Donderdag 17 Februari. Feuilleton, No. 40 48e Jaargang. 1910. Van Week lot Week. Het Geheim van den Ouden Visscher. BINNENLAND. VLISSI1NGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Oroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. |i TELEFOONNUMMER 10. j flbonnements-flduerfentiën op zeer uoordeelige voorwaarden Terwijl de Pruisische Kamer over de kiesrechtvoorstellen delibereert, manifesteert de bevolking der groote steden er tegen op straat, wat hier en daar tot wanordelijkheden aan leiding geeft, want de politie in Pruisen is niet gewoon iets door de vingers te zien, wat den schijn zou kunnen hebben van in strijd te zijn met de orde. In de Kamer gaat de strijd hoofd zakelijk om openbare of geheime stemming; want het ontwerp, reeds vroeger door ons geschetst, zal er wel doorgaan zooals het daar ligt. Het is nu, volgens gewoonte, naar een commissie van onderzoek verwezen. In die commissie zal de centrums partij den doorslag geven. De heffing van tolrechten op de Duitsche rivieren wordt in Oostenrijk hevig bestreden. De regeering heeft zelve erkend dat door het besluit van den Duitschen Bondsraad Oos tenrijks verkeer en zaken benadeeld worden, maar vertrouwt dat die be langen toereikende bescherming zullen vinden in de bestaande tractaten. Toch schijnt het wel, dat de sympa thie van het bondgenootschap die bij het volk toch al vrij gering is, althans vele kringen, er niet door zal worden verhoogd. De afgevaardigden van Duitschland, Engeland en België, zijn thans te Brussel bijeen gekomen, om eene vereffening voor te bereiden d.sr veel jarige grensgeschillen betreffende den Congomet Duitschland wordt ge streden over de grens in het noorden van Tanganyika; dit rijk verlangt het Kivoe-meer aan zich te trekken. Voorts eischt Engeland een deel van de Virungasche bergketen. Der gelijke eischen zijn er meer; maar men zal wel tot overeenstemming geraken. De Duitsche regeering heeft een groot verlies geleden, door het over lijden van den bekenden diplomaat, af Tattenbach, die in de Marok- kaansche quaestie den keizer zuike goede diensten bewees. Hij was de hoofdpersoon op de conferentie te Algesiras, waar in 1876 het gevaar voor een nieuwen Fransch-Duitschen oorlog nog gelukkig bezworen werd. De bijeenkomst van het nieuwe Britsche Lagerhuis staat voor de deur en met eiken dag wordt de vraag gewichtiger, wat de regeering nu eerst doen zal. Zal men eerst voor de begrooting trachten te zorgen ot wl men op de een of andere manier het Hoogerhuis aanpakken De werk manspartij wil het Hoogerhuis afschaf ten. De lersche nationalisten schijnen er ook zoo over te denkenmaar Vrij bewerkt door M. J. Korving. 4.) »Jai" vervolgde hij eenigszins pemzend, „ik heb nooit iemand ea veroorzaakt, behalve eens toen me tegen een Engelschen kruiser est verdedigen. Als ik iemand aad berokkend heb, dan is het lj;en de Engelsche regeering. Ik u gehoopt van haar dwang vrij te men, en dat zal ik blijven doen. and ngeischman is altijd mijn vij- W( Jn de vijand van mijn land ge- hppfii.- dan honderd malen i.'ji °ns land geteisterd altijd fP7oi ons zo°veel mogelijk af ruil d'l zullen we nu laten d,tet!i 'k heb reden om te wenschen in hi £uns"g °ver mij denkt, want en a vervo'g zal ik uwe hulp nu n noodig hebben, evenals gij het kabinet zelf is verdeeld, ledereen weet dat en het is een slecht teeken voor de kansen der sterk hervormings gezinde partijen. Hierbij komt nog dat niemand ontkennen kan, dat het volk het bij deze verkiezingen iieeft laten ontbreken aan datgene wat men juist gewenscht had eene onbewim pelde veroordeeling van het Hooger huis. Komt de begrooting het eerst aan de orde, das zuilen de Lords haar wel aannemen, want ais dit nieuwe Lagerhuis haar goedkeurt, dan zou dit geheel in strijd zijn met het parlementair gebruik om haar te verwerpenen in Engeland is het parlementair gebruik zoowat alles. Het zou echter vrij zonderling wezen, wanneer de geheele beweging dan daarmede eindigde en toch is het zeer goed mogelijk. Alles blijft dan weer bij het oude en de Lords zou den feitelijk gewonnen hebben. Graaf