oo\\ Irecht, Dinsdag IS Maart binnenland. Feuilleton. No. 62. 48e Jaargang. 1910. ware kou geval HEIMERS n Walcheren amdienst. Havendienst. Het Geheim van den Ouden Visscher„ U ;oed. De huis- ar iedereen Ichen iederen straat 31. NieuwendijK ik U aan n, deze geeft verlichting !l >t bij firma H. j te Emmerik l'er- ilis- /ed J. Q. H. Bellamyparkte I JTEIJN en Oebr. j Maartensdijk bij Middelburg bij ESTEIN en W. (Station) 9.20, 12.15. Het vertrek van de Krugerstraat en liet 10 en 13 minuten later. 6.25, 9.23, 12.18, na r Domburg6.45, - en 8.40. ?ar Vliasingen en Mid- '.40, 1.35, 4.15, 6.55 (naar Vlissingen en 8.30, 11.29, 2.24, 5.04, ffen.ïïiiSel'burffV.v. 4 40t 5.50f 7.55 12.30 1.15 2.— 2.45 5.50 6.55 7.50 8.50 an de Remise, de an- et Badhuis, a: 5.15t 6.25f 840 1.15 2.— 2.45 3.30 7.50 8.50 9.40 10.25 31-der dan tot de Re* einen gaan naar .-.m, 6.—, 6.20, 6.45, 0, 10.—, 10.20, 10.40, 12.30,1.—, 1.30*' .55, 4.31, 4.50, 5.20, j, 7.40, 8,20. luis: to. 6.10, 6.30, 5, 9.50, 10.10, 10.30, N.m. 12.10, 12.45. -10*. 4.40,4.10,4.40, 7.10, 7.30,8.—,8.30, ?&il@a ui*» Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN' DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVEIWENTIËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts (weemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. 'j Abonnements-ftduertentiën op zeer uoordeelige uooruiaarden Ontwerp-wét op de winkelsluiting. Wij deelden reeds een en ander ujde van het ontwerp-wet op de winkelsluiting, ingediend door de staatscommissie voor den midden- S'[)e voornaamste bepalingen werden door ons ontleend aan „de Tel." Men weet dus, dat het eerste arti st bepaalt, dat in winkels tusschen 'S avonds 9 en 's morgens 5 uur geen klanten mogen worden bediend dat hierop uitzondering wordt gemaakt voor apotheken en inrichtingen, waar spijzen en dranken voor het gebruik ter plaatse worden bereid en verkocht en voor Zaterdagen, benevens een twintigtal andere dagen. Voorts, dat er nog een artikel in het ontwerp is opgenomen, waarbij tegemoet geko men wordt aan eventueele wenschen der belanghebbende winkeliers, be- hoorende tot éen vak, om bij een uit te schrijven stemming omtrent de wenschelijkheid van een vervroeging van het wettelijk sluitingsuur, dit mo gelijk te maken. Twee derden van het aantal winkeliers, dat aan deze stemming heeft deelgenomen, moeten zich daarbij voor een dergelijke ver vroeging uitspreken. Het gemeente bestuur is dan verplicht een verorde- I ning vast te stellen, waarbij het slui tingsuur, door bepaalde groepen van bedrijven gewenscht, wordt voorge schreven en binnen 3 maanden na de gehouden stemming in werking te doen treden. Thans ligt het geheele ontwerp met memorie van toelichting voor ons, zegt „de Tel," en zullen we aan dit belangrijke stuk nog een eri ander ontleenenIn aansluiting met laatst genoemde bepaling wijzen we op art. 8, waarin bepaald wordt, dat door het gemeentebestuur lijsten worden opgemaakt van alle winkeliers en daarmede gelijkgestelden, met ver melding van groep of groepen, waartoe zij behooren, ingevolge de groeps- verdeeling bij Kon. besluit. Art. 9 be paalt: „Op uren, waarop ingevolge deze wet de winkels gesloten moeten zijn, is het venten en verkoopen of te koop aanbieden op of aan den openbaren weg, behalve met druk werken, verboden." In de memorie van toelichting le zen we o. aHet is de stellige over tuiging der commissie, dat eene ver plichte regeling van een vervroegd sluitingsuur van winkels wenschelijk en noodig is en wel in