Dinsdag
12 April,
Gemeentebestuur,
Feuilleton.
No. 85
48e Jaargang.
1910.
BINNENLAND.
Het Geheim van den
Ouden Visscher.
VL1SS1NGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
STRAATBELASTING.
Afkondiging van het uitvoerbaar
verklaarde kohier van de Straat
belasting over het jaar 1910.
Burg. en Weth. van Vlissingen
maken bekend
dat het primitief kohier van de
Straatbelasting voor het jaar 1910, na
door Gedeputeerde Staten van Zee
land bij hun besluit van 8 April
1910 no. 50, te zijn goedgekeurd, op
heden, in afschrift, gedurende den
tjjd van vijf maanden ter secretarie
der gemeente voor een ieder ter le
zing is nedergelegd,
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 11 April 1910.
Burg. en Weth. voornoemd.
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
W1TTEVEEN.
Regeling van de banken van leening.
Blijkens het voorloopig verslag der
Tweede Kamer nopens het wetsvoor
stel tot regeling van de banken van
leening, kon men zich bij het afdee-
lingsonderzoek vrij algemeen met het
wetsontwerp vereenigen.
Eenige leden, die de vraagstelden
of het ontwerp bedoelt den woeker
te bestrijden, meenden, dat, indien
dit het geval was, het voorstel niet
voldeed aan de eischen te dien aan
zien te stellen. De woeker zal door
het ontwerp, wet geworden, slechts
in geringe mate worden tegengegaan,
wijl het zich beperkt tot een betrek
kelijk klein deel der inrichtingen en
personen, die van de economische
zwakheid van in geldnood verkee
renden, misbruik maken om buiten
sporige geldelijke winsten te behalen.
Zoo wordt het veel voorkomend geld-
leenen zonder onderpand door het
ontwerp geheel niet getroffen, terwijl
ook andere vormen van woeker bui
ten het ontwerp vallen. Men wees
op het veelvuldig beleenen van meu
belen, die in de woning van den
pandgever blijven, op de huizen van
afbetaling zg. huizen van vertrouwen,
op beleening van goederen zonder
pandbewijs, doch onder stilzwijgende
overeenkomst.
Een en ander vindt in het ontwerp
geen bestrijding, hetgeen bij sommige
leden dan ook de vraag deed rijzen,
of de ontworpen regeling wel ver
genoeg gaat, en of het niet onjuist
is, thans genoegen te nemen met een
regeling van de banken van leening,
terwijl er toch naar moet worden ge
streefd meer in het algemeen maat
fegelen te treffen tegen den woeker,
in de verschillende vormen, waarin
bij zich openbaart. Bijzonder vestigde
Vrij bewerkt door M. J. Korving.
o
49.)
Eindelijk zeide hij
»Ja, mijn kind, het is waar 1 Ik wil
k f' .ongefukk»g maken. Hebt el
kander lief maar vergeet je ouden
fader niet geheel."
,."0> vader, God zal u zegenen voor
besluit," juichte Marie in de
rcttgde over haar geluk. „Het zal u
ait berouwen, dat ge ons gelukkig
&et]?aakE ik dank u en zal
jjd blijven danken, vader."
ha F mark'es drukte haar aan zijn
h"i dat hij zeer aangedaan was,
hii -n'et Bezegd 'e worden. Toen
foor h"6 'oslie'' la£ Eduard geknield
hopff?1, Eduard," zeide hij, „je be
voor mij niet te knielen. Sta op
S5eeft elkaar de hand. Ik sta je
men de aandacht op den uitgebreiden
handel in beleenbriefjes, waarbij men
met een groot maatschappelijk euvel
heeft te doen, wijl de zwendel daarin
den beleener steeds in gevaar brengt
zijn goed niet terug te ontvangen.
Van andere zijde echter kon men
zich met de beperking, die het ont
werp stelt, wel vereenigen.
