De oude Uniform
nliën
Zaterdag
15 Januari.
L
No. 12
48e Jaargang.
1910.
de
f 0,51
5,50
- 0.62
- 6, -
- 2.07
- 6.70
Feuilleton*
9or~
BEKER.
egevende
Engelsehe
uitend met
BINNENLAND.
I
gieten om direct
een bouillon niet
kele blokjes ver-
it, Vlissingen,
beveelt zich aan
van ASSURAN-
is te Rotterdam
s, Koopmansgoe-
and-, Rivier- en
e Buskenstraat.
1 PTf
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Abonnements-Aduertentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden
Eeuwfeest Neerland's onaf
hankelijkheid.
Z. K. H. de Prins der Nederlan
den'heefthet beschermheerschap aan
vaard van het comité dat zich ge
vormd heeft om in de Hofstad het
eeuwfeest van Neerland's onafhanke
lijkheid luisterrijk te vieren.
Marine-machinistenschool te
Hellevoetsluis.
De minister van marine brengt ter
kennis, dat bij K. B. van Jan. 1910
de leeftijdsgrenzen gesteld voor toe
lating tot de marine-machinistenschool
te Hellevoetsluis in dier voege zijn
gewijzigd, dat voortaan jongelieden
die op 1 Sept. van het jaar van toe
lating den leeftijd van 15 jaar hebben
bereikt en nog geen 18 jaar zijn tot
het afleggen van het vergelijkend
examen voor die inrichting in aan
merking kunnen komen, in 1910
zullen ook nog tot de marine-machi
nistenschool kunnen worden toege
laten adspiranten, die op 1 Sept. van
dat jaar den leeftijd van 14 jaar
hebben bereikt. Voorts wordt de
aandacht er op gevestigd, dat een
nieuw examenprogramma is vastge
steld, dat voor het eerst in 1911 zal
worden gevolgd, zullende evenwel in
dit jaar het voldoen aan de eischen
van het nieuwe programma tot aan
beveling strekken. Voor inlichtingen
dienaangaande wordt verwezen naar
den comm. der imarine-machinisten-
school te Hellevoetsluis.
Het afscheid van Burgemeester
Van Leeuwen.
Gisterenmorgen hebben de militaire
autoriteiten te Amsterdam en corps
afscheid genomen van den aftredenden
burgemeester. Om 12 uur werden zij
door mr. van Leeuwen in de Raads
zaal ontvangen. Generaal-majoor S.
S. van Nooten, commandant der stel
ling Amsterdam, tevens bevelheber
in de le militaire afdeeling, dankte
den burgemeester voor de aangename
wijze waarop hij steeds met hen
heeft saamgewerkt, en mocht van
mr. Van Leeuwen de verzekering ont
vangen dat hij steeds met genoegen
aandie samenwerking zal terugdenken.
Behalve generaal-majoor van Noo
ten waren tegenwoordig de plaatse
lijke commandant, kolonel Brocx;
de commandant van het 2e regiment
infanterie daar in garnizoen, kolonel
Froger jende hoofden van afdeelingen.
Heden en morgen worden de hoofd
ambtenaren en ambtenaren in de ge
legenheid gesteld afscheid te nemen.
Bewaarschool-onderwijs.
De minister van binnenlandsche
74.)
o—
Daar ontstond plotseling een
groote beweging onder de menschen
buiten. Een onbekend man was adem
loos uit de richting van Gröv geko
men om het paard te zien. Zoodra
dit in de herberg bekend werd,
stormden allen naar buiten. Voor
den stal stonden de mannen, en
lieten uitroepen van verwondering
hooren, die onzen komediant wel
moesten treffen. De vreemde man
had het paard nauwelijks gezien of
hij riep, dat hij het dier kende, dat
het aan zijn meester, den genadigen
heer Von Beuren, toebehoorde. Alsof
het dier deze woorden wilde beves
tigen, hinnikte het den man vroolijk
tegen. Het was Nickel, die zijn mees
ter zocht.
De babbelende gapers van Uerzig
hadden het onbekende paard reeds
^\EN MOGE U NAMAAK
OPDRINGEN,
HOUDT VAST AAN
(Adv.)
zaken heeft aan de Gedeputeerde
Staten der onderscheidene provinciën
verzocht, het met namen genoemde
inlichtingen en stukken te willen
verstrekken, ter beoordeeling van den
bestaanden toestand ter zake van het
bewaarschoolonderwijs.
