isr A Eerste Blad. Draagt Plouvier's Schoenwerk. HIEUW. „til", Breda. MOEXS, Maandag 9 Mei. Dit Rummer bestaat uit 2 bilden Op dtn Band van de Kampong. No. 107 1910. - 6, gekl. - 2,07 - 6,70 Feuilleton. 48e Jaargang. Iel/Vanille, n, Marasquin. Iffëerder DSTRAAT 41. hittegevende f 0,57 5,50 - O, Tiek teste Engelscbe uitsluitend P Brieven uit de Hofstad. BINNENLAND. dins. VLISSINGSCHE COURANT. ïspaart U den prijs groote of voor 10 pakjes tzame deelneming wordt ■hiet-(weerbaarheids)ver- OOR VADERLAND EN alhier, aan Nederlanders, tijd van 16.jaren hebben gelegenheid aangeboden, oovengenoentde Vereeni- iben aangesloten, zich in het Schijfschie* .t militaire schietterrein, ïatsrdagen van 6—8 uur ichtingen zijn te verkrij- der ondergenoemde Be- VAN BRAKEL, Voorz. St. Jacobstraat. JERKERK, Secr. Prins Hendrikweg. ROELSE, Penningm. Breewaterstraat. 1RHUISD: Istraat 41. res voor stoffeering van apé's, Ressorts enz. Ge- Anrerik. Stoelzittingen. 2.23 6.33 12.40 6.61 7.56 6.53 6.15 6.56 6.35 7.41 8.15 8.49 9.34 10.21 9.51 10.18 10.311 1 10.51 10.69 11.23 7.40 8.39 7.40 9.07 10.31 II 11.35 4 8 tSJ 10.47 11.4* j ïu.oa l ïi.dio burg,Zuid.Duitochlaui,™bet,0i Eooseudaal-Lage Z«alBW 10.33 2.6 10.32 1.29 11.40 3.05 12.31 3.52 1.12 4.14 1.26 4.28 6.18 +6.03 7.15 8.01 8 20 8.34 8 8-4 4 9.41 f:0.30 Prijs per drie maanden 1.3.0. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Mén abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. ftbonnements-fldoertentiën op zeer uoordeelige voorwaarden LXVI. „Zooals de ouden zongen zoo pie pen de jongen." !n Den Haag piepen de jongen al héél vroeg op de wijze, die ze van de ouderen afluisteren, een bewijs te meer van de vér ge vorderde beschaving in de residentie, al zou men, gezien het gebied waarop de Haagsche jeugd zich vaak met die vroegtijdige napieperij beweegt, soms eer aan een vergevorderden staat van ontbinding kunnen denken. Ook waar het niet zoo erg is, kan toch de vroeg-rijpheid der Haagsche „hoop der toekomst" vaak bedenkelijk zijn. We hebben hier onze schooljeugd „staking" gehad, in optima forma, een staking met optochten (waarbij de gebruikelijke banieren met pak kende leuzen niet ontbraken en met „manifestaties", enfin, een staking volgens de regelen der kunst. Een economische actie was het niet, het „ging" niet om minder arbeid en meer loon, pardon ik bedoel minder schooluren en minder huis werk, een „politieke actie" was het, hoewel het daarop al veel meer geleek, toch eigenlijk ook niet; het beste zou ik van een „nationaliteits actie" of een pro-Oranjehuis- en anti- neutraliteitsactie kunnen spreken. Oorzaak van deze curieuse kin derbeweging was de bekende Juliana- dag-schoolkwestie. B. en W. hadden zich niet laten vermurven maar waren er bij gebleven de scholen op den eersten jaardag van ons Prinsesje niet te sluiten. „Vacantie op juliana- dagwas de eisch, die van alle kanten B. en W. in de ooren klonk. „Geen vacantie", decreteerden B. en W., wakend voor het geestelijk wel zijn van het opgroeiend Den Haag en ze bleven erbij. Maar in de Hofstad slaat de vlam der Oranjeliefde ook in het kinderlijk gemoed zoo hoog op, dat de gloed de jeugdige hersens verhitte en de HoogereburgerschoJieren tot de bo venbedoelde staking bracht. Zulk een daad van eigengerechtigheid, zulk een insubordinatie en desertie, zulk een trotseeren van de „gestelde mach ten", valt natuurlijk af te keuren maar laat zich uit jeugdigen over moed gereedelijk verklaren. Veel minder vergeeflijk is het, dat ver