Woensdag 2 Maart No. 51. 48e Jaargang. 1910. Gemeentebestuur. T5TN N E N L A N D. Het Geheim van den Ouden Visscher. Land- en Tuinbouw. COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. BEKENDMAKING. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter kennis van beiangheb- benden bat blijkens bij hem ingekomen ambtsbericht de besmetverklaring van KROONSTAD, ARCHANGEL en MAIVA, wegens Cholera is inge trokken. Vlissingen, 1 Maart 1910. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Rijkspostspaarbank. Gedurende de maand Januari werd in de rijkspostspaarbank ingelegd f7,581,079.28 Vs en f 6,585,986.03'/s terugbetaald, w. o. fl 1,437.81 V3 we gens aankoop van inschrijvingen op naam iH een Grootboek van de Na tionale Schuld, rentegevende obliga- tiën ten laste van den Staat en cer tificaten aan toonder van inschrijving in een Grootboek en f 451,613.85 aan afschrijvingen ten behoeve van inschrijvingen op Staatsschuldboekjes. Meer ingelegd dan terugbetaald f995,093.25. Aan het einde der maand Dec. 1909 was na aftrek van f 22,272.10l/ï >n het 4e kwartaal 1909 overgeschreven van Nederlandsch- Indische spaarbankboekjes ten na me van de inleggers ingeschreven 1156,529,414.43. Aan rente over 1909 bijgeschreven f3,857,318.26; zoodat het tegoed op spaarbankboekjes op uit0. Jan. I910bedroegf 161,381,825.94. Nominaal bedrag der voor inleggers aangekochte inschrijvingen op naam in een Grootboek van de Nationale Schuld, rentegevende obligatiën ten laste van den Staat en certificaten Vrij bewerkt door M. J. Korving. o— 15.) Het was nog vroeg in den morgen van den dag na dien waarop de pas beschreven gebeurtenissen waren voorgevallen, toen de graaf de Maurès ('in paard besteeg en den weg naar Malo insloeg. Hij was buitengewoon pronkerig gekleed en had zich met allerlei sie raden en juweelen gestooid. De dag as nauwelijks aangebroken, toen 'J z'jn slot verliet en voortspoedde s iemand, die een gewichtige en Poedeischende zaak gaat afdoen, e regen der laatste dagen had de egen bijna onbruikbaar gemaakt odat de graaf genoodz-aakt was wiM d?ar stapvoets te rijden o hij zijn kleeding niet met mod- r bespat zien. Saint Malo lag on- aan toonder van inschrijving in een Grootboek f13,300. Tot ulto. Dec. 1909 was aangekocht voor een be drag van f 3,727,200te zamen f 3,740,500waarvoor in totaal van betrekkelijke boekjes is afgeschreven f 3,402.670.36. Ingeschreven op Staatsschuldboek jes nominaal f489,950; afgeschreven van Staatsschuldboekjes, waaronder f 9000 wegens levering van inschrij vingen in het Grootboek der 3 pets. Nationale Schuld f 162,950. Meerin- dan afgeschreven, nominaal f 327,800. Op ultimo. Dec. 1909 was ingeschre ven voor een bedrag van f 9,794,400 te zamen f10,121,400. Op ulto. jan. 1910 bezat de Rijks postspaarbank aan inschrijving op het Grootboek der 3 pets. Nationale Schuld, nominaal f38,468,650; aan certificaten van dito inschrijving, no minaal f340,000; aan 3 pet. obliga tiën, nominaal f 50,000. In den loop der maand zijn afge geven 15,293 nieuwe spaarbankboek jes, alsmede 396 Staatsschuldboekjes en afbetaald 5942 spaarbankboekjes, alsmede 123 Staatsschuldboekjes; aan het einde der maand waren in omloop 1,471,966 spaarbank- en 12,695 Staatsschuldboekjes. Loodswezen. Bij Kon. besluit van 26 Februari zijn, met ingang van 1 Mei benoemd a. tot commissaris der loodsen, tevens ontvanger der loodsgelden, te Helle- voetsluis, de commissaris der loodsen, tevens ontvanger der loodsgelden, te Delfzijl, P. J. Gutting; b. tot com missaris der loodsen, tevens ontvan ger der loodsgelden, te ljmuiden, de commissaris der loodsen te Ter schelling J. van Dijk Blok c. tot commissaris der loodsen te Terschel ling, de commissaris der loodsen, tevens ontvanger der loodsgelden, te Vlieland, M. S. Kruinsinga; d. tot commissaris der