Bal-Maw* Fraaie Teint Laatste Berichten* Advertentiën. DAMESHOEDEN, BUITENLAND. 1 ONTVMHGEH: Mej. C. A. Kamermans, op ZATERDAG MAART 1910 1. F. A. TIMMERMAN. Stokpaardjes-Lelienmelk-Zeep. "jds wanhopen want het was uiterst Gevaarlijk om pogingen tet redding i[ werk te stellen. Toen evenwel 111 bijzonderheden bekend wer- terug. Het bleek n.l. dat het oor een i-lucht- den keerde de kalmte langzamerhand weer «toonischip slechts licht beschadigd en hulp kon verleenen aan den schoener, die zwaardere averij beloo- nfn had. I1 ojj het afzenden van het laatste Mdlooze telegram was het groot- gedeelte van de bemanning van 7 Tagus" aan boord van de „Re- ibïic" om te trachten haar zooveel {loffelijk te dichten en naar New-York steepen. De kapitein seinde tevens dat geen menschenlevens te betreuren ren. Volgens mededeelingen, die V agenten van de firma Sanderson d' Son hebben ontvangen, waren i vjj[ en zestig passagiers aan boord de „Tagus", voor het meerendeel ja de West-Indische havens aan boord gekomen. Na de aanvaring ontstond geen pa niek en met bewonderingswaardige koelbloedigheid begon de bemanning onmiddellijk de schade te herstellen. Van boord van het schoenerschip klonken kreten door den mist, waar- uil bleek dat deze ernstige averij bad beloopen en terwijl nu een ge deelte van de bemanning zich over tuigde dat het schip niet ernstig be schadigd was, liet een ander gedeelte de booten te water en roeide naar belandere schip om hulp te verleenen. De „Mauretania", die Woensdag morgen van New-York zou vertrekken werd door den mist opgehouden en kreeg order zich met de „Tagus" door baar draadlooze inrichting in verbin ding te stellen, terwijl een aantal sleepbooten naar de plaats van de aanvaring vertrokken zijn. Wanneer de mist is opgetrokken hoopt men de beide schepen in het dok Ie brengen, 480 mijlen in een cab. - Een Engelschman, die te Interlaken vertoefde, stapte in een cab en zeide flegmatiek tot den koetsier hem naar Cannes aan de Riviera te rijden. De koetsier klom eens van zijn bok af en wierp een twijfelachtigen blik op zijn gast. „All Right" zeide de Engelschman „hier is mijn naam en adres," en hij haalde meteen een portefeuille met banknoten voor den dag. „Vooruit schiet op en rijd me naar Cannes De koetsier rekende uit dat dit een lange reis was, welke hij echter, als de Engelschman 't meende, wei wilde ondernemen, maar dat hij dan een extra paard noodig had. De Engelschman vond 't goed, en de reis werd ondernomen. Men pas seerde Oenèvc, Grenoble, de Jura, Al pen, Lyon en Marseille en arriveerde veilig en wel te Cannes, na een weg van 840 mijlen te hebben afgelegd in veertien dagen. De koetsier werd door den Engelschman prompt be taald en na zijn paarden een fatsoen lijke rust te hebben gegund, onder nam hij weer den terugweg naar in terlaken. Hij vertelde dat dit de langste, meest interessante en best betaalde rijtoer was geweest, die hij ooit in zijn leven had ondernomen, en dat hij er voortnan op zou uitzien of hij nog meer van soortgelijke Engelschen kon ontmoeten BELGIË. In de Kamer kwamen gisteren in behandeling verschillende interpellaties over de uitgifte van Congoleesche fondsen, de overdracht van de goederen van de Kroonstich- ting van den Congo en de stichting Niederfiilbach. De sociaal-democraat Vandervelde bracht in herinnering, dat de koning liad verklaard een bedrag van 15 millioen na te laten en dat men later ontdekte, dat de nalatenschap, die belegd was in maatschappijen en stichtingen en beheerd werd door stroomannen, een zeer aanzienlijk be drag vertegenwoordigde, dat volgens oe bladen een som van 70 millioen bedroeg, waarvan 25 millioen aan Congoleesche fondsen. Hij stelde de vraag, vanwaar deze fondsen kwamen en of zij den koning geschonken wa ren of niet. Spreker voegde daaraan toe, dat hij geenszins