Khuen Hedervary, de nieuwe Hongaarsche piemier en kabinets formeerder, had na het wantrouwend votum der Kamer den keizer-koning willen winnen voor een coalitie-ka binet, waarin de drie hoofdmannen der voornaamste partijen zitting zou den nemen. De graaf wil er natuurlijk weer maar liever af, maar Franz Jo zef Iaat hem niet schieten. De graaf zal, volgens Oostenrijksch gebruik, in den wil des keizers berusten en is voornemens nu nog eens een nieuw kunststukje le beproeven. Hij wil namelijk een nieuwe partij vormen, die den veelbelovenden naam zal dragen van Nationale burgerpartij. Verder moet de graaf zich den steun der Kroatische leden van de Kamer verzekerd hebben, door de benoeming van een nieuwen ban of gouverneur van Kroatië, die bij de bevolking hoog staat aangeschreven. Overigens is het rustig, in de woelige jaren 1905 en 1906 weigerde men de belastingen te betalen en kwamen de opgeroepen lotelingen niet op, als protest tegen den onwettigen toestand maar de strijdlust schijnt verminderd te zijn en op die manier kan men het spel nog weer geruimen tijd voortzetten. ln ons vorig opstel maakten wij melding van een adres van Duitsche professoren, ten gunste van Finland. Eenige reactionaire en nationalistische vereenigingen hebben daartegen ge protesteerd. Ronduit wordt daarin gezegd dat er geen staat Finland is, maar Rusland dat land door verove ring heeft verkregen. Finland behoort voor altijd onder de aan Rusland onderworpen volken. De Russische regeering en de wetgevende lichamen weten dat de publieke meening aan hunne zijde staat in de Finsche de mijne zult behoeven. Ik kwam ook hier om uw zoon te zien, en ik zal hem zien." „Zult ge hem redden „vroeg de oude visscher. „Ik zal het beproeven," antwoord de Henri Gardel en nogmaals richtte hij den blik naar het oorlogsschip. „Morgenochtend kom ik u hier of in u>ve woning opzoeken." Hij keerde zich om en ging heen. De oude visscher oogde hem vol bewondering na tot hij uit het ge zicht verdween. Toen wierp hij nog een blik op het Engelsche oorlogs schip en richtte zijne schreden naar zijn hut. Hij zette zich aan tafel, maar hij kon geen eten door de keel krijgen. De hut kwam hem erg eenzaam voor, nu zijn zoon er niet meer was de gewelddaad, waardoor hij van zijn eenig kind beroofd was, hield zijne gedachten voortdurend bezig. Even wel gevoelde hij zich niet zoo on gelukkig als een kwartier te voren de belofte van Henri Gardel deed hem hopen dat hij zijn dierbaar kind zou wederzien. Nadat de oude man nog een quaestie. Nu, dit laatste zal wel waar Wezen. Overigens is het een sterk staaltje van onbeschaamde historie verkrachting doch, de sterkste vraagt nu eenmaal niet naar historische waarheden: hij treedt ze met voeten. En nu de uitslag der verkiezingen voor den Landdag bekend wordt, zal de stemming in Rusland nog wel minder welwillend worden. De op positie is versterkt. De oud-Finnen, die nog het gunstigst voor Rusland gestemd zijn, verliezen minstens vier zetels terwijl de sociaal-democraten vóóraan komen. Rusland en Perzië liggen ook weer eens overhoop. Het parlement te Te heran heeft den minister van buiten- landsche zaken tot aftreden gedwon gen, omdat hij niet actief genoeg geweest is in het doen van stappen tegen het bezetten van Perzisch grondgebied door Russische troepen. In Rusland is men daar heel boos om. De Perzische regeering had de uitlevering gevraagd van den gevaar lijken rooverhoofdman Rahim-Chan, van wien men laatstelijk zooveel last heeft gehad maar de regeering te St. Petersburg heeft het verzoek van de hand gewezen, voorgevende dat gezegde hoofdman een staatsman is, die uit beginsel het constitutioneele Perzië bestrijdtLaat ons hopen dat Rusland ook in eigen boezem den eerbied voor beginselen nu eens zal gaan toepassen. In Spanje is het liberale kabinet, dat 'en gevolge van het Ferrer- schandaal optrad, weer afgetreden. Den vooruitstrevenden liep het niet hard genoeg van stal. Een democraat, de heer Canalejas, werd met de vor ming van een nieuw bewind belast en is daarin geslaagd en nu is men in afwachting of er wat meer ge beuren