loodsen tevens ont vanger der loodsgelden, te Delfzijl, de ontvanger der loodsgelden, te Hel- levoetsluis, J. S Genet e. tot com missaris der loodsen, tevens ontvan ger der loodsgelden, te Viieiand, de adjunct-commissaris der loodsen te Willemsoord, C. Valkenburg; f. tot adjunct-commissaris der loodsen te Helievoeisluis, de sergeant-stuurman bij de Koninklijke marine, H.Vruggink. Gisterenmiddag 4 uur had in de Aula der stedelijke Universiteit te Amsterdam de eere-prornotie plaats van mr. W. F. van Leeuwen, afge treden burgemeester van Amsterdam, tot doctor in de staatswetenschappen. Deze onderscheiding wordt den heer Van Leeuwen niet alleen toege kend voor zijn verdiensten als cura tor van de Universiteit, maar ook geveer vier uren van zijn slot en hij kwam er eerst te acht uur aan. Hij steeg af voor een groot koffiehuis nabij den schouwburg en vond daar een officier van het Engetsch oor logsschip, die hem met ongeduld scheen te verwachten. „Wel mijnheer de graaf, wat komt ge laat!" zei de officier in goed Fransch, terwijl hij den edelman de hand drukte. „Dat is waarlijk niet te verwon deren de weg was bijzonder slecht na al dien regen. Ik kon onmogelijk vroeger komen, Denison 1" antwoord de de graaf. „Nu, het komt er niet op aan," hernam Denison, „ge komt nog vroeg genoeg." „Laat ons dan in het vertrek hier naast gaan en eerst een glas punch nemen. Daarna zullen we wel eerst over onze zaken praten." „Ge kunt voor u zelf zooveel punch bestellen, ais ge wilt, maar ik gebruik ze zoo vroeg op den dag niet." „Bah," mompelde de graaf met een minachtend lachtje om den moud, „de edele uiuuk is voor wegens de groote kennis der staats wetenschappen, gedurende zijn bur gemeesterschap getoond. De neutraliteit van het onderwijs. De afdeeling Hengelo van den bond van Ned. Ond. heeft met 19 stemmen tegen 1 stem en 2 blanco de motie van het hoofdbestuur be treffende de absolute neutraliteit aan genomen. De afdeeling Heer Hugowaard en omstreken van den bond van Ned. Onderw. heeft de neutraliteits-motie met algemeene (11) stemmen aan vaard. De afdeeling Oudepekela van den bond van Ned. Onderwijzers heeft ook haar goedkeuring gehecht aan de neutraliteitsmotie. De afdeeling Zutfen en omstreken van den bond van Ned. onderwijzers heeft deze motie aangenomen met 16 stemmen voor, 1 tegen en 2 blanco. Met 12 tegen 2 stemmen vereenigde de afd. Dokkum van den bond van Nederlandsche Onderwijzers zich met de neutraliteits-motie. Bij Kon. besluit van 28 Januari 1910 no. 20 is bepaald dat aan in behoeftige omstandigheden verkee- rende weduwen en weezen van in ko lonialen dienst gehuwde militairen onderstand ten laste van den lande kan worden verieer.-d, indien de over leden echtgenoot geen lid van het bij Kon. besluit van 24 juni 1908 no. 78 opgerichte weduwen- en weezen- fonds is geweest. De onderstanden moeten telken jare worden aangevraagd aan den minister van koloniën, onder over legging van een ambtelijke verklaring waaruit de behoeftigheid blijkt. Uit het bovenstaande blijkt dus wat in vroegere berichten niet dui delijk uitkwam dat de huwelijken in dienst moeten gesloten zijn. Instructie-bataljon. Deu 21 en November a.s. zal het 60 jaar geleden zijn, dat wijlen Z. M. koning Willem III het besluit tee- kende tot oprichting van het instructie- bataljon. Het voornemen bestaat dezen herinneringsdag op feestelijke wijze te vieren. Een commissie van voor bereiding voor dif feest is rseds be kend. Kapitein Bonjer. f Zaterdag 26 Februari j.l. is naar de „N. R. Crt." meldt, te Rotterdam overleden kapitein F. H. H. Bonjer, die gedurende 35 jaren in dienst was der Holland-Amerika lijn. In 1874 bij deze maatschappij in dienst getreden als 3en stuurman, zag hij zich reeds op 24-jarigen leeftijd, in 1879, het stoomschip „Maas" als alle jaargetijden en