lantt it fioubaet 'S .O Donderdag 10 Februari. 48e Jaargang. 1910. ar in 0.10. Van Week 'Qi' Week. Feuilleton. iters No. 34 BINNENLAND. obeer U zult i over maak. •N enz.Een ian wal. Rjn. is getrouwd, nacht. Hutje Snijder Mek. Marketentster, te veel oni een Kaart. |le groote be- VAN DE lectuur, alleen ontvangst van Boekhandel af 2 uur in spreken. en kleurt! VLISS1NGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30, Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever f. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Oroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dageiijks; uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. ftbonnemenis-fldüertentiën op zeer üoordeelige uooru/aarden 't Kan verkeeren De waar heid van dat spreekwoord blijkt weer in liet Oosten van Europa. De be handeling, die de Europeesche mo gendheden voorheen het verzwakt Turkije deden ondergaan, wreekt zich. Het herboren Turkije boezemt ontzag in, en zoo hebben dan nu de mogendheden duidelijk te kennen ge neven, dat zij het besluit tot het bij eenroepen vaneen Grieksch Nationale vergadering, waarin Kretenzers zitting zouden nemen, zouden beschouwen als een ongeoorloofde uittarting van de Porie. Blijven de Kretenzers op hun achterste beenen staan, dan zal vermoedelijk weer een internationale bezetting volgen en begint dus het pel van meet af aan. Intusschen staat het vast, dat zulk een bezetting het beste middel zou wezen om een oorlog te voorkomen, die alleen op groote schade voor Griekenland kan uitloopen. Hoogst waarschijnlijk zouden zij geheel Thes- salië verliezen en zouden de Turken er geen been in zien, om Kreta wer kelijk weer in te lijven. Met dat al is de houding der mo gendheden vrij misselijk. Zij meen den in het vorige jaar tot ontruiming te moeten overgaan, daar zij sinds lang zoo niet haar woord verpand, dan toch den indruk gegeven hadden, dat-Kreta met Griekenland zou wor den vereenigd. Nu wordt dat alles weer ongedaan gemaakt, oin de een voudige reden dat de goede verstand houding met Turkije thans van groote waarde is. Oostenrijk heeft nog juist in tijds Bosnië kunnen in palmen. Verdere afbrokkeling van het Turksche rijk is niet te verwachten. Inlusschen hebben de Grieken be sloten om die nationale vergadering voorloopig nog niet bijeen te laten komen. Dat heeft een goeden indruk gemaakt en thans zal het onweer wel van de lucht wezen. De Grieksche gezant te Constantinopel en de Turk sche minister van buiteniandsche zaken hebben elkander eenige be leefdheden gezegd en niermede kan dit op zich zelf gevaarlijk incident voor gesloten worden verklaard. in Pruisen gaat men probeeren om de kieswet te wijzigen. Het bestaande kiesrecht dagteekent van 1850 en is dus totaal verouderdmaar het ont werp dat bij den Landdag zal worden ingediend, gelijkt niet veel op een radicale hervorming. Daar zouden de Pruisische jonkers trouwens niets van willen weten. Oe verkiezing bij trappen, zal ver vangen worden door rechtstreeksche verkiezing; maar de verdeeling van het kiezerscorps in klassen, naar den fflnnn' door H. TVT. T_ "W. 17.) „Hij miste de vroegere energie, Zli.ne ondernemingen hadden een minder gunstigen uitslag dan voor in; de tegenspoeden drukten hem buitengewoon 'er neer, en ofschoon J naar het innerlijke minder scheen "Jden dan vroeger, hij was en Jeef een gebroken man, wiens le- enstaak zichtbaar ten einde liep. otona het eenmaal vast, dat hij mijn eun moest missen, en dat kon niet "Ja uitblijven, dan was voor dat Seval zijn besluit genomen, tn nu gebeurde er iets, waarvan nimmer had gedroomd, een ron- ening spel van het lot, iets wat in gelijkheid maar zelden plaats aanslag in de belasting, blijft in den grond behouden. Intusschen zullen nu ook andere factoren werken om den kiezers in een hoogere klasse te kunnen plaatsen ontwikkeling, on dervinding in beroep en zaken, eer volle werkzaamheid in het openbare leven. Goed afgelegde academische examens, het lidmaatschap van land en Rijksdag, officiersdienst bij land en zeemacht en eereambten in be stuurslichamen, geven het recht op verhooging met eene klasse. Maar