laalders kwaliteit.
'antiën
Zaterdag
Co.,
1910.
Gemeentebestuur*
Feuilleton.
Op tat tiitakif.
.oskade.
og.
:ectie.
VAN DEN HAK QP DEN TAK.
verkrijgbaar bij
^raat No. 2.
jtvegers
h.
chtingen, enz.
nde prijzen.
No. 117.
48e Jaargang.
oneurree-
skdrukker
VUrki 58.
lOEllllE",
jriijke tarieven.
Ilerlei goederen.
nvrage verstrekt.
JKÏÏÜIJSEN-RLOP.
ide beveelt zich aan
[gen van ASSURAN-
spolis te Rotterdam,
edels, Koopmansgoe-
Land-, Rivier- en
BEKER
oosje Buskenstraat.
ie Havendienst
v.m. 6.6.20, 6.45,
i.30, 10.—, 10.20, 10.40,
112.- 12.30,1.—, 1.80*,
3.55 4.30, 4.50, 5.20,
(20, 7.40, 8,20.
nsluis: vm. 6.10, 6.30,
1.15, 9.50, 10.10, 10.30,
iO. N.m. 12.10, 12.45.
3.10*, 3.40,4.10,4.40,
(50, 7.10,7.30,8.—,8.30,
vallen deaZondags uit.
VUSS1NGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
21 M
ADVERTENTIÊNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaat van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts /weemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks^ uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, j TELEFOONNUMMER 10. fi'oonnements-fldoertentiën op zeer uoordeelige oeoru/aarden
a rn d i e n s
Ingea-MiddeVburg v.v.
sn 4 40f 5.50J" 7.55
12.30 1.15 2.— 2.45
5.50 6.55 7.50 8.50
van de Remise, de an*
it Badhuis.
t: 5.15f 6.251840
1.15 2.— 2.45 3.30
15 7.50 8.50 9.40 10.25-
verder dan to't de R®"
treinen gaau naar het
>ter-Schelde.
(lOl©.
8) 3,43 O) ga 6,35 di
ia) 4,10 c) oa 7,05
ra. 2,15 a) en 5,05
0 b; 3,43 en 6.35 d) h)
ntan na hot vertrek ver
zorke n.Housen vni.8,50
Ir Breakens, Eoraaeleen
Broskena tan hoogste 15
(iten wachten.
kan de boot van 10,45
agen van 16 April tot
SCHIETOEFENINGEN.
Onveiligheid Vaarwater.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter kennis van zeevarenden
die daarbij belang kunnen hebben
dat op 28 Mei a. s. eene schiet
oefening zal worden gehouden van
het Fort IJMU1DEN, 3e District
dat omtrent de regeling dier schiet
oefening inlichtingen zijn te bekomen
ter Gemeente-Secretaris op eiken
werkdag van 's morgens 9 tot des
namiddags 4 uur.
Vlissingen, 20 Mei 1910.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
B i'N N ÉN LA N DT~
Koninklijk bezoek te Amsterdam.
Er zal een een tweede uitvoering
worden gegeven van de aubade van
Van 't Kruijs, zangers en zangeressen
die aan de groote aubade deelnemen,
zullen ook aan de tweede uitvoering
meewerken, evenals de muziek van
het 7e onder den kapelmeester Zaag-
mans. Deze uitvoering zal worden
gedirigeerd door den heer Mennes.
De bedoeling is het publiek, dat
uit den aard der zaak niet tegenwoor
dig zal kunnen zijn bij de aubade op
den Dam, te laten genieten van deze
muziekuitvoering.
Uit het onderzoek, door den heer
Van 't Kruijs ingesteld met den klok
kenist van het Koninklijk Paleis te
Amsterdam, den heer J. Vincent, is
gebleken, dat samenwerking in de
Óranje-Nassau-cantate mogelijk is
tusschen klokkenist en dirigent. Men
zal dus in de cantate het beieren
der klokken hooren, waarvoor de
heer Vincent zijne medewerking wel
willend heeft verleend een electrische
geleiding van den klokkestoel naar
den dirigenten-lessenaar zal nu wor
den aangebracht.
Prins Hendrik der Nederlanden.