het belang van de patroons en van het perso neel. Ongetwijfeld zou het personeel reeds zeer gebaat zijn door eene wet telijke regeling van den arbeidsduur voor mannen, vrouwen, jongens en meisjes, zooals voorgesteld werd bij Vrij bewerkt door M. J. Korving. o— 26.) „Uw vroegere woorden bewijzen dat ge liegt," was het antwoord. „Welke woorden „Ge weet zeer goed, wat ge gezegd hebt." »'k heb alleen gezegd dat nie mand straffeloos een aanslag op mijn leven zal beproeven. Ik wilde je als deserteur meevoeren en daarom heb 1? een pistool op mijn borst ge richt." „Ga weg, lasteraarGij liegt r,ep de vrouw. „Ik spreek de waarheid „Zwijg en ga heengebood de geheimzinnige vrouw met een stren gen blik. De graaf mompelde nog een half verstaanbare vloek en gaf men zijn paard de sporen. Een eind het ontwerp-arbeidswet-Kuyper. Doch met een regeling der vervroegde winkelsluiting wordt meer beoogd. Immers worden met die ontwerp- arbeidswet de middenstanders, de patroons en vooral de kleine patroons niet geholpen. Daarbij komt, dat de commissie meent, dat een eendrach tige samenwerking van middenstan ders om tot eene niet-wettel ijk ge regelde, maar geheel op onderlinge afspraak berustende winkelsluiting te komen, niet mogelijk is. Ware een minnelijke oplossing bui ten dwang van de wet mogelijk, dan zou de commissie aan haar de voor keur geven boven een wettelijke re geling. Men heeft echter slechts de praktijk te raadplegen, om tot de overtuiging te komen, dat een derge lijk samengaan te dezer zake een utopie is. De staatscommissie heeft zich de vraag gesteld, of met wet- tellijke winkelsluiting werkelijk een algemeen belang gebaat is. Gewezen wordt op liet feit, dat de winkels, vooral in de groote steden, zeer iaat sluiten. Bij dit te lang gebonden zijn van het personeel staat een sociaal belang op het spel, hetgeen uitvoerig uiteen wordt gezet, waarbij natuurlijk o. a. gewezen wordt op de gelegen heid tot betere ontwikkeling, bevor dering van gezinsleven. En dit geldt niet alleen voor het personeel, doch speciaal ook voor de kleine winke liers, die thans, zonder personeel werkend, den geheelen dag tot laat in den avond gebonden zijn, zonder ook maar even vrij te zijn. Daaronder moet de gezondheid en tevens de arbeidslust lijden. In den laatsten tijd is daarenboven de middenstander tot het bewustzijn gekomen, dat hij er zich op moest toeleggen, om zijn vak beter te beheerschen. Ook is het be sef, dat vakorganisatie dringend noo dig is, levendig geworden. Doch dit alles brengt mede, dat hij ook over den tijd daarvoor beschikke, die hem tot nu ontbreekt. De Staat nu, wiens roeping het is, om het belang zijner burgers, hun geestelijk en materieel welzijn te be- 'vorderen, moet ingrijpen, wanneer blijkt, dat een groot deel van de burgers gebukt gaat onder een last, waarvan zij zich zonder inmenging van den staat niet kunnen bevrijden. De stand van het vraagstuk der vervroegde winkelsluiting hier te lande, bovenal ook te Amsterdam, wordt in het kort nagegaan. De vraag of de gemeente bevoegd is eene verordening voor vervroegde winkelsluiting in het leven (e roepen, vindt hare beantwoording in art. 135 der gemeentewet en speciaal of eene dergelijke regeling behoort tot het bestuur van de huishouding der ge meente". Waar de plaatselijke wet gever niet mag treden in hetgeen verder liet hij zijn paard stilstaan, doch hij keek niet weer om. „Hij laadt zijn pistool weer," sprak de geheimzinnige vrouw. En inder daad, zoo was hetdoch daarop stak hij het