scheidene ouders hun kinderen in deze ongehoorzaamheid hebben ge- Schets uil het Bataviasche leven. o— 14.) Deze zocht dan van zoo'n gele genheid partij te trekken, om op 'ijn eergevoel te werken, en hem z'jn kinderen als voorbeeld voor °°gen te stellen. Dit ontlokte hem «n somtijds dronkemans tranen, maar als Winters de deur uit v'as, waren ook zijn goede voorne mens vervlogen. Zijn salaris keerde "ij stipt uit aan zijn vrouw voor het onderhoud van het huisgezin en het leergeld van de meisjes, maar wat mj verder op oneerlijke wijzen machtig Werd, besteedde hij voor Zlin vermaken drinken in de soos en het nu en dan bezoeken, met lui Van zijn slag, van plaatsen, die men, m+phemistisch uitgedrukt, phelantro- gelegenheden noemt. o— steund en zelfs ertoe aangespoord, uit liefde voor ons Vorstenhuis en dus uit een nobel gevoel zoo men wil, maar daarom niet minder on verstandig, onpaedagogisch en on verantwoordelijk. De Haagsche hoo- gerebuiger heeft heusch reeds praats en eigenwaan genoeghet is niet noodig dat de oudelui hem nog eens speciaal ongehoorzaamheid leeren en zelfs tot een zeker soort anarchie opleiden. B. en W. hebben, zooals te begrij pen is, het verregaand onbehoorlijke gedrag der hoogereburgers niet over hun kant laten gaan. De ouders kan men nu eenmaal geen strafwerk te maken geven en hen b.v. duizend maal laten schrijven de goede les „Ik mag mijn kinderen niet opvoeden in on gehoorzaamheid aan de boven hen gestelden." Vandaar dat de school jeugd alleen heeft moeten boeten en zich bij terugkeer in de banken naar verdienste bestraft zag. Ook hiermee echter is dit „incident" nog niet gesloten, want de vader van een gedeserteerde jongedame heeft tot B. en W. in allen ernst een adres gericht, waarin hij zich niet geneert mede te deeien dat het op zijn (des vaders) bevel is geweest dat zijn doch tertje zich zoo ongepast heeft gedra gen, waarin hij voorts deze zonder linge opvoedkunde als zijn recht als vader èn als Oranjeklant, verdedigt en „mitsdien" verzoekt zijn kind de opgelegde straf kwijt te schelden. Als men nu weet, dat die rare meneer een dokter is, een beschaafd en ontwikkeld mensch dus, dan moet men toch wel het hoofd schudden over de zeer bedenkelijke wijsjes die sommige „ouden" hun „jongen" voorzingen. B. en W. moeten dien onverstandigen vader maar eens har tig de waarheid zeggen, liefst in 't publiek, dan kunnen andere Haag sche papa's er ook hun voordeel mee doen. We hebben overigens denjuiiana- dag naar behooren gevierd. Ik heb geen pogingen tot ernstige ordever storing zien doen, behalve door een handjevol agenten op steigerende paarden die (agenten zoowel als paarden maar de laatsten meer uit vrijen wi! dan de eersten) zich zeer verdienstelijk maakten door vreed zame feestgangers de stuipen van schrik op denhals en in wilde vlucht uit elkaar te jagen, alsof't een repe titie voor 't geval van een oproer gold. Of zaten deze agentjes misschien reeds in 't zadel voor den 1 Meidag die zonder eenige ordeverstoring ver- loopen is. Het aanbreken van den feestdag V. De dag van het examen naderde met rassche schreden. Jan Swendels had goed gewerkt, en zijn leermees ters van de Normaalschool stonden hem toe het examen af te leggen. De oproeping had hij reeds ont vangen. Den zooveelsten April moest hij in de groote zaal van de Vrij metselaarsloge verschijnen om het schriftelijk examen af te leggen, en drie weken later zou het mondeling examen worden afgenomen. Wel voelde hij zich de laatste weken overspannen en