Prins Hendrik heeft gisterenmiddag
ia zijn tijdelijke woning in Grosvenor
Gardens te Londen, toebehoorende
aan graaf Saint-Germains, de bestuur
ders der te Londen gevestigde Ne-
derlandsche lichamen ontvangen. De
bestuurders van elk lichaam werden
groepsgewijze afzonderlijk voorge
steld. Ten slotte ontving de Prins de
Nederlandsche persclub te Londen.
De Prins was allerminzaamst en
keuvelde een oogenblik belangstel
lend met alle voorgestelden.
Het vriendelijke en ongekunstelde
optreden van den Prins maakte een
allergunstigsteu indruk, vooral toen
Prins zijn voornemen te kennen
gaf, onmiddellijk na de receptie, de
o—
1.)
Ongeveer midden tusschen Gemund
on Tegernsee ligt op een vooruit
springenden berg de Lindenhof, een
der grootste en prachtigste boerderijen
uit de geheele landstreek.
De eigenaar van den Lindenhof
was trotsch op zijn uitgebreide be
zitting, die sedert onheuglijke tijden
van vader op zoon was overgegaan,
a's ware het een erfgoed van een
adellijke familie. Ook was de eigenaar
hotsch op zijn mooie dochter Lize.
En die dochter verdiende, dat de
'ader trotsch op haar was. Ze telde
twintig jaar en werd algemeen voor
'l«t schoonste meisje uit den omtrek
gehouden.
Lize Lind was niet alleen mooi, zij
dezat ook een goed hart en bestuurde
'net groote bekwaamheid het huis
houden van haar vader. Haar moeder
was eenige jaren geleden gestorven
Nederlandsche Vereeniging te be- I
zoeken.
Prins Hendrik verwijlde een half
uurtje in de clublokalen, bezichtigde
alles met belangstelling en luisterde
aandachtig naar de toelichtingen van
den president, den heer Stoop, aldoor
even ongekunsteld-joviaal blijvende.
De laatste foto van Prinses Juliana
werd den Prins vertoond, waarop hij
glimlachend zeide, dat die laatste
foto wel niet de allerlaatste zou zijn
Toen men hem vroeg welk echt
Hollandsch bittertje hij zou nemen,
antwoordde de Piins schalks: „Een
Oranje-bittertje".
De Prins zit hedenavond met de
vorstelijke gasten des Konings aan
bij den gala-maaltijd in het Bucking
ham-paleis.
De .Prins gaat morgenavond naar
Esher, en vertrekt Zaterdag in een
automobiel naar Sheerness, ten
einde zich voor de terugreis in te
schepen op het pantserschip „Heems-
kerck." („N. R. Ct.")
De verwisseling van justitie.
De „Standaard" schrijft
Het heengaan van minister Nelis-
sen betreuren we zeer. In den korten
tijd van zijn bewind had hij schier
aller sympathie gewonnen. Hij bleek
een kundig wetgever, een vaardig
administrateur, een goed spreker, een
nobel karakter, een persoonlijkheid.
Hij was een der pilaren van het ka
binet. Hij valt niet onidat hij te weinig,
maar veeleer omdat hij te veel deed,
en niet genoeg de maat wist te hou
den tusschen wat een minister per
soonlijk voor zijn rekening moet
nemen en wat hij aan anderen heelt
over te laten. Een heengaan dat ons
te meer teleurstelt, daar Nelissen een
man bleek die op het stuk van be
ginselen kleur dorst bekennen, en met
welbewuste overtuiging voordehoo-
gere zedelijke belangen die bij justitie
bescherming moeten vinden, opkwam,
juist doordoor had hij ook achting
bij de antirevolutionnairen weten te
verzekeren.
Toch is minister Heemskerk er in
geslaagd een niet minder sympathiek
man in zijn plaats te stellen. Het
Kamerlid Regout verkeerde steeds met
de antirevoiutionnaire Kamerclub op
den meest vertrouwelijken voet. Aan
zijn kunde en slagvaardigheid twijfelt
niemand, en we zouden ons al zeer
moeten vergissen, als hij op het stuk
van beginselen niet even vertrouw
baar bleek als zijn voorganger. Voor
de Kamer een verlies, zal hij voor het
kabinet een aanwinst zijn. Alleen
maar, hij moet weer van voren af
beginnen. Dit rooft altoos tijd. En
aan het tijdverlies, waarop dit te
staan komt, is nu eenmaal geen ont
komen.
en rustte op het kerkhof te Gemund.
johan, de eenige en ook oudere
broeder van Lize, was van een ge
heel anderen aard als zijn zuster.
