak naar den
Nieuwendijk, strekken zich Jonische
kolonades uit, waarlangs guirlandes
van sparrengroen zich slingeren
rijke vlag- en bloemenversieringen
zijn langs de lijsten en kapitee-len
aangebracht; wapens en gipsen ver
sierselen voltooien het tot een stadig
en stijlvol geheel. Wanneer des
avonds duizenden electrische gloei
lampjes de hoofdlijnen dezer kolo
nades legen den donkeren huizen
achtergrond zullen aangeven, in
volkomen harmonie met de rijke
illuminatie van het commandants
huis en het houten voor tribune be
stemde evenbeeld daarvan, dat er
naast is opgetrokken en waarvan
het gescheiden is door een halfronde
zuilengang, als hier de Julianabron
zal ontspringen, des avonds als fon-
taine lumineuse dan zal de aan
blik beiooverend zijn.
De proefnemingen, welke gisteren
middag met de fontein werden ge
nomen, slaagden uitnemend.
In de Kalverstraat zijn prieëldaken
van guirlandes aangebracht van het
Spui tot den Dam, die 's avonds
electriscli worden geïllumineerd.
Tusschen Heiligen weg en Spui
bestaat de versiering uit zeven
groote gouden kronen, waaraan
bloemenmanden zij opgehangen.
Wat de Heerengracht tusschen
Leidsche gracht en Reguliergracht
aangaat, de versiering die hier werd
aangebracht, lijkt ons meer kostbaar
dan schoon. De kleuren der decora
tieve masten, die over Let water
hellen (men zou ze onwillekeurig
willen vasthouden om te voorkomen
dat ze er in zullen springen), schreeu
wen tegen het zachte voorjaarsgroen
der boomen. Midden boven het water
worden groote troonhemels opgehan
gen, die een ietwat Oosterschen aan
blik opleveren tusschen de nuchtere
lijnen der massieve heerenhuizen
dagieekenend uit Amsterdam's glo
rietijdperk.
Misschien, dat de illuminatie mei
vetpotjes des avonds veel goed zal
maken.
Patrimonium.
Gisteren werd te Utrecht de 29ste
algemeene vergadering gehouden van
het Ned. Werkliedenverbond „Patri
monium", onder voorzitterschap van
den heer P. van Vliet. De voorzitter
dat hij nu aan den terugweg moest
denken, daar de avond viel en de
nevel reeds uit het meer opsteeg.
Hij vertrok dus en Walburga verge
zelde hem tot aan het bosch.
Nu verlaat ik je, sprak ze.
Wanneer je woord houdt, dan houd
ik ook mijn woord, en dan vieren
wij in October de bruiloft. Je kunt
bij me komen, zoo dikwijls je wilt,
als je-er niets mee verzuimt.
Na een hartelijken handdruk 'liep
Walburga naar de hut terug. Eer
Johan het woud inging, liet hij zijn
luid jodelen nogmaals weerklinken
en had het genoegen haar afscheids
groet te hooren.
Het was reeds volkomen nacht,
toen hij op de plaats kwam, waar
hij het hert gedood had. Hij vond
daar het gewei, dat Sepp voor hem
had laten liggen. Zoo goed mogelijk
stak hij het gewei in een zak, dien
hij op den rug droeg, nadat hij- daar
eerst een briefje aan had vastge
maakt, waarop te lezen stond „Komt,
jagers, raadt eens wie mij heeft
geschoten
Toen sloeg hij den weg naar
Tegernsee in. Voorzichtig sloop hij
opende de vergadering met een rede,
waarin hij de hoop uitsprak, dat de
gemeenschappelijke conferentie met
den Chr. Nat. Werkmansbond en den
Lu'.herschen werkmansbond „Maarten
Luther" ook een in de toekomst
vruchtbare samenwerking tot resultaat
moge hebben. Het vraagstuk van
klein grondbezit of gebruik, zooals
dat van Friesland uit en elders op
de agenda is geplaatst, is onder ons
niet nieuw meer. De inhoud van art.
16 van hef sociaal program en de
totstandkoming aan dit artikel staat
in nauw verband met een toenmaals
meer ideale dan practische beweging
in het Noorden om het bodemvraag-
stuk tot een onderwerp van alge
meene bespreking te maken, ten einde
langs dezen weg te komen tot een
radicale hervorming van de toen
vooral ten plattelande zeer treurige
maatschappelijke toestanden. Artikel
16 bracht wel het middel tot over
eenstemming en bevrediging van hen
die een meer of minder verstrekkende
hervorming van het grondbezit
wenschten, maar allerlei heeft ertoe
samengewerkt om de actie in deze
richting in Friesland te verlammen,
en „Patrimonium" heeft zich tot een
kalme propaganda van dit beginsel
moeten bepalen en slechts hier en
daar in eigen kring practische toe
passing op zeer bescheiden schaal
kunnen tot stand brengen.
Blijkens het jaarverslag telt de bond
thans 202 afdeelingen. Uit het verslag
van den penningmeester blijkt, dat
de ontvangsten f 2543,17, de uitgaven
f 2744.01-5.' Nadeelig slot f 187;935.
Het reservefonds sluit met een na
deelig slot van f 157.17 en het pen
sioenfondskader met een nadeelig
saldo ad f 241.12.
De ontvangsten en uitgaven van
het orgaan bedroegen f 3685,675.
ehrist. Nat. Werkmansbond.
De Christelijk Nat'onale Werkmans
bond heeft gisteren te Utrecht zijn
algemeene vergadering gehouden, die
goed bezocht was. De voorzitter, de
heer P. J. Nahuysen uit Utrecht,
wees er in zijn openingswoord op,
dat de bond niet alleen in ledental
doch ook in innerlijke kracht is voor
uitgegaan:
Aanwezig waren 63 afdeelingen,
voorts dr. J. Th. De Visser, eere
voorzitter van den bond en dr. J. R.