vermoeid, maar dat zou na hei examen wel over gaan. Zijn zuster raadde hem voort durend aan de laatste dagen voor het examen volkomen rust te nemen, eens naar Buitenzorg te gaan, en vooral na den avondmaaltijd de boe ken te laten rusten. Ook drong zij er op aan, dat hij de examenmaand vrij van het kantoor zou vragen, met stilstand van zijn tractement maar daartoe was hij niet te bewegen. Eindelijk was de morgen van den gewichtigen dag aangebroken. Met een paar leerlingen van de Nor is, te middernacht, met plechtige koraalmuziek op het, den Nederlander door den naam zooveel zeggende Plein 1813, gevierd. Dichte drom men waren opgetrokken en alien hoorden in eerbiedige stilte onze nationale en andere tot het gemoed sprekende liederen aan een waardig begin. 's Middags stelden zeer velen zich schadeloos voor het ontbreken van de parade, door naar de versierde schuitjes in den Hofvijver te gaan kijken. Dat mag nu wel heel aardig geweest zijn, maar dat er op een dag als deze geen parade was, heeft velen toch erg teleurgesteld. Er is leelijk over gemopperd, en onver klaarbaar- is dat niet. Op den jaardag van Prins Hendrik geen parade omdat 't slecht weer was. „Gaan onze soldaatje tegenwoordig voor den regen op de vlucht vraagt menig een smalend. Het motief klinkt in derdaad weinig militair of martiaal. Op Julianadag geen parade omdat... er geen geoefende soldaten genoeg zijn. „Ziet het er zoo treurig uit met het garnizoen van de residentie onzer Koningin vraagt men elkaar ver wonderd, ontsteld en ontstemd. En men telt en rekent: de grenadiers en jagers, de cavallerie, de artillerie, de toch reeds eenigermate geoefende jonge infanterie waarom kon men met hen allen geen parade maken Wat moet nu een vreemde ling toch wel van het Nederlandsche leger denken Maar of men hoog of laag springt, er is niets aan te doen, de eerste jaardag vart ons eenige Prinsesje is in de Residentie zonder parade gevierd. Jammer. 's Avonds ben ik eens hier en daar naar de „lichies" gaan kijken. Jonge, jonge wat een hoop menschen waren er op de been, speciaal op den Vij verberg. Daar stonden duizenden gelukkigen niet zeldzaam volhardings vermogen aan den waterkant achter beveiligende touwen opeengepakt om 't gezicht op den Vijver te hebben en nog veel meer duizenden onge- lukkigen moesten zich tevreden stellen met het schoone schouwspel der ruggen van het kleinere geluk kige deel der Haagsche menschheid. De gelukkigen, die konden zien wat er op den vijver omging, zagen daar nogmaals de verschillende versierde schuitjes, ditmaal op meer of minder fantastische wijze ver licht; een aardig schouwspel maar op den duur vrij eentonig, maar vuurwerk en dergelijke verrassingen zorgden voor afwisseling, zelfs voor degenen die geen gezicht op den vijver hadden. En wat ook gelukkigen maalschool stond hij al vóór half acht voor het gebouw der loge, waar langzamerhand de eene exami nator na den anderen binnenging, terwijl langzamerhand heel de voor- gallerij gevuld werd met vrouwelijke candidaten, die door hun oudere kennissen, meest onderwijzeressen, bemoedigend werden toegesproken. Precies acht ure luidde de bei, en noodigde de secretaris van de com missie de candidaten uit binnen te komen. Hun plaats werd hun aange wezen en de opgaven voor het schriftelijke werk rondgedeeld. Swen dels kwam in een hoek te zitten, waar hij weinig last had van het in vallende zonnelicht, en het toch licht genoeg was om behoorlijk te kunnen zien. Voor en achter zich had hij geheel