De hoofdelijke omslag.
De „Gemeente-Stem" schrijft
Men deelt ons het navolgende
staaltje mede van de wijze waarop
somtijds in kleine genteenten de be
palingen betreffende den hoofdelijken
omslag worden toegepast.
De familie E. bezit reeds gedurende
zeer langen tijd in de gemeente
IJzendoorn eene woning in eigendom.
Daar genoemde familie thans te
's 'Jravenhage woonachtig is, heeft
het hoofd der familie de woning
verhuurd aan een zekeren v. L. Deze
tot voor twee jaren steeds in de
tweede klasse van den hoofdelijken
omslag der gemeente IJzendoorn aan
geslagen, maar, toen eene poging van
den Raad dier gemeente, om den
heer E. als vorens in den hoofdelij
ken omslag te betrekken, was mislukt,
werd v. L, van de 2e klasse naar de
16de klasse overgebracht, hoewel in
diens financieele positie geen veran
dering was gekomen.
De gemeenteraad volgde deze re
deneering De familie E. heeft aan
v. L. voor verschillende diensten,
welke deze haar moet bewijzen
als het aanbrengen van herstellingen
aan het huis, het toezicht houden op
de landerijen, het innen der pachten
en het onderhouden van tuin en
boomgaard het vrij gebruik als
huurder van het geheele huis met in
boedel afgestaan. De Raad beschouw
de dus terecht het genot van het
huis als eene inkomst in natura, maar
maakte bij het terugbrengen van dit
genot in natura tot geldswaarde eene
dwaze fout.
vergeleken met het paard van den
vermoorden dienaar van den heer
Von Beuren en zij dachten reeds,
dat er weer een verschrikkelijke mis
daad moest gepleegd zijn.
Op behendige wijze was Hans
Gorgel den tamelijk radeloozen
Nickel genaderd. Deze herkende on
middellijk den komediant, dien hij
vroeger aan de poort van Beurenhof
had afgewezen, en spoedig waren
die beiden in druk gesprek. Verras
send snel kwam Hans Gorgel te
weten, dat de heer Von Beuren met
een anderen heer sedert Vrijdag
spoorloos verdwenen was. Men had
hun spoor kunnen volgen tot Euseirch,
doch waar de heeren verder heen
gegaan waren, was een raadsel. Hans
Gorgel zweeg natuurlijk over het
doel van zijn reis, maar hij liet
Nickel niet los. Hij bood zelfs aan
te helpen zoeken naar den vermisten
slotheer. De argelooze Nickel nam
dit aanbod verheugd aan.
„Wat denk je te doen vroeg
Hans Gorgel.
„Wat die menschen daar spreken
is onzin, maar er mo°t toch een
ongeluk gebeurd zijn. Het beste is,
Hij nam ais grondslag aan de wet
op de personeele belasting, hetgeen
niet onbillijk was maar blijkbaar
zonder recht begrip van die wet.
Ten minste in zijne beslissing naar
aanleiding van het door v. L. inge
stelde beroep tegen den aanslag,
werd gesproken van de volgens de
personeele belasting geschatte huur
waarde „zoo van het huis als van
het meubilair". Door nu als inkomst
te gaan beschouwen de waarde van
het meubilair, kon de Raad met het
oog op de andere inkomsten van
v. L. den aanslag in de 16de klasse
bevestigen.
Van deze beslissing werd beroep
ingesteld bij Ged. Staten van Gel
derland en deze handhaafde (mirabile
dictu) den aanslag o. a. op de vol
gende overweging
„Overwegende, dat bij deze opgave
blijkbaar geen rekening is gehouden
met het feit dat het huis met inboe
del, waarvan appellant blijkens
overlegde overeenkomst het vrij ge-
not verzekerd is, voor de personeele
belasting is geschat op een huur
waarde van f 1000."
Hier werd dus zelfs door een col
lege van Ged. Staten uitgemaakt, dat
de wet op de personeele belasting
schatting van de huurwaarde van een
huis met inboedel zou kennen.
En wanneer men in aanmerking
neemt, dat de huurwaarde van het
huis volgens de schatting der wet op
de personeele belasting f 145 bedroeg
en de waarde van het meubilair vol
gens dien aanslag op f 1000 was ge
steld, ligt het vermoeden voor de
hand, dat zelfs Ged. Staten deze be
dragen hebben samengesteld om het
inkomen van v. L. berekenen.