voor alle uren van den dag goed. Punch of wijn, het komt me nooit te onpas." De punch werd besteldbeide mannen gingen in een zijvertrek en schoven de gordijnen dicht. „Wel," zei de graaf, nadat hij een glas van den dampenden drank had geledigd, „hoe is het met den jonk man „Hij is ontsnapt, heer graaf „Ontsnapt 1" stoof Maurès op. „Ontsnapt, zegt ge „Ja." „Maar ge hebt me toch beloofd, dat ge hem zoudt gevangen houden. Ge zoudt hem niet loslaten, als ik het bewijs leverde, dat hij de zoon is van een Engelschen zeeman. Dat kan ik bewijzen, en ook dat zijn vader kort voor zijn dood hem be stemde voor den dienst der Engel- sche Marine." „Dat geloof ik gaarne, heer graaf," zei Denison weder; „maar voor dit oogenblik helpt dat niets. Hij is ontsnapt, dus kan uw bewijs tot niets meer dienen." „Ontsnapt, zegt ge Welnu, we zullen hem nogmaals oplichten." flbonnements-Aduertentiën op zeer uoordeelige uoórwaarden gezagvoerder toevertrouwd. Hij voer de achtereenvolgens het bevel ov.gr de stoomschepen „P. Caiand", „Am sterdam", „Veendam", „Maasdam", „Werkendam", „Spaarndam", „Rotter dam", „Statendam", „Potsdam", „Rijndam", „Noordam", „Nieuw Am sterdam" en ten slotte het stoom schip „Rotterdam", tot hij in den loop van het vorige jaar wegens gezond heidsredenen genoodzaakt was de zee vaarwel te zeggen. Kapitein Bonjer, hoewel eerst 54 jaar oud, was reeds sedert jaren de Commodore der Holland-Amerika lijn. Hij stond in hoog aanzien bij di rectie en personeel dier maatschappij. In het geheel werden door hem volbracht 210 rondreizen als gezag voerder. Toen in in 1904 de Nederlandsche Marine-Reserve in het leven werd geroepen, was kapitein Bonjer de eerste gezagvoerder die benoemd werd tot buitengewoon luitenant ter zee le kl. Hij was ridder in de orde van Oranje Nassau. Neemt Proeven Er is een belangrijke brochure ver schenen van de hand van den heer A. A. ter Haar,leeraar aan de rijksland- bouwwinterschoo! te Goes en hoofd redacteur van „De Veldbode". Zij is getiteld „Kali op Kleigrond", en is een welsprekend pleidooi voor het gebruik van kalimest ook op kleibo- dems, althans voor het nemen van proeven op kleigronden, om deze op behoefte aan kali te onderzoeken. In grove trekken willen wij den hoofd inhoud van het boekske mededeelen. Het kali-verbruik is ook in ons land de laatste jaren zeer toegenomen dit is echter hoofdzakelijk het geval op de lichte gronden en de ontginningen in den tuinbouw, op zavel en op de klei leven we, wat het gebruik van en het proeven nemen met kalimest stoffen betreft, nog maar in de begin periode. In den tuinbouw werkt men in den regel met zeer groote hoeveel heden stalmest, compost en dergelijke, en dan doet zich het kali-gebrek niet zoo spoedig gevoelen en dit houdt terug van het gebruik. Begrijpelijk, maar niettemin ver keerd met minder stalmest en daar naast phosphorzuur en kalimest kan men evenver komen, als met het ge bruik van die enorme hoeveelheden stalmest alleen en met veel minder kosten. Een ruimer gebruik van kunst mest en een meer spaarzaam gebruik van natuurlijke meststoffen kan de uitoefening van den tuinbouw meer produktief maken in de allereerste plaats, omdat de bedrijfskosten daar door lager worden, en in de tweede, „Ik zou u raden, daarbij voorzich tig te werk te gaan, want als de jonkman de bescherming van het Fransche bestuur inroept, zou het gevaarlijk zijn, hem nogmaals aan te randen." „Ik weet het," riep Maurès drif tig „maar door zulke kleinigheden iaat ik me niet van mijn stuk bren gen. Ik wist, dat ge matrozen noo- dig hadtde jonge Dumat zou een goede geweest zijn en daarom had ik hem u gewezen. Nu ge hem weer kwijt zijt, hebt ge iemand verloren, die gemakkelijker was vast gehou den geweest, dan hij weer te vatten zai zijn." „Welnu, heer graaf, wij zullen een ander in zijn