Advertentiënu Dagmeisje Inbonden Stukken. BUITENLAND. de Parijsche haarkunstenaars het toen inet de frisuur der Grieksche vrou wen, zooals zij door de werken van je beeldhouwers van het oude Grie keland bekend wasplat bovenop, breede bandeaux en volle haarbossen aan het achterhoofd. Maar wie was in staat vast te stel le of de als Oudgrieksch in de beeldende kunst bekende haardracht destijds ook werkelijk algemeen in zWang was? Hoeden, als Cranach en Holbein, en later Rubens en Rem brandt op hun "vrouwenportretten schilderen zijn immers ook niet al tijd trouwe voorbeelden uit de mode van hun tijd. Niettemin moet de Grieksche vrouw in staat zijn geweest, het haar niet alleen te krullen, te verven en te parfumeeren, maar ook het kunstig in allerlei vormen op te steken en bet met stoffen en glimmende siera den rijkelijk te tooien. In deze kunst vaardigheid overtreffen haar echter de Parijsche kappers, naar dezen zelf beweren. Het kan zijn. Zij tooveren tegenwoordig althans het mooiste blond te voorschijn, geven den voor- hoofdlokken regelmatige, natuurlijke golvingen en voorzien de hoofden der dames met krullen en lokken die afkomstig zijn van hun kunst en van den weelderigen haardos van onbe kenden. Als noviteit stellen zij het volgend kapsel samenDe in het midden gescheiden voorhoofdlokken worden gegolfd en geheel plat, of als het noodig is voor het gelaat, een beetje gepoefd, naar beide zijden over de ooren, gefriseerd, waar zich opge rolde lokken er bij aansluiten. Niet minder afstaand dan bij he} tuinbandkapsel wordt het achterhoofd dicht met gerolde lokken gevuld. Een breed lint, een geplooid stuk van voile of fluweel, ook wel met steenen bezette metalen banden, worden in wijden ring plat en breed om het hoofd gelegd en iusschen de lokken aan het oor en die aan het achter hoofd doorgetrokken. Groote ringen of halve manen van geel schildpad houden het haar bij de ooren terug. Deze betrekkelijk bescheiden haar dracht geeft aanleiding tot allerlei kunstige en zeer effectvolle versie ringen. (De cop ie wordt nimmer teruggegven.) (Buiten verantwoordelijkheid der redactie.) S. S. Prinses Juliana S. M. Z. Het eerst verdiende geld In kleine vuist gekneld Wordt met een stralend oog Moederlief voorgeteld. En.... haar ter hand gesteld De weduw lacht en schreit... Eindelijk brak de avond aan Dat Julia zou varen gaan, Wat al gezorg en druk beschik Voor dit gewicht'ge oogenblik. Rustig ligt ze daar in 't duister, Stralend van licht, Aan enk'le touwen nog gekluisterd, Een schoon gezicht. - Een wellust voor 't zeemansoog, Een sieraad waar men op kan boog', Een kunstgewrocht der scheeps techniek, Een ideaal voor 't reispubliek. Een schip vol gratie, bruut van lijn, Den boeg strijdlustig opgeheven, Die voor geen zee terug zal beven En't bolwerk van't geheel zal zij n Wanneer de klok van twaalf slaat De plank 't gapend boord verlaat, Klinkt zwaar des Juliana's fluit Stoomt statig ze de haven uit. Zij zet nu koers naar Albion Vanwaar haar maiden-trip begon Terwijl de forsch gewelfde kop Die denken doet aan kracht [en vaart Snel klieft het rustelooze sop, Dat achter haar weer schuimend [paart. De mijlen smelten voor den boeg, Waar 't zeetje nijdig tegen sloeg En striemend schot en boord kastijdt, Doch verder machtloos henenglijdt. De zeewind raast in tuig en draan En snerpt en snijdt door merg en been Van hen die turend boven staan, Doch koelt de lieden die beneên Met starrend oog den riekhanteeren Of lendenwringend op gevoel Trotseerend kruk en stanggewoel net wrijvend mechanisme smeren. Der snelheid scheert den schouwen h; !rook' !:'e pas ontsloten van zijn kluister 'hans schichtig wegvliedt in het [duister, Als voortgejaagd door 't hellespook. Om in een uitgeraafde strook het golvenheir zich neer te troonen, le 't dra in haar schoot heeft op- [genomen. De schoot die reeds zooveel ver slond En snoerde al zoo meen'gen mond Van hen, die met de smart in 'toog De handen biddend opgeheven Op