BANK
uiken,
Woensdag
25 Mei,
nrijtviel
Feuilleton,
-
No 1-0
48e Jaargang.
1910.
en Lijfrente,
21
tiddelburg.
?raa id
en MAIQUISES
.ANKER.
ster-Schelde.
(lemeentebestuufc
GEMEENTERAAD VAK VLISSINGEN.
Op dn KitaJuf.
"bïïwënla n dT
I
s
|e ZE/ST.
GE Ned er I. Le-
ring ftlij.dieixiel
liaar bedrgf is
|n aan liet toe-
conlróle del
ivering.
lie voor f 1000.ver
aal. De ja ar premie ver
fijks
met 8 °/c
van de
mie.
Le vermindering
ren gegarandeerd.
ling
geschiedt
na
25
30
len
jaren
jaren
ijk bij overlijden.
|64
44.11
38.09
172
44.38
38.56
45.25
39.71
leo
46.83
41.68
142
49.15
44.59
52.73
59
zoo goed als nieuw.
reau v. d. blad.
met pension,
ching. Br. met prijs-
bureau „Vlissingsclie
IlijKe prijzen ge-
latst door
10X0.
b) 3,43 c) ea 6,35 d)
5 a) 4,10 c) en 7,05
mn. 2,15 a) en 5,05
a) b) 3,43 en 6.35 d) h)
mten na het vertrek van
ikerken.Nenzan vm.8,50
ir Breebeus, Borsseleen
Breakena ten hoogste 15
uten wachten.
kan de boot van 10,45
plagen van 16 April tot
2.23
12.40
6.33
6.61
0
7.56
o
5.53
8
6.15
p-
i
6.56
6.35
7.40
5-
7.44
8.39
gi
7.40
8»
8.15
9.07
0
p-
8.49
9.34
10.21
10.34
9.51
10.18
11
10.31
10.51
10.59
11.23
11.36
10.47
11.48
irervoert reiziger9 y>a
voor minder en van
VLISSINGSCHE
COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Bock
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor alken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. |j ftbonnements-fiduertentiën op zeer uoordeelige uooruiaarden
OPENBARE VERGADERING
van den
op Vrijdag 27 Mei 1910,
des namiddags 2 uur.
A- Mededeelingen.
B. Over te leggen stukken.
C. Te verleenen ontslag:
1. aan C. C. van Slooten, als iee-
raar aan de H. B. School. 2. aan Tj.
Blom, als onderwijzer aan school D.
3. aan A- C. P. T. Hollingerus Pijpers,
als lid der commissie van toezicht
op het lager onderwijs.
D. Benoemingen: Van een lid der
commissie van toezicht op het lager
onderwijs.
E. Te behandelen punten:
1. Uitloting 10 obligaties geldlee-
ning van 1888.
2. Concept-besluiten tot 'verkoop
van gemeentegrond aan a. Koninkl.
Maatsch. „De Schelde" (na onttrek
king grond aan publieken dienst.) b.
H. G Ghys. c. J. Loois.
3. Voorstel van Burg. en Weth. tot
veibouwing van het voormalig Burger
Weeshuis voor Politiebureau.
4. Idem tot vaststelling van rooi
lijnen voor de Sarasijnstraat enz.
5. idem tot den aanleg van riolee-
ring in de voormalige Buitenvest en
gedeelte Singelweg.
6. Idem tot beschikking op een
adres der vereeniging tot bevordering
van Vreemdelingen Verkeer, om ver
hooging van subsidie.
7. Idem tot toekenning van subsi
die aan de Schietvereeniging „Voor
Vaderland en Koningin."
8. Idem tot het in gebruik geven
van een strookje grond aan J. G.
Meijer.
9. Idem tot goedkeuring der be
grooting van de Gezondheidscom
missie voor 1910 en der rekening
van de vereeniging Zeevaartschool
over 1909.
10. Idem tot het verleenen van ver
gunning aan D. P. Jorritsma en A.J.
C. van der Steen, tot het plaatsen
van stoelen en tafeltjes op gemeen*
tegrond
11. idem tot beschikking op recla
mes tegen den aanslag in het ver
gunningsrecht.
