KONING EDUARD. f BUITENLAND. brak. De patient is naar het militair hospitaal te Utrecht vervoerd Een werkman aan boord van een stoom schip liggende aan de Heyplaat te Rotterdam, is in het ruim gevallen. Hij werd door personeel van de Droogdokmaatschappij gevonden en naar het Diaconessen huis gebracht, doch overleed daar spoedig. Een wielrijder uit Aken kwam in volle vaart den stijlen berg bij Stokhem (L.) afgereden. Drie jeugdige kinderen die op den weg liepen, werden over reden en de fietsrijder maakte zoo danig kennis met der. grond, dat hij bewusteloos bleef liggen. De 3 kin deren werden eveneens zoo zwaar verwond dal geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Te Tuitjehorn (N.-H.) speelden Woens dag twee meisjes op een met zand geladen kar. Toen deze wilde ver trekken, vielen de meisjes er af, met het gevolg, dat een van haar, een Sjarig meisje een paar uur later was overleden. De Urkervisschers zijn gistermorgen bij het binnenhalen der netten door een hevigen storm over vallen. Een 25jarige ongehuwde vis- scher sloeg uit de vlet en verdronk. Gister gebeurde op het fort Pampus een ernstig ongeluk, bij het verzuim, na het vullen het afsluitstuk op het kanon te plaatsten. Hierdoor ont snapte een deel der lading scherp aan de achterzijde van den vuurmond, met het treurig gevolg, dat de mili cien Kattestaart, uit Den Haag, zeer ernstig getroffen werd aan oogen, handen en' borst. De ongelukkige werd na verbonden te zijn, naar Muiden en daarna naar 't militair hos pitaal te Amsterdam vervoerd. Een gesloten huis op de Prin segracht te 's Gravenhage, waarin tot voor korten tijd een behanger en stoffeerder zijn beroep uitoefende, en waar thans keurig netjes overal gordijnen voor de ramen hingen, zoodat er niets bijzonders aan te zien was, had, hoe dat is het geheim van den fiscus vooralsnog, de aan dacht van de belastingambtenaren getrokken. Gisterenmiddag begaven zich een viertal van die ambtenaren, met een inspecteur van politie, naar de be wuste woning en vonden aldaar een distilleer-inrichting. Een fornuis, dis tilleerketel, maatglazen en wat verder tot het bedrijf behoort, werden in beslag genomen, zoomede een aantal vaten met inhoud en alles per wagen, bespannen met een paard, onder ge leide overgebracht naar het belasting kantoor op het Buitenhof. Gisterennacht is te Ter Aar een geladen tjalk, liggende in het Aar kanaal, aangevaren door het stoom schip „Prinses Marie", van Rotter dam. De tjalk zonk onmiddellijk. De schipper, zijn vrouwen vier kinderen alsmede de knecht konden zich ter nauwernood redden. Door het in- stroomende water werd veel schade veroorzaakt. De Commissaris der Koningin in Zeeland heeft aan de Société Anonyine Cooppal en Co., te Wet- teren (België), vergunning verleend om op 23 dezer met schipper Hen drik van de Meerssche in diens overdekte zeilschip genaamd „Eula- lie" o. a. van Delft naar Doesburg langs Schie, Maas, Lek, Rijn en IJssel te vervoeren een partij van netto 3000 kilo buskruit. De vergunning blijft geldig tot en met 27 dezer. Er zal bij dit transport gebruik ge maakt worden van één sleepboot. Volgens Bureau Veritas zijn in de maand Maart verongelukt 47 zeil en 43 stoomschepen, als zeilsche pen 9 Amerikaansche, 2 Duitsche, 4 Fransche, 2 Grieksche, 1 Neder- landsch, 7 Noorsche, 1 Portugeeesch, 5 Russische, 2 Spaansche en 1 Turksch. Stoomschepen 1 Duifsch, 5 Ame rikaansche, 1 Belgisch, 1 Deensch, 21 Engelsche, 2 Egyptische, 2 Fran sche, 1 Grieksch, 1 Italiaansch, 1 Japansch, 1 Nederlandsch, 3 Noor sche, 1 Oostenrijksch, 1 Russisch en 1 Turksch. In deze cijfers zijn begrepen 1 zeil en 4 stoomschepen als vermist be schouwd wegens gemis van tijding. Onder de „Laatste Berichten" hebben wij gisteren reeds gemeld dat Cartago door een verschrikkelijke aardbeving geteisterd is. Cartago is de hoofdstad van de Costa-Ricaansche provincie van dien naam. Het stadje ligt op een hoogte van 4700 voet bo ven den zeespiegel, aan den voet van den Irazu-vulkaan, op ongeveer 14 mijlen ten Zuid-Oosten van San José. Cartago is een goed gebouwde stad met breede, uitstekend geplaveide straten, electrische verlichting en kunstmatige