gelooft, dat de koning uit winstbejag had gehandeld, j w'ide de noodig hulpbronnen na- Men voor den Congo, terwijl hij aan Zl)ne dochter slechts het stikt nood zakelijke verzekerde. Men zou slechts oor een onderzoek van de financiën an den Congostaat en van de Kroon- sen duinen uitmaken, of de ko- hü'rF a"een u'1 vaderlandsliefde aldus gehandeld, de boeken zijn echter Spreker eindigde met de "daring, dat de stichtingen en B c"aPPijen, door den koning op- k'r|cht, in België voor de wet niet geldig zijn en dat in deze zaak de verantwoordelijkheid op de regeering rust. De minister van justitie verklaarde, dat de regeering van meening is, dat de Congoleesche waarden den Bel gischen staat toekomen in overeen stemming met de akte van overneming. Hij herinnerde aan de edele wijze van handelen der prinsessen en voegde daaraan toe, dat ook prinses Louise geen onwelwillende gevoelens koestert jegens de regeering, die, naar hij hoopte, haar toevlucht niet zal behoeven te nemen tot rechter lijke tusschenkomst, maar toch van plan is hare rechten te doen gelden op alles, wat aan den Staat toebe hoort. De quaestie van de geldigheid der stichting Niedertiillbach, behoorde in de Kamer niet behandeld te worden. De regeering mag zich de taak der rechtbanken niet aanmatigen en even min in het publiek mededeelen, welke instructies zij aan hare advocaten heeft gegeven. In antwoord op het verwijt, dat hij geenerlei maatregelen heeft genomen, herinnerde de minister eraan, dat het hof van Parijs de conclusie van een der partijen, eischetid, dat de inboedel van het kasteel Ballincourt verzegeld zou worden, heeft verworpen. Wan neer België zelf dien eisch had ge steld, zou het evenmin succes hebben gehad. De minister van koloniën zegt„Ik heb verklaard.dat de staat aan de stich tingen de som had overgegeven,die het van deze had ontvangen voor rekening van den staat; deze verklaring was te goeder trouw gegeven, ik moet thans echter bekennen, dat zij op en kele punten onjuist was." Vandervelde riep toen uit„Gij zijt door den koning om den tuin geleid". De minister antwoordje, dat hij zich op het oogenbiik de zaak niet meer kan verklaren, en voegde daaraan toe, dat men geenszins mag zeggen, dat de fondsen, die na den dood van den koning ontdekt zijn, aan de kroon- stichting behooren. De minister verklaarde in deze zaak volkomen te goeder trouw te hebben gehandeld, de regeering moge zich vergist hebben, de Kamer heeft al niets meer gezien dan zij. In antwoord op een interruptie zeide de minister, dat hij niemand op een dwaalspoor had geleid. Janson, liberaal, constateerde dat 30 millioen uit de kas van dén Congo verdwenen zijn en hij stelde de vraag, uit welke middelen het buitengewoon weelderig leven te Ballincourt bekos tigd wordt. De Duitsche stichting noemde deze spreker onwettig. Ook betwistte hij de geldigheid van andere stichtingen en hij verwonderde zich thans niet meer over het feit dat hooggeplaatste rechterlijke ambtenaren zich hebben willen leenen om de wetten van het land te schenden. De rechtsgeleerde groep immers, tot welke de koning zich wendde, was de regeering en deze heeft de Kamer op een dwaal spoor geleid. De zitting werd daarna opgeheven. ENGELAND. In het Lagerhuis ver klaarde Asquith, dat geen wijziging was gekomen in het voornemen der regeering het Huis te verzoeken de begrooting aan te nemen voor het voorjaarsreces. De regeering zal het Huis vragen de begrooting af te handelen zoo spoedig als de motie betreffende het Hoogerhuis zal zijn aangenomen. Asquith herhaalde onder toejuich ingen der ministerieelen, zijn ver klaring, dat de regeering niet aan zou blijven, tenzij zij in de gelegenheid was er voor te zorgen, dat de voor stellen betreffende het Hoogerhuis niet alleen door het Lagerhuis aan geomen zouden worden, maar boven- dion kracht