Dinsdag
1 Februari.
binnenland.
Feuilleton.
48e Jaargang.
1910.
Prijs per drie maanden 1,30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
"Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
ADVERTENTIÈNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
flbonnements-fld^ertentiën op zeer ooordeelige uoorioaarden
Staatsbegrooting voor 1910.
Uit de memorie van antwoord op
het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over hoofdstuk financiën, ne
men wij het volgende over
Bij het bestaand verschil van ge
voelen omtrent de wenschelijkheid om
de Staatsloterij te bestendigen of af
te schaffen, veroorlooft de minister
zich op te merken, dat het geen ver
wondering behoeft te wekken, dat hij
geen voorstander van de afschaffing
dier instelling is. Dat de collecteurs.
bij het debiet van loten in de eerste
klasse eene grootere reserve houden
dan hun volgens de bestaande voor
schriften veroorloofd is, is den minis
ter bij onderzoek niet gebleken. Dat
bij den aanvang der trekking van de
vijfde klasse nog loten verkrijgbaar
zijn bij een collecteur die bij den
aanvang der trekking van de eerste
klasse was uitverkocht, is, ook zonder
dat loten zijn achtergehouden, zeer
goed mogelijk, doordat sommige
spelers, die niet de risico van de vijfde
klasse willen dragen, hun gekochte
loten na de trekking der vierde klasse
weder verkoopen aan den collecteur.
Onderzocht wordt thans, welke maat
regelen kunnen worden genomen om
een meer regelmatig debiet der loten
te bevorderen en daarbij zal ook
overwogen worden of het terugkoopen
van loten door collecteurs moet
worden verboden.
Omtrent de vraag of voor de pen-
sionneering van de gemeente-ambte
naren al dan niet de burgerlijke
pensioenwet van toepassing behoort
te worden verklaard, kan eerst worden
beslist nadat de berekeningen die ter
voorbereiding van eene pensioenrege
ling voor die ambtenaren aan het
wiskundig bureau van het weduwen-
en weezenfonds voor burgerlijke amb
tenaren worden gemaakt, zullen zijn
voltooid. De voor alle gemeenteamb
tenaren te maken regeling zal ook
gelden voor de commissarissen van
politie. Geen termen bestaan er, naar
de meening van den minister, om voor
deze categorie van ambtenaren eene
afzonderlijke voorziening te treffen.
Dg ridderorden-zaak.
De „Standaard" meldt: Naar men
ons bericht, heeft dr. Kuyper reeds
voor geruimen tijd den heer J. E. N.
baron Schimmeipenninck v. d Oye
van Hoevelaken, voorzitter van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal,
verzocht, zich wel met de samen
stelling van een commissie van be
oordeeling in de bekende zaak te
willen belasten. Deze heeft hieraan
welwillend gevolg gegeven, en thans
kan worden medegedeeld, dat in deze
commissie hebben zitting genomen
door
EE 3VE. 7. "W".
Ik duizelde een oogenblik, toen
die vreeselijke eisch de marmer
witte lippen van het meisje verliet
maar ik wist, ik zag, dat al de
welsprekendheid der wereld niet in
staat zou zijn geweest om haar be
mint te doen wankelen. Zij had mij
gegeven wat zij op dat oogenblik te
geven had en ik had geen recht,
meer te vorderen.
Ik weet niet of de eene mensch
aan den anderen dingen mag opleg
gen, die menschelijke krachten bijna
te boven gaan. Ik weet evenmin of
k goed gehandeld heb, de belofte
m geven die zij mij vroeg. Wat
doet het ook eigenlijk tot de zaak
Rise had zich zelve niets minder
de heeren jhr. mr. P. J. van Swin-
deren, vice-president van den Raad
van Statemr. H. J. Kist, oud-pro-
cureur-generaal bij het gerechtshof
te Amsterdam en lid van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal, en jhr.
mr. A. P. C. van Karnebeek, oud-
minister van buitenlandsche zaken,
minister van Staat en lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Herziening van het R.-K. program.
Een algemeene herziening van hef
program der R.-K. partij vormt thans
een punt van discussie tusschen de
R.-K. bladen. Het is liet eerst aan de
orde gesteld door den heer Van Vlij
men in zijn artikelen in de „Noord-
brabander." Hij qualificeerde het pro
gram zijner partij daarin als verou
derd en behoefte hebbend aan een
verjongingskuur, daar het op menig
punt is'vervuld, terwijl andere minder
of in 't geheel niet voor verwezen
lijking vatbaar gebleken zijn.
De vraag is nu maar, hoe die her
ziening tot stand zou moeten komen.
De heer Van Vhijmen meent: „door
een gemengde commissie uit de ka
tholieke volksvertegenwoordigers en
uit de katholieke bonden van kies
verenigingen".