wapen in zijn borstzak en verdween kort daarna uit het ge zicht. De geheimzinnige vrouw, van wie wij gesproken hebben, had een hooge gebiedende gestalte en was van middelbaren leeftijd. Haar gelaat was door het weder sterk gebruind, maar kon toch mooi genoemd wor den. Haar oogen waren gitzwart, haar koolzwart haar fladderde wild om haar hoofd en schouders. Haar kleeding was sierlijk van snede, maar gaf haar eenigszins het voor komen, alsof zij tot den stam der Zigeuners behoorde. Haar hoofd was niet gedekt, maar in de linkerhand droeg zij een kleinen zijden hoed en in de rechter een groot, met zil ver beslagen pistool. Zoodra de graaf uit het gezicht verdwenen was, sloeg Eduard zijn blikken op de geheimzinnige vrouw. Hij meende haar gelaat reeds vroe ger gezien te hebben, doch waar of van algemeen rijks- of provinciaal belang is, en de bevoegdheids- kringvan de gemeente te dien opzichte wordt bepaald door de grenslijn die de hoogere machten irek'ken voor hare huishoudingen, daar is de bevoegdheid tot hei van gemeente wege maken van eene dergelijke in grijpende verordening aan zeergroo- ten twijfel onderhev'g. De staatscommissie is van meening, dat eene dergelijke vérstrekkende be voegdheid niet door de gemeentewet met „huishouding" is bedoeld. Zij Wenscht er hier op te wijzen, dat de meeningen omtrent de bevoegdheid der gemeenteraden tot het maken van zoodanige verordeningen zeer uiteenloopen. Aangezien echter de staatscommis sie van oordeel is, dat het hier een zaak van algemeen belang geldt, zal h. i. ook reeds op opportuniteits- gronden de voorkeur moeten worden gegeven aan een rijksregeling, die in het algemeen de grenzen van de sluitingsuren aangeeft, terwijl de ge meentebesturen nader de kwestie kunnen regelen op de wijze ais door de wet aangegeven. Daar rekening gehouden moet wor den met de verschillende locale be langen en bovendien met de ver schillende bedrijven, acht de com missie het raadzaam, te bepalen, dat wanneer minstens één derde van het aantal tot eene of meerdere groepen van bedrijven behoorende winkeliers het verlangen kenbaar maken aan het gemeentebestuur, naar een meer vervroegd, door hen aan te geven sluitingsuur, het gemeentebestuur dan verplicht zal zijn, om de winkeliers der betrokken groep of groepen over de wenschelijkheid daarvan te doen stemmen. Om onbillijke bevoorrechting te voorkomen, wil de commissie verbo den zien het venten, verkoopen of te koop aanbieden op of aan den open baren weg op uren, waarop de win kels gesloten moeten zijn en tevens, dat wordt verboden, in inrichtingen, waar spijzen en dranken voor verbruik ter plaatse worden bereid, deze an ders dan voor dat verbruik te ver- koo'pen op uren, waarop de winkels, hetzij volgens gemeenteverordening, gesloten moeten zijn. De commissie ontveinst zich niet, dat eenige con currentie zal blijven bestaan, door het verkoopen van gebruiksartikelen ter plaatse, doch zij is van meening, dat dit nadeel van een zeer geringen omvang zal zijn. De commissie geeft dan, na een toelichting op de artikelen, de wetten op de winkelsluiting in Duitschland, Engeland, Nieuw Zeeland, Denemar ken en Oostenrijk. Bovendien publi ceert zij adviezen van verschillende Nederlandsche hoogleeraren over de wanneer kon hij zich niet herinneren. Zij lachte hem toe en zeide toen ernsiig„Eduard Dumat, ik heb u heden uit de handen van dien man gered wees voortaan op uw hoede, want hij heeft iets kwaads tegen u in den zin." „Laat ons over hem zwijgen," zeide Eduard in