van wet zouden krijgen. Lord Lansdowne beloofde in het Hoogerhuis de aanname van de wetten betreffende leeningen en de delging van de leening voor oor log te vermakkelijken, maar deelde tevends mede, dat hij op 7 Maart e. k. de aandacht zou vestigen op de nalatigheid der regeering om voorstellen in te dienen, voor het verschaffen van de noodige gelden voor het loopende financieele jaar. DU1TSCHLAND. Tot president van den rijksdag werd benoemd, graaf von Schwerin Löwitz. Hij behoort tot de conservatieve partijen een gedeelte van het centrum dat zijn par tijgenoot, den vice-president Spahn tot voorzitter had willen benoemen moest dezen wensch ten offer brengen op het altaar van de bloc-vriendschap. Al is de heer v. Schwerin conser vatief, hij is toch naar verzekerd wordt geen volbloed agrariër, omdat hij ook bij de Silezische ijzerindustrie ,is geïnteresseerd. Omtrent zijn uiterlijk wordt ge zegd, dat hij in tegenstelling van zijn voorganger, graaft Stolberg die een zeer militaire houding had meer het uiterlijk heeft van een ge leerde. Verder wordt hij beschreven als onpartijdig en eerlijk ook jegens zijn tegenstanders. Toen hij in den Rijks dag een korte rede uitsprak om dank te zeggen voor zijn benoeming, bleek hij een duidelijk en overal goed ver staanbare stem te hebben. Hij schijnt, te oordeelen naar de opmerkingen van bladen van ver schillende richting, een algemeen vrij gunstigen indruk te hebben gemaakt. Het schijnt dat men, d. w. z. de conservatieven indertijd van plan is geweest, om door de benoe ming van prins Hohenlohe tot vice- voorzitter, dezen te bestemmen tot eventueelen opvolger van graaf Stol berg in het presidentschap. Er moest dan een buitengewone vice-voorzittcr worden benoemd, en en de keuze viel toen op graaf von Schwerin. Dat niemand zich thans tegen zijn benoeming tot president verzette, bewijst wei dat hij zijn taak ais vice-voorzitter met tact heeft ver vuld. En dit zou waarschijnlijk ook zijn geschied indien prins Hohenlohe zich bij de Oldenburg-affaire niet totaal onmogelijk had gemaakt. Maar zijn houding bij de beruchte rede van Oldenburg en bij het in- cident-Ledebour maakte dat hij in het vervolg nog maar zeer weinig in den Rijksdag verscheen. Het ge volg daarvan was, dat de vice-pre sident Spahn, toen de toestand van den voorzitter Stolberg steeds slech ter werd, en zijn terugkomst dan hoe langer hoe onzekerder werd, het werk niet meer afkon en dus hulp moest hebben. FRANKRIJK. Het is Woensdag in de Kamer bij liet begrootingsdebat stormachtig toegegaan. Nadat eerst de quaestie van de eischen van de werklieden bij de Westerspoorwegen aan de orde waren geweest, kwam om half elf 's avonds de wet op de middelen in behandeling. De oud-minister van financiën Caillaux, besteeg de tribune en ging achtereenvolgens de dienstjaren 1906, 1907, 1908 en 1909 na. Hij maakte een vergelijking fusschen de vorige begrootingen en de tegenwoordige, welke volkomen ten gunste van de vroegere uitviel. Hij herinnerde, dat de hervorming van de inkomstenbe lasting zijn werk was en lichtte toe, dat voor toekomstige uitgaven een voltooiïng van de hervorming van het belastingstelsel onmisbaar was. De linkerzijde, vooral de uiterste linkerzijde, begroette deze woorden inet luide toejuichingen. De regeering liet de rede van Caillaux onbeantwoord. Te midder nacht bracht Brisson de geheele begrooting tot een bedrag van 4,183,940,064francs in sternming.Deze werd aangenomen met 446 tegen 67 stemmen. Toen moest gestemd over de vol gende zitting. Brisson stelde voor die te houden Donderdagochtend, wat werd goedgekeurd met 365 tegen 200 stemmen. Met 375 tegen 216 stemmen be sloot de Kamer haar te wijden aan de schoolwetten evenals den namid dag en den Vrijdagochtend. Lasies protesteerde, dat er niet was gespro ken van een zitting van Vrijdagoch