Hij was een knappe jongen, gezond
en sterk, een flink schutter en be
kwaam gitaarspeler, dien men gaarne
hoorde. Zijn oploopende drift bedierf
echter alles en had zijn ouden vader
al heel wat geld gekost.
Johan veroorzaakte zijn vader
echter het meeste verdriet door wild-
stroopen, waarvan hij een hartstoch
telijk liefhebber was. In de oogen
van de bewoners in die landstreek
was dit echter geen schande. Zij
mogen integendeel gaarne zien, dat
eeri onverschrokken knaap den jacht
opzieners een streek speelt zonder
gesnapt te worden.
Te huis was het voor johan veel
te eng. Wel werkte hij over dag op
het veld of in den stal medemaar
men zag het hem aan, dat hij den
arbeid met onverschilligheid verrichtte
en met zijn gedachten elders was.
Was de nacht aangebroken, dan
sloop hij onhoorbaar naar buiten en
verder naar het bosch. Daar haalde
hij dan het geweer uit ecu geheime
Militaire berichten.
De reserve-sergeant h. J. Boeijinga
van het 3e reg. infanterie is benoemd
tot vaandrig.
De minister van koloniën geeft
kennis, dat voor 20 studenten van
Ned. Universiteiten de gelegenheid be
staat om in opleiding te worden ge
nomen voor de betrekking van offi
cier van gezondheid bij het leger in
Ned.-lndië, onder genot van een sub
sidie van f4000, terwijl bovendien na
de benoeming nog een gratificatie
wordt uitgekeerd van f 1000 als tege
moetkoming in de kosten van eerste
uitrusting.
Gegadigden zullen zich, onder over
legging van de gevorderde beschei
den,voor 1 Augustus e. k., bij gezegeld
request hebben de wenden tot het
dep. van koloniën, alwaar, op aan
vrage, kosteloos ex. zijn te verkrijgen
van het reglement betreffende de op
leiding.
ReclameHet wachtwoord van
onzen tijdWat is machtiger dan de
reclame, zouden we willen vragen,
dan die onmisbare hefboom van
handel en nijverheid, het middel, ja,
door wien al niet gebruikt, om zijn
doel te bereiken Reclame is on
ontbeerlijk geworden. Maar vaak ook
wekt zij een gevoel van weerzin om
de wijze, waarop zij zich uit, den
vorm, waarin zij zich openbaart.
Zoo b.v. de rouw in Engeland om
den dood van koning Eduard, welke
de zonderlingste vorm van uitdrukking
vindt. Te Brixton heyft een boterhan-
delaar in zijn etaiageraam een figuur
van een weenende Britannia tentoon
gesteld, die zich over een met een
lauwerkrans getooid graf buigt. De
figuur is van boter gevormd en met
rouwfloers gedrapeerd, het etalage-
raam zelf met witte en purperen
stoffen behangen.
Niet waar, zoo'n vertooning is
weerzinwekkend en al moge het
moeilijk zijn te zeggen, welke ge
voelens al zoo bij den boterhandelaar
hebben voorgezeten, van diep gevoel
getuigt die reclame niet. Meer naar
ons hart handelt een jonge dame uit
Amersfoort, die te Utrecht er getuige
van was, dat een man onder de
electrische tram geraakte, wien een
zijner beenen nagenoeg geheel werd
afgereden. Terwijl anderen weeklaag
den en het droevige geval bespraken,
behandelde zij den ongelukkige zoo
goed zij kon, waagde er haar mantel
aan, legde met behulp van een hand
doek een noodverband, vroeg van
een der omstanders een wandelstok,
welke als hevel dienst moest doen, en
voorkwam zóo, dat de gewonde dood
bloedde. Een loffelijke vermelding
verdient deze daad der jonge dame,
bergplaats te voorschijn en dreef
zijn gevaarlijk spel. Soms deed zijn
vader hem hierover verwijten, maar
gewoonlijk was dan zijn antwoord
„Och, ze krijgen me toch niet
Bleef hij ook al eens een paar nach
ten rustig in zijn bed, de eerste
stormachtige nacht daarna lokte hem
weer buiten.