redding hoopten van omhoog Doch geene hulp kwam hen nabij, De zee, zij kent geen medelij, En smoorde hen in haar golvenrij... Terwijl de weduw angstig wacht Op hem die met z'n zielepracht Haar koesterde en moed deed houden In eenzaam hangen levensstrijd Den zeemansvrouwen weggeleidt.... ...De kindren vragen „Waar blijft [vader"... En waarom maar één boterham... Nauw baart de horizon het licht, Waarvoor't duister weiflend zwicht, Of onder tanenden sterrenboog Heft England 't nevelig hoofd omhoog. Het land der zee, een zee van [land, Wordt geregeerd door hare hand. Juliana nadert snel haar doel, Aan dek is 't reeds een druk krioel Als op de klokke halt zes Ze dicht stoomt langs 't fort Sheerness, En verder met een maatgen spoed De plaats maakt waar ze liggen [moet, Waar zij met gracieusen haal Daar roer en strijdig schroefgemaai Zich trillend ligt langszij den wal, Waar, na een enkel oogenblik Van liergegrom en trosbeschik Ze haar kost'bre vracht ontsche- [pen zal. En voor 'tsalut van pier en schip Dankt zij met statig vlag-gedip. X. ENGELAND. Hoewel men alle reden heeft om aan te nemen, zoo schrijft de berichtgever van de„ West minster Gazette," dat er tot nog toe geen vaste overeenkomst tusschen de Iersche leiders en de regeering is getroffen, zijn de politici over het algemeen toch van meening, dat er in den laatsten tijd een verbetering in de onderlinge verhouding is ge komen. Terwijl nog kort te voren beide partijen zich met ijver tot een algemeene verkiezing schenen voor ie bereiden, is het thans alsof deze aanmerkelijk af is dan een paar we ken geleden. Onder de aanhangers der regeering openbaart zich een ster ker neiging om aaneengesloten te blijven, en tevens is door het einde van het financieele jaar de tegenzin der leren om voor de begrooting fe stemmen aanzienlijk verminderd. In de tactische kwestie blijft Red mond echter standvastig. Hij gelooft dat het een politieke misgreep zou zijn om de begrooting aan te nemen, alvorens met het veto is afgehandeld. Dit standpunt wordt door de regeering niet aanvaard. Voor de ministers is en blijft het doen aannemen der vo rige begrooting door beide Huizen nog altijd een besliste eisch. Intusschen heeft de resolutie tot sluiting der debatten in haar toepas sing op het veto-debat, veel tot de betere verstandhouding bijgedragen. Men gevoelt dat men wat krijgt op de situatie, welke op deze wijze waar schijnlijk gemakkelijker zal worden opgelost dan zich liet aanzien. Er bestaat op 't oogenblik reden om te verwachten, dat de regeering het nog eenigen tijd zal uithouden. Het feit zelfs, dat de bespreking der besluiten is bekort, mag worden beschouwd als een aanwijzing dat het ministerie van plan is de substantie daarvan te belichamen in een wetgeving, die zij aan 't oordeel van het parlement zal onderwerpen. In de conservatieve hoofdkwartie ren heeft het besluit der regeering om alles tot een einde te brengen een groote beweging verwekt. De unionistische Whips hebben een manifest uitgevaardigd, waarin zij met het oog op de buitengemeene belangrijkheid van den politieken toe stand, verklaren, alles in het werk te zullen stellen, om een vroege alge meene verkiezing voor te bereiden. In verband met deze verklaring is alleen noodig te zeggen dat de liberale Whips zich gedurende eenigen tijd rustig hebben beziggehouden met voorbereidende maatregelen, zoodat een algemeene verkiezing, indien deze mocht komen, hen niet zou kunnen verrassen, maar gereed vinden zou. Tot zoover de parlementaire be richtgever van de „Westminster Ga- zette", naar men weet een veelal wel ingelicht ministerieel orgaan. ITALIË. Zooals men weet, is de heer Luzzati, zonder rechtstreeks een meerderheid te hebben, er in geslaagd een ministerie te vormen. Naar het geen de Romeir.sche „Temps"-cor- respondent vernomen heeft, zal het kabinet in zijn geheel, bij monde van den premier, voorstellen indienen tot regeling der maritieme conventies. De minister van justitie, de