tend. De rechterzijde en het centrum begonnen te stommeien met lesse naars. Het was zulk een leven, dat men den uitslag der stemming niet kon hooren. Pierre Leroy Beaulieu van het centrum was zoo opgewon den dat hij een stuk van een lesse naar brak. Hij gebruikte het om ermede te trommelen op den lesse naar van een buurman. Philippe Dauzon, dit ziende storm de op hem toe, om hem zijn trom melstok uit de hand te rukken. De beide afgevaardigden stonden met de vuisten tegenover elkaar en lieten zich noode scheiden door andere afgevaardigden. Onder de zachtste scheldwoorden klonk herhaaldelijk „BanditRechts zongen de afge vaardigden tot Brisson „C'esf un vol Vergeefs beproefde de voorzitter de orde te herstellen, hij kon niet anders dan zijn hoed opzetten en de zitting opheffen. Te 1 uur was het Paleis Bourbon ontruimd. RUSLAND. Het officieeie Peters- burgsch Telegraafagentschap maakt het volgende communiqué openbaar Het verblijf van koning Ferdinand gaf opnieuw gelegenheid den nadruk te leggen op de traditioneele betrek kingen en de vredelievende tenden- zén der beide landen. üc Russische en Bulgaarsche mi nisters van buitenlandsche zaken wisselden van gedachten over de Rusland en Bulgarije betreffende quaesties. Zij zijn tot de slotsom ge komen, dat men aan beide zijden den oprechten wensch koestert en alle mogelijke moeite doet om den vrede en rust in de Balkanstaten te handhaven. De komst van den Koning en Ko ningin van Bulgarije te Petersburg kan er slechts tos bijdragen het al- gemeene vertrouwen in vreedzame ontwikkeling der Balkanaangelegen heden te bevestigen. CHINA. De doorgaans welingelichte correspondent van de „N. Y. Herald" te Peking geeft thans een andere le zing van de oorzaken, die tot de vlucht van de Dalai Lama geleid heb ben. Volgens dezen berichtgever, zou het gebeurde grootendeels aan het optre den van den Dalai Lama te wijten zijn. Wegens zijn ruwe handelwijzen bestond reeds langen tijd onder de Tibetanen een ontevreden stemming tegen hem. Zij hadden geen bezwaar dat China troepen zond om de han delscentra te beschermen, en er be stond niet de minste argwaan tegen de Chineesche autoriteiten, maar de Dalai Lama zond zijn eigen troepen door het land en trachtte het volk tot opstand te brengen. Hij plunderde op groote schaal en versloeg de voor hoede van het Chineesche leger. Bij een ontmoeting met de Chineesche hoofdmacht werden zijn troepen even wel uiteengeslagen en het Chineesche leger trok zonder tegenstand te ont moeten Lassa binnen. Ondanks dit alles evenwel, lag het niet in de bedoeling der Chineezen om den Dalai Lama slecht te behan delen, maar de laatste, vreezende dat men hem ter verantwoording zou roe pen voor het in brand steken der re- geerings-opsiagpiaatsen en andere wanordelijke daden en tevens, dat men bewijzen zou ontdekken van zijn po gingen om een revolutie in 't leven te roepen, vluchtte uit Lassa weg, niettegenstaande de Chineesche gou verneur hem verzekerde, dat hij van uit Peking opdracht had gekregen, hem met alle mogelijke welwillend heid te behandelen. In Lassa is thans alles rustig en de Tibetanen schikken zich tevreden onder het bestuur der Chineesche ambans. De vlucht van den Dalai Lama naar Britsch-Indië heeft echter te Peking wel eenige ongerustheid ver oorzaakt. Men vreest namelijk een tusschenkomst van Engeland en Rus land in de zaken van Tibet. Het be richt, dat Engeland onderhandelingen heeft aangeknoopt met Japan, heeft het vermoeden gewekt, dat de beide verbonden mogendheden, onder voor wendsel dat de Indische grens, wier bescherming een der punten vormt van het Engelsch-japansche verbond door den toestand in Tibet wordt bedreigd, een of ander vijandelijk op treden overwegen. Men vreest dat Japan om haar eigen plannen in Mandsjoerije te bevorderen, een der gelijke politiek