zal. Het schijnt dat men er over denkt, om het eerst te streven naar eene herziening van het zoo genaamde concordaatde overeen komst met den Heiligen stoel om trent de regeling van kerkelijke za ken. Van de plannen weet men overi gens nog niet veel maar men heeft er nog al veel verwachting van, wan neer de heer Canalejas zich zelf en zijne ambtgenooten aan de Cortes of volksvertegenwoordiging zal hebben voorgesteld, wat eerstdaags staat te gebeuren. De Rijksmiddelen. Kon verleden jaar van de eerste maand gezegd worden, dat zij een goede belofte vormde voor de op brengst over het geheele jaar, wij zouden thans hetzelfde kunnen be- poos had zitten peinzen, nam hij nog een glas wijn, stond op en sloeg den weg naar de stad in. Hij had in de eenzaamheid geen lust in het werk en wilde daarom te Saint- Malo het gezelschap van een paar oude vrienden gaan opzoeken. II. Den avond van dien dag zat Henri Gardel te Saint-Malo in een kleine herberg aan den zeekant. Hij was geheel anders gekleed dan des mor gens hij droeg nu de kleeding van een gewoon matroos. In een klein vertrek achter de groote gelagkamer zat hij aan een tafeltje tegenover een man in de uniform van een Engelsch zeeman, die ook werkelijk op het Engelsche oorlogsschip thuis hoorde. Op de rechtermouw van zijn buis was een anker geborduurd, gedekt door een zilveren kroondit deed hem kennen als een onderofficier der Engelsche zeemacht. Henri Gar del had hem op straat aangesproken en hem uitgenoodigd als kameraad een glaasje te drinken de ander had dit gulle voorstel aangenomen. De Engelschman was juist iemand, weren van de afgeloopen maand Januari. Want gaf Januari 1909 een bedrag van f 440,000 meer dan haar naamgenoot van 1908, het vorig jaar wordt weder door 1910 overtroffen, en wel met een som van ongeveer f 350,000. Over het algemeen kan weer ge sproken worden van een vrij gere gelde stijging bij de verschillende rubrieken. Wanneer wij de opbreng sten van Januari 1910 vergelijken met die van Januari 1909, dan zien we, dat dit jaar meer werd ontvangen uit de grondbelasting f 63,000, de personeele belasting f 8000, de be lasting op bedrijfs- en andere in komsten f 77,000, behalve ruim f 66,000 aan opcenten, de vermogens belasting f 38,000, behalve ruim f 17,000 aan opcenten, de invoer rechten f 50,000, den wijnaccijns f2000, het gedistilleerd f12,000, den accijns op het geslacht f 50,000, de belasting op gouden en zilveren werken f 5000, de hypotheekrechten f 4000, de successierechten f 31,000, de posterijen f 101,000, de rijkstele graaf f 32,000 en de loodsgelden f 36,000. Minder leverden op het recht op de mijnen f 7000, de suikeraccijns f 181,000, de zoutaccijns f 20,000, die op bieren en azijnen f 6000, de zegelrechten f19,000 en de domeinen f 9000, terwijl de registratierechten en de staatsloterij een ongeveer gelijke som in de schatkist brachten als het vorig jaar. De opbrengst van den accijns op de suiker in de laatste drie maanden was f5,931,890.29, tegen f5,892,085.73 in hetzelfde tijdvak van 1908/1909. Het gehee'e bedrag van de op brengst der Middelen over de afgeloo pen maandjanuari was f 11,597,013.45 tegen f 11,249,524.73, zoodat het meerdere ditjaar bedraagt f347,488.72. („N. CL") Diplomaten-pudding. in den brief van baron Van Heec- keren van Keli, gisteren aan den voorzitter der Eerste Kamer verzonden, staat „De minister wil (het) doen voor komen, alsof ik mijn critiek op zijn beleid had gegrond op een los gerucht en dit als een feit zou hebben voor gesteld. Met den meesten nadruk moet ik tegen deze voorstelling opkomen. De gebeurtenis, waarop ik doelde, is mij destijds medegedeeld door den toen- maligen minister-president, met wien ik over den aard en de beteekenis ervan niet eens, maar herhaaldelijk van gedachten heb gewisseld. Dat ik niet de eenige ben, met wie er over gesproken is, maar dat deze ook werd medegedeeld aan .andere hooggeplaatste personen, ministers, zooals Gardel noodig had zij had hem uitgekozen uit een vijftigtal zijner scheepsmakkers, die van hun verlof gebruik maakten om te Saint- Malo eens rond te zien. De