Eerste Blad. De oude Uniform Maandag 17 Januari. 48e Jaargang. 1910. f 0,57 5,50 0,02 6,- 2,07 - 6,70 3it nummer bestaat uit 2 bladen Gemeentebestuur. Gourant Feuilleton. I No. 13 ven de ngelsciie end met Oe invloed van koude op den mensch. IT BINNENLAND. HSHSd VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE JR., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. ftbonnements-flduertentiën óp zeer uoordeelige voorwaarden ;rward ebben, in dus moest dat in ren en ror een ie ver- i borst belet dat in >r slijm m los- de, ge- del dat tooster lakt de cht aan moeten longen tering ie slijm andere en uit ende te e slijm Iet vele los te dat ik ook ten en was had ge- ruik van inkelier laap en ik, bevat-I de winter- vele gene-S ico toeopl Sancta ■onchitis, tsteking, akingen, leningen, 'acon van m f3.50. tterdam. Lepel- rg, W. gEVAAL ;isten en BEKENDMAKING. Aangifte van nieuwe leerlingen voor de Openbare lagere scholen. Burg. en Weth. van Vlissingen; brengen ter kennis van belangheb benden, dat op Maandag 14 Fe= bruari a. s. als leerlingen tot de scholen A (Coosje Buskenstraat), B (Hendrikstraat) en F (Joost de Moor straat), kunnen worden toegelaten kinderen van on- en minvermogen- den, die op het tijdstip der toelating j zes jaren oud zijn. De aangifte der nieuwe leerlingen kan geschieden van Maandag 17 Januari tot en met Zaterdag 29 Januari e. k., des voorm. van 9—12 B uren,ter Gemeente-Secretarie (Griffie). Bij de aangifte wordt men verzocht l een Trouwboekje mede te brengen. Vlissingen, 15 Januari 1910. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. Wanneer de temperatuur om ons I heen in den dampkring afneemt, daalt de thermometer. Verder heeft de I afkoeling geen anderen invloed op de kwikbuis. De werking op ons lichaam is echter niet van zoo'n eenvoudige I soort. Zooals we reeds meermalen 1 hebben besproken, wordt de eigen I temperatuur van ons organisme, onaf- .j hankelijk van die der omgeving, door I een opmerkelijk mechanisme van physioiogische processen standvastig gehouden. Evenzeer is het in 't alge- I meen bekend, dat de gevolgen der I koude, welke ons lichaam niettemin gewaar wordt, niet in vaste verhou- a ding staat tot de regelmatige aanwij zing van het aantal graden daling van K de temperatuur. Hoe dikwijls hoort men in het dagelijksche leven niet •■zeggen: «wat een koud weer! Ik huiver ervan terwijl de thermometer I geen bijzonder lagen stand aanwijst, W b.v. een paar graden boven nul. Toch 5 is het waar, dat men bij een derge- 'l lijke temperatuur meer kou kan voelen dan bij een stand van 5 graden onder nul. Veel lieden beweren bij zulk een Een afgrond van eenige honderden voeten diepte gaapt daar beneden hern, en langs deze steilte moet hij afdalen om bij den uitspringenden steen te komen, waar hij zijn arbeid moet beginnen. Gelukkig heeft de natuur ook hier hare vernielende werking uitgeoefend. Geweldige steenmassa's zijn van boven neergestort en terechtgekomen op een uitstekend stuk muurwerk. Nu vormen zij een soort van trap, die bijna reikt tot de plaats, waar hij nu staat. Daardoor is het afdalen veel gemakkelijker dan hij vermoed had, hoewel hij toch voorzichtig moet zijn, want bij iederen stap rollen steenen ratelend in de diepte. Eindelijk eindelijk heeft hij de plaats bereikt en vasten grond onder ae voeten. Hij staat voor de plaats, huivering, terwijl de koude niet van belang is, dat er sneeuw op komst is. Dit hoort men vooral van magere, bloedarme, gevoelige personen. Hier uit blijkt, dat de mensch geheel anders op de daling van de luchttemperatuur reageert dan de thermometer, wat trouwens a preori reeds te verwachten is, daar de mensch niet zulk een eenvoudig natuurkundig toestel is ais een glazen buis met kwik. Om te beginnen, hebben we een huid, die, wanneer we deze eens konden uitspreiden een zeer groote oppervlakte zou beslaan. Deze huid bevat duizenden gevoelszenuwen, wier prikkeling door allerlei invloeden gewaarwordingen in de centra van ons zenuwstelsel te weeg brengt. En juist is het de toestand der huid, waardoor de gevolgen bepaald wor den van de werking der verschillende graden van warmte en koude op ons lichaam. Onder gewone omstandig heden blijft de