waterleiding. Het bezit of liever het bezat verschillende prach tige kerken, een college en hospitaal en een bevolking, die volgens de laatste telling 8 a 10 duizend zielen telde. Verscheidene malen is Cartago reeds gedeeltelijk door aardbevingen verwoest, zoo bijv. in 1723, 1833, 1825, 1841, 1851 en in 1854. Toch schijnen deze aardschokken alle vorige in hevigheid te hebben over troffen, want volgens het laatste be richt zijn in Cartago alle huizen ver nield, en talrijke personen gedood. Ook de uitgestrekle omgeving van Cartago is op deerniswekkende wijze getroffen. Over een ontploffing in de Palos-mijn, waarbij 185 mijnwerkers het leven lieten, worden de volgende bijzonderheden gemeld Het ongeluk gebeurde in schacht nummer 3, op het oogenblik dat 150 a 200 mijn arbeiders aan het werk waren. De ontploffing was geweldig en de schok zoo hevig dat een beambte, die op honderd meter van de mijnope- ning stond, in de lucht werd geslin gerd en met zoo'n kracht op den grond neerkwam, dat hij oogenblik- kelijk dood was. Dadelijk ging een reddingsbrigade aan het werk, maar slechts drie lij ken konden de redders uit de bran dende schacht halen, toen moesten zij zich in allerijl verwijderen, daar de vlammen en vergiftige dampen hun leven in gevaar brachten. Zoo werden ze gedwongen om de 185 slachtoffers aan hun lot overte laten. De Amerikaansche staat New- York gaat met groote gestrengheid optreden tegen de weddenschappen. De Senaat van New-York heeft met 31 tegen 15 stemmen een wetsont werp aangenomen, waarbij het aan gaan van weddenschappen op den uitslag van paardenrennen strafbaar wordt gesteld. Daarmede is, naar men denkt, de genadeslag toegebracht aan de paardensport in dien staat. De Senaat heeft voorts met 36 tegen 8 stemmen een wetsontwerp aange nomen, waarbij directeuren van hip podromen strafbaar worden gesteld wegens weddenschappen, die op hunne terreinen worden aangegaan. Ook zal eerstdaags een wetsontwerp in behandeling komen, waarbij het bekendmaken, onder welken vorm ook, van weddenschappen op ren paarden wordt verboden. Al die wet ten zijn ontworpen ingevolge de aan wijzingen van gouverneur Hughes. Dezer dagen verscheen een jonge, schoone Kalifornische dame in de grootste opgewondenheid op een politiebureau te New-York, en vertelde daar dat zij zoo juist als door een wonder aan een vreemde gevan genschap was ontkomen, waarin een man, Bernard geheeten, haar door hypnose had gebracht, en die zij maandenlang had moeten verduren, tot zij er eindelijk in geslaagd was, te ontvluchten. Bernard, zoo deelde het jonge meisje mede, poseerde als Indisch toovenaar en had 150 „discipelen" om zich heen weten te verzamelen, die hij zijn slaven noemde, en door wie hij zich als een soort Jupiter liet aanbidden. De gewone eflfrée" in deze wonderbare gemeenschap be droeg 100 dollar, en 't was zeer moei lijk, er zich weder van los te maken. Een aantal politieagenten begaven zich nu onmiddellijk naar de door het meisje aangeduide woning van den „toovenaar", die in het voornaam ste deel van New-York gelegen bleek te zijn, en verschaften zich met geweld toegang. In een der zeer elegante vertrekken vonden zij een aantal uiterst schraal gekleede dames en heeren van uit eenloopenden leeftijd, die op een met symbolieke figuren bedekt tapijt een bacchanten-dans uitvoerden. Bernard, die deze zonderlinge cere monie persoonlijk leidde trachtte zich, door 't eiectrisch licht uit te draaien, uit de voeten te maken, maar werd gearresteerd. Hij ontkende niet, het meisje te hebben geschaakt en sedert Kerstmis tot het verblijf in Zijn woning te hebben gedwongen. De rechter wilde hem niet voor minder dan 15.000 dollar borgstelling in contanten op vrije voeten laten en zoo moest de fakir-hypnotiseur nolens volens het huis van bewaring binnenwandelen. Betrekkelijk onverwacht bereikte ons heden de tijding dat Z. M. Koning Eduard van Engeland hedennacht is overleden. Volgens het officieel bulletin van 11 uur 50 overleed de'Koning zacht en kalm te 11 uur 45, in tegenwoor digheid van de Koningin, de Prins en Prinses van Wales, prinses Louise en haar echtgenoot, de hertog van Fife, prinses Victoria en