Engelschman had bijna geheel dezelfde gestalte als Henri Gardel en ook zijn knevel had in vorm en kleur veel overeenkomst met dien van den Franschman tegenover hem. „Komaan, nu moet ik weg," zei de Engelschman, door het venster ziende dat de laatste zonnestralen reeds verdwenen waren. „Maak toch niet zooveel haast," sprak de ander en liet den Engelsch man nog een glas grog brengen. „ik moet te negen uur aan boord zijn je weet, het gaat bij ons streng toe, en ik heb niet veel lust om kennis te maken met de kat." (Hij bedoelde het geeseltouw, waarmee de schepelingen destijds werden af gestraft.) „Nu, heb daar geen vrees voor. Het is nog niet later dan acht uur," verzekerde Henri Gardel, die de Engelsche taal zoo zuiver sprak als een Engelschman. „Maar als je wer kelijk zooveel haast hebt, dan zullen ministers van Staat en Kamerleden, is destijds, later en ook iu de jongste dagen gebleken." Terwijl Maandagavond de drie starschrijver in „De Stand.", iemand, van wien bekend is, dat hij in zeer nauwe relatie staat tot den toenmali- gen minister-president, dr. A. Kuyper, het volgende schrijft „De minister van buitenlandsche zaken heeft de vorige week een goed werk gedaan met in de Eerste Kamer- het slepende gerucht over het Duit sche gevaar eens voor goed den kop in te nijpen. Dit gerucht kleefde steeds vaster aan den naam van den Duitschen keizer, en dit ten minste is nu uit. Hier, en in Duitschland weet men nu pertinent, dat de Duitsche keizer, noch door brief, noch door telegram, noch door nota ons op eenigerlei wijze gedreigd heeft. Al wat dienaangaande was rondgebazuind, rustte op pure verzinning, en ook van een tusschen- persoon, dien de Duitsche keizer ge bruikt zou hebben, is geen oogenblik sprake geweest. Hiermee is natuurlijk niet gezegd, gelijk de beer Van Löben Seis op merkte, dat we ook in 1904 niet ge spannen oogenblikken doorleefd heb ben maar dit had de minister ook allerminst ontkend. Daar liep het thans niet over. Ook de Russisch-Japansche oorlog in 1904 had ons spannende oogen blikken doen doorleven, en dat toen maatregelen genomen zijn, om ons te dekken, sprak wel vanzelf, maar daarbij was 's keizers naam nooit genoemd. Dit geschiedde eerst onder de spanning, waarin de Marokkaan- sclie geschiedenis ons in het voorjaar van 1905 bracht. Toen gedurende die spanning een Europeesche oorlog dreigde, zoo was beweerd, toen had de Duitsche keizer zich in onze zaken gemengd. Daar alleen liep het geding over. Van dit beweren nu was geen woord waar, en daarom moest het onverantwoordelijk gepraat daarover de wereld uit, en dat is er nu uit." De „Tel." schrijft nu naar aanlei ding hiervan het volgende Wat dus volgens baron Van Heec- keren, dr. Kuyper hem in 1904 ver telde waarover hij niet eens, maar herhaaldelijk met hem van gedachten heeft gewisseld, is volgens dr. Kuyper in 1910 „pure verzinning, geen woord van waar en onverantwoordelijk ge praat Voor een gewoon mensch wordt het langzamerhand een heele toer uit deze diplomatenpudding wijs te worden Uitreiking onderscheidingen. Gisteren werden in een plechtige bijeenkomst in de getuigenzaal van het Paleis van justitie te 's Graven- we nog even samen een flesch wijn ledigen en dan dadelijk opbreken. Op mijn woord, je gezelschap bevalt me zoo bijzonder goed, dat we tenminste éen flesch moeten leeg drinken. De kastelein heeft nog een bijzonder fijnen wijn, zooals je maar weinig zult aantreffen. Daarom nu geen grog meer, we zullen iets beters nemen. Dit zeggende liet Gardel de schei klinken die bij hem op de tafel stond, en onmiddellijk verscheen de dienstvaardige kastelein. Henri Gardel bestelde een flesch ouden Madera en ofschoon de Engelschman gaarne wilde heengaan, scheen de wijn toch een te groote verzoeking om die te kunnen weerstaan. De rum- grog, die hij gedronken had, deed zijne werking reeds gevoelen zijn wilskracht was daardoor reeds eenigs zins verzwakt. „Wil je zoo goed zijn, de grog glazen achter je op dat tafeltje te zetten en me dien kurketrekker eens aan te reiken vroeg Gardel. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1