12. Idem tot het intrekken der ver
gunning tot het plaatsen van eene
weegbrug door de firma Gebr. Polak.
13. idem tot onderhandsche ver
pachting van landerijen.
14. Idem tot het verleenen van ver
gunning voor het maken van eene
kelderopening aan J. H. de Ruijter.
15. idem tot het maken van een
aanvang met de verbreeding van den
Nolledijk.
16. Idem tot het verleenen van
).ss i 2.6
1.29
3.05
2.31 3.62
1.12 4.14
1.24 4.2»
6.18
+6.03
7.15
8.01
8.20
S.34
3 8,47
5 9.40
110.34
4.)
De bijl op zijn schouder, de ge
bonsde huid, door het open hemd
tot op de borst zichtbaar, en de
lorzige handen deden den houthak
ker gemakkelijk kennen.
Dag, Sepp riepen beiden te-
gelijk.
De man legde eerst voorzichtig de
scherp geslepen bijl ter zijde en ging
toen tegenover Johan zitten, die hem
<to bierkan toeschoof.
Hoe kom jij hier zoo vroeg,
bpp? vroeg Johan, terwijl hij den
"jan door een knipoogje tot voor
zichtigheid in het spreken aanspoorde.
Van 'den houtvester. Ik moet
"aar Gemund om te helpen bij het
v'°ttenmaken, en waar kom jij van
daan
T" Ik ben daar boven geweest.
Dfschoon er, behalve de kellnerin,
"toitiand aanwezig was, werd het
vergunning aan J. G. Meijer tot het
tijdelijk in gebruik nemen der loods
voor badkoetsen.
17. Idem tot vaststelling van den
staat van ontheffingen wegens hoof-
delijken omslag dienst 1909.
18. Idem tot wijziging van het
raadsbesluit van 24 Maart j. 1. no 9
betreffende het aangaan eener tijde
lijke geldleening.
19. idem tot wijziging der gemeen-
te-begrooiing dienst 1909.
20. Vaststelling le suppletoir ko
hier hoofdelijke» omslag dienst 1910.
BADPLAATS.
Bnrg. en Weth. van Viissingen
maken bekend
dat de opening der Zeeba*
den is bepaald op Zaterdag
den 28 Mei e. R.
Viissingen, 24 Mei 1910.
Burg. en Weth. voornoemd.
C. A. KALBFLEISCH, L. B.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
NATIONALE MILITIE.
Onderzoek der verlofgangers van
de militie te land.
Burgemeester en Wethouders van
Viissingen
gelet op het besluit van den Com
missaris der Koningin in deze pro
vincie van den 16 April 1910, A. no.
1657', 3e afd. M.
Roepen bij deze opde in deze
gemeente wonende verlotgangers van
de militie te land, onverschiliig tot
welke lichting zij behooren voor
zoover zij voor 1 Januari 1910 in het
genot van onbepaald verlof zijn ge
steld om op Donderdag den 9
juni 1910, des voormiddags te 10
uur, lichtingen 1902 en vroeger, 1903,
1904 en 1905, en ten 1 uur namid
dags lichtingen 1906, 1907, 1908 en
1909, voor het raadhuis te verschij
nen, gekleed in uniform, voorzien
van alle door hen van het korps
medegenomen kleeding- en uilrus
tingstukken, van hun zakboekje en
van hun verlofpas, teneinde over
eenkomstig art. 127 der militiewet,
door den militie-commissaris te wor
den onderzocht, op het terrein achter
de kazerne Nieuw Arsenaal.
Verder wordt te kennen gegeven,
dat, zoo een verlofganger, uithoofde
van ziekte of gebreken buiten staat
is voor den militie-commissaris te
verschijnen, daarvan uiterlijk vóór
den dag der inspectie bij den bur
gemeester zal moeten worden inge
diend, een attest van den behande-
lenden geneesheer.
Een ieder wien zulks aangaat,
wordt mitsdien ernstig aangemaand,
om zich ten voorschreven dage, uur
en plaats te doen vinden, teneinde
gesprek toch op fluisterenden toon
gevoerd.
Heb je hem gesnapt vroeg
Sepp.