Ook waren er leden, die van ver
bodsbepalingen om een zekere rente
of vergoeding te vragen of om geld
met of zonder onderpand uit te lee-
nen, niet veel verwachten. Zij waren
van oordeel, dat de regeering even
min kan volstaan met de concurrentie
in dezen tak van het leenbedrijf vrij
te laten behoudens voorschriften ter
voorkoming van misleiding.
Naar hun meening heeft de over
heid een taak in de opvoeding van
het volk tot economische zelfstandig
heid. Particulieren, op winstbejag uit,
hebben dit doel niet. Gemeentebe
sturen daarentegen handelen in over
eenstemming met deze opvatting, en
ook in hun eigen welbegrepen be
lang als orgaan in de armenverzor
ging, als zij goed ingerichte banken
van leening, bijv. met daarmede ver
bonden spaarkassen, in het leven
roepen. Personen, die tijdelijk gevaar
loopen op de verkeerde helling te
geraken, worden daardoor op den
goeden weg geholpen, gewoontebe-
leenders tot spaarders gemaakt.
Veel woeker is ten plattelande
verminderd door oprichting van goede
coöperatieve instellingen, door ge
meenschapszin tot stand gebracht.
Wil de wetgever den woeker beteu
gelen, hij bevordere de oprichting of
den steun van instellingen, bestemd
voor het krediet der armen en het
aankweeken van betere economische
gewoonten.
Met leedwezen hadden eenige le
den in het ontwerp een bepaling ge
mist als art. 5 van het Koninklijk
besluit van 1826 inhoudt. Zij waren
van oordeel, dat uitdrukkelijk moet
blijken, dat de gemeentelijke banken
van leening, in tegenstelling van de
pandhuizen, inrichtingen van open
baar nut of van liefdadigheid zijn en
dat het bij haar niet om winstbejag
is te doen. Ook formeel wenscben
zij beide soorten van inrichtingen
gescheiden te ziengaarne zouden
zij den naam pandhuizen voor parti
culiere inrichtingen stellen tegenover
de van overheidswege opgerichte
banken van leening.
Andere leden, die tegen deze on
derscheiding op zichzelf geen be
zwaar hadden, wenschten evenwel in
geen geval het streven naar winst
voor gemeentelijke banken uit te
sluiten. Ook ten deze moest men de
gemeente vrij laten. Winst behalen
en het algemeen welzijn behartigen
kunnen uitmuntend samengaan.
miin grootsten schat af maak mijn
kind gelukkig. God geve jelui zijn
zegen". Bij deze laatste woorden
legde hij hun handen in elkander en
verliet daarop de kamer.
Dat het minnende paar in zalige
verrukking was, is licht te begrijpen.
Minuten vervlogen en uren vervlogen,
zonder dat zij er acht op sloegen
doch allengs werden hun hart en
gemoed kalmer gestemd.
Een paar dagen waren verloopen
sedert de zaken voor het minnende
paar zulk een gunstige wending ge
nomen hadden, toen op zekeren
morgen een ruiter het slotplein op
reed. Eduard kwam juist uit den
tuin; hij had het hoefgetrappel ge
hoord, maar een zijvleugel van het
kasteel onttrok den ruiter aan zijn
oog. Een onverklaarbaar iets spoorde
hem aan, te gaan zien, wie de ruiter
was. Hij sloeg den hoek om en stond
tegenovergraaf de Maurès. Deze
staarde hem aan alsof hij een spook
zag, en kon aanvankelijk geen woord
uitbrengen.
„Wat Zijt gij hier stotterde hij
eindelijk, doodsbleek.
„Ja, heer graaf, ik ben hier. Vindt
flbonnements-ftduertentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden
De vrijkaarten-kwestie.
De redactie van „De Vaderlander"
(het Tweede Kamerlid Roodhuyzen)
deelt in het laatste nummer mede,
hoe het staat met de vrijkaarten-
quaestie op de spoorwagen, die in
dertijd zooveel stof heeft-ópgeworpen.