Twee administratieve colleges be
gingen dus de fout om de waarde,
waarop het meubilair werd geschat,
geheel als inkomst te beschouwen.
Het verschil tusschen kapitaal en in
komen scheen dus te hebben afge
daan.
Op deze beslissing steunende,
sloeg de raad der gemeente Ijzer-
doorn v. L. het volgende jaar wederom
in de 16e klasse van den hoofdelijken
omslag aan.
Op een bij den raad ingesteld be
roep werd ouder gewoonte afwijzend
beschikt, ditmaal onder verwijzing
naar de verkeerde beslissing van
Ged. Staten.
Toen wederom bij dit college in
beroep werd gekomen, zag dit zijne
dwaling van het vorige jaar in en
plaatste het v. L. wederom in de 2de
klasse, zoodat thans eindelijk recht
is gedaan.
Onze berichtgever voegt hieraan
toeWij meenden dit geval in rui
meren kring te moeten bekend ma
ken en niet in het stof der archieven
te laten slapen, omdat wij ons af-
geloof ik, dal wij naar den Mont
Royal gaan om daar eens rond te
zien."
„Zoo denk ik er ook over, maar
eerst gaan wij zoo spoedig mogelijk
naar Trarbach. Daar moet het paard
zijn heer verloren hebben. Daar zal
men wel meer weten. Als dat niet
zoo is, gaan we samen naar den
Mont Royal."
Nickel keurde dit voorstel goed.
„Kom", zei Hans Gorgel, „ik ben
met een schipper overgekomen, die
mij in twee uren naar Trarbach zal
varen. Zoo komen wij er vlug, rusten
uit en sterken ons tegen de komende
vermoeienissen."
Nu verzocht Hans Gorgel den
schipper dringend zich gereed te
maken voor de afvaart. Het was om
streeks vier uren na den middag,
toen zij van wal staken en door de
snelstroomende Moezel werden mee
gevoerd. Omstreeks zes uur zouden
zij te Trarbach zijn.
Joost wist nu, wat hij te doen
had. Hij snelde naar Trarbach, liet
zich overzetten en begon onmiddel
lijk den Mont Royal te beklimmen.
vragen, of het niet wenschelijk zou
zijn aan de rechterlijke'macht meer
dere bevoegdheden toe te kennen in
zake het verschuldigd zijn van be
lastingen. Waar het blijkt, dat zelfs
Ged. Staten eenmaal eene zoo on
juiste beslissing hebben genomen, is
het de vraag, of het te verdedigen
blijft, dat de rechterlijke macht in
gevallen als deze zoo goed als ge
heel wordt uitgesloten.
Het bestuur van de Vereeniging
tot verbetering van den maatschap-
pelijken en den rechtstoestand der
vrouw in Nederland, heeft een adres
aan H. M. de Koningin gericht, waar
in het de wenschelijkheid betoogt,
dat in de Staatscommissie voor Grond
wetsherziening ook een of meer vrou
wen zullen worden opgenomen.
Tegen cien Bond van Nederl.
Onderwijzers.
De heer J. B. Meerkerk, te Sappe-
meer, heeft aan wie hem instemming
betuigd hebben met zijn protest tegen
het optreden van den Bond van Nederl.
Onderwijzers, voorgesteld, op Vrijdag
den 1 April samen te komen te Utrecht,
om te overwegen, of men een vereeni
ging zal oprichten, bijv. „De Vader-
landsche School".
Punten van beteekenis ter overwe
ging dunken hem o. a.„neutraliteit
beduidt niet onverschilligheid, noch
op godsdienstig terrein, noch in po-
litieken zin niemand aanstoot geven
beduidt niet, godsdienstloos zijn, doch
integendeelhoogen eerbied hebben
voor ieders godsdienst, uit godsdienst;
het besef van plicht tegenover het
vaderland in ^nationaal-historische
beteekenis moet in de vaderiandsciie
jeugd worden gewekt, zoowel als dat
van plicht tegenover zichzelf en de
menschheid alle vage theorieën scha
den de openbare onderwijzer, die
zóó zijn verheven taak opvat, is de
aangewezen opvoeder van de vader-
landsche jeugd."
Rotterdam.