Geen groenrok zal hem meer
zien. Als je wilt, kan je hem halen,
ik heb hem niet noodig, maar het
gewei wil ik behouden, iaat dat dus
voor mij liggen.
Goed, ik zai hem halen, zei
Sepp. De jagers zijn mij niet te slim.
Verscheidene bezoekers traden nu
binnen, zoodat het gesprek weldra
algemeen werd. Cenzia hield echter
de beide vrienden onder haar werk
in het oog, want zij vermoedde, dat
zij daar niet zonder bedoeling el
kander ontmoetten.
Het is in jaren niet gebeurd,
dat men om dezen tijd al den
Schneid-Alm betrokken heeft, merkte
een der bezoekers op.
Bij deze woorden keek Johan
snel op en zag den spreker twijfe
lend aan.
Wat zeg je daar? Wie is er
nu reeds op den Schneid-Alm vroeg
hij verwonderd.
Wat geef je, als ik je dat ver
tel? vraagde de man. ltc denk dat
zich niet bloot te stellen aan de
straffen bij de wet bedreigd.
Wordende voor zooveel noodig
herinnerd aan de navolgende be
palingen der wet op de nationale
militie
lo. de verlofganger meldt zich
binnen dertig dagen na den dag
waarop hem de verlofpas is uitge
reikt, bij den burgemeester zijner
woonplaats aan, teneinde deze zijn
verlofpas voor „gezien" teekene (Art.
120);
2o. de verlofganger, die zich ineen
andere gemeente gaat vestigen, geeft
daarvan kennis aan den burgemeester
zijner woonplaats. Binnen dertig da
gen na den dag, waarop hij komt in
de gemeente, waarin hij zich vestigt,
meldt hij zich evenzeer aan bij den
burgemeester dier gemeente, opdat
zijn verlof ook doorhem voorgezien
worde geteekend. (Art. 124);
3o. de verlofganger van de militie
te land, mag zich zonder toestemming
van Zijne Excellentie den Minister
van Oorlog, niet langer dan gedurende
drie achtereenvolgende maanden bui
ten 's lands begeven. (Art. 123);
4o. de verlofganger, die de artt.
120, 122 en 123 niet naleeft, wordt
in werkelijken dienst geroepen en
daarin gedurende ten hoogste twee
maanden gehouden. De duur van
dezen dienst wordt bepaald door
Zijne Excellentie den Minister van
Oorlog. (Art. 124);
5o. de verlofganger van de militie
te land, die bij openbare kennisge
ving is opgeroepen om door den
militie-commissaris te worden onder
zocht, verschijnt bij het onderzoek in
uniform gekleed en voorzien van de
kleeding- en uitrustingstukken, hem
bij zijn vertrek met groot verlof me
degegeven, van zijn zakboekje en zijn
verlofpas. (Art. 127.)
6o. de verlofganger is aan de mi
litaire rechtspleging en tucht onder
worpen, onder anderen gedurende den
tijd welken het onderzoek voor den
militie-commissaris duurt en, in het
algemeen, wanneer hij in uniform
gekleed is. (Art. 117);
7o. behoudens het bepaalde bij
art. 117, kan een arrest van twee tot
zes dagen, te ondergaan in de naastbij
gelegen provoost of het naastbijzijnde
huis van bewaring of arrest door den
militie-commissaris worden opgelegd
aan den verlofganger: a. die zonder
geldige redenen, niet bij het onder
zoek verschijnt; b. die, daarbij ver
schenen zijnde, zonder geldige rede
nen niet voorzien is van de bij art.
127 vermelde voorwerpenc. wiens
kleeding- en uitrustingstukken, bij
het onderzoek niet in voldoenden
staat worden bevonden d. die klee
ding- of uitrustingstukken aan een
ander behoorende, als de zijne ver
toont. (Art. 128);
net bericht wei naar je zin zal wezen.
Nu, op een paar kruiken bier
zie ik niet, als het de moeite waard
is, sprak Johan.
Walburga van den Meerhof is
er. Ik heb haar het vee naar boven
zien drijven. Is dat nieuws naar
je zin
Dat moest wel zoo zijn. De jonk
man ledigde met groote teugen zijn
bierkan en hef kostte Sepp moeite
hem die opnieuw te laten vullen. Na
de kellnerin betaald te hebben, ver
liet Johan het Brouwkamertje, terwijl
Sepp hem onwillig volgde.