eenige vertegenwoordiger der rechterzijde, zal de hangende quaestie oplossen van den voorrang van het burgerlijk boven het kerkelijk huwelijk, waarop de radicalen aandringen. Als tweede gedeelte van het anti clericale programma wordt genoemd de hervatting van het onderzoek naar de verrichtingen der godsdienstige congregaties, reeds door den heer Caschie aangevangen, onder het eer ste ministerie Sonnino. Toch zal met het optreden van dit Kabinet geen zuiver anti-clericale politiek worden ingeluid slechts zal weerstand ge boden worden aan het clericale stre ven van zekere fracties, met vermij ding nochtans van eiken schijn van godsdienstvervolging. De strijdleus va." den. premier is: de kerk behoort vrij te zijn in den souvereinen staat. De geheeie persoonlijkheid van den minister-president strekt zeker tot waarborg, dat getracht zai worden naar economische en sociale her vormingen. Giolitti is in het kabinet vertegen woordigd door twee vertrouwde vrienden, de minister van financiën en die van de schatkist. Over het algemeen heeft het minis- sterie een goede pers slechts enkele clericale en conservatieve bladen schorten hun oordeel op. Het orgaan van den afgetreden premier, de „Giornale d'Italia," waar schuwt, voor de gevaren van een anticlericale politiek, welke de vrien den van Giolitti zeer zeker niet zullen toelaten. De „Corriere d'Italia" wantrouwt het kabinet, omdat de leider steun heeft gezocht bij de uiterste linker zijde, wier programma de rust en voorspoed van het land in gevaar zal brengen. RUSLAND. De Doema sprak zich uit ten gunste van een door de de fensiecommissie geuiten wensch om wetsontwerpen betreffende de op richting van een vloot van militaire luchtschepen, de vorming van een korps luchtschippers en de bevorde ring van de binnenlandsche lucht vaartindustrie. De adjunct van den minister van oorlog verklaarde, dat het departe ment zich tegenwoordig onledig houdt met quaesties van tactiek, met de wijze van toepassing van vlieg toestellen, met het uitkiezen en het gebruiken van buitenlandsch mate riaal bij het construeeren van eigen toestellen en met de opleiding van een geschoold luchtschipperskorps. Deze periode van voorbereiding is bijna afgeloopen. In Mei zullen bo ven Petersburg systematische proeven met bestuurbare luchtschepen ge houden worden. Deze luchtschepen zullen daarna in verschillende plaat sen van het Rijk gestationeerd worden. TURKIJE. De correspondent van de „Köln. Zeitung" te Constantinopel had tijdens het verblijf van den Bulgaar- schen minister-president Malinoff te dier stede, bij het bezoek van tsaar Ferdinand aan Constantinopel, met den minister een onderhoud, waar over hij o.m. liet volgende aan zijn blad meldt Malinoff had zijn intrek genomen in het Perapaleis en wel in eenige vertrekken aan de zijde van den Gou den Hoorn; ze waren met smaak ge meubeld, en de Buigaarsche excellen tie, een slanke statige figuur, met erns ig en energiek voorkomen, paste volkomen in deze omgeving. Generaal Paprikoff zat tegenover hem, als altijd met een iewal moede- looze utdrukking op het gelaat, als wilde hij liever vandaag dan morgen den last van het beheer der buiten- landsche aangelegenheden nederleg- gen. Deze grimmig-uitziende man kan echter zeer opgewekt zijn en vaak gebeurt het, dat 'n heel gezelschap tranen lacht om de droog-komische opmerkingen van den generaal. Ook nu mengde hij zich af en toe in het gesprek. „Ja natuurlijk," zeide Malinoff, wij zijn alleen hier gekomen om een uit stapje te maken. En dat we hier dien Turken onaangename dingen kunnen zeggen, kan ook niemand verwach ten. En dan is het ook te begrijpen, dat men in eene week tijds geen vragen van groot gewicht tot een oplossing kan brengen. Daarom spreekt het van zelf, dat wij hier alleen van gedachten wisselen over zaken, waarbij we van weerszijden belang hebben en dat het in deze aangelegenheden te doen is, om een deugdelijken ondergrond te leggen, waarop we later verder