onbekende candidaten, zoodat hij van die zijde ook niet werd afgeleid. Het werk viel hem nog al mee hij was onder de eersten, die hun taalwerk af hadden, en eenige rust mochten nemen. Aan het buffet dronk hij een glas limonade, en hoorde de opmerkingen van som mige candidaten, die minder over hun werk tevreden waren, oplettend en ongetukkigen tegelijk bereikte, dat was het hoorbare gedeelte van de muziek die op verschillende punien van den vijver werd gemaakt. Over de talrijke meer of minder goed geslaagde illuminaties in de stad kan ik natuurlijk niet uitweiden, maar één ding moet me toch van 't hart. De „clou" van de verlichting was het reusachtige, in lijnen van eiectrische lampjes uitgevoerde portret van Koningin en Prinses, aan den Hofvijver opgesleld. Ik had al dadelijk verwacht, dat 't niet veel moois zou zijn. Hoe kon dat ook Maar tnijn verwachting werd nog overtroffen het was bepaald bar leelijk en daarenboven ontzettend vervelend door zijn voortdurend geleidelijk ontbranden, plotseling uitdooven en opnieuw langzaam-aan verschijnen. Ik weet niet of heusch veel menschen 't „heel erg mooi" gevonden hebben. Ik ben ook nog even gaan kijken naar de openlucht-bioscoopvertooning op het Malieveld; lang ben ik er niet gebleven, want in de eerste plaats begonnen kleine regenbuitjes een soort lugubere feestmuziek te trom melen op Zondagsche demi's en dito dameshoeden, en in de tweede plaats konden mij de beelden op het doek niet zeer bekoren. Doch dit mag mij niet beletten om te erkennen dat deze gratis vertooning niet alleen door zeer velen werd bijgewoond, maar ook dat men er een beslist succes mee had bij velen die anders allicht nimmer in de gelegenheid zijn om levende beelden te gaan zien. Maische lach- buitjes uit de duisternis van het reusachtige veld, bewezen, dat men daar genoot. En daar was het toch maar om te doen. Met de bekende Julianabloempjes is op Prinsessedag hard gewerkt en met succes. Een dikke 8500 gulden werd in Den Haag alleen opgehaald voor 't goede doel. Bravo Zooais men zich herinneren zal, had zich hier ter stede een Comité gevormd tot oprichting van een monument ter herinnering aan de geboorte van Prinses Juliana. Het monument dat opgericht za! worden, en gelijk het bestuur zich voorstelt den 31en Augustus op den verjaardag van H. M. de Koningin zal worden onthuld, zal bestaan in een, uit een cirkelvormig waterbekken, oprijzende, door een voetstuk gedra gen, wijden kelk, die met bloemen gevuld zal zijn. Deze kelk, van een voudig, groot profiel, rust in het midden op een zuilvormigen drager, en aan den omtrek op vier korte colonnetten, die te zattien hun dra gende functie overbrengen op den aan. Hij nam zich voor de copy van zijn werk thuis nog eens na te zien, ten einde voorbereid te zijn op de tekortkomingen, die hem op het mondeling examen misschien onder het oog zouden worden gebracht. Na nog een half uur met schoon schrijven te zijn beziggehouden, waren de werkzaamheden voor dien dag afgeloopen. Zijn zuster stond al met een tentwagen gereed om hem, als hij uit het gebouw kwam, dade lijk mee naar huis te nemen. Zij hoorde met blijdschap, dat het hem nog al was meegevallen. Zij bemoe digde hem voor den volgenden dag, waarop hij in opvoedkunde en re kenen zou worden geëxamineerd. Maar hij bleef den geheelen dag onrustig's nachts sliep hij weinig, en den volgenden dag ging hij min der opgewekt naar het examen. Het werk vlotte niet. In het rekenen had hij nooit uitgemunt, en zijn pedago gische