Draagt bij
dit weer
waterdicht
Sclöittwifk.
Zaterdag
29 Januari.
Feuilleton.
No. 24.
48e Jaargang.
1910.
BINNENLAND.
VAK DEK KAK OP DEK TAK.
VLISS1NGSCH
Prijs per drie maanden 1,30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Eerste Kamer.
Aan de memorie van antwoord op
het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over hoofdstuk binnenlandsche
zaken, ontleenen wij het volgende
De onregelmatige of zelfs de zon
derlinge loop van de grenzen van
sommige gemeenten behoeft in de
practijk niet steeds tot bezwaren aan
leiding te geven. Terecht is overigens
in het Voorloopig Verslag opgemerkt
dat het initiatief ter zake van grens
wijziging, desverlangd, van de ge
meenten zelf kan uitgaan.
Ten opzichte van het onderwijs in
het algemeen wordt door de regeering
zooveel mogelijk gewaakt tegen het
indienen van voorstellen of het doen
van uitgaven, waarvan voorzien kan
worden, dat zij met een eventueele
reorganisatie als gevolg van het rap
port der ineenschakelingscommissie
niet zouden strooken.
Wat het hooger onderwijs betreft,
moet naar de meening van den mi
nister, gestuurd worden in deze
richting, dat voor elk bepaald onder
deel der wetenschap slechts een der
universiteiten meer volledig wordt
toegerust. Men bedenke intusschen,
dat èn naar het stelsel der hooger-
onderwijswet èn uit hoofde van his
torische rechten aan de drie rijks
universiteiten iedere faculteit althans
op het minimumpeil moet worden
gehouden en dat menig der in de
laatste jaren gedane voorstellen slechts
de strekking had aan dezen eisch te
voldoen.
Wettelijke regeling van het uit
gebreid lager onderwijs zal eerst
kunnen worden voorgesteld, wanneer
na kennisneming van het rapport der
ineenschakelingscommissie tot reor
ganisatie van het lager onderwijs in
verband met de andere takken van
onderwijs een wetsontwerp kan wor
den aangeboden.
Met voldoening zag de minister dat
hetgeen door hem in de vergadering
van de Tweede Kamer is gezegd in
verband met de medewerking van
openbare onderwijzers te Ambt-Al-
melo aan een feest voor die kinderen,
die niet aan nationale feesten hadden
deelgenomen, bij de Eerste Kamer
instemming vond.
Het is den minister niet duidelijk,
wat wordt bedoeld met het instellen
van een onderzoek naar de bepaling
van den leeftijd, waarop leerlingen
op de bijzondere in vergelijking met
de openbare school worden toege
laten.
In de Memorie van Antwoord aan
DOOR
H. j. "w.
L, ®8en°ver hem stond Else, doods-
||f ek als een beeld van wanhoop
schaamte, radeloos de handen
X 1 maar in weIk «n toe-
h Z1i ook verkeerde, zij had
nare tegenwoordigheid van geest ge-
aanfohbehouden, om met de haar
en oren Verheid, waarvan ik nu
i|™n een enkel blijk had opge-
heer ka i mij-,te zeggen»0, m'jn"
dezen e'S) lk heb met met
ik man iets te bespreken."
HLj er,op dat oogenblik hebben
ik mi''e* ®se zel*'och maakte
trml terstond gereed om te ver-
schiw1' maar de beschonken man
llfin a°Pumij toe en hield mij vast.
- 1 d°ehter, meneermijn doch-
de Tweede Kamer betreffende dit
hoofdstuk heeft de minister er echter
op gewezen dat, indien wegens de
vrees voor niet eerlijke concurrentie
voorziening noodig mocht zijn, deze
zal moeten worden gevonden bi,
wijziging van de Leerplichtwet. Hef
zal dan overweging verdienen, in de
wet een leeftijd te bepalen beneden
weiken het genieten van onderwijs
niet wordt beschouwd als lager on
derwijs in den zin dier wet.
Hofprediker.
H. M. de Koningin heeft den heer
dr. J. H. Gerritsen, predikant, plaats
vervangend hofkapelaan, benoemd tot
hofprediker.
De Belgische zending.
Aan het gala-diner ten Hove, ter
eere van de Belgische missie, heeft
H. M. de Koningin het hoofd van
zending dank gezegd voor de gedane
kennisgeving en de gezondheid ge
dronken van Z. M. den Koning der
Belgen en de Koninklijke familie.
Na de woorden van H. M. weer
klonk het Belgische Volkslied (de
Brabangone) door de harmonie mu
ziek der Koninklijke Militaire Kapel
gespeeld.
