leltt 36,
Eerste Blad.
Draagt
SELL.
Maandag
bet a. s. Seizoen.
Dit niimmer bestaat ui] 2 bladen
4 April.
No. 78
48e Jaargang,
1910.
Feuilleton.
middelburg.
Livrei.
pakjes, Cos-
nen, Blousen,
en Meis-
n zeer kor-
verd kunnen
eksprijs.
agsche Havendienst
mtramdienst.
•üelburg 5.15+ 6.25f 8.40
5 12.30 1.15 2.— 2.45 3.30
.50 6.55 7.50 8.50 9.40 10.25
htram Walcheren
Brieven uit defiofsfad.
Wester-Schelde.
Het Geheim van den
Ouden Visscher.
BINNENLAND.
nnummer 9ö.
aXifeeit
16
H.L.
f 16.40
1
ft
1.05
16
1
tf
1.25
16
19.-
1
tf
1.25
1
tf
1.10
1
tf
2.20
1
tf
1.80
1
ff
1.70
V
ft
1.45
1
ft
1.10
fingeu v.m. 6.6.20, 6.45,
>.50, 9.30, 10.—, 10.20 10.40,
Nm. 12.— 12.30,1.—, 1.30*,
3.25, 3.55, 4.3 4 5 0, 5.20,
7.20, 7.40, 8.20
fBuitensluisvm. 0.10, 6.30,
.30, 9.15, 9.50, 10.10, 10.30,
11.50 N.m. 12.10, 12.45.
2.50*, 3.10*, 3.40,4.10,4.40,
•.25,6.50, 7.10, 7.30, 8.—, 8.30,
vanrteD vallen deeZoEdaee uil.
11 Vliasinjen- Midcteltrarg v.v.
issingen 4 40f 5.50f 7.55
11.45 12.30 1.15 2.— 2.45
5.— 5.50 6.55 7.50 8.50
ekken van de Kemise, de
n van het Badhuis.
niet verder dan tot de Ke>
ndere treinen gaan naar het
(Station^ 9.20 12.15.
amgen i ww»wiuu
en 8.15. Het vertrek van ae
de Paul Krugeratraat en het
s reap. 5, 10 en 13 minuten later,
iddelburg6.23, 9,23, 12.1
en 8.18.
udekerke na?r Domburg: o.to,
3.20, 6.— en 8.40.
mtu s (near Vlissingen en M-ia
7.40, 10.40, 1.35, 4.15,
.55
oudekerke (naar Vlissingen e®
■g): 5.54,8.30,11.29,2.24,5.04,
VLISS1NGSCHE
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
LXI.
Welk een reuzenmacht is toch de
reclame! Let maar eens op, hoe een
handige reclame onze dagen heeft
doortrokken met „Chantecler" Jaren
lang heeft de handige en knappe
Rostand, die reeds door zijn „l'Ai-
glon" („Het Arendsjong") en vooral
doorzijn mooie „Cyrano de Bergerac"
een gevestigden naam had, reclame
gemaakt voor zijn nieuwe werk, zijn
toen-drama „Chantecler" en toen
dan eindelijk, na veel vijven en zessen
en vele teleurstellingen, die de reeds
gewekte spanning bij 't publiek nog
slechts verhoogden, toen dan eindelijk
het geheim zou ontsluierd en „Chan-
teier" zou vertoond worden, toen was
„tout Paris" dol en van heinde en
ver kwam men aansnellen en betaalde
hooge prijzen om het wonder waar
voor zooveel reclame was gemaakt,
te zien en te hooren. Maar... Rostand
had de boog te hoog gespannen en
de reactie bleef niet uit. Im groszen
üanzen leed zijn „Chantecler" artis
tiek schipbreukmen vond de rare-
kiek met als vogels toegetakelde men-
schen wel aardig verzonnen, doch
het drama als zoodanig bleek bitter
weinig te beteekenen. Verdween nu
dit vogeldrama één-twee-drie in de
duisternis der vergetelheid, stierf het
eenspoedigen, vrij roemloozen dood
Neen, zoo geweldig had de hard
nekkige reclame van Rostand tot ver
buiten Parijs en tot ver buiten de
grenzen van Frankrijk gepakt, dat
zelfs de gevallen „Chantecler"... stand
hield. Ja, handige exploitanten maak
ten er een echt „zaakje" van en or
ganiseerden een exporthandel. Ver
schillende tooneelgezelschappen trok-
er van Parijs op uit om „Chan
tecler" aan de heele wereld te laten
zien en hooren, natuurlijk tegen vaste
stevige prijzenRostand zal er wèl
bij varenEn zoo krijgen we dan
ook ten onzent Rostand's nieuwe
drama te bewonderen... of te laken.