Het „Huisgezin" en het „Centrum",
die het er beide over eens zijn, dat
de herziening urgent is, hebben elk
een andere oplossing.
Het „Huisgezin" wil het program
eerst van den eenen kant door de bei
de Kamerclubs (Eerste en Tweede
Kamer,) van den anderen kant door
de kiesverenigingen, aangesloten bij
de beide Bonden, laten onderzoeken,
waarna de definitieve samenstelling
zou kunnen worden opgedragen aan*
een commissie samengesteld op de
wijze zooals de heer Van Vlijmen dat
heeft uiteengezet.
Het „Centrum" echter oppert het
bezwaar, dat er nog meer bonden
zijn, en men, als men den éénen om
advies vraagt, den anderen niet kan
voorbijgaan. Het blad vraagt, of het
dan maar niet beter is, den Algemee-
nen Bond van R.-K. Kiesverenigingen
te erkennen als het lichaam waarbij
de Katholieke kiesverenigingen op
enkele uitzonderingen na zijn aange
sloten.
Postbestelling op Zondag.
Door den directeur-generaal der
Posterijen is onlangs het oordeel
van de Kamer van Koophandel te
Amsterdam gevraagd over de even-
tueele opheffing van de tweede post
bestelling op Zondag. De Kamer stelde
deze vraag om praeadvies in handen
der commissie voor de posterijen en
telegrafie.
Naar het „Hbl." verneemt, zal de
commissie aan de Kamer voorstellen
opgelegd dan mij. Er komen oogen-
blikken waarin de mensch tot alles
in staat en tot alles bereid is en
zulk een oogenblik hebben wij toen
doorleefd.
Wij hebben toen nog veel met
elkander gesproken, Else en ik. Het
was geen opgewekt gesprekhet
was er een tusschen menschen, die
op een gegeven oogenblik den
diepsten ernst van het leven hadden
gevoeld en wisten, dat zij in de
toekomst alles en toch niets voor
elkander zouden zijn.
Toen scheidden wij, met belofte
elkander op vaste, nauwkeurig be
paalde tijdstippen, alle lief en leed,
alle'hopen en verlangen mee tedee-
len, en wij hebben die belofte trouw
gehouden, ofschoon wel eens wach-
tens- en strijdensmoe.
Gezien, gesproken, opgebeurd,
gesterkt, dat hebben wij elkander
slechts een enkele maal in vele
jaren, om den strijd niet te zwaar te
doen zijn.
In den kring der mijnen heb ik
Else's naam bijna nimmer meer ge
noemd en dan nog maar alleen tegen
mijne moeder, die hare bloemen
TELEFOONNUMMER 10.
te antwoorden, dat fe Amsterdam één
bestelling op Zondag voldoende zal
zijn, mits daarin worden opgenomen
de Engelsche en Duitsche posten,
die thans des Zondags namiddags
tusschen twee en drie uur besteld
worden. Het gevolg hiervan zou zijn,
dat in plaats van de vroegbesteliing
en de bovengenoemde namiddagbe
stelling, er één voormiddagbestelling
zou komen.
Dat is dus hetzelfde advies ais door
de Kamer van Koophandel alhier
gegeven.
Marinebegrooting.
De minister meent dat voor het
ongunstig oordeel over de regeling
van het munitie-vraagstuk geen re
delijke grond bestaat. Hulzen en pro
jectielen van groot kaliber en stalen
granaten kunnen hier te lande niet
worden vervaardigd, omdat men
daarvoor niet geouilleerd is. De mi
nister ziet geen kans daarin veran
dering te brengen.
Ongerustheid behoeft overigens
omtrent de wijze waarop deze aan
gelegenheid is geregeld, niet te be
staan. Met zorg is overwogen, wat
voor oorlogstijd noodig kan zijn, en
dit is in de magazijnen aanwezig.
Met den aanmaak van gietijzeren
granaten van klein kaliber tot en met
7.5 c.M. werd bereids een aanvang
gemaakt.
Het komt den minister voor dat
het in het belang der particuliere nij
verheid geen aanbeveling verdient
de fabricatie hier te iande van visch-
torpedo's op eenigerlei wijze aan te
moedigen, overtuigd als hij is, dat
daarmede noch technisch noch finan
cieel eenig voordeel is te behalen.
De voorstellen in zake de kust
verdediging worden geheel in over
leg met den minister van oorlog
bewerkt, waarbij voor die zaken,
welke meer in 't bijzonder onder diens
departement thuis behooren, de hoofd
leiding in handen van dien minister
blijft.
De minister kan niet toegeven en
zou het ook niet hebben goedgekeurd,
dat door de leiding, aan de jongste
manoeuvres een tendenzverdedigings-
verloop zou zijn gegeven.