Minister Beernaert beantwoordde
den heildronk van H. M. met een
eerbiedige dankbetuiging en met een
toost op het welzijn van H. M. de
Koningin, H. M. de Koningin-
Moeder, Z. K. H. den Prins der
Nederlanden en H. K. H. Prinses
juliana.
De muziek liet hierop het Wil
helmus hooren.
H. M, de Koningin-Moeder ont
ving gisterenmiddag te 121.', uur
minister Beernaert in bijzondere
audiëntie.
Ten 123/* uur vereenigde H. M. aan
een déjeuner den chef en alle leden
der missie zoomede baron Guillaume,
den onder de regeering van Koning
Albert bestendigden gezant.
Telefoon Engeland-Nederland.
Voorloopig bestaat daarop nog wei
nig kans. De Engelsche min. van pos
terijen heeft, naar het „Hbld." meldt,
aan den heerC. Roozenraad, bestuurs
lid van de Ned. Kamer van Koop
handel te Londen medegedeeld, dat
een nieuw soort kabel zal gelegd
worden tusschen Engeland en Frank
rijk, waarschijnlijk nog in dit jaar.
Zoodra die kabel in werking is, zul
len onderzoekingen plaats hebben om
te zien of het mogelijk is een gelijk-
soortigen kabel van voldoende lengte
ter; ken je haar? Een knappe me id,
hè; deksels pinter ook, maar niet
erg scheutig, weet je. Ik
Hij had die woorden gesproken
in een van die heldere oogenblikken
van overgang, dronkaards vaak eigen
maar ik zag, dat hij terstond in een
anderen toon zou overslaan, en, ter
wijl de arme Else, eindelijk in tranen
uitbarstende, met een smeekend ge
baar naar mij opzag, rukte ik mij
snel los en wilde mij omkeeren,
met het voornemen, den meester te
waarschuwen.
Maar het was niet noodig. Op
hetzelfde oogenblik ging weder de
deur achter mij open en hoorde ik
een welbekende stem op gebieden
denden toon zeggen „Wat gebeurt
hier?" Ik zag omde patroon stond
voor de geopende deur, maar met
den vragenden blik tot Else gericht,
en van die gelegenheid maakte ik
gebruik, om mij snel te verwijderen.
Eerst later kon ik dus vernemen,
wal verder was voorgevallen. De
heer Daniels vroeg mij in den loop
van den dag naar het gebeurde voor
zijn komst en ik deelde het hem zoo
eenvoudig mogelijk mede. Hij zelf
Abonnements-ftduertentiën op zeer uoordeeiige uooru/aarden
te leggen voor een telephonische ver
binding tusschen Engeland en Neder
land. En dat zal nog wel een tijdje
duren.
In Amerika is men toch in vele
opzichten ons vooruit. Zoo weet men
daar nu reeds te vertellen dat wij,
Nederlanders ons verheugen in de
verwachting van een Prins Het
Amerikaansche blad „Het Oosten", in
een hoofdartikel een herinnering ge
vende van de voornaamste gebeurte
nissen in 1909, schrijft o.m.„De hoop,
die reeds taande, is onverwacht ver
vuld geworden. Koningin Wilhelmina
schonk het Nederlandsche volk een
Prinsesje in Juliana en, zooals men
op 't oogenblik algemeen gelooft, is
nu een Prins op komst. Eigenlijk zijn
wij het dus, volgens het Amerikaansch
blad, die zoo knap zijn te weten, te
durven voorspellen, welk geluk ons in
deze wacht. Nu, al zijn we niet zoo
knap of onnoozel, er zulk een wonder
geloof op na te houden, wij hopen
van harte, dat „Het Oosten" gelijk
heeft1910 zou dan een jubeljaar
worden. Misschien, dal men dan in
Amerika mee feest viert en de Ame
rikaansche millionair George Kessler
aanleiding vindt om nogmaals zoo'n
feestbanket aan te richten als dezer
dagen. Hij gaf te Londen een zoogen
pooldiner. Op 't midden van de tafel
was een groot ijsveld met de pool.
ijsbergen, ijsberen, enz. aangebracht.
De kellners dienden op in Eskimo
pelzen. Bovendien, had de gastheer
ook voor een zoo koud mogelijke
atmosfeer gezorgd. Hef diner kostte
per persoon f 700, terwijl elke gast
bovendien nog een parel van f 9000
waarde ontving. Wie weet, of die
mijnheer Kessler, die met zijn geld en
tijd geen raad schijnt te weten, als
hier een Prinsje komt, dan wel eer.
Oranje-banket laat aanrichten en U
en mij, als gasten, noodigt. Nietwaar,
dat zou ons goed zitten, tenminste als
we zoo'n pareltje van groote waarde
mee naar huis kregen.