zal begunstigen. Ook is men ongerust dat Rusland een ver ontschuldiging voor een soortgelijk optreden zou vinden in de omstan digheid dat zijn Mongoolsche onder danen alles behalve zijn ingenomen met de afzetting van het algemeen erkende hoofd van hun kerk. China is echter volkomen in haar recht met de afzetting van den Dalai Lama, die uitsluitend een administra tieve maatregel was, waarmede geen enkele mogendheid het recht heeft zich in te laten, hetzij openlijk, hetzij onder den dekmantel van welwillende tusschenkomst. In antwoord op de opmerkingen van den Britschen gezant te Peking met betrekking tot den toestand in Tibet heeit de Chineesche regeering dan ook verklaard, dat de troepen naar Lassa werden gezonden om het gezag van China op te houden, daar China gevoelde, dat haar invoed door de intriges van den Dalai Lama werd ondermijnd. De troepen zouden te ven politiediensten moeten verrichten. Men voegde er bij, dat China niet voornemens was, zich te bemoeien met het inwendige bestuur van Tibet. Het Britsche gezantschap heeft dit antwoord als bevredigend beschouwd, zoo besluit de correspondent, voor wiens rekening wij dit alles laten. Hedenmorgen brak een stier los van zijn geleider op den Ouden Vlissingschen weg en rende in woeste vaart voort, eenige jonge boompjes omverioopende. Een eind verder raakte het beest verward in de langs den weg staande struiken, waarna de eigenaar hem met veel moeite op den weg bracht. Met de Provinciale boot van 9 uur kwamen hedenmorgen een groot aan tal mannen, vrouwen en kinderen mede't waren landverhuizers op weg naar Amerika. Per telegraaf. Prins Willem II, 's GRAVENHAGE. Aan het depar tement van marine is telegrafisch be richt ontvangen van den commandant van Hr. Ms. pantserschip „Utrecht", meldende dat hij met den oorlogs bodem te Barbados is aangekomen dat op de reis niets opmerkelijks werd waargenomen en dat hij geen bijzonderheden had opgemerkt be treffende de „Prins Willem II". Naar wij vernemen is na ontvangst van het bericht dat het pantserschip „Utrecht" op zijn 13-daagschen on derzoekingstocht naar het vermiste stoomschip niets van dit schip heeft waargenomen, door het opperbestuur last gegeven om de opsporingsreis te staken. Hoogwater te Vligsingen. Maart vm. nm. Zaterdag 5 7.16 7.36 Zondag 6 8.41 9.01 Maandag 7 10.10 10.30 Dinsdag 8 11.22 11.42 Woensdag 9 12.— 12.20 Donderdag 10 12.31 12.51 Vrijdag 11 1.09 1.29§ Nieuwe Maan 's nam. 12.32. WE£3BBBIOHT. medegedeeld doorliet Kon. Ned. Meteer. Instituut te De Bilt. Overzicht en verwachting. (opgemaakt 4 Maart 1910.) Hoogste barometerstand 775,8 te Neufahrwass. Laagste barometerstand 753,1 te Valentia. Verwachting tot den avond van 5 MaartMeest matige Oostelijke tot Z.O.-lijke wind. Licht tot half bewolkt. Droog wger. Een fijne keuze in de Nieuwste Modellen voor 1910, ook voor hen die hunne belijdenis doen. ü^- ZIE ETALAGE. ~mZ Minzaam aanbevelend, Walstraat. te geven door de Onderofficiers-Vereeniging „Vriendschap en Genoegen" des avonds 8 uur in de zaal van den Heer BUNING. Costumes in de zaal verkrijg baar. Prijzen beschikbaar voor per sonen, paren en groepen. lntroductiekaarten te bekomen bij de Heeren BUNING en B. GROENENBERG, Kanaalstraat 10 en op den avond van uit voering a f 0.50 per persoon. Speciale inrich ting voor MAAT SCHOENEN, ook in gips en afdruksels voor pijnlijke, ge brekkige, kreupele voeten, knobbels en eksteroogen. Gediplomeerd voor het beschoeien van platvoeten. Orthopaedisch en Luxe schoenmakerij, Bellamy kade, hoek Kerkstraat. een zacht, rein gelaat, bloeiende jeugdig uiterlijk, blanke, fluweel zachte huid, is de wensch van alle dames. Dat alles krijgt men door de eenige echte van Bergmann 6 Co., Rade* beul a 50 ets. per stuk bij P. DE LANGE en ANTON SALET

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 3