Toen ze buiten van eikander af
scheid genomen hadden, keerde
Johan zich nog eenmaal om en riep
Sepp, als je mijn huis voorbij
gaat, zeg dan, dat ik vanavond thuis
kom.
Na hun vertrek zeide een der
gasten in het Brouwkamertje tot de
overige aanwezigen
Het is niet moeilijk te raden,
waar Johan heen gaat. Hij kiest der,
kortsten weg naar den Alm om Wal
burga op te zoeken. Ik zou er op
durven zweren, dat die twee een
paar worden.
8o. onverminderd de straf in art.
128 vermeld, is de verlofganger ver
plicht op daartoe door den militie
commissaris te bepalen tijd en plaats
en op de in ari. 127 voorgeschreven
wijze voor hem te verschijnen om te
worden onderzocht. (Art. 130);
9o. de verlofganger die zich bij
herhaling schuldig maakt aan het feit
sub 4e van art. 128 bedoeld, of niet,
overeenkomstig art. 130, voor den
militie-commissaris verschijnt of al
daar verschenen zijnde, in het geval
verkeert, sub 2o en 3o van art. 128
vermeid, wordt in werkelijken dienst
geroepen en daarin ten hoogste drie
maanden gehouden
De duur van dezen dienst wordt
door den minister van oorlog bepaald.
(Art. 131).
Aan het onderzoek wordt niet
deelgenomen door verlofgangers a.
die dit jaar uit anderen hoofde dan
voor straf, onder de wapenen zijn
geweest; b. die bestemd zijn om dit
jaar onder de wapenen of in werke
lijken dienst te worden geroepen; c.
die dit jaar bij de landweer zullen
overgaan (hiertoe behooren niet de
verlofgangers van de vesting-artillerie,
de rijdende artillerie, de huzaren, de
torpedisten en plaatsvervangers en
nummerverwisselaars. Zij moeten dus
wel aan het onderzoek deelnemen)
d. die van den werkelijken dienst
zijn ontheven of in het genot zijn
van uitstel van eerste oefeninge.
die eene verbintenis hebben aange
gaan als adspirant militie-officier of
bij de spoorwegafdeeling van de ge
nietroepen f. die met tijdelijk verlof
gezonden zijn zonder zakboekje en
dus niet in de registers vari verlof
gangers zijn ingeschreven.
Ingelijfden bij de militie, die krach
tens art. 113 der wet van den wer
kelijken dienst zijn ontheven, of aan
wie krachtens art. 114 der wet uitstel
van eerste-oefening of van verblijf
onder de wapenen is verleend, zijn
gedurende den tijd, dat zij in het
genot zijn van de ontheffing of van
het uitstel, niet aan het onderzoek
onderworpen.
Viissingen, den 23 Mei 1910.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Hofberichten.
De opper-cereinoniemeester van H.
M. de Koningin maakt in de St.-ct.
bekend, dat volgens de bevelen
van Hare Majesteit de Koningin, de
hofrouw niet zal gedragen worden te
Haarlem en te Amsterdam, gedurende
het verblijf van Hare Majesteit de
Koningin aldaar, van 26 Mei tot 2
Juni.
Ja, als er niets tusschen komt,
viel Cenzia in.
Jij, misschien was de spottende
vraag. Speelt de mooie boerderij je
in het hoofd
in de opgeruimdste stemming
snelde Johan de villa's voorbij, die
hier en daar verspreid lagen, en had
onder alle schoone bergen alleen
oog voor dien, waarop hij de alm-
hutten zag. De zon schoot haar
brandende stralen neer, alsof het
midden in den zomer was, en geen
zuchtje koelde het bezweete voor
hoofd af. Een geharde zoon der
bergen vraagt intusschen naar geen
hitte of zonneschijn. Met steeds vlug
ger schreden stapte Johan voort, en
al wenkte hem een herberg op zijn
pad, deze liet hem ditmaal geheel
onverschillig.
Vlug als een gems steeg hij al
hooger en hooger en sloeg er geen
acht op, dat de huizen der omlig
gende dorpen steeds kleiner werden.