Het is daarmede als vojgt gesteld
Geen der leden van de TweedeKamer
heeft van het aanbod der maatschappij
van een vrijkaart gebruik gemaakt.
Toen mannen als Lohman, Drucker,
Van Nispen en Beaufort zich tegen
het accepteeren van vrijkaarten hadden
verklaard, als te zijn infra dignitatum
van een iid van de Volksvertegen
woordiging, kwam de zaak in een
geheel ander stadium, dan ze eerst
geweest was. Toen hebben die Ka
merleden, die de aangevoerde bezwa
ren niet deelden, die voor zichzeiven
in het aannemen van een vrijkaart
niet de minste verkeerdheid vonden,
van de zaak afgezien ze vonden, dat
men aan de eer der Kamer verplicht
was, aan geen buitenstaander tegen
haar een wapen in de hand te geven,
dat uit de redevoeringen van zoo
hoogstaande mannen tegen haar zou
kunnen worden gesmeed.
En dus heeft niemand een vrijkaart.
Het ontwerp-Armenwet.
Bij de ontwikkeling die de denk
beelden over armenzorg hebben on
dergaan, rust op hen die de nieuwe
armenwet gaat ontwerpen aldus
de „Nieuwe Courant" tweeërlei
taalbevordering van samenwerking
en centralisatie tusschcn de verschil
lende takken van plaatselijk armwezen,
en deugdelijke regeling van het bur
gerlijk armbestuur.
Vau die dubbele taak heeft, naar
het blad meent, de ontwerper der
ingediende voordracht op bevredi
gende wijze zich rekenschap gegeven.
Geprezen wordt, dat de oprichting
van armenraden facultatief en de deel
neming aan deze raden niet gedwon
gen is. Insgelijks, dat de vrijheid, aan
de kerkelijke besturen gelaten tot het
verstrekken van inlichtingen aan het
centraal-register, zoover is gehand
haafd als met het openbaar belang
vereenigbaar kon worden geacht, in
dit opzicht beweegt het ontwerp zich
in de lijn van het ontwerp-Borgesius.
Wat de burgerlijke armenzorg aan
gaat, erkent het ontwerp de mogelijk
heid van dubbele bedeeling, stelt den
eisch van individualiseering, streeft
naar samenwerking bij de bedeeling,
laat de mogelijkheid open, dat de
onderstand van overheidswege de
grens van het volstrekt onvermijdelijke
overschrijdt,belet geen burgerlijk arm
bestuur het Elbei'feldstelsel toe te
passen en laat het algemeen ook hier,
behoudens toezicht van Gedeputeerde
Staten, veel vrijheid inzake de regeling
en inrichting.
ge dat zoo vreemd
De graaf kon niet antwoorden
maar zijn tanden klapperden alsof
hij hevige koorts had en zijn vuisten
balden zich krampachtig. Eduard
zag zijn ontsteltenis en vreezende,
dat de graaf hem in een vlaag van
woede wellicht zou aanvallen, ging
hij het kasteel binnen, zonder zijn
vijand uit het oog te verliezen.
De graaf stond versufthij werd
uit zijn verdooving gewekt door een
stalknecht, die het paard overnam
om het naar den stal te brengen.
De verwonderde blikken van den
knecht brachten hem tot bezinning
hij gaf de leidsels over en ging het
kasteel binnen. Hij beschouwde zich
daar als thuis en ging daarom, zonder
aangediend te zijn, naar de voor
kamer. Daar hij in de kamer er naast
hoorde spreken, opende hij de deur
en trof den markies en Eduard. Hij
maakte een buiging en wilde met
de gewone termen een gesprek be
ginnen doch hij kon geen woord
uitbrengen. De aanblik van onzen
held deed hem opnieuw verbleeken.