Elders in den vreemde schijnt het
reeds dadelijk échec te hebben ge
leden dat is een veeg teekenHet
is het théatre de ia Porte Saint-Mar-
'ia> dat hier met „Chantecler" komt,
afgaande op dien naam zou
men zich vergissen als men meende
dat men nu dezelfde beroemdheden
en halve dito's te zien zal krijgen,
letober 1910.
1.
2,10 a) b) 3,43 c) ea 6,35 d)
sa, 12,35 a) 4,10 o) en 7,05
),46g) nm. 2,15 a) en 5,05
12,10 a) b) 3,43 en 6.35 d) 5)
- 30 minuten na het vertrek ven
.edekanakerire n.Nsaasn vni.8,50
pten naar Breekena, BorsaeleM
naar Breekena ten hoogste 15
20 minuten wachten,
seiegd.
aaakt.
lOctoher kan de boot van l'-b
Weekdagen ?an 16 April tot
Vrij bewerkt door M. J. Korving.
o—
42.)
«Maar de uitvoering ging zoo ge-
"Mkeiijk niet," zei Henri Gardel
Wtend. „Niettemin heb jelui alles
kêt werk gesteld om die laaghar-
daad te bedrijven. Het is dus
dat je er het loon voor krijgt."
..Vergeef het ons, mijnheerStraf
°ns niet voor de misdaad, die Lanet
°P touw zette."
«Voorloopig zal ik het niet doen.
za' jelui in vrijheid laten stellen,
"aJJ kun je gaan, waarheen je wilt."
Nu putten Binaud en de andere
®annen zich uit in dankbetuigingen
"!aat Henri Gardel luisterde daar
1£t veel naar. Hij liet hen van hun
jjeien bevrijden en gaf hun vrijheid
"iet hun schip koers te zetten,
a5rheen zij wilden. Eduard stak
die bij de groote vertooning in Parijs
zijn opgetreden. De naam is echter
geenszins een misleiding en de krach
ten, die Holland komen bezoeken,
schijnen inderdaad goed te zijn. Uit
dat oogpunt is er dus geen enkele
reden om te gaan kijken en luisteren
naar dit tooneelwerk, dat in elk ge
val door de ervoor gemaakte reclame
en door de buitenissige gedachte en
aankleeding merkwaardig genoeg
blijft, welke dan ook de artistieke
waarde moge zijn.
Wat de reclame van Rostand be
reikt heeft, kan men nu reeds in de
etalages van sommige dameshoeden
winkels ziende „Chantecler-hoed",
het allermodernste gevaarte waarop
hanen, faisanten en ander pluimge
dierte of althans de mooiste stukken
ervan, echt of nagemaakt, den roem
van Rostand wel niet van de daken
maar dan toch van de bekoorlijke
dameshoofdjes schreeuwen, wat nog
wèl zoo interessant is. Het schijnt
me echter dat de Haagsche kippetjes
met een hanenhoed witte raven zullen
blijven (om in de vogel-beeidspraak
oftewel „gevleugelde woorden"te blij
ven dat zou dan reeds een échec
voor „Chantecler" beteekenen, een
„val" van Rostand... Ik treur er niet
om. De hoofddeksels onzer dames
geven heusch al variatie genoeg te
bewonderen en kosten aan de heeren
reeds geld genoeg.
Doch ook ai mag de haan van
Rostand dan wellicht nimmer koning
kraaien vanaf de bekoorlijke kopjes
der Haagsche schoonen, toch schijnt
dit beestje hier een opmerkelijke po
pulariteit te genieten. Laatst zag ik
een rijtje straatbengels achter elkander
tippelen ze hadden zich met veeren
en pluimen toegetakeld om de illusie
van vogels op te wekken (vermoede
lijk sterker bij zichzelf dan bij de
schouders-ophalende voorbijgangers)
en onder 't maken van stumperige
vliegbewegingen met de armen, ku-
kelekuden en tuk-tuk-tukten ze luid
en aanhoudend, met een ijver een
betere zaak waardig. Het malle stel
letje zou in een gekkenhuis geen
kwaad figuur geslagen hebben. Het
kan haast niet anders of deze jonge
geesten waren door Chantecler geïn
fecteerd. Gelukkig hinderden hun
vogelachtige buitensporigheden nie
mand.