lichaamswarmte, ook die der huid, hooger dan de tempe ratuur der lucht. Waarom krijgen we het gevoel van koude in den vinger top, wanneer we daarmede een stuk metaal aanraken Dit komt omdat de metalen uitstekende warmtegeleiders zijn, er wordt dus aan onzen warmen vingertop door de aanraking van het metaal warmte onttrokken en de ze nuwuiteinden in de top van den vinger zenden terstond een „telegram" naar de hersenen over hun gewaarwordin gen daardoor voelen we koude. Dezelfde aanleiding maakt, dat wij voelen dat onze huid wordt afgekoeld, indien we uit de droge lucht in een vochtigere van dezelfde temperatuur overgaan waterdamp nl. is even als metalen, een goede warmtegeleider. Aan onze huid wordt in een vochtige lucht bij gelijke temperatuur, meer warmte onttrokken dan in droge. Hetzelfde ondervindt men bij het dragen van vochtige kleeren of bij het verblijf in vochtige vertrekken. Het is bekend, dat bij een zelfde temperatuur de lucht een grootere of kleinere hoeveelheid waterdamp kan bevatten of, zooals men gewoonlijk uitdrukt, meer of minder met waterdamp ver zadigd kan zijn. Vooral, indien de lucht zooveel mogelijk verzadigd is, zoodat bij gelijkblijvenden warmte graad nog meer toegevoerde water damp als water zou neerslaan, is de onttrekking van warmte aan onze, de lucht in temperatuur ver overtreffende, huidoppervlakte zeer merkbaar. Menigeen zal zich herinneren, welk een gevoel van koude men ondervin den kan, wanneer men na een warmen zomerdag des avonds op het veld of in een bosch gaat wandelen. De ther mometer zal daar niet lager staan dan ergens anders, maar de lucht bevat op het veld meer waterdamp wegens uitwaseming van den grond, terwijl waar hij een gat in het muurwerk wil breken. Hij trekt zijn jas uit, grijpt het houweel en begint onmid dellijk aan zijn zwaren arbeid. De muur is inderdaad niet dik, het doorbreken zal niet veel tijd vor deren. Als de beide mannen nog in leven zijn, zal hij ze spoedig bevrijd hebben. Deze gedachte staalt zijn spieren, met groote kracht drijft hij het houweel in den muurde stee nen worden uit hun verband gerukt en vallen aan zijn voeten. Onver moeid houwt hij voort en weldra heeft hij een groot gat in den muur van het gewelf gemaakt. Hij wacht een oogenblik en luistert. Ha hij hoort gedruisch als van mokerslagen. Welk een gelukHij heeft zich niet vergist. Daar binnen zijn ze nog in leven. Hij dringt het boven lichaam door de gemaakte opening en roept zoo luid hij kon „Moed Houdt moedDe redding is nabij „Gratesklinkt het antwoord uit de diepte van het gewelf, en daar binnen worden de slagen nu krach tiger en sneller. Nu kan de man zijn vreugde niet langer bedwingen. Hij heeft de stem van Hubert herkend. het vocht in het bosch onder de boomen blijft hangen. Wij verliezen daar dus meer warmte dan in de droge lucht. Het vocht van de lucht wordt door den thermometer niet aangewezen. Daarvoor hebben we andere instrumenten, o.a. den hygro meter. Dit is een werktuig, waardoor de hoeveelheid waterdamp in de lucht wordt aangeteekend. ledereen kent wel de zgn. „weerhuisjes", waarbij een mannetje naar buiten draait als er regen in aantocht is en een vrouw tje te voorschijn komt als het droog weer is. Dit zijn hygrometers in zeer eenvoudigen vorm en vertoonen hun werking, doordat de kattendarm, die lusschen beide poppetjes is gespan nen, inkrimpt bij droogte en dus meer gespannen wordt, terwijl ze langer wordt en dus slapper bij vochtige lucht. Velen zullen weinig last van koude gevoel hebben bij een droge iucht van 10 graden onder nul, maar hui veren bij een temperatuur van even boven nul als het mist. Daarbij is het groote warmteverlies niet de eenige aanleiding voor het onaangename gevoel en voor de bij gevoelige per sonen alsdan lichtelijk ontstaande verkoudheden of ingewandsaandoe ningen. De afkoeling der huid heeft nl. tengevolge, dat de huidbloedvaten zich vernauwen, derhalve blijven de stoffen, die door die bloedvaten worden afgescheiden, langs de huid, in het lichaam. Eveneens gebeurt dit met gassen die anders langs de huid uit het lichaam verwijderd worden. In éen woord, de huidfunctie is ge stoord. Vandaar dat droge koude lucht, vooral bij zonneschijn, waarbij dus