gespannen nieuws gierigheid. „Zeg me liever, wie gij zij t." i „Waartoe zou dat dienstig zijn „Dat weet ik niet, maar ik bidu: laat mij zoo niet van u gaan. Zeg me, wie gij z.ijt „Nu niet, Eduard 1 Waartoe zou het dienen 7 Als de rechte tijd ge komen is, zult ge het vernemen. Ik herhaal nog eenswees op uw hoe de tegen Leon de Maurès. Hij is een booswicht en zoekt uw ongeluk. Ge hebt wel vrienden, maar die kunnen u niet altijd te hulp komen. Wees dus voorzichtig en neem u voor hem in acht." „Dat zai ik doen," verzekerde Edu ard, „maar ik bid u, zeg mij toch wie gij zijt." „Nu niet, mijn vriend Denk slechts aan m zelf en bekommer u niet om vraag, of de gemeenteraden, in ver band met de geldende wett.dijke be palingen, bevoegd zijn, een verorde ning, regelende de sluiting, vast te stellen. Deze adviezen werden in 1908 uitgebracht aan de vereeniging voor vervroegde winkelsluiting te 'sGra- venhage. Men herinnert zich, dat met uit zondering van prof. Fabius, de aan gezochte hoogleeraren van oordeel waren, dat inderdaad de gemeente raden bevoegd zijn, een verordening op winkelsluiting vast te stellen. Aan het slot 't van omvangrijke werk is toegevoegd een verslag omtrent een onderzoek betreffende de ver vroegde winkelsluiting in Dusseldorf en een wetsvoorstel tot samenvatting, herziening en uitbreiding der win- kelwettenin Groot-Britanië en Ierland. Het portret van Prins Hendrik. Wij hebben Zaterdag de nieuwe portretten gezien van den Prins der Nederlanden, waarvoor Z. K. H. Za terdag 5 dezer, kort voor zijn onge- steldheid,voor den fotograaf Deutmann in de Zeestraat poseerde. Deze por tretten, die deze week in den handel komen, waaatoe Z. K. H. toestemming heeft verleend, munten uit door po- seewng, belichting en artistieke af werking en zijn wel de beste beel tenissen dien wij tot dusver van Z. K. H. zagen. De Prins heeft er dan ook zijn hooge goedkeuring mee te kennen gegeven, en van zijn col lega's, medeleden van den Nederl. Fotografen Kunstkring, mocht de heer Deutmann reeds vele blijken van in genomenheid met deze welgeslaagde proeven van artistiek» fotografeer kunst ontvangen. De Prins heeft zich in civiele kleeding en in de uniformen van vice-admirasl en van generaal der infanterie laten uitbeelden. Het zit tend portret in admiraalsuniform en het staand in de tenue van generaal zullen in den handel gebracht wor den. („N. Ct.") Een goede maatregel. Het Kamerlid Duys heeft bij de be- behandeling van het wetsontwerp op de reclasseering van ontslagen gevange nen zijn afkeuring erover gesproken.dat in bewijzen van zedelijk gedrag, af gegeven door de politie aan sollici tanten naar betrekkingen enz., alle oude vonnissen der betrokkenen wer den vermeld, ten behoeve waarvan de politie inzage kreeg van de ge rechtelijke registers, die alleen voor justitieele doeleinden gebezigd mogen worden. Naar het „Volk" verneemt, is on middellijk nadat de heer Duys, deze wijze van doen scherp gewraakt had, mij. Wij zullen elkander wederzien," zeide de geheimzinnige vrouw en zij maakte een beweging om heen te gaandoch Eduard hield haar terug en sprak „Neen, verlaat mij zoo niet. Ik bid u blijf. Ik heb u reeds in vroegere dagen gezien ja, ik ben er zeker van. O, spreek toch wie zfjt gij „Ik ben een zwakke vrouw, die u beschermen zal, zoolang zij kan, Eduard Dumat!" „Noem me niet bij dien naam," riep de jonkman hartstochtelijk uit. „Noem me bij mijn waren naam." Zij sidderde als een espeblad. „Wat bedoelt ge vroeg zij zacht. Is uw naam da« niet