boekenkennis was ook maar gering. Daar de vragen over peda gogie hoofdzakelijk op de praktijk betrekking hadden, bracht hij er niet veel van terecht. Den volgenden dag, met het teekenen, ging het beter; gemeenschappelijken voet. Van dezen voet wordt de cirkelomtrek verrijkt door vier, tusschen de colonnetten zich ombuigende bloemenschalen. Deze gedragen keik, de kern van het monument, zal zich weerspiegelen in het stille water van het bekken, dat met breede zacht dalende treden zich bindt aan het omliggende gazon. Deze treden liggen besloten tusschen vier diametraal tegenover de colonnetten geplaatste en met den rand van het bekken verbonden voetstukken, de dragers van vier liggende leeuwen, wachters van het monument. De uitvoering zal zijn in zandsteen. De hoogte is 3.5 meter, de grootste diameter 10 meter. Het monument zal geplaatst worden in overleg met het gemeentebestuur, op het Juliana van Stolbergplein, in de as van het bestaande perk en in die van de Adelheidsstraat, daar deze plaats uit aestetische overwegingen het gunstigst werd geoordeeld. Het ontwerp is van den bouwkundig ingenieur J. Limburg, aan wien ook de uitvoering is opgedragen. Van 't bezoek van den Japanschen Prins en Prinses en vooral van den grooten Roosevelt, hebben de kranten al zoo vo! gestaan, dat ik er verder het zwijgen nu maar toe doen zal. Keuvelaar. Vrijz.-Dem. Bond. Donderdag is te Dordrecht de jaar vergadering gehouden van den vrijz.- dem. bond, onder leiding van mr. M. W. F. Treub, die een uitvoerige ope ningsrede hield. Zes-en-dertig afdeelingen en vele persoonlijke leden waren tegenwoor dig. Het voorstel van het hoofdbestuur in zake te plegen overleg met het A. N. W. V. over nauwere samenwerking tussctien beide bonden, werd met aigemeene stemmen aangenomen. Het neutraliteitsvraagstuk bij het openb. lager onderwijs kwam nu in bespreking. Gelijk men weet luidde de motie van het hoofdbestuur„De vrijzinnig-democratische bond, enz., overwegende, dat het o. 1. o. krach tens de wet o. m. dienstbaar moet worden gemaakt aan de opleiding der kinderen tot alle chr. en maatsch. deugden en dat tot die deugden ook behoort eerbied voor de machten, die krachtens de Grondwet zijn gesteld, spreekt ais zijn gevoelen uit, dat het o. 1. o. den eerbied voor ons con stitutioneel koningschap en voor den drager der Kroon behoort hoog te houden en dat verzaking van deze taak, wel verre van een eisch der democratie te zijn, noch is in 's lands belang in het algemeen, noch in dat der openbare school zelf." maar dat vak legt niet veel gewicht in de schaal. Nu had hij nog ruim veertien da gen om zich op het mondeling examen voor te bereiden. De directie van de Bank, altijd bereid haar employé's te gemoet te komen, gaf hem dien tijd na éen uur verlof, zooals zij zeide, niet om nu dag en nacht met den neus in de boeken te zitten, maar opdat hij eenige ontspanning zou nemen. Nadat Swendels eenigen tijd de Normaallessen gevolgd had, was hij in kennis gekomen met een jong onderwijzer, die eerst sedert een paar jaar uit Holland was overge komen. Deze jonge man Anton Ver boon, een Westkappetaar van ge boorte, was aanvankelijk, gelijk de meeste Zeeuwen, Oranjegezind en van de behoudende richting in de Protestantsche kerk. Zijn opleiding had hij genoten aan de Christelijke Normaallessen te Middelburg, en den korten tijd, dien hij in Holland was werkzaam geweest, had hij doorge bracht aan een Christelijke school te Rotferdam. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1