kunnen bou wen. Want dat is ons streven. Wij willen geen tijd en woorden verliezen, en dan de oplossing der hangende kwesties tot later verschoven zien wij moeten nu de fundamenten leggen voor een wederzijds volledig erkend akkoord en dan het overige aan onze gezanten te doen overlaten. En in dit opzicht, gelijk in elk ander, zijn de kloeke Turken die thans hun land vertegenwoordigen, ons tegemoet ge komen. En daarom zijn wij er van overtuigd,' dat wij deugdelijk werk hebben verricht en voorbereid. De minister-president sprak dan voorts over de kwesties, die punten van onderhandeling hadden uitge maakt, en over het doel, dat beide regeeringen, met die onderhandelingen beoogd hadden. Twee dier punten treden op den voorgrond de grenskwestie en het spoorweg-vraagstuk. „Men vergist zich, vervolgde Mailinoff, als men meent, dat het gaat om een werke lijke grensregeling. Die zaak is veel te ingewikkeld nog, en moet op een oplossing wachten. Maar voor het oogenblik is het alleen er om te doen, in beginsel te bepalen, dat overal aan de grenzen in het gebergte een soort neutrale zone zal bestaan, waarop de wachtposten van beide landen elkander zullen kunnen ont moeten, zonder op elkaar te vuren. Dan zullen wij onder onze grens- officieren de noodige mutaties doen plaats hebben, opdat niet elke on voorzichtigheid zal worden opgevat als een inbreuk op de rechten van Bulgarije. „Nu laten wij het den Turken ge heel over, den weg te bepalen wel ken de aan te leggen spoorwegen op Turksch gebied zullen nemen. Alleen vragen we, dat ons de punten worden aangegeven, waaraan aan de grenzen de aansluiting kan geschie den. Dan zullen wij op ons gebied, in zoover dit nog niet geschiedde, naar die punten onze spoorwegen leggen, zoodra de Turken eveneens met den bouw beginnen." Malinoff voegde hieraan nog toe, dat de Turken hun uiterste best hadden gedaan om hun gasten zoo hoffelijk mogelijk te ontvangen. De Turken zullen van hun kant hetzelfde doen, en de betreurenswaar dige grensincidenten zullen dra tot het verleden behooren. „En nu het spoorweg-vraagstuk. De Turken arbeiden aan de ontwik keling hunner groote natuurlijke hulp bronnen. Daartoe behooren ook de verkeerswegen. Zij hebben meerdere bouwplannen gereed, en andere zijn in voorbereiding. Wat wij verlartgen I iseen verbinding met de Engel- sche zee en met de Adriatische zee, opdat eindelijk aan den ongewensch- ten toestand, waardoor Bulgarije elke communicatie met het Zuid-Westen mist, een einde kome. Wij hebben nu bereikt, dat de Turksche minis ters zich in beginsel hebben uitge sproken voor een verbinding tusschen het Turksch en Bulgaarsch spoor wegnet. Dit staat dus vast. MAROKKO. Sedert den dood van den Roghi zijn verschillende andere pretendenten opgedoken. Zij verwer ven een gewoonlijk kleinen plaatse lijken aanhang en houden zich korter of ianger, het is een quaestie van weken of maanden, staande. Een hunner, die zich Moelai Mo hammed noemt, is óf een grappen maker óf verregaand naief. Hij heeft aan verschillende legaties te Tanger brieven gezonden, waarin hij tot sultan geproclameerd is. Het moet verboden zijn, schrijft hij verder, dat de Fransche troepen, die zich op Marokkaansch grondge bied bevinden, nu „den indringer Moelai Hafid" ook maar de geringste hulp mij verl'eenen. Ik hoop spoedig de noodige troepengelden bijeen te krijgen om met succes den Heiligen Oorlog tegen de verdorven Fransche regeering te voeren. In een postcrip- tum verzoekt hij adressanten, den Franschen, Engelschen en Duitschen gezanten, de bezorger van dit belang rijke schrijven een bedrag van 50 tres. in Fransch geld uit te keeren. Een soort van bedelbrief dus per slot van zake. VEREENIGDE STATEN. De ge slaagde aanval op Speaker Cannon in het Amerikaamsche Huis van af gevaardigden, heeft de aandacht ge vestigd op de buitengewone macht, waarover deze leider van het Huis beschikt. De inrichting van den ar beid van het Amerikaansche parle ment is heel eigenaardig. De