prinses Louise, hertogin van Argyll, konings zuster. Alle kinderen des konings waren bij zijn afsterven tegenwoordig, uit gezonderd de koningin van Noor wegen. Deze telegrafeerde dat zij on middellijk naar Londen zou komen, waar zij Zondag wordt verwacht. De koning was bijna den geheelen avond in een slapenden toestand, en gaf tusschen negen en tien uur eenige teekenen van leven, waarna hij be wusteloos werd. Niettegenstaande de hevige regens heeft den geheelen nacht een groote menigte voor het paleis gestaan. Verscheidene voorname personages kwamen in het late uur nog infor- meeren. Om vijf minuten over twaalf, on middellijk na het vertrek van den prins van Wales, werd het treurige nieuws aan het publiek bekend ge maakt. De mededeeling maakte een diepen indruk op de menigte. Koning Eduard VII werd 9 No vember 1841 in Buckinghampalace te Londen, als Albert Eduard van Saksen-Coburg en Gotha geboren. Hij was de zoon van koningin Victoria en van Prins Albert, den prins gemaal en kreeg vari zijn ouders e.en zorgvuldige opvoedinghij be zocht de hoogeschool te Oxford en die te Cambridge, deed in 1860 een reis naar Amerika, in 1862 een naar het Oosten, en huwde 10 Maart 1863 met prinses Alexandra van Dene marken (geboren 1 December 1844) dochter van koning Christiaan IX. Uit dit huwelijk werden dtie zoons en drie dochters geborende derde zoon overleed den dag na zijn ge boorte, de oudste zoon, de hertog van Clarence den 14en Januari 1892, de tweede zoon George Frederic, ge boren 3 Juni 1865 is de tegenwoor dige kroonprinsde oudste dochter Louise is gehuwd met den hertog van Fife, de derde prinses Maud met prins Karei van Denemarken, thans koning Haakon VII van Noorwegen de tweede prinses Victoria is on gehuwd. In 1863 trad koning Eduard, toen prins Albert Edward, in het leger als overste; hij bracht het tot veldmaar schalk doch zijn belangstelling was niet bizonder groot. In de jaren 1875 en 1876 maakte hij een reis naar Britsch-Indië, waar hij met zeer veel geestdrift werd ont vangen. Den 18en Maart 1900 werd te Brussel een aanslag op zijn leven gepleegd, waarbij hij ongekwetst bleef. Den 22en Januari 1901 volgde hij zijn moeder op als koning van Groot- Brittanië en Engeland, keizer van Indië enz. en den dag daarop legde hij den eed af op de Grondwet, Zijn kroning had 9 Augustus 1902 plaats. Als koning legde Edward VII de volgende proclamatie af: Koninklijke Hoogheden, Mylords en Heeren Deze gelegenheid is de pijnlijkste van allen, die mij het woord tot u kan doen richten. Mijn eerste en droevige plicht is u het afsterven mee te deelen mijner geliefde Moeder, der Koningin, en ik meen u te mogen zeggen, dat geheel de wereld deelneemt in het verlies dat mij treft. Is het noodig u te zeggen dat mijn voornaamste streven zal zijn hare voetsporen te drukken Bij het aanvaarden der zware taak, die op mijn schouders drukt, ben ik vast besloten in den vollen zin des woords grondwettig te regeeren en zoolang er een ademtocht in mij leven zal, zal ik arbeiden voor het welzijn van mijn volk, Ik heb besloten om te regeeren onder den naam Edward, die door zes mijner voorgangers ge dragen werd. Zoodoende wil ik den naam Albert niet gering schatten, dien ik erfde van mijn wijzen en onvergetelijken vader, die met algemeene goedkeuring bekend staat als Albert de Goede. Hem alleen blijve zijn naam vereeu wigen. Ten slotte hoop ik, dat het parle ment en de natie mij zullen helpen in de zware taak, die mij bij erfrecht is beschoren is, en waaraan ik al de kracht van mijn verder leven beste den ga De belofte als grondwettig vorst te zullen heerschen heeft koning Ed ward, wiens regeering nog in het geheugen der meesten liggen zal, in den vollen zin van het woord gehou den. En het moet erkend, dat hij ook als constitutioneel vorst zijn land tot grootheid heeft weten op te voeren. Vooral door zijn talrijke reizen en zijn altijd tactvol en altijd politiek-schran- der optreden heeft hij op internatio naal gebied Engeland tot een der eerste en meest invloedrijke mogend heden weten te maken. Waar konin gin Victoria het rijk innerlijk heeft versterkt en ontwikkeld, heeft koning Edward uiterlijk voor