plaats nemen," zei Denison. „Dat is voor mij niet voldoende. Er is mij veel aan gelegen, dat ge hem hadt; ik wil hem uit den weg geruimd hebben. Wij zijn reeds te lang vrienden, dan dat ge mij naar de redenen daarvan zult vragen, hoop ik. „O, neen, dat is de zaak niet. Het is mij genoeg, dat de jonge Dumat een sterke knaap is en goed Engetsch omdat van vele moesgronden en vruchtentuinen de opbrengst er door kan stijgen. Van de klei is zoo lang geleeraard, dat zij in tegenstelling met de lichte gronden zoo rijk aan kali is, dat het in de hoofden onzer landbouwers tis vastgeroest. Maar de oorspronkelijke rijkdom van een kieibodem aan op losbare kaiizouten, aan procenten uit gedrukt, is geen maatstaf voor de beoordeeling van de kaliwaarde van dien bodem. Men moet zich bij die beoordee ling afvragen, hoelang de bodem in cultuur isof er al dan niet veel vee op gehouden isof welke ge wassen er in hoofdzaak op geteeld werden; hor hij tot dusverre bemest is, en hoe dik de kleilaag is. In den kleigrond schrijdt de verweering steeds voort. Vastliggende kali-ver bindingen worden losgemaakt en ter beschikking van de cultuurgewassen gesteld. En zoo kon er in den loop der jaren, toen er met de verkochte gewassen weinig kali uitgevoerd werd, geen tekort aan beschikbaar kali ont staan. Later echter, toen de graan bouw werd ingekrompen, toen men de cultuur van suikerbieten invoerde en die van aardappelen zich uit breidde twee cultures, welke veel kali aan den bodem onttrekken werd er met den groven bijl op den aanwezigen voorraad gemakkelijk op losbaar kali ingehakt, zoodat het nu zeer wel mogelijk is, dat op sommige klei- en zwavelgronden, waar zelfs het resultaat van hef scheikundig on derzoek nog een flinke hoeveelheid kali aangeeft, een opzettelijke be mesting in den vorm van Stassfiirter kaiizouten wonderen doet. Want men wete welaanwezig kali is daarom niet opneembaar kalihet zit 'm maar in den aard der kali-verbindingen, dat is het geheete geheim. Ware dit niet zoo, dan zou de gunstige wer king van kaiizouten op veie klei gronden, welke rijk aan totaal kali zijn, niet zoo in het oog vallen. Dat sommigen met een flinke bemesting met super en chili op de klei minder succes hebben dan anderen, die wel licht minder van deze twee mest stoffen geven, komt dikwijls wei doordat de bodem, door de eersten geëxploiteerd, rijker aan opneembaar kali is dan die, weike door die an deren wordt bebouwd. De kleiboer heeft aan die wetenschap, hoeveel kali zijn grond bevat, wei wat, maar veel minder dan hij er 50 jaar gele den aar. gehad zou hebben, ais hij toen iets van de wetenschappelijke bemesting had geweten. Tegenwoordig kan hij beslist beter aan den grond dan aan de proefsta tions vragen, of de eerste al of niet behoefte aan opneembaar kali heeft. De grond vertelt hem dat heel goed spreekt en als een geboren Engelsch- man kan opgevorderd worden. Ik moet krachtige manschappen pres sen, waar ik slechts kan." „Kunt ge dus bewerken, dat de jonkman weer aan boord gebracht wordt, dan sta ik borg, dat we hem er zullen houden. En mocht hij me in den weg komen, dan zal ik hem in hechtenis nemen, als ik kan. Maar bedenk wel, dat de zaak moeie- lijk wordt; dat gij de hand in het spel hebt, moet toch geheim blijven, niet waar?" „Natuurlijk 1 Maar vertel me eens hoe hij ontkomen is." „Het moet een overlegd plan ge weest zijn geef me ook maar een glas punch een goed overlegd plan zeg ik. In dien afgeloopen nacht is namelijk een man aan boord ge komen, die antwoordde op den naam Haptree, een van onze konstabels dezen ochtend bleek, dat Haptree den nacht volstrekt niet aan boord is geweest. Men vond hem in den kroeg van Louis Trochet, ginds aan den zeekantmen had hem ongetwij feld een slaapdrank ingegeven. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1