Eduard Du mat „Neen, ge weet wel, dat dit mijn ware naam niet is." „Dan zult ge zeker de waarheid kennen, zooals ik die ken. Maar vraag nu niet verder en laat mij gaan." „Neen, ik laat niet gaan. Ach, beantwoord toch eerst mijn vraag," „Ik kan u niets zeggen. Wees te vreden, dat ik u gered heb, en zwijg dit misbruik der strafbladen van hoo- ger hand verboden. Alleen eendracht maakt macht. De „Standaard" driestart: Gedurig doen zich rechts verschijn selen voor, die het „discordia res maximae diiabumtu" in toepassing gaan brengenwat zeggen wilDe machtigste resultaten worden door tweedracht verspeeld. Reeds einde Juni wezen we erop, dat al te groot succes zulk een ver deeldheid vaak inleidt. Men waant dan zoo vast in het zadel te zitten, dat men acht de voorzichtigheid wel op zij te kunnen zetten, en aan al- ierlei invallende gedachten vrij spel geeft. De positie van rechts is thans zóó welgevestigd, dat een leiding van 's lands zaken in christelijke richting voor lange jaren mogelijk is, Maar hiervoor zijn twee dingen noodig Wijs beleid bij het kabinet en een dracht onder de christenen in den lande. Nu ging het in de Kamer dusver goed. De drie gecoaliseerde partijen werkten dusver op goeden voet saam. Er kwam nog geen kink in den kabel. Maar in het land doen zich hier en daar teekenen voor, die weinig goeds spelle». Met nante van de zijde van die christenen, die vooral de social» nooden op fcet hart dragen. Enkelen hunner toch schijnen hel er op toe te leggen, om liever aan sluiting te zoeken bij de sociaal-de mocraten, dan bij de christelijke par tijen. Zelfs gaan die eikeien zoover, van zich al nauwer met de sociaal democraten te verstaan, en zich door sociaal-democratischen haat l»et eigen hart te laten vergiftigen. Inplaats van de christelijke partijen te manen om met de voorziening in de sociale nooden meer spoed te maken, keeren zij zich in bitterheid te gen haar, en ontzien zich niet zelfs het zedelijk karakter van haar leidslieden aan te tasten. Nu heeft dit zeker dit goede, dat ze daardoor allen invloed op ons christenvolk inboeten en de mannen van „Patramonium" muurvast aan onzen kant doen staan. Maar tocht deert het ons, dat deze enkelen, die toch den Naam van Christus hoog zeggen te houden, derwijs afdolen, en allen eisch der broederlijke liefde op zoo stuitende wijze verzaken. Het zou zooveel schooner zijn, zoo ze aan de samen werking met hun broederen de voor keur gaven, en de actie ter keering van den socialen nood in den breeden christelijke» kring verlevendigden. D« vice-adtniraal, baron Sweerts de Landas Wyborgh, directeur en commandant va» de marine te Am- over hetgeen hier voorgevallen is. We moeten den graaf niet ongerust maken, en zelf waken totdat mijn plan gereed is. Meer mag ik heden niet zeggen; maar we zullen elkan der wederziendaar kunt ge op re kenen." „Goed, maar zeg mij nu tenminste, wie gij zijt." „Zij zweeg en daarom vervolgde Eduard op roerenden toon: „ik ken uw gelaat; het herinnert mij aan de jaren mijner jeugd, toen een lieteiijke stem mij in slaap zong en oogen als de uwe over mij waakt ten. O, schud dat hoofd niet, ik ge voel, dat ge u ook dien tijd herin nert. Spreek toch zeg meot zeg mee dat gijmijn moeder zijt." „Neen, neen," antwoordde de vrouw schreiende. Toen sloeg zij plotseling haar armen om zijn hals, drukte «en innigen kus op zijn wan gen en rukte zich los. „Neen ik ben uw moeder niet, maar waak over uw leven, Eduard." (Worilt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1