zijn grootheid en zijn ontwikkeling gezorgd en het rijk tot de hooge plaats weten op te werken, die het nu in de internationale politiek inneemt. En dat zal koning Edward lang in de dankbare nagedachtenis van zijn volk doen voortleven. Aan de „N. R. Ct." ontleerien wij de volgende bijzonderheden Diep zal de indruk zijn, dien zijn dood op zijn volk maakt, want het hield van hem en waardeerde hem hoog. Nog dezer dagen haalde het blad aan wat een lid van de arbei derspartij onlangs in het Lagerhuis van koning Eduard had gezegd. Hij zeide„De gevoelens van bet land voor de kroon, in het bijzonder onder den werkenden stand, zijn tegenwoor dig die van diepe genegenheid Die gevoelens zijn verwekt en ont wikkeld door den doorluchrigen man die nu op den troon zit en zijn door- luchtigen moeder, door hun belang stelling en hartelijke deelneming in het wel en wee van het volk." Zelfs socialisten, die het koningschap voor een republiek zouden willen ruilen, spraken nooit dan met achting en zekere genegenheid van dezen ko ning. En onder andere standen was de waardeering niet minder. In Engeland is het een traditie van den vorst en leden van het vorstelijk geslacht om zich veel onder het volk te bewegen, aanraking te zoeken met allerlei elementen daarin. Daardoor kenden er velen de leden van het koninklijke huis, werd de band ster ker gevoeld dan wel in andere lauden het geval is. Daarbij had koning Edu ard grooten slag om met menschen om te gaan, was hij welwillend en innemend. Zoo won hij de harten van zijn volk. Maar tegelijk zagen zij hoog tegen hem op. Al is zeker de macht van den koning van Engeland geringer dan van menig ander grondwettelijk vorst, en stelde Eduard VII er een eer in, zich streng binnen zijn grond wettelijke rechten te houden reden waarom hij bij alle partijen in de gunst was zijn volk hield zich overtuigd, dat hij door zijn wenken en zijn goeden raad een aanmerke- lijken invloed op den gang van zaken oefende. Het hoogst sloeg zijn verdienste aan in de buitenlandsche politiek. Dat Engeland sedert hij den 22en Januari 1901 den troon besteeg of althans na het einde van den Boerenoorlog meer en meer zich vrienden en bond- genooten onder de mogendheden heeft verworven, dat Engeland in de laatste jaren een bevoorrechte plaats onder de staten is gaan innemen het land geworden is, naar welks vriendschap er als het ware gedongen werd, daarom prees men algemeen den Koning. Hij was het, die met fijn diplomatieken zin de buiten landsche politiek van Engeland leidde. Men heeft dat wel ontkend gezegd dat koning Eduard ook in Engelands politiek buitenlands de streng grond wettelijke vorst was en zijn regeering al die dingen had gedaan, maar allen gaven toe, dat voor zijn minister van buitenlandsche zaken en zijn gezanten het werk menigmaal aanmerkelijk verlicht is, doordat koning Eduard, met vorsten en ministers van vreemde staten samenkomende, hier een mis verstand wist te verklaren, daar een spijtigheid verzoenen, ginds de waar de van Engelands gunst kon laten voelen. De tijd zai eerst kunnen uitmaken, wat zijn aandeel is geweest in de geschiedenis van het Engeland zijner regeeringsjaren. Maar nu reeds mag men hem den eerenaam geven, waarmede zijn onderdanen hem ple gen te roemen, nl. dat hij een wijs vorst is geweest, wonderen doende met de macht, die de Engelsche grondwet 's lands vorst heeft ge laten. Treffend is het welslagen van zijn regeering geweest, omdat er een tijd was, toen men dat niet van hem meénde te kunnen verwachten. Er was een tijd, dat hij het leven van den lichten kant leek op te nemen, en er zijn hoogste eer in scheen te stellen, de mode aan te geven, zijn paarden op de wedrennen te zien winnen en meer van dien aard. Er waren er die het bedenkelijk vonden, dat hij langer dan meestal het ge slacht der prinsen pleegt te doen, dat luchtige leven scheen te willen volhouden. Maar men heeft moeten erkennen, dat men hem verkeerd had beoordeeld. Hij bleef oog en gevoel hebben voor het wereldsche leven, maar hij bleek de eigenschappen en den wil niet te missen om een goed regent te wezen. Onder den indruk van dezen schielijken dood zal het Engelsche