Bij die manoeuvres is gebleken
dat de schepen wei degelijk op
krachtige wijze en met succes aan
de kustverdediging zullen kunnen
meewerken.
De strekking van het wetsontwerp
tot instelMng van een fonds voor de
kustverdediging zal zijn, daaruit te
bekostigen het materiaal dat geacht
wordt thans nog te ontbreken aan
de voor de defensie van Nederland
benoodigde scheepsmacht en dat
daaronder geen pantserschepen zul
len voorkomen.
Waar het voortstuwingssysteem
nooit vergat en eens belangstelling
voor haar had getoond. Of zij de
verandering, die zij het eerst en het
meest bij mij opmerkte, aan de ware
oorzaak toeschreef, dat heb ik nim
mer geweten, omdat ik die weten
schap niet wenschte te bezitten.
Maar toen zij op het punt stond,
den laatsten band met het leven te
verbreken, toen heb ik, aan de
stervens-sponde gezeten, haar mijn
geschiedenis kort en eenvoudig
verhaald en toen heb ik de voldoe
ning mogen smaken, een zaligen
glimlach te tooveren op dat bleeke
gelaat, een glimlach, die zeker ook
mij, maar Else in de eerste plaats
zal gegolden hebben.
De vrouw had de vrouw begrepen
en gezegend
Ik keerde terug naar de Tuin-
bouw-school, maar gevoelde dat mijn
plaats daar niet lang meer kon zijn.
De herhaalde ontmoetingen met den
patroon en hetgeen hij zijn onder
richt noemde, waren mij ondragelijk
geworden en ik wist bij de eerste
en beste gelegenheid mijn vader de
overtuiging te geven, dat mijn ver
door turbines, dynamo's en electro-
motoren onder de vele systemen van
voorstuwing die worden aanbevolen
of in toepassing gebracht nog niet
veel toepassing heeft gevonden, meent
de minister bij de aan te bouwen
mijnenleggers tot het nemen van een
proef daarmede niet te moeten over
gaan.
Aan den wensch om den aanbouw
van onderzeebooten te bespoedigen
door thans, behalve de derde onder
zeeboot er nog 5 op stapel te doen
zetten, kan de minister niet voldoen,
met het oog op het gebrek aan voor
dien dienst geoefend personeel, en
de bezwaren van financieelen aard.
De minister handhaaft de rivier
vaartuigen zoolang ze nog diensten
kunnen bewijzen en zoolang er nog
geen betere zijn.
Allereerst wordt thans nagegaan op
welke wijze het systeem der commer-
cieele boekhouding op de doelmatig
ste wijze op de administratie der wer
ven zal zijn toe te passen.
Wat de censuur bij de marine aan
gaat, is van onderdrukking der vrije
gedachte geen sprake. Met behoud
van de noodige vrijheid voor de of
ficieren is in deze 's lands belang
behartigd. Met de beperking van het
nachtelijk passagieren dient niet ver
der gegaan dan in de regeling omtrent
het passagieren, welke 1 Juli j.l. in
werking is getreden, is aangegeven.
Nationale Vereen, voor Volkskunst.
In de laatste jaren zijn in bijna alle
groote en kleine gemeenten van ons
land Huisvlijttentoonsteliingen gehou
den. Het is niet tegen te spreken dat
daarop zéér veel minderwaardig werk
was te zien. Maar gelukkig was daar
naast veel aanwezig, dat getuigde van
een goeden blik en van een artistieke
opvatting. Die laatst bedoelde inzen
dingen bewezen, dat de geest van
vroeger, die onze zoo eigenaardige en
hoog gewaardeerde Volkskunst schiep,
nog geenszins is uitgedoofd.
Daarenboven leerden die tentoon
stellingen dat, veel meer dan alge
meen geloofd wordt, ons volk nog
lust en moed heeft, om als de dagtaak
ten einde is, den eigen tijd met nut
tigen en aangenainen arbeid door te
brengen. Dat zijn gelukkige verschijn
selen Maarzal ten slotte die lust
tot arbeiden niet uitdooven, dan is
aanmoediging en vooral voorlichting
noodig, want die tentoonstellingen
zouden zeker geheel ander werk
hebben doen zien, indien beter gele
genheid bestond om den smaak te
ontwikkeien.
In vele landen om slechts Dene
marken, Zweden, Noorwegen, Oosten
rijk, Rumenië en Engeland te noemen
heeft men hetzelfde verschijnsel
waargenomen en hebben zich sedert
eenigen tijd vereenigingen gevormd
blijf in het etablissement nooit de
vruchten zou dragen, die wij ervan
hadden verwacht.