ministers zijn geen leden van het Huis en nemen aan de zittingen niet deel. Er zijn geen regeeringsontwerpen, elk wets voorstel wordt bij boodschap van den president in de overweging van het Huis aanbevolen. Het wordt, zoo dra het is ingediend, verzonden naar een der zestig commissies, waarin de Kamer verdeeld is. Volgens den Washingtonschen be richtgever van den „Times" onder gaan negentig percent der ingediende ontwerpen in de commissievergade ringen den parlementairen doodde rest wordt in den breede besproken en vaak onherkenbaar gewijzigd, voor dat het commissieverslag bij het Huis wordt ingezonden. in deze regeling ligt de kiem van de groote macht van den „Speaker". 1 lij wijst de leden en de voorzitters der commissiies aan en hij bepaalt naar welke commissie een wetsont werp wordt verzonden. Hij was bovendien voorzitter van de commissie voor het reglement van orde, welke commissie bepaalt in welke rangorde de ontwerpen zullen worden behandeld. Feitelijk heeft hij dus de macht, de behandeling van een voorstel, waartegen hij bezwaar heeft, onmogelijk te maken. Bedenkt men daarbij, dat hij door de meer derheid van het Huis wordt gekozen, waarschijnlijk, omdat hij de knapste parlementariër van zijn partij is, dan is te begrijpen, dat hij eenoverheer- schenden invloed kan uitoefenen. Aan Speaker Cannon wordt verwe ten, dat hij van dezen invloed mis bruik heeft gemaakt. De „Times" zegt dat hij enkele jaren geleden de machtigste persoon in de Unie was, de president zelfs niet uitgezonderd. Zijn aanhangers volgden hem als schapen. Elke poging tot onafhanke lijkheid werd gestraft met verwijde ring uit een belangrijke commissie of opberging gedurende veie jaren in een commissie van geringen invloed. Toch bepleit de berichtgever van de „Times" het behoud van de machtsvolheid van den spreker. Hij acht een zeer ruime bevoegdheid van den leider van het Huis noodzakelijk bij de bestaande inrichting. Voor herhaling van machtsmisbruik schijnt hij niet te vreezen, want zegt hij „Het Cannonnisme is dood." Onge twijfeld is de benoeming van een nieuwe commissie voor het reglement van orde, waarvan de spreker uit gesloten is, een zware nederlaag van den heer Cannon en een aanzienlijke inkrimping van zijn macht. Er blijft echter nog genoeg macht over en welken waarborg heeft het Amerikaansche Huis, dat Speaker Cannon niet in de oude fout zal vervallen? Want hij overweegt alleen nog maar, of hij tengevolge van de gevallen beslissing zal aftredeneen besluit daartoe heeft hij nog niet ge nomen. ABESSIN1Ë. Thans verneemt de „Agentia Stetani" uit Addis Abeba, dat het doodbericht van Menelik on juist waszijn toestand is onveran derd. Het land is rustig. Keizerin Taitoe heeft vergeefs getracht, een overeenkomst met de leiders der Choactammen te sluiten. Mygind, van het „Berl. Tagebl." seint uit Addis Abeba, dat de keizerin een eed van het volk eischt, dat na Menelik's dood haar persoon en vermogen on aangetast blijven. De „raad van state" onder voorzitterschap van ras Tas- sana weigerde de vastberaden hou ding der regeering wekt vertrouwen. füaegwafer fe ¥lis§lngen. April vm. nm, Dinsdag 5 9.31 9.51 Woensdag 6 10.52 11.12 WEBRBEBIOHT. medegedeeld door het Kön Ned. Meteor. Instituut te De Bilt. Overzicht en verwachting. (opgemaakt 4 April 1910.) Hoogste barometerstand 773,0 te Seydisfjord. Laagste barometerstand 750,5 te De Bilt. Verwachting tot den avond van 5 AprilMeest matige N.O.-lijke wind. Zwaarbewolkt of betrokken. Waar schijnlijk regen. Kouder. Heden overleed tot onze diepe droefheid, na kortstondig doch geduldig lijden, onze geliefde Echtgenoot, Vader, Behuwd- en Grootvader A. J. BUISMAN, in den ouderdom van 76 jaar. Uit aller naam, Wed. A. J. BUISMAN— Hendrikse. Algemeene kennisgeving. Terstond of tegen Mei een net gevraagd. Zich aan te melden des avonds tusschen 7 en 8 uur. Te be vragen bij Boekhandel GERRETSEN, St. [acobstr.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 3