Er is echter een andere categorie
van meer of minder jeugdige Hage
naars (en zelfs -sters) die wei dege
lijk lastig gaat worden voor. den
vreedzamen voetganger of dito wiel
rijder, een categorie die bovendien
onrustbarend in getalsterkte toeneemt.
zijn pistolen bij zich en ging met
zijn redder aan boord van de andere
brik. Dadelijk werden de enterhaken
losgemaakt en de zeilen geheschen
weinige oogenblikken later waren
beide schepen reeds op een kanon
schot afstand van elkaar verwijderd
Eduard zag naar de brik, die hij pas
verlaten had, en bemerkte, dat de
bemanning nog altijd in ernstige
beraadslaging op het achterdek
stond, terwijl Henri Gardel reeds
lang bevolen had den steven naar
Saint Malo te wenden.
Nu was onze held aan boord van
een vaartuig, dat er geheel anders
uitzag dan de brik, die hij pas had
verlaten. Het dek was helder en
schoon, het tuig was in de beste
orde, evenals de zeilen, het ijzer
werk blonk als zilver. De bemanning
bestond uit stevige lieden, die allen
goed gekleed waren. Wei waren er
ook een paar woest uitziende kerels
onder, maar geen van allen had het
voorkomen van een schelm. Het
waren alle ferme zeelieden.
Het schip voerde zes kanonnen
vier op het tusschendek en twee op
het voordek.
Ik bedoel de rolschaatsenrijders, die
den ganschen avond over de geasfal
teerde straten heen en weer zwieren
en zwaaien, kriebelen en krabbelen,
ieder naar de mate van zijn vaardig
heid, tot groot vermaak van het nog
rollooze deel der straatjeugd en van
volwassenen met te veel vrijen tijd,
die heel flegmatiek langs de trottoirs
geschaard staan en de rollende jon
gens en jongelingen helpen bij de
belemmering van het verkeer.
'tMag nu wel eens aardig zijn,
een geoefend rijder elegant te zien
zwieren en in allerlei groote en kleine
bochten en krullen achter- en voor
uitrijden, op den duur zijn drukke
straten toch geen geschikt terrein
voor deze sport, 't Rollende deel des
menschdoms hindert liet niet-rollende
en wordt op zijn beurt niet minder
door dit laatste in den weg geioopen,
hoewel ze over 't algemeen wel ont
zien worden.
't Is te hopen, dat de straat wat
ontlast zal worden nu gedurende de
zomermaanden, aanvangende Mei, de
groote zaal en daarbij aansluitende
tuin van 't Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen zal worden ingericht
als rolschaatsenbaan. De welbekende
impressario De Hondt schijnt zich in
dezen verdienstelijk te willen maken
ten opzichte van 't straatverkeer, -
al zullen zijn bedoelingen vermoede
lijk wel andere zijn Hij schijnt het
zaakje flink te willen aanpakkener
wordt een speciale baan van Ameri-
kaansch ahornhout gelegd en Engel-
sche „expert instructors", zoowel
mannelijke als vrouwelijke, zullen
bereid zijn om de liefhebbers in te
wijden in de geheimen der rollerij.
Bovendien wil men door allerlei at
tracties, zooals wedstrijden in schoon-
rijden, bloemenfeesten, bals enz. het
menschdom, modern-rollend, of ouder-
wetsch-loopend, maar in elk geval
voorzien van een portemonnaie, naar
de schaatsenbaan lokken. Als 't lukt,
kan 't aardig worden en rustig op
straat
We hebben een matinée voor zui
gelingen gegeven. Vermoedelijk stelt
ge u reeds een zaal voor, waar de
gebruikelijke klapstoelen zijn vervan
gen door een ander soort stoelen
die zich meer voor de behoeften des
zuigelings eigent; voorts ziet ge in
uw verbeelding reeds al die soliede
met witte lapmassa's enblauwroode
kinderkopjes gekroonde zetels ge
flankeerd door breedheupige bakers,
welgemoede minnen, hupsche kinder
meisjes en nuffige bleeke „bonnes"
en voorts toovert uw fantaisie u een
tooneel voor oogen waarop zich een in
COURANT.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
flbonnemenfs-ftduertentiën op zesr uoordeelige uoortuaarden
„ik hoop, dat ge niet zult denken,
dat ik zulke lui in mijn dienst heb
als je op gindsche brik hebt aange
troffen" zei Henri Gardel. „Het zijn
overigens wel bekwame lieden en
vroeger heb ik hen menigmaal een
lading naar Engeland iaten over
brengen. Daardoor heb ik hen zeker
van slechtere praktijken teruggehou
den. Zonder dien schurkachtigen
Lanet zouden ze zulk een schand
daad niet ondernomen hebben, als
ze nu met je van plan waren, daar
ben ik zeker van."