Dat hinderde den ouden man als
een doorn in het vleesch. Wel had
hij in zijn jeugd ook menig hert en
menigen gemsbok geveld, maar toen
hij zijn Bertha uit Lenggrus als
meesteres op den Lindenhof bracht,
had hij zijn geweer boven de bed
stede gehangen en het voortaan alleen
als een wapen beschouwd, geschikt
om slecht volk van zijn erf te houden
Kon hij nu hopen, dat zijn zoon
eveneens zou handelen, dan zou het
nog wel schikken. Johan was zijn
eenige zoon en zou naar voorvader
lijk gebruik de hoeve eenmaal over
nemen maar strooper en landbou
wer dat ging niet samen.
Voor Lize had de oude man reeds
lang gezorgd, want behalve haar
moederlijk erfdeel, lag, wanneer ze
eenmaal als bruid het vaderlijk huis
die weigerde haar naam op te geven.
Hier paarde zich waarachtig mede
gevoel aan tegenwoordigheid van
geest. Medegevoel toonde ook een
jongeling in de hoofdstad, die met
vele omstanders het een poos had
aangezien, dat een hondje, een
zwemmer in zijn hondenhart, dat een
bad had genomen en nu tegen den
hoogen wal niet op kon klauteren,
radeloos rondzwom en eindelijk, een
gat ziende, daarin ging. Maar dat
gat was de opening van een der be
roemde Amsterdamsche riolen
De menigte riep, maar Zwartje be
sefte het gevaar niet. De bedoelde
jongeling nam toen een kloek besluit.
Het luik, dat een der gaten van de
brug bedekten, werd geopend. Hij
wrong zich er in. Doodsche stilte,
't Gaat om een hondenleven. Enkele
minuten slechts en, met Zwartje tegen
zich aangedrukt, keerde de redder
weer. Hoera Welverdiend! Dat vond
blijkbaar ook het hondje, dat, na
zich droog geschud te hebben, een
geste maakte vanDank je wel, 'k
zal nou mijn weg wel vinden. En
toen trok het er van door. Een juf-
trouw in Den Haag wist blijkbaar
niet waarheen ze zou gaan, want
haar huisheer had haar met pak en
zak op straat gezet en de deur achter
haar gesloten. Daar stond ze, nog
met een glimlach op haar gelaat, in
den regen, omringd van stoelen, tafels,
kasten, potten, pannen eriz. Een me
delijdende vrachtrijder bood aan het
boeltje met een zeildoek te bedekken,
maar met een trotsche beweging
wees zij dit aanbod af.
Er is veel, dat door geen wijs
vermaan of geleerd betoog, door
geen gepreek of gedreig is weg te
nemen of te veranderen, maar voor
of door een lach aanstonds ver
dwijnt. Dat heeft ook de directie van
het Rembrandt-Theater te Amsterdam
begrepen, die, om den buitensporig
grooten, het uitzicht-belemmerenden
dameshoed, weg te doen lachen,
als het kan, op het doek een plaat
projecteert, voorstellende een dame
met reuzenhoed op, waarachier een
klein heertje zit, dat door dit gevaarte
als bedolven wordt. Onder dit wel
sprekende beeld stonden de woorden
„Aan de dames wordt beleefd ver
zocht, haar hoeden af te zetten."
Verscheidene dames gaven er gevolg
aan. Helpt dit middel niet afdoende,
dan, ja, dan probeere men maar eens
het Parijsche recept r „Verlof aan
dames boven de vijftig om de hoe
den op te houden". Al de hoeden
verdwenen in Parijs bij de toepassing
van dat recept.
Een staaltje van humor bij de
jeugd verhaalt de „Geld." Naast een
voetbalveld lag een boomgaard en
meer dan eens had de eigenaar de
sport-amateurtjes, die verlekkerd wa-
zou verlaten, menige zak met thalers
en een rol goudstukken voor haar
uitzet klaar in d» blauwe kist, die
in de pronkkamer stond.
Volgens inzien van Lind zou het
een schande geweest zijn, wanneer
de boerderij, die honderden jaren in
zijn familie was geweest, eenmaal in
vreemde handen geraakte. En dat
kon zoo licht nog gebeuren, als
Johan op een strooptocht door de
jachtopzieners doodgeschoten werd.