het warmteverlies niet zoo intensief is, terecht als veel gezonder wordt beschouwd. Wil men nu van de vochtige koude lucht den invloed geringer maken, dan moet men trachten de warmte ontwikkeling in het lichaam zelf te vergrooten. Dit is te verkrijgen door flink, hard werken. Een gevaar is hierbij, het oogenblik, dat er rust genomen wordt, daar dan de afkoe ling zeer sterk kan zijn. Dit zelfde ziet men ook bij veel spierbeweging in droge koude lucht. Wanneer men begint met schaatsen rijden, dan zijn de eerste 15 minuten de voeten meestal „zoo koud als ijs", dit komt door de afkoeling en de nabijheid van het vochtige ijs. Gaat men door met deze beweging, dan worden al spoe dig de voeten lekker warm, ja het geheele lichaam krijgt een aangenaam warmtegevoel, meestal wordt de huid zelfs vochtig door zweeten. Ze komt dus eigenlijk in een vochtigen damp kring en wanneer, wat helaas zoo vaak gebeurt en waardoor het heer lijke ijsvermaak zoo gevaarlijk wordt, nu aan het eind der ijsbaan gerust Hij valt op de knieën en roept „God zij geloofd. Zij zullen gered worden Weer wil hij aan het werk gaan, doch de krachten ontzinken hem. Wanhoop grijpt hem aan Als hij het werk niet kan beëindigen Het zou verschrikkelijk zijn En hij ziet uit naar hulp. Er is niemand in de nabijheid, maarginds op de Moezel nadert een bootje. Het vaart snel en zal spoedig bij hem zijn. Er zitten drie mannen in. Joost kan ze duidelijk zien. „Dat is hulp, door God gezonden", juichte hij en met nieuwen moed gaat hij weer aan het werk. Steeds grooter wordt de opening, van de binnenzijde wordt ook flink gewerkt, weldra zal het reddingswerk volbracht zijn. XXIXe HOOFDSTUK. We keeren terug tot de twee le vend begravenen. Nadat weer uren zijn voorbij ge kropen, het licht uitgegaan en alles donker en stil geworden is, hooren zij opeens het geluid van slagen. Dat geluid is afkomstig van andere wordt, kan de afkoeling zoo sterk zijn, dat kouvatten en andere ernstiger aandoeningen het gevolg zijn. Dat rust bij groote koude zeer slechte gevolgen kan hebben, blijkt wel uit de verschillende berichten van doodvriezen van mensrhen. Wat is nl. het geval. Wanneer iemand in de koude in siaap valt, dus bijv. in de sneeuw gaat liggen slapen, iets wat nog al eens in de bergstreken voorkomt, dan komt naast de groote intensieve afkoeling nog een ander moment medewerken. Tijdens den slaap immers zijn alle werkingen in het lichaam minimaal, de warmte productie eveneens. Derhalve wordt de warmtegraad van het lichaam zoo verlaagd, dat de dood daarvan het gevolg is. Mocht bij dezen of genen de be denking opkomen, dat bij deze be schouwingen niet gelet is op het feit, dat de mensch niet naakt loopt, maar door vrij dikke kleederen tegen de koude wordt beschermd, dan moet er in de eerste plaats gewezen wor den op ons hoofd en handen, die bloot zijn en op de groote openingen in onze kleeren en vervolgens dat de kleeren doordringbaar zijn voor lucht en vocht. De lucht dringt overal doorheen, soms wel heel moeilijk, maar 'tgaat toch. Men zou meenen, dat onze voeten van de lucht afge sloten zijn door onze schoenen dat dit niet zoo is, wordt men wei ge waar, als onze likdoorns bij vochtig of koud weer gaan opspelen. Hoewel het doordringbaar zijn onzer kleeren onaangenaam kan zijn bij koude, is het daartegenover zeer nuttig voor het lichaam, ja zelfs zeer noodzakelijk. Daardoor kan de huid nl. hare normale functiën uitoefenen, wat een voorwaarde is voor de in standhouding der normale stofwisse ling en voeding van het mensche- lijk organisme. A. Onderscheidingsvlag van Prinses Juliana. „Staatscourant" no. 12 bevat een Koninklijk besluit van den 8sten November 1908,houdende vaststelling van de onderscheidingsvlag voor Hare Koninklijke Hoogheid |uiiana, Prinses van Oranje Nassau, Hertogin van Mecklenburg. De door Hare Koninklijke Hoog heid Juliana, Prinses van Oranje Nassau, Hertogin van Mecklenburg te voeren vlag is 'n langwerpige vlag van oranje kleur, waarvan de-hoogte 6/b van de lengte bedraagt, driehoekig uitgesneden over een l/3 van de lengte van de vlag in vier vakken verdeeld door een staand vierarmig kruis van Nassausch blauw, ter menschen. Hubert zit midden in het gewelf. Bij