Eduard wilde dit gaarne toegeven
en na eenige opmerkingen over La
net, vroeg hij
„Hoe zijt ge mij op het spoor ge
komen
„Dat zal ik je vertellen," antwoord
de Henri Gardel. „Gistermorgen
werd mij medegedeeld dat ge vermist
werd en kort daarna wist ik reeds
dat men je naar de oude visschers-
hutten aan het oosteinde der stad
vervoerd had. Ook had men de sig
nalen gezien. Uit de beschrijving van
het signaal, dat op het schip in de
haven gegeven was, begreep ik dat
het gekomen was van de brik, die
frak en boezelaar gehulde kinder
vriend uitslooft om met een aanmin
nig glimlachje op 't kinderlievend
aangezicht watten schaapjes en wollen
poesjes te demonstreeren onder een
welwillend toelichtend „bè-bè" en
miauw-miauw."
Doch uw fantaisie bedriegt u, om
dat ge mii niet hebt iaten uitspreken.
Want anders zou ik u reeds gezegd
hebben dat op deze matinée voor
zuigelingen geen menschelijke wezens
absoluter door hun afwezigheid schit
terden dan juist déze veelbelovende
allerprilste jeugd. Of neenEven
absoluut ontbrak alles wat naar Haag
sche opvatting ordinair (zoo gewoon-
burgerlijk weet-u) is, want het was
een „uitgelezen" gezelschap „dames,"
.heeren" en „jongelui" (alies naar
onvervalscht Haagsch model), dat in
de groote zaal van 't hotel „De Twee
Steden" was bijeen gekomen om er
zichzelf en anderen te amuseeren ten
bate van de Vereeniging „Hulp aan
Zuigelingen." Charité bien ordonnée
begint nog altijd trouw „par soi-
même." Jammer, dat zuigelingen er
nog geen benul van hebben boe de
Haagsche fine fleur zich uitslooft om
hen aan een lauwe flesch en een
schoonen luier te helpen. Fidonc
Shocking
Zonder dat u mij voor een zuige
ling houdt, zult u toch wel reeds be
grijpen dat ik mij niet onder deze
Haagsche keur-collectie bevond die
stomme ooievaar heeft mij nu een-
maai niet aan den „uitgelezen", kant
gebrachtIk lees echter in een onzer
kranten, die de reputatie van Haag
sche distinctie geniet, dat op deze
drukbezochte zuigelingen-fuif „tal
van fraaie toiletten met elegantie ge
dragen, werden opgemerkthet mee-
rendeel van het publiek bestond wel
uit dames en ook werden reeds veel
zomerhoeden gedragen, van groot,
zwierig model, de meeste. Jonge da
mes in keurige lichte kostuumpjes
gingen er rond met programma's en
dienstvaardige heeren fungeerden als
ceremoniemeester", ik lees verder,
dat de aanwezigen zich kostelijk door
het echtpaar Speenhoff en andere
artiesten lieten bezig houden.
O, als je dat allemaal leest, dan
wensch je de zalige dagen van je
onschuldige zuigelingschap terug.
Wie zou niet graag met zooveel „uit
gelezen" elegantie en zooveel feeste
lijke menschenliefde „in de luren
gelegd" willen worden
Lepelaar.
onder commando van Lanet stond.
Ik vernam ook iets van de ontmoe
ting, die ge voor eenigen tijd op
den weg naar het kasteel de Banx
hadt gehad. Al die omstandigheden
bracht ik met elkaar in verband en
begreep al spoedig, dat men je met
geweld naar de brik had gevoerd.
Mijn schip lag voor anker in een
kleine bocht van de Cancaliebaai
ik sprong te paard en voor negen
uur was ik reeds in volle zee. De
brik van Lanet is een goede zeiler,
maar zijn tuig slecht en de beman
ning te gering en daarom hoopte ik
spoedig bij je te zijn. Ik giste naar
den koers, maar gelukkig kwam dit
goed uit."