een van de grootste grieven tegen het bestaande wordt niet weggeno men de geheime stemming komt in het ontwerp niet voor. Ook de na- tionaai-iiberalen en het centrum ma ken daarvan aan de regeering een verwijt. Alleen de jonkers blijven graag de baas over hun boeren en beambten en zorgen wel voor de invulling der stembiljetten in hun geest. Ook de indeeling der kiesdis tricten blijft zoo goed als overanderd zóó blijft het platteland toch baas over de steden. In Rusland verdenkt men de Oos- tenrijksch-Hongaarsche monarchie nog altijd van plannen om, van uit Bos nië, het Balkan-schiereiland nog ver der in te dringen. Woj hebben boven al opgemerkt dat, na de wederge boorte van Turkije, hierop niet veel kans is maar de Russische regeering zou gaarne een officieele erkentenis van Oostenrijk hebben, dat dit Rijk den bestaanden toestand in den Balkan wil handhaven. De Fransche diplomatie moet zich veel moeite ge ven om de betrekkingen tusschen WTenen en St. Petersburg, sedert de inlijving zoo verkoeld, weder te her stellen en inderdaad moet Oostenrijk thans toezegging hebben gedaan om bedoelde erkentenis te geven. Dit zal medewerken om den Oosterschen hemel geheel te doen opklaren, wat in zoo langen tijd het geval niet geweest is. Tusschen Bulgarije en Turkije is overigens de toestand nog eenigszins gespannen. De Bulgaarsche regeering wil gaarne de goede betrekkingen met Turkije handhaven, maar tijdin gen uit Macedonië hebben de Bul gaarsche bevolking in groote beroe ring gebracht. Te Saloniki is over acht Bulgaarsche onderwijzers en kooplieden, echte onruststokers, het doodvonnis uitge sproken en de Macedonische Bulga ren aldaar hebben hemel en aarde bewogen om er de regeering toe te krijgen, te Constantinopel stappen te doen ten gunste der veroordeelden Werkelijk heeft men het dan ook ge daan gekregen, dat de voltrekking van het vonnis nog is uitgesteld en heeft en toch weer zeer natuurlijk de zaak te Constantinopel nader zal worden onderzocht, zoodat hoogst waarschijnlijk de opgewondenheid nu wel een weinig tot bedaren zal komen. Wij moeten ditmaal eens spreken over een volk, dat nimmer op ons repertoire voorkomt en wel over de Laplanders of Lappen, een nomaden- of zwervend volk, zooals men weet, in het hooge noorden van Europa. Deze menschen worden door de Zweden en Noren precies behandeld als de Zigeuners in midden-Europa. Bovendien geeft dit volk aanleiding tot moeilijkheden tusschen de regee ringen van Zweden en Noorwegen. Zweedsch Lapland ligt thans onder de sneeuw, zoodat de rendieren, waarvan het bestaan dezer menschen afhangt,' geen voedsel kunnen vinden. Eenige Lappen, met vijf duizend rendieren, zijn naar de grenzen getrokken en bevinden zich in noordelijk Noor wegen, waar zij wenschen te blijven. Hun verzoek aan de autoriteiten is echter onbeantwoord gebleven, maar er zijn onderhandelingen over aan geknoopt tusschen de Zweedsche en Noorsche regeeringen. In Noorwegen gelooft men, dat de Zweedsche au toriteiten de emigratie opzettelijk hebben bevorderd. Er bestaat name lijk tusschen de beide landen een strijd over liet weiderecht der ren dieren en de beslissing daarover is aan een scheidsgerecht opgedragen, op welks uitspraak de Zweden door bedoelde handeling worden gezegd invloed te willen oefenen. Inmiddels is men in Noorwegen begonnen om maatregelen te nemen, teneinde Zweedsche rendieren ie verhinderen over de grens te komen, waardoor ze met hunne meesters aan den on dergang kunnen worden blootgesteld. Vreemd schijnt het dat de regeerin gen der bedoelde staten nimmer maatregelen hebben genomen, om te trachten deze hunne onderdanen aan een vaste nederzetting in zuidelijker streken te gewennen. Aan grondge bied ontbreekt het waarlijk niet. Wat Finland betreft, de verkiezin gen voor den Landdag zijn daar be gonnen. Men moet er zich eigenlijk over verbazen, dat de Czaar-groother- tog tot deze verkiezingen machtiging Heeft gegeven want het zal nu al de 3e Landdag zijn, die in den tijd van een groot jaar de twee andere opvolgt, en natuurlijk komt er toch niets van te recht. De Finnen zijn overigens nog niet