De zonderlinge gr 1 van den heer
Kessler had ook zijn goede zijde,
daar hij ook de armen niet vergat
en flinke geschenken onder hen liet
verdeelen. Nu, dat staat hem mooi,
want al hebben we tot dusver een
zachten winter, er zal niettemin in
Londen nog wel armoe en gebrek
geleden worden.
Vergeet de armen nietDeze roep
stem moge nog wel eens weerklinken
in dezen tijd. Maar moge er dan ook
steeds wél worden gedaan op kiesche
had den dronkaard met eenig geld
buiten zijn inrichting weten te krij
gen en een wakend oog op hem
doen houden, tot hij de terugreis
had aanvaard. Hij deelde mij verder
mede, dat Else ongesteld was en
verzocht mij voorloopig het noodig-
ste in hare werkplaats te verrichten
er zou spoedig nader in de zaak
voorzien worden.
Indien ik geweten had, dat mijn
patroon mij bedroog, dan zou ik
hem gezegd hebben, dat ik voor die
geheele verandering van werkkring,
al was zij slechts van tijdelijken
aard, de toestemming van mijn ouders
noodig achttemaar nu vond ik
zijn mededeeling en zijn verzoek zoo
natuurlijk en zoo billijk mogelijk.
Zoo gaarne had ik Else bezocht;
alles drong mij tot haarmaar dat
was natuurlijk niet mogelijk en een
gevoel, waarvan ik mij geen reken
schap wist te geven, hield mij ervan
terug, naar haar toestand te vragen.
Reeds op den derden dag ontving
ik van mijn patroon de verpletteren
de tijding, dat Else vertokken was
en niemand meer had willen zien.
Niemand wist ook waarheen zij ge-
wijze. 'Is niet precies hetzelfde, hoe
men geeft. Dat schijnt een oude on
gehuwde dame te Barcelona, die pas
gestorven is, niet begrepen, niet ge
voeld te hebben. Zij had bij testa
mentaire beschikking bepaald, dat een
tamelijk hooge som verdeeld moest
worden onder de kreupelen en ver
minkten, die haar begrafenis bijwoon
den. En er waren vele van deze
droevige invaliden, die aan den oproep
gehoor gaven honderden kreupele,
blinde en gebrekkige lieden volgden
den stoet, tot niet gering vermaak
van een deel van het publiek, dat
door een dergelijke tragi-comedie
geheel uit de plooi werd gebracht.
Had de overledene dame, zich bij
haar leven een voorstelling gemaakt
van dezen ja lachwekkenden, maar
tevens in-droeven stoet, zij zou
zich wel gewacht hebben aldus met
zooveel stumpers den spot te drijven.
Ook het ex-Kamerlid voor Ede, de
kleermaker van Maanen, die een
blauwen Maandag als figurant-Ka
merlid heeft gefungeerd, is een voor
werp van spot geweest. Bij het jong
ste St. Nikolaas feest was er onder
de groepen, door de Utrechtsche
studenten, éen, die betrekking had
op den heer van Maanen. Op een
aanplakbord zag men b. v. een snor
kende advertentie, waarbij het ex-
Kamerlid zich als kleermaker min
zaam in de klandisie van zijn ex-
coiiega's aanbeval.
De heer Van Maanen, die reeds
vroeger blijken gaf „niet zoo mis" te
zijn, richtte nu het volgende schrijven
„Aan de heeren, die deelgenomen
hebben aan den St.-Nikolaasoptocht
Geachte Heeren 1
Mijn dank voor de moeite die de
Heeren zich getroost hebben, om mij
weer eens uit de vergetelheid op Fe
richten, en mij weer op het podium
te brengen.
Burgemeester en Wethouders be
hoeven de voorstelling van mij niet
te verbieden, om reden dat ik op
wettige wijze tot lid der Tweede
Kamer voor het district Ede gekozen
ben en niets te maken heb met de
zaak Lehman—Westmeijer.
Mogen de Heeren Kamerleden acht
geven op de reclame (die u Heeren)
voor mij heeft gemaakt.
Ook den dank van mijn echtge-
noote en 5 kinderen aan den goeden
Sint, alhoewel zij wel iets stoffelijks
van hem hadden verwacht.
Vele groeten in afwachting:
W. VAN MAANEN Jzi,„
Oud-lid der Tweede Kamer.
gaan was. Ik moet er op dat oogen
blik zeker erg onnoozel uitgezien
hebbenwant de bedrieger geloofde
vast, dat hij mij alles op de mouw
kon speldenmaar hij was te ver
gegaan. Ik vermoedde thans, om den
tuin te worden geleid. Ook al mocht
Else hare weinige bezittingen per
soonlijk hebben medegenomen, en
niet op een andere wijze verzonden,
dan moest toch in elk geval de
richting zijn te bepalen, waarin zij
vertrokken was. Maar ik gevoelde,
dat voorzichtigheid was geboden.