Nog een rotsblok scheidde hem van
de groene weiden en onttrok de
almhutten aan zijn oog. Daar bleef
hij een poosje staan om tot verade-
h. M. de Koningin-Moeder reist
den 27sten dezer, na met de nacht
boot van Engeland gekomen te
zijn, te 5.33 v. m. van hier over Utrecht
naar Soestdijk; aankomst aldaar te 9.25
v.m. Den 30sten dezer reist H. M. de
Koningin Moeder te 9.32 v.m. van
Baarn-H. S. M. naar Amsterdam, aan
komst aan hel Centraalstation aldaar
te 10.18 v.m.
Bond van R.-K. Kiesvaresnigingen.
Gistermiddag vergaderde in het
GebouwvoorKunsten en Wetenschap
pen te Utrecht, onder leiding van
den voorzitter, mr. D. Kooien, lid van
de Tweede Kamer, de Bond van R.
K. kiesvereenigingen.
Blijkens het verslag dier vergadering
voorkomende in „De Tijd", waren
43 districten vertegenwoordigd.
De rekening van den penningmees
ter, mr. Thijssen, sloot in ontvangst
en uitgaven met een totaal van
f 1,254,10, met een saldo van f 169.08.
Het voorstel-Deventer, om door
den bond een herziening te doen be
werken van het program van actie
der Katholieke Kamerieden, werd
door den voorzitter met een kort
woord bestreden op de bekende gron
den, met name, omdat het in strijd
is met de oorspronkelijke strekking
van den bond. Deventer was niet
aanwezig en daar de voorzitter geen
verdediging verwachtte en er algemeen
geapplaudisseerd werd, werd het
voorstel niet behandeld.
Katwijk verlangde opening van het
debat, hetwelk echter werd verworpen
met 64 tegen 25 stemmen. Hierna
verdedigde Arnhem zijn voorstelom:
iste aan het bestuur op te dragen te
benoemen een commissie tot het ont
werpen van een program voor R. K.
gemeenteraadsleden, en 2e. het initia
tief te nemen tot het vormen van
een Bond van R. K. gemeenteraads
leden.
Dit voorstel vond nogal bestrijding,
daar men van oordeel was, dat het
niet tot de competentie van den bond
behoort. Het werd verworpen met 62
tegen 24 stemmen.
Arnhem hoopte nu, dat de voor
stemmers in hun kiesvereenigingen
't particulier initiatief van Arnhem
zouden steunen. Katwijk stelde nu
een motie voor, waarin de bond zich
uitsprak voor de urgentie der zaak.
De voorzitter kon, na de straks ge
vallen uitspraak, de logica dezer motie
niet ontdekken, en wenschle haar ook
niet in stemming te brengen.
Bij de rondvraag kondigde Alkmaar
aan een voorstel tot stichting eener
weerstandskas. Katwijk kwam nog
eens terug op de vaststelling van een
politiek program door de kiezers ir.-
plaats van door de Kamerleden.
Hierna werd de vergadering ge
sloten.
ming te komen en iiet toen een
luid jodelen hooien. Hij luisterde,
doch vernam niets dan de echo's
der bergen. Zou ze hem niet gehoord
hebben of misschien niet willen
hooren Hij herhaalde eindelijk zijn
jodelen nog luider. Daar klonk het
antwoord zacht uit de verte. Eenige
sprongen en hij stond aan den groe
nen rand met zijn hoed te zwaaien.
Walburga stond in de deur der hut
en wenkte hem vriendelijk toe.
De herderin was een schoon
meisje met zwarte oogen, waarin
vastberadenheid en wilskracht te
lezen waren. Haar witte tanden, de
frischheid van haar gelaat en haar
sierlijke gestalte hadden bij menig
jongeling den wensch doen ontstaan
haar ais vrouw huiswaarts te voeren.
Tot heden kon echter niemand zich
er op beroemen aanmoediging! bij
haar gevonden te hebben en alleen
tegen Johan was ze bijzonder vrien
delijk geweest, als zij met hem sprak.
Hoe weet je, dat ik hier ben,
Johan vroeg ze.
(Wordt vervolgd.)