de laatste flikkeringen van het licht maakte hij de plaats gereed, waar zijn sterfbed zou zijn. Den brief heeft hij in zijn borstzak "gestoken, op een steen, wat hooger dan zijn zitplaats, ligt de uniform zijns va ders. Daarop leunt hij met het bo venlichaam. Naast hem liggen hou weel en pistool om ze zoo noodig te gebruiken. Hij heeft het gedruisch gehoord. Niettegenstaande de zwak heid en de verdooving, die zich reeds van hem hebben meester ge maakt, heft hij het hoofd op. Regelmatig volgen de geluiden elkander op. Het is, alsof met een hard voorwerp op den muur wordt gebeukt. Het geluid wordt steeds sterker, de plek vanwaar het komt, meent hij te onderscheiden. Men heeft hun verblijfplaats ontdekt en werkt aan hun redding Nu beweegt zich iets op den ach tergrond. Met knikkende knieën komt de veroordeelde uit zijn afgelegen hoek. Sidderend en bevreesd komt hij af op het geluid van het houweel, dat breedte van 7- van de hoogte der vlag, het midden van het kruis lig gende op 5/12 van de lengte der vlag, gerekend van de broekzijdein het midden van het kruis een medaillon van oranjekleur, ter middellijn van 3/u van de lengte van de viag, waarop geplaatst ons wapen, zoóais dit is vastgesteld bij het Koninklijk besluit van den lOen Juli 1907 (Staatsblad no. 181), nader gewijzigd bij het Koninklijk besluit van den 13den Juli 1909 (Staatsblad no. 271) het schild gedekt met de Koninklijke Kroonin het bovenste oranjevak aan de broekzijde een jachthoorn van azuur, gesnoerd en geopend van zilver (Oranje)in het onderste oranjevak aan de broekzijde een aan ziende stierenkop met afgerukt hals vel van sabel, gehoornd van zilver, getongd van keel en gekroond met eene driebiadige kroon van goud (Mecklenburg). Casinobai. Gisterenavond had in de prachtig versierde zalen van het Hotel „Ouden Doelen" te 's Gravenhage, het eerste Casinobal in dit seizoen plaats, dat werd bijgewoond door H.H. M.M. de Koningin, de Koningin-Moeder en Z. K. li. Prins Hendrik. De Koningin- Moeder verscheen om ruim 10 uur en 10 minuten, later de Koningin en de Prins, vergezeld van groot gevolg. Het vorstelijk bezoek duurde tot on geveer half twaalf. Er waren voorts pl. min. 150 gasten, onder wie bijna alle te 's Gravenhage aanwezige gezanten van vreemde mogendheden, attaché's en secretarissen van legatie, alsook andere hoogwaardigheidsbekleders, officieren van ons leger in uniform en anderen. Het was een zeer geani- meerd bal. Pensioenen van rechterlijke ambtenaren. De „Staats-Courant" heeft het eerste pensioenbesiuit gebracht voor rechterlijke ambtenaren, ingevolge de z.g. Achterstandswet. Daardoor is aan een 13 tal, die ontslag genomen hebben na het in werking treden van de Achterslands wet, als pensioen de volle wedde toe gekend, die zij genoten op den dag van de inwerkingtreding der wet. Van de bepaling der wet, dat de genoemde gunstige voorwaarden ook worden toegepast op hen, die, op den dag der inwerkingtreding van de wet, den leeftijd van 65 jaar bereikt heb-; bende, vóór dien dag hun ontslag verzocht hebben, mits dat ontslag verleend is of wordt, met ingang van 1 Mei 1908 of van een lateren dag hebben een drietal reeds eerder gepensioneerde rechterlijke ambtena ren het genot: hun pensioen is thans nu ook in den kelder zijn werk ver richt, want Hubert heeft zijn werk tuig opgenomen en met nieuwe kracht houwt hij in de steenen op de plaats, waar ook aan de buiten zijde gewerkt wordt. Achter hem staat Wenz, zijn adem inhoudende om niet bemerkt te wor den. De ellendeling begint ook weer te hopen. Al kan hij Hubert niet zien, toch vermoedt hij, waar deze staat en booze gedachten gaan hem weer door het hoofd. Wanneer zijn lotge noot intusschen gestorven was, zou voor hem alles gewonnen zijn. Dan kon hij den brief vernietigen en nie mand zou ooit weten, wat hier tus- schen hen was voorgevallen. Blik semsnel vliegt hem deze gedachte door zijn hoofd. Hij herinnert zich het pistool, dat nog moet liggen waar Hubert heeft gezeten. Zoo hij het bij de hand had, zou hij zijn plan reeds hebben uitgevoerd. De plaats, waar het lag, kon niet ver weg zijn. Hubert zou niets bemerken bij zijn rumoerig werk. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1