Ik begaf mij schijnbaar kalm aan
den arbeid en stelde het handelen
tot later uit.
Dat dralen duurde echter korter
dan ik mij had voorgesteld want de
dagen die nu volgden, ontdekten mij
aan mijzelven en deden den grooten
omkeer ontstaan, die van nu af mijn
levensrichting bepalen zou. Ik ge
voelde eene ontzaglijke leegte en
een onweerstaanbaar verlangen, dat
mij als met onzichtbare koorden
heentrok naar de plaats die ik niet
kende.
Ik schrijf niet de geschiedenis
etwier liefde en hoogstwaarschijnlijk
De Senaat heeft dit schrijven in
„Vox Studiocorum" doen opnemen
alweer een kostelooze reclame meer,
denkt de heer Van Maanen, die blijk
baar nog steeds op stoffelijk gewin
bedacht is, en er tegen schijnt te
kunnen, dat men een loopje met hem
wil nemen. Te betwijfelen valt ot
de redacteur van zeker Indisch blad
de bejegening, welke men hem aan
doet, ook zoo kalmpjes zal opnemen.
Een collega van hem, die we maar
A. Z. zullen noemen, spreekt hem
aldus toe „Gij heb het mis, sir A.
wij zullen heden niet zeggen, dat gij
een ezel zijt, dat ware een affront
voor den ezelQij zijt nog min
der dan een ezel; gij zijt:
Gepeperde kost, ook in figuurlij
ken zin, schijnt in Indië nog altijd in
den smaak te vallen. Dit is nu weer
een gevalletje, waarop een duel be
hoort te volgen misschien hooren
we er dus nog nader van. Komt de
schrijver dier pikante regelen voor
den strafrechter, dan zal hij moeilijk
kunnen zeggen, evenals een beklaagde
de vorige week te BerlijnIk ben
onschuldig, ik heb niets, totaal niets
gedaan". Die beklaagde, een 17jarige
letterzetter, was gedagvaard, omdat
bij bij de ongeregeldheden na de
Ferrer-betoogingopsfaat geschreeuwd
en zich tegen de politie verzet zou
hebben. Hij verklaarde echter, en de
agent die hem in hechtenis nam,
verklaarde eveneens, dat hij niets on
behoorlijks had gedaan. De jongeman
had van de geheele betooging niets
geweten, hij had niet geschreeuwd,
zich niet verzet, en dat hij gevangen
genomen was, geschiedde op bevel
van een commissaris, die gelastte,
alle menschen in de straat in hech
tenis te nemen. Na deze getuigenis
bleef er van de beschuldiging niets
over. De verdediger behoefde niet te
pleiten en de rechter sprak den on-
schuidigen beklaagde vrij, met de
bepaling dat de staat de kosten van
het geding, met inbegrip der verde-
digingskosten, zou dragen. Een
ander jongmensch,verschenen voor de
rechtbank te Louisville, was niet zoo
onschuldighij erkende het hem ten
laste gelegde, nl. dat hij van de 16-
jarige Ethel Scoggins een kus ge
roofd had De kleine aanklaagster
vertelde, dat hij de misdadiger
eenvoudig zijn armen om haar hals
gelegd en toen midden op den mond
gekust had. 't Was de eerste maal,
dat een jonge man haar kuste en
het boezemde haar de grootste ont
zetting in. „En duurt die ontzetting
nog altijd voort?" vroeg de rechter.
„Neen, mijnheer de president," ant-
zou zij ook weinig belangwekkend
worden gevonden. Daarom zal ik er
mij toe bepalen, te zéggen, dat de
toestand weidra ondragelijk werd en
dat ik, met de uiterste voorzichtig
heid handelende en niet zonder list
te baat te nemen, Else's spoor volg
de en haar vond.
Een paar dagen verlof kon de
meester mij niet weigeren en die
maakte ik mij ten nutte voor den
geheimzinnigen tocht, dien ik niet
zonder bange vrees aanving want
ik wist in het geheel niet, hoe ik
haar zou aantreffen en bovendien
had zij volkomen het recht mij te
verwijten dat ik, in haar treurigen
en hulpeloozen toestand, haar aan
haar lot had overgelaten.
Wat het eerste betreft, was de
taak om een haar passenden werk
kring te vinden, haar boven ver
wachting licht gevallen. Zij had dien
nog niet aanvaard en vertoefde nu
zeer tijdelijk bij eene oude, beproefde
vriendin, die haar met de grootste
liefde en hartelijkheid had ontvangen.
(Wordt vervolgd.)