volk vooreerst wel alleen over het verlies van een beminden vorst treuren Maar spoedig zal men heeft het aan de Engelsche pers reeds kunnen merken men zijn heengaan vooral betreuren, nu men van zijn goed inzicht en zijn takt veel ver wachtte om het land uit de ernstige politieke crisis te helpen bevrijden. Het zal voor de regeering een tijd van veel zorgen worden, en voor den nieuwen koning niet minder Prins George Frederik Ernest Al- bert, prins van Wales, die thans den Engelschen troon zal bestijgen, is den 3en juni 1865 geboren en huwde den 6en Juli 1893 met Victoria Maria, prinses van Teek. Uit dit huwelijk zijn geboren prins Eduard Albert (23 Juni 1894), prins Albert Frederik (14 December 1895), prinses Victoria Alexandra (25 April 1897), prins Hendrik Wliem (31 Maart 1900), prins George Eduard (20 December 1902) en prins Jan Karei (12 Juli 1905.) De „Tel" zegt o.a. van den over leden koning Als monarch heeft Edward VII verre de verwachting overtroffen, die men over het algemeen van hem koes terde. Hij had als prins van Wales zich veel in het maatschappelijk leven bewogen, groote kennis van menschen en toestanden opgedaan en zich groote gemakkelijkheid van verkeer eigen gemaakt, die hem ook als regeerend vorst bijbleef. Als vroolijk levend kroonprins scheen hij niet vergeten te hebben, welke gewichtige taak hem wachtte. Zoo is het te verklaren, dat hij, aan de regeering gekomen, zich van meet af als een goed diplomaat deed ken nen, die op het politieke schaakbord van Europa menigen schranderen zet deed, als een persoon van beteekenis met wien men op het terrein van de internationale politiek rekening moest houden. Hij deed herhaaldelijk reizen naar het vasteland van Europa, had samen komsten met den president der Fran sche republiek, met den tsaar van Rusland, den keizer van Duitschland, den koning van Italië, waarbij hij veelal door den Engelschen staatsse cretaris voor oorlog, Haidane, verge zeld werd. Wij mogen gerust aannemen, dat koning Edward een belangrijke rol gespeeld heeft bij de tot stand bren ging van de entente-cordiale met Frankrijk en Rusland. Hij was het ook die Spanje nauwer met Engeland verbond, Engelands invloed in Por tugal vergrootte, in het kort de ziel van die internationale staatkunde, welke er op gericht was Engeland's politiek aanzien te handhaven en Duitschland, de groote concurrent van Engeland op de wereldmarkt, zoo mogelijk te isoleeren. BELGIË. In de Kamer speelden zich Woensdag heftige tooneelen af. Reeds verscheiden dagen had de liberale afgevaardigde voor Ostende, Buyi den clericalen Senator Duprei verweten, dat deze den Staat een verlies had bezorgd van 700,000 francs. Dupret behoorde indertijd tot het Belgische comité voor de groote industrie-tentoonstelling te Milaan. In deze hoedanigheid moet hij heb ben doorgezet dat zijn schoonzoon, de architect Vaes tot secretaris van het comité werd benoemd. Buyl be weert nu,dat Vaes in overeenstemming met zijn schoonvader de voornaamste bouwwerken zichzelf toewees en dat hij aan tusschenpersonen, die slechts stroomannen waren, provisie heette te betalen, die hij werkelijk zelf kreeg. Verder zou Vaes bij de werk zaamheden, waarvan hij tegelijkertijd lastgever en ondernemer was, ook de cautie zich hebben toegeëigend. De staat zou op deze wijze 700.000 francs hebben verloren. Buyl beschuldigde echter Dupret, dat hij de politieke beschermer was van deze transacties. Toen Buyl in de Kamer zijn be wijsstukken deponeerde, riep Dupret hem van de voor senaatsleden ge reserveerde tribune toe„Herhaal toch deze beschuldigingen buiten het Huis Daarop ontstond groot rumoer. De socialist Furnémont riep tot Dupret: „Vlegel, smerige vlegel". De voor zitter zag zich gedwongen den sena toren de aanwezigheid op de tribune te verbieden. Dupret verzette zich, en de militaire commandant van het Huis moest hem met geweld doen verwijderen. Een andere quaestie is de zaak Cooremans. Dezen leider van de rech terzijde was verweten, dat hij van de concessie der Antwerpsche tram, welke hij in de Kamer bepleitte, de toezegging had gekregen V4 milliöeiv

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 2