De markies begreep onmiddellijk al
het pijnlijke van deze ontmoeting en
Langs deze hoofdlijnen mag een
bevredigende regeling worden ver
wacht. De wet geeft natuurlijk niet
een voorziening in alle gevallen. Maar
zij doet een krachtig beroep op de
medewerking van bijzondere krachten
in de maatschappij en op de bereidwil
ligheid van overheidsorganen om hun
eigen werk zoo goed mogelijk in te
richten. Daarnaast doet de wetgever
wat hij doen kan en doen moethij
wijst den weg, hij stelt gelegenheid
open, hij regelt en organiseert, vult
aan waar leemten zijn en koestert
niet den waan, dat hij met een „sic
volo" het Nederlandsche Armwezen
van den eenen dag op den anderen
kan herscheppen.
De vraag of niet een geheele her
ziening van het stelstel van armen
zorg met een voorziening in de nooden
van oude behoeftigen zou kunnen
gepaard gaan, bevredigender dan de
vele thans aanbevolen stelsels van
verzekering of pensionneering, zou
ons besluit het biad op een
terrein brengen, dat onze wetgever bij
deze gelegenheid blijkbaar niet wil
betreden.
Kon.Nsd.Weerbaarheidsvereeniging.
De Koninklijke Nederl. Weerbaar-
heidsvereeniging heeft ais propagan
damiddel voor het 19e kamp dier
vereeniging, dat van 25 Juli tot 13
Augustus bij Laren (N.-H.) zal ge
houden worden, een z. g. kampboekje
uitgegeven, versierd met aardige pho
to's, die een welgeslaagd kijkje geven
op het kampleven, terwijl in het
boekje nog een schets uit dit kamp
leven, „een oefening bij nacht," is
opgenomen. Het boekje geeft in kort
alle inlichtingen welke van nut kun
nen zijn voor jongelieden, welke het
kamp wenschen te betrekken, en be
vat een lijst van autoriteiten, welke
het deelnemen aan dit kamp bijzon
der aanbevelen.
Kinderherstellings- en Vacantie-
kolonies.
Blijkens liet verslag over 1909 ging
het aantal stichters vooruit. Het ge
nootschap telt nu 5 stichters (ver-
eenigingen) en 42 stichters(personen.)
Ook het aantal leden (personen)
werd grooter231 tegen 172 in 1908;
43 vereenigingen zijn lid. Het aantal
begunstigers (personen) bijdragen van
minder dan f5 'sjaars) ging helaas
achteruitwij tellen er nu slechts 133
18 vereenigingen zijn als zoodanig
ingeschreven.
In den loop van 1909 zijn opge
richt 13 afdeelingen, zoodat het ge
nootschap einde 1909 98 afdeelingen
rijk was. Nieuwe afdeelingen zijn in
voorbereiding.
Het koloniehuis Kerdijk is aan
merkelijk uitgebreid. Het Zeehuis
werd eveneens uitgebreid met eenige
plaatsen.
Dit jaar werd te Nunspeet een
proef genomen met verpleging van
23 kinderen, na afloop van den ge
wonen verplegingstermijn. De kin
deren kwamen 9 October en vertrok
ken 4 December. Over de resultaten
is men zeer tevreden.
Koioniehuis Zonneheuvel werd dit
jaar een maand langer gehuurd en
dus door 3 kolonies bijgewoond.
De pogingen van het damescomité
„Ter wille van het Kind", om een
tweede eigen koloniehuis te stichten
te Egmond aan'Zee, hadden schit
terende uitkomst. De aanbestedingvan
het huis is voor f66.000 gegund.