ontmoedigd de vrouwelijke be volking komt ijverig ter stembus en men verwacht dat nog meer socia listen dan voorheen er uit te voor schijn zullen komen. Intusschen hebben Duitsche en Oostenrijksche professoren ten be was. In dien tijd ging namelijk de tuinbouwschool vau den heer Daniëls in andere handen over. Ik geloof, dat het met zijne schaapjes niet zoo slecht gesteld was maar hij ge voelde misschien, dat het getij voor hem begon te verloopen. De nieuwe eigenaren kenden mij. Reeds bij mijn verblijf in de school hadden zij mij meermalen ontmoetzij schenen ook het een en ander van mijn later leven vernomen te hebben en ik vermoedde, dat mijn voormalige pa troon hun een wenk had gegeven in mijn belang en het hunne. Ge voelde hij misschien dat er tegen over mij iets goed te maken was Hoe het ook zij, ik aanvaardde met ingenomenheid de mij aangeboden dubbele betrekking van chef en deelgenoot in de nieuwe zaak, waar door de mijne, die nog slechts in wording was, eene zeer goede be stemming verkreeg. Welke gewaarwordingen maakten zich van mij meester, toen ik weder de plaats betrad, waaraan zoovele herinneringen verbonden waren toen ik weder den voet zette in Else's werkplaats, die sinds lang hoeve van Finland een adres tot den Czaar-groothertog gericht, waarover men in behoudende kringen te Sir.t Petersburg zeer ontstemd is. Men is daar van de leer: 'tgaat je niet aan. 'tZou inderdaad te betreuren zijn, indien het optreden der hooggeleer den Finland ten slotte meer moest schaden dan baten. Eerste Kamer. Bij het gister gevoerde debat over de begrooting van ooriog werd de gewezen minister Sabroii door enkele leden verdedigd, door anderen aan gevallen. Verschillende leden keurden het duel af. De minister van oorlog betoogde dat verbetering derkustdefensie voor op moet slaan. Voor approviandeering der Amster- damsche stelling worden maatregelen voorbereid. Aan een officier, die weigert te duelleeren, zal de minister de hand boven het hoofd houden. Het ligt in 's ministers bedoeling het viermaanders-instituut geheel weg te nemen. Bonden die het eigen belang voor staan, achtte de minister in het leger uit den booze. Een standbeeld voor koning Willem II. Men wil te Tilburg een standbeeld voor wijlen Koning Willem 11 oprich ten. Het tentoonsteliingscomité „Stad Tilburg" heeft in zijn jongste verga dering daartoe het initiatief genomen en reeds een bedrag uit de winsten der tentoonstelling in reserve gehou den. („HbL") Liberale Unie. Ter jongste algemeene vergadering van de Liberale Unie, 27 Februari 1909 in „Eensgezindheid" te Amster dam gehouden, werd een commissie benoemd tot herziening van het her vormingsprogram. Ze bestond uit de heeren mr. R. J. H. Patijn, mr. Schim van derLoef, prof. mr. G. A. van Hamel, Joh. H. Koert, K. Eland en D. J. \an Houten. Wij vernemen, dat de commissie met haar arbeid nagenoeg gereed is, en nog voor de algemeene vergadering die in elk geval dit voorjaar zal ge houden worden, de door haar ge wenschte wijzigingen bij het hoofdbe stuur zal indienen. („Tel.") Zondagsdienst hulptelegraaf kantoren. De Commissaris der Koningin in éen der provinciën heeft aan den eene andere bestemming gekregen had. Met hoeveel weemoed vlogen mijne gedachten van daar naar gindsZou de plek, die eens haar folterplaats was, nog eenmaal haar de kroon der zegepraal zien dagen Toen was het nest leeg, met zoo vele teedere zorgen gebouwd, het nest waarin wij allen onze zalige jeugd hadden doorgebracht, het nest waarop de ouders zoovele verwach tingen hadden gebouwd, verwachtin gen door de ruwe slagen van het leven uiteengerafeld. Hoe onbarmhartig had het leven gespot met de illusiën van ouden en jongen En thans? Er werden reeds nieuwe nesten gebouwd, waarover de zorgen van het oude zich nog zouden uitstrekken. Dat was een droevig genot in de eenzaamheid van het leege nest, maar het was toch eene afleiding, die heilzaam werkte, als alle andere. Bovendien, er waren er vier overgebleven, om balsem te leggen op de geslagen wonde en ieder deed het op zijne eigene manier. Ik betreurde maar al te zeer, dat mijne nieuwe betrek king