„Goddank, ge kwaamt nog juist
bijtijdsAls ge iets later waart ge
komen, zou men mij over boord
geworpen hebben, Maar wie bracht
u het eerste bericht van mijn ver
dwijnen
„Hoe vraagt ge dat zoo
„Omdat ik vermoed, wie dat ge
weest is."
„Wie denkt ge dan
„Een vrouw
„Goed geraden."
Hofberichten.
H. M. de Koningin-Moeder bracht
gisteren namiddag te 2 uur een be
zoek, dat ongeveer een uur duurde,
aan het Museum van Kunstnijverheid
aan de Prinsessegracht te'suraven-
hage.
in een der benedenvertrekken was
in een vitrine geplaatst, een zeer
fraai en licht Chineesch beeld, lak op
zijde, een bijzonder merkwaardig spe
cimen van kunstnijverheid, dat door
Hare Majesteit aan het Museum in
bruikleen is afgestaan.
H. M. werd rondgeleid door den
voorzitter van het Museumbestuur,
baron De Smeth van Alphen, en den
directeur, den heer J. A. Frederiks,
die de Koninklijke bezoekster op
merkzaam maakte op een zeldzaam
stuk kunstnaaidwerkde bekleeding
van een renaissancestoel, welke ver
nieuwd was naar de oude motieven,
door den heer Fermin te 's Graven-
hage.
Koningin Emma, die alles met
groote belangstelling in oogenschouw
nam, vroeg in bijzonderheden inlich
tingen omtrent het bezoek en of er
veel werklieden komen, om kennis
op te doen in hun vak.
Kuyper-hulde.
De „Zuider-Kerkbode" meldt dat
dezer dagen een oproep is gericht tot
„de Calvinistische jongelingschap van
Nederland" ter aanbieding van een
nationale hulde aan dr. Kuyper. Uit
den oproep blijkt dat het doel is niet
„om de wonden te verbinden en te
heelen, die hem geslagen zijn. De
Koning, in wiens dienst hij deze
wonden ontving, is tevens de groote
Medicijnmeester die Zelve de hand
op die wonden leggen en ze genezen
zal." Doel is ook niet in de eerste
plaats de huldiging van „den grooten
geleerde, staatsman en volksleider,
die in den dienst van zijn Meester
zoo veel heeft gedaan voor ons land
en ons volk."
„Maar wij willen in dr. Kuyper
huldigen den man, die de Banier
draagt met het opschrift „Pro Rege
„voor Christus, onzen Koning die
de Banier draagt met beleid in het
heetst van den strijd wien de slagen
treffen omdat zij in de eerste plaats
gericht zijn op de Banier, die hij
draagten wij willen hem huldigen
door te toonen, met daden te toonen
dat al wat zich in Nederland noemt
naar den grooten Hervormer van
Genève, als een eenig man staat ge
schaard rondom den banierdrager."
De Neutraliteit.
in de openbare vergadering van den
raad der gemeente Stad-Almelo van
„Mijn moeder," mompelde Eduard.
„Wat zeg je daar?" vroeg Henri
Gardel, schijnbaar verbaasd.
„Mijn moeder," herhaalde Eduard.
„O, zeg me toch, was zij het niet?"
„Hoe kom je toch aan dat dwaze
denkbeeld Je hebt toch je vijf zin
nen wel bij elkaar, hoop ik! Hoe
kom je daaraan."
„Mijn hart zegt het me het fluistert
me toe, dat zij mijn moeder is. O,
zegt me toch kent ge haar
„Ja, ik ken haar," antwoordde
Gardel bewogen.
„Zij is een brave vrouw nietwaar?"
„Zoo rein als een engel," beves
tigde Gardel.
„Zij is mijn moeder. Zeg me toch,
of ge niet weet, dat dit zoo is."
„Ik kan deze vraag niet beant
woorden, Ik was er niet op voorbe
reid en ik ben niet in staat om het
mogelijke of waarschijnlijke van uw
onderstelling te beoordeelen. Heb je
haar zelf daar niet naar gevraagd
„Ja, maar zij wilde geen recht-
streeksch antwoord geven. Zij drukte
een kus op mijn wang en schreide,
toen ik haar er naar vroeg.
(Wordt vervolgd.)