Aan het einde van het verslagjaar
bereikt het bestuur een aanbod vau
een dame te Amsterdam, om deze
door haar reeds voor koloniehuis
ingerichte villa te Nunspeet, met
voortuin, veranda en grooten achter
tuin met volledige inventaris aan het
genootschap kosteloos in bruikleen
af te staan, met bereidverklaring, om
de verpleegkosten van 52 kinderen
bij voorkeur Amsterdamsche, voor
haar rekening te nemen. Dit royale
aanbod is met groote dankbaarheid
aangenomen. Er zullen in 1910 zes
kolonies, elk van 16 kinderen worden
gehuisvest. Het Centraal Genootschap
verpleegde in 1909 1279 kinderen,
tegen 861 in 1908, 551 in 1907,261
in 1906 en 31 in 1905. Wanneer
men in aanmerking neemt, dat over
het algemeen zwakke of pas herstel
de kinderen werden verpleegd, mag
het betrekkelijk gering aantal ziekte
gevallen verwondering wekken. Stel
lig moet dit worden toegeschreven
aan den gunstigen invloed van frissche
lucht en zorgvuldige verpleging.
De verpleegkosten bedroegen dit
jaar f 25 voor 27 dagen. Voor de
najaarsverpleging is f 1 per dag ge
rekend.
De rekening der genootschapskas
sluit in ontvangsten en uitgaven met
f 5874.055; nadeelig saldo f 1706.33s.
De rekening bouwfonds der ko
loniehuizen sluit met f 10.160.90 in
ontvang en uitgaafnadeelig saldo
f 5656.635.
De algemeene vergadering van het
Centraal Genootschap wordt 24 dezer
te Amersfoort gehouden.
wilde dit gaarne zooveel mogelijk
bekorten. Daarom zeide hij„Heer
graaf, ik weet, wat de reden is van
uw hevige ontroering. Er zijn zaken
gebeurd, diedie verder verkeer
tusschen ons onmogelijk maken. „Ik
hoop, dat ge mij begrijpt."
„Ik... ik begrijp u volstrekt niet,"
stotterde de graaf.
„ik geloof het tegendeel, mijnheer
ik ben zeker, dat gij mij zeer goed
begrijpt. Mijnheer Dumat is mijn
vriend nu zult ge genoeg weten."
De markies sprak deze woorden
op ijskouden vernederenden toon
dit wekte de woede van den graaf
op en scheen tegelijk zijn tong los te
maken.
„Versta ik u goed schreeuwde
hij. „Moet ik uit uwe woorden be
grijpen, dat ge de vriendschap van
den bastaard van een visscher boven
de mijne verkiest
„Houd je bedaard, Eduard," ver
maande de markies, toen de jonkman
woest opsprong. Én zich weder tot
den graaf wendende, ging hij voort
„Ge moogt uit mijn woorden be
grijpen, wat ge wilt. ik acht me niet
geroepen om u van de eene of andere
De fouriersrang gesupprimeerd.
ingevolge Kon. besl. van 15 Maart
j. 1., wordt de fouriersrang bij de
verschillende wapens afgeschaft, met
bepaling, dat een der sergeanten
(wachtmeester) le kl. of een der ser
geanten, den dienst van sergeant-
fourier en een der korporaals den
dienst van korporaal-fourier zal ver
richten. Deze organisatie-wijziging
zal op een nader door den minister
misdaad te beschuldigenalleen wil
ik u zeggen, dat ik alle vriendschap
pelijk verkeer met u wensch af te
breken. Indien ge verstandig zijt,
zult ge niet op verdere verklaringen
aandringen."
„En moet ik uit uw taal tevens
begrijpen, dat het huwelijkscontract
verbroken is
„Ik weet niets van een huwelijks
contract."
„Ge hebt mij beloften gedaan,
markies
„Dan herroep ik alles, wat ik u
beloofd mocht hebben. Laat dit voor
u voldoende zijn
„Neen, neen, dat is volstrekt niet
voldoende voor mijriep de graaf
woedend. „Ik heb er geen vrede mee."
„Ge weet nu, hoe ik er over
denk," zei de markies, die moeite
had zich bedaard te houden,
„Dat weet ik; maar vlei u niet
met de hoop, dat ik me zoo gemak
kelijk laat afschepen, heer markies."
(Wordt vervolgd.)