Nog een paar jaren heb ik toen
bij eene andere instelling doorge
bracht, waar niets bijzonders mijn
leven kenmerkte, doch waar ik mij,
onder betere omstandigheden, met
meer lust en daardoor ook met meer
ijver op de vervulling mijner taak
kon toeleggen.
Toen keerde ik naar huis terug.
Mijns vader bezitting was groot ge
noeg om er een klein deel van af te
zonderen tot mijn persoonlijk ge
bruik. Langzamerhand begon ik daar
met het kweeken van mijn lievelings
planten, waarop ik mij in het bijzon
der wenschte toe te leggen, en daar
na zouden wij elders eene gelegen
heid zoeken, waar ik mij voor goed
zou vestigen.
Ik behoef niet te zeggen, dat de
tijd die nu aanbrak, onder andere
omstandigheden een zeer gelukkige
zou geweest zijnnamelijk zonder
dat vreeselijk geheim, dat mij als
lood op de ziel drukte en dat onder
vreemden zooveel gemakkelijker was
te bewaren. Vaak gevoelde ik mij
om den noodigen steun en voorlich
ting te geven. De uitslag dier pogin
gen is zoo bemoedigend, dat ook hier
te lande dat voorbeeld navolging
verdient. Op eene vergadering van
belangstellenden is een voorloopig
comité aangewezen ter voorbereiding
van de oprichting eener „Nationale
Vereenig ng voor Volkskunst".
Deze Vereeniging stelt zich ten doel
lo. het opsporen van reeds bestaande
volkskunst; 2o. het ter beschikking
stellen van goede voorbeelden van
oude kunstnijverheid in nafura of in
afbeeldingen, welke vooral in de
verschillende musea en oudheidka
mers aanwezig zijn, ter leering en ter
navolging3o. het doen ontwerpen
van nieuwe voorbeelden door moderne
kunstnijveren 4o. het onderricht doen
geven in alle vormen van liuis-kunst-
vlijt, als b.v. rietvlechten, houtsnijden,
houtinlegwerk, weven, kantwerk, kra-
lenwerk enz., welk onderricht aanlei
ding zou kunnen geven tot herleving
van de volkskunst en tot vervaardiging
van die voorwerpen, welke in het
binnen- en buitenland verkoopbaar
zijn. 5o. het verschaffen van deugde
lijke grondstoffen tegen lagen prijs en
ingeval de provinciale Comité's dit
gewenscht achten zoo mogelijk op
voorschot6o. het aankoopen, ten
toonstellen en verhandelen in binnen-
en buitenland van karakteristieke
voorwerpen van Volkskunst.
Instemming met het doel hebben
uit onze provincie betuigd de dames
A. Dijckmeester en A. de Man en de
heer mr. W. Polman Kruseman, allen
te Middelburg.
Middenstandsorganisatie.
in de verslagen en mededeelingen
van de afdeeling handel is versche
nen Middeiistandsorganisatie en
-coöperatie in Oostenrijk-Hongarije.
Rapport aan H. M. de Koningin be
treffende een studiereis vanwege de
staatscommissie voor den midden
stand gemaakt door hare leden J. S.
Meuwsen en dr. J. Nouwens.
in een woord van inleiding zeggen
de rapporteurs „Het onderzoek zou
zich uitstrekken over de volgende
punteninkoop-coöperatie, gezamen
lijke bewerking, gezamenlijke ver
koop, crediet-coöperatie én de ver
zekering. Daar echter de tijd beperkt
was, werd aan ons overgelaten ter
plaatse te decideeren, welk punt de
meeste aandacht verdiende, om daar
aan dan ook bijzondere aandacht te
wijden.
Reeds aanstonds bleek ons, dat
het onderwerp coöperatie zoo innig
verbonden was met dat der organi
satie, en dit verband in Oostenrijk
zóó op den voorgrond treedt, dat wij
ook, en wel in de allereerste plaats,
eene studie moesten maken van de
middenstands-organisatie. Uit ons
bijna onbekwaam tot werken of ver
richtte den arbeid geheel werktuige
lijk, terwijl mijne wijze van hande
len anders was dan voorheen. Mijne
ouders hielden zich overtuigd, dat
mijne gezondheid onder het verblijf
elders geleden had en gaven mij
allerlei raadgevingen, die ik nu en
dan in schijn opvolgdemaar het
spreekt van zelf dat niets in staat
zou geweest zijn om den zwaren last
te verlichten en het zwaarste was,
dat ik, die altijd had geademd in
een atmosfeer van waarheid en op
rechtheid, in de gebiedende nood
zakelijkheid verkeerde, om mij voort
durend en tegenover allen, anders
voor te doen dan ik was.
Gelukkig kwam er spoedig wat
afleiding en later hoe langer hoe
meer, zoodat de gelegenheid minder
werd om in het bijzonder op mij te
letten.
(Wordt vervolgd.)