Zijn zoon moest tot een bestendiger
leven gebracht worden. Ja juist. Johan
moest trouwen en wel hoe eerder
hoe beter. Wanneer hij een brave
vrouw en lieve kinderen om zich
heen had, en de zorg voor veld en
akker op zijn schouders rustte, zou
hij zijn verkeerde neiging wellicht
opgeven en een bedaard man, een
flinke landbouwer worden.
Op een prachtigen lenteavond van
het jaar 1870 zat Lind op een bank
onder den hoogen eik, die voor zijn
woning stond, en hield de oogen
peinzend op de groene velden ge
richt. Alleen de rook, dien hij uit
zijn korthouten pijpje blies, getuigde,
ren op de appeltjes, zijn boomgaard
uitgeboksi. Óp een goeien keer deelde
hij den voetballenden appeldisven
zulke fraaie gemikte schoppen uit,
dat een der sportsmen zei „Jongens,
die appelboer moet een goed schot
hebben, hadden wij hem maar als
back in onze club Dat voorstel
vond bijval. Het heele voetbalzootje
ging den volgenden dag naar den
appeiboer. „Zeg, wat motten jullie?
Weer appelen weghalen Ingerukt,
marsch, of je krijgt nog een paar
schoppen onder je broek Par
don, mijnheer," zei de voorzitter,
„we komen vragen, of u lid wil
worden van onze club, u hebt zoo'n
goed schot" .Jongens haastig af.
En de appelboer Die zal wel in zijn
binnenkamer meegelachen hebben.
Keuvelaar.
Viissingeni, 20 Mei.
Een uitstapje in de
wereldruimte.
In het Grand Hotel trad gister
avond voor een talrijk publiek op de
heer J. A. F. van den Houte Willems
tot liet houden van een populair-
wetenschappelijke voordracht over
meest interessante onderwerpen op
het gebied der sterrenkunde.
Aan de hand van dezen heer, die
later bleek een uitstekend gids te
zijn en door wiens onderhoudend en
boeiend gesprek het publiek heel
wat fraais en belangrijks heeft kunnen
aanschouwen, gingen wij op reis en
verlieten we, na eerst gestegen te
zijn tot op een hoogte van 9000 M.,
c!en hoogsten top in het Himalya ge
bergte, de aarde, om de reis voort te
zetten in het onmetelijke luchtruim
en daar tal van ontmoetingen te
hebben, die door prachtige licht
beelden, waaronder sommige beweeg
bare, verduidelijkt, een helderen blik
deden slaan in den toestand, vorm
en bewegingen van zoovele planeten
en sterren, maar voornamelijk van
die, welke tot ons zonnestelsel be-
hooren.
Vóór de pauze behandelde de
spreker, na een zeer zaakrijke in
leiding, waarin voornamelijk nadruk
werd gelegd op de vier krachtige
hulpmiddelen, die den astronoom ten
dienste staan de wiskunde, de op
tiek, de photographie en de spectros
copie. Door de groote zekerheid van
de eerste en de tot groote volkomen
heid gestegene beide laatste, kunnen
de geleerden met de grootst moge
lijke zekerheid en nauwkeurigheid
ons een beeld geven van wat in die
ontzaglijke hemelruimte zooal voor
komt en plaats heeft.
Daarop volgde de behandeling van
de aarde, met verwijzingen naar de
stelsels van Ptolomeus, Copernicus,
Galileï, Newtonhare gedaante en
dat er nog leven in den man was.
Hij zag da ondergaande zon niet,
die zich in het meer spiegelde en
hoorde evenmin de leeuweriken, die
hun avondlied zongen.
Eindelijk scheen hij met zijn ge
dachten klaar gekomen, want hij
stond langzaam op, kiopte de asch
uit zijn pijpje en trad langzaam naar
zijn woning, onder het mompelen
van de woorden ja, zoo moet het
gaan, anders komt er niets van te
recht.
Johan was namelijk reeds drie
dagen van huis. Wel had Sepp, een
houthakker en een berucht strooper,
de boodschap gebracht dat Johan
wel was en 's nachts zou thuisko
men, maar de oude heer was toch
niet op zijn gemak. Hij bleef nog
even voor het huis staan en keek
rond of de knechts en meiden wel
alles op de behoorlijke plaats hadden
gebracht, want hij hield van orde en
regel en hij kon ter dege uitvaren,
als hij iets zag zwerven.
(Wordt vervolgd.)