mij in den eersten tijd zware plichten oplegdemaar dat was nu eenmaal onvermijdelijk. Gelukkig was mijn broeder Hen drik, al kon hij persoonlijk niets doen, een zeer trouwe briefschrijver. Zijn lange, warme epistels, warm als de tropische zon, waren moe ders beste schatten, waarvan zij telkens opnieuw genoot en die zij steeds vermeerderde, wanneer er weer een de rondreis naar ons allen had gemaakt en dan met een zucht in het welbekende kistje werd bij gezet. Die uitgebreide briefwisseling met mijne moeder werd ook van hare zijde zoo goed mogelijk onderhouden. Zij was oorzaak, dat Hendrik niet correspondeerde met de broers en zusters. De tijd liet het hem niet toe en bovendien waren wij dat zoo afgesproken. Het gebeurde alleen bij bijzondere gelegenheden, zooals bij het htiwelijk van de meisjes en der gelijke. Daarom was ik zeer verwonderd, op zekeren dag een brief van hem minister van binneniandsche zaken het verzoek gericht om ruimere open stelling voor den dienst van hulpte legraafkantoren des Zondags, ter ver zekering van een goede uitvoering van de hem toevertrouwde bestuurs taak. Naar aanleiding daarvan heeft de minister als zijn oordeel te kennen gegeven, dat er geen voldoende rede nen zijn om het beginsel voor Zon- dagrust voor de hulptelegraafkantoren in gewone omstandigheden prijs te ven, doch dat het aanbeveling ver diende, dat aan de onderscheidene departementen steeds rekening wordt gehouden met den beperkten Zon dagsdienst op die kantoren wat, naar het scheen, niet altijd het geval is geweest. Gedeputeerde Staten van Noord- Holland hebben de jaarwedde, ver bonden aan de betrekking van bur gemeester der gemeente Amsterdam, met ingang van 1 Maart nader vast gesteld op f 20.000, waarin is be grepen een bedrag van f 5000 als ver goeding voor het gemis eener vol doend ingerichte ambtswoning. Naar men verneemt komt voor bur gemeester van Arnhem ernstig in aanmerking de heer H. P. J. Tutein Nolthenius, thans burgemeester van Apeldoorn, vroeger burgemeester de zer gemeente. Militaire berichten. Uitvoerige voorschriften zijn ver strekt aan de commandeerende offi cieren der korpsen van het leger in zake de schietoefeningen tot verhoo ging van 's lands weerkracht, met vaststellingen van de vergoedingen welke aan onderofficieren en min deren worden toegekend voor dienst verrichtingen bij die oefeningen, zijnde op werkdagen tusschen 12 en 2 en na 5 uur voor elk uur dienst op de baan 15 ct. voor een onderoff., 10 ct. voor een korporaal en 5 ct. voor een minder militair en op Zon en algemeen erkende Christelijke feestdagen 25 ct. voor een onderoff., 15 ct. voor een korporaal en 10 ct. voor een minder militair. Bepaald is dat de mindere geëm ployeerden, werklieden en bedienden, werkzaam bij inrichtingen van 's Rijks landmacht, het loon behouden, ge durende den tijd dat zij verplicht zijn het werk te onderbreken wegens het moeten verschijnen voor door de Kroon of door den min. van oorlog ingestelde Staatscommissiën, of wel voor een of meer leden dier commis- siën tot het bespreken van belangen of tot het geven van inlichtingen. Dit besluit wordt geacht in wer king te ziin getreden den 15en Decem ber 1909. te ontvangen, die bij de opening bleek in der haast geschreven te zijn en slechts weinige regels te be vattenmaar die mij met hevige ontroering vervulden. Hij schreef: „Waarde broeder, ik schrijf u dezen brief, omdat ik den inhoud ervan niet naar huis durf richten. Wellicht zou de mededee- ling, die ik te doen heb, een schok veroorzaken, die noodlottig bleek te zijn. In het kort en voorloopig, want tot uitvoerige mededeeling ontbreekt mij de tijd, bericht ik u, Minnie gevonden te hebbenhelaas, in deerniswaardigen toestand. Ik moet mij er toe bepalen, u te zeggen, dat ik de zorg voor haar en haar kind op mij genomen hebdat die zorg zeer dringend noodzakelijk was en de ontmoeting nog te rechter tijd heeft plaats gehad. Hare geschiede nis ken ik nog maar half. Ik schrijf u nader, uitvoerig, bij de eerste gelegenheid, ik vrees, dat het met Minnie spoedig zal afloopen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1