Slotemaker de Bruine uit Utrecht. In
het uitgebracht jaarverslag wordt o.m.
spijt betuigd, dat minister Talma zijn
werkprogram in zake sociale verze
kering niet gewijzigd heeft en dat hij
met datgene eindigen wil, waarmede
hij beginnen moest.
Het aantal afdeelingen steeg tot
130. Het verslag eindigt met de ver
klaring dat alle pogingen zullen mis
lukken om een wig te drijven tusschen
langs de Almbeek voort en bleef
eindelijk voor een huis staan, waar
een hertengewei boven de deur
prijkte. Dat was de woning van den
houtvester. Behoedzaam keek Johan
rond. Alles bleef stil. Bukkend sloop
hij den tui» in en bevestigde het
gewei, dat hij in den zak droeg,
tusschen de takken van den kerse
boom. Het briefje bleef aan het ge
wei. Toen hij daarmee gereed was,
verwijderde hij zich haastig en ver
minderde de snelheid van zijn loop
eerst, toen hij op een geruimen af
stand was gekomen. Hij was tsvre-
den over de laatste uiting van zijn
wraakzucht tegen de jagers en met
het bewustzijn daarvan sliep hij
weldra onder het dak van het vader
lijk huis.
Den volgenden morgen zag men
niet alleen op den Lindenhof, maar
in geheel Tegernsee verwonderde
gezichten. Tot groot verdriet van
den ouden houtvester en zijn jagers
was in den vroegen- morgen door
inwoners van Tegernsee opgemerkt
welk wonderlijk versiersel de kerse-
boom in zijn tuin droeg. De een
de leden en hun eere-voorzitter, ds.
De Visser. Het financieel verslag geelt
een voordeelig saldo van f 511 aan
en dat van den brochurehandel een
van f 10. Alle verslagen werden goed
gekeurd.
Aan H. M. de Koningin werd een
telegram kan sympathiebetuiging ge
zonden. Vastgesteld werd een regle
ment van het fonds Hulp in Nood.
De contributie bleef bapaald op 3
cent per lid en per jaar.
Aan de orde kwam hel rapport
van de commissie in zake de On
gevallenwet. Door haar werd voor
gesteld een adres aan de regeering
te richten om art. 1 der ongevallen
wet (1901) te veranderen als volgt:
„De werklieden in de na te noemen
bedrijven zijn volgens de bepalingen
dezer wet verzekerd tegen de geldelijke
gevolgen van ongevallen in verband
met de hun opgedragen werkzaam
heden overkomen" en verder al
in verband hiermede art. 3 dezer
wet te wijzigen als volgt „indien
een publiekrechtelijk lichaam of een
onderneming of een particulier door
in zijn dienst zijnde personen zoo
danige werkzaamheden doet verrich
ten, dat die personen ingevolge
art. 1 verzekerd zouden zijn indien
zij die werkzaamheden in dienst van
de iri een der in art. 10 genoemde
bedrijven verrichten, wordt het pu
bliekrechtelijk lichaam of onderne
ming of particulier ten aanzien dier
werkzaamheden geacht een verze.ce-
ringspiichtig bedrijf uit te oefenen-
Verder wordt verzocht art. 10 aan
te vullen metde bedrijven ten dienst
van den handel en bovendien de
overige artikelen welke met voren
genoemde artikelen in verband staan,
ook in dien geest te wijzigen. Voorts
wordt in dit adres krachtig aange
drongen, de Ongevallenwet zoo te
wijzigen dat alle arbeiders verzekerd
zullen zijn.
Bij het adres had de commissie
een uitvoerige toelichting gevoegd.
De minister van marine heeft be
paald le. dat de zeemiliciens-kust
wachter met groot verlof, die in 1908
voor eerste oefening in werkelijken
dienst zijn geweest, zullen moeten
opkomen op Donderdag 8 September
a. s. voor herhalingsoefeningen ge
durende den tijd van vijf weken 2e.
dat bedoeld» miliciens zich op laatst
genoemden datum, op het in de
nadere openbare kennisgeving be
treffende hunne oproeping vermelde
uur, gekleed in hunne bij vertrek met
groot verlof medegenomen militaire
kleedingstukken en voorzien van
hunne kooigoederen, zoomede van
hunne zakboekjes, behooren aan ie
melden aan boord van Hr. Ms.
wachtschip te Amsterdam.
vertelde het den ander en elke voor
bijganger wierp dien dag spottende
blikken op de houtvesterswoning.
Niemand kon gissen, wie de dader
was, want er woonden vele stroopers
in de omgeving en niet gaarne wilde
men, door zijn vermoeden te uiten,
zich aan de wraak van een hunner
blootstellen.
De houtvester was van toorn bui
ten zich zelf en zwoer, dat hij den
vermetele wel zou uitvinden en hem
de welverdiende straf doen onder
gaan. Hij zond een brief naar de
kanselarij, waarin hij zich beklaagde
over de baldadigheid der wildstroo-
pers, die in hun overmoed zelfs een
koninklijk beambte durfden hoonen,
en hij voorspelde, dat alle wild in
een paar jaar zou zijn uitgeroeid als
hem niet eenige jonge en krachtige
jagers tot hulp werden gezonden.
Het gewei met een briefje werd naar
München opgezonden, opdat de hee-
ren in de hoofdstad zich met eigen
oogen konden overtuigen aan welke
onaangenaamheden een houtvester
soms bloot stond.
(Wordt vervolgd.)