De rede, waarmee de burgemeester
de eerste zitting van den Rotterdam-
schen raad gister opende, bevat niets
dan goeds. Het getal schepen, dat de
haven bezocht, steeg tot 8773, de
inhoud tot 9.801.850 ton, zijnde een
vermeerdering van 326 schepen en
684.929 ton ook de binnenvaart nam
toe met 2894 schepen en 1.335.647
ton. De stadskas ontving ongeveer 21/*
millioen aan havengeld of f 150.000
meer dan het vorige jaar. Ook de
nijverheid bloeide, vooral ook de
scheepswerven, waar een zesde van
de geheele Nederlandsche productie
gebouwd werd. Groot was de ver
levendiging van het bouwbedrijf. Ge
bouwd werden 1820 gebouwen tegen
Hij kende de plaats van het half
in puin gevallen gewelf even goed
als zijn broer. Joost ontmoette nie
mand, zag niemand, zoo ver het oog
reikte. „!k had hulp moeten meene
men", dacht hij. Maar nu was het
te laat, hij moest handelen zonder
een oogenblik te verliezen.
Joost kwam bij de plaats, waar
Wenz twee dagen te voren zijn
paard had vastgebonden. Een stuk
van een riem hing, nog aan den
steen. Het hongerige en dorstige
dier had den teugel doorgebeten.
Joost schonk er niet veel aandacht
aan, maar stapte verder. Spoedig
bereikte hij nu de plaats, waar de
ingang van den kelder moest zijn.
Hij vergiste zich niet. De beide
mannen zijn hier geweest, dat blijkt:
er ligt nog een houweel. Met een
kloppend hart nadert hij de steenen,...
en onderzocht ze.
Daar klinkt een kreet van smart
en ontzetting. Hij bemerkt de nieuwe
instorting en moet erkennen, dat de
mannen verloren zijn, als zij werke
lijk in het gewelf zijn afgedaald.
Hier is geen binnendringen meer
mogelijk. Joost weet den anderen
1369 in het vorig jaar, wat tot de
oplossing van het woningvraagstuk
zal bijdragen. De gemeente verkocht
niet minder dan f 1.756.747.25 aan
bouwgrond. Het bevolkingscijfer is
417.783, het sterftecijfer was buiten
gewoon laag 12.22 per mille, een
verhoudingscijfer zoo gunstig als zel
den in een der groote bevolkings
centra voorkwam. Gelukkig werd de
cholera bedwongen.
Spr. herinnert verder aan belang
rijke raadsbesluiten, waaronder de
bouw van een stadhuis en andere, om
de bewoning der stad aantrekkelijker
te maken en constateerde met vreugde
de medewerking van particulieren, als
door de toezegging van een standbeeld
voor Oldenbarneveldt, de inrichting
van een antieke zaal in het museum
Boymans, de aanbieding van een kost
baar ameublement voor de Kamer van
Koophandel, terwijl hij voorts nog
kon mededeelen, dat een ander in
gezetene een uitgebreide kostbare ver
zameling porselein, glaswerk en be
werkt bergkristal wil schenken.
Wat den raad betreft, richtte de
voorzitter waardeerende woorden tot
den nestor, den wethouder Hudig,
die dit jaar afscheid neemt, dankte
ook den raad voor zijn. toewijding,
de belangen der gemeente bij voort
during in de medewerking det leden
aanbevelend. Eveneens deed hij een
beroep op de medewerking van de
ambtenaren en eindigde met de beste
wenschen voor den raad en de burgerij.
De weihouder Hudig bedankte den
burgemeester voor de wenschen. Hij
verheugde zich in de verblijdende
mededeelingen door dezen gedaan en
gaf namens den raad de verzekering
van de voortdurende medewerking en
eindigde met de beste wenscnen voor
den burgemeester en zijn gezin.
Rijkskweekscholen.
De minister van binnenlandsche
zaken brengt ter kennis van belang
hebbenden, dat op 1 Mei 1910 bij de
Rijkskweekschool voor onderwijze
ressen te Apeldoorn en bij de Rijks
kweekscholen voor onderwijzers te
Nijmegen, Haarlem, Middelburg, De
venter, Groningen en Maastricht ten
hoogste 24 leerlingen kunnen wor
den geplaatst.
Bij gelijke bekwaamheid en aanleg
genieten diegenen de voorkeur die
in de gemeente wonen waar de kweek
school is gevestigd, of die, elders
wonende, zelf in de kosten van huis
vesting en verpleging voorzien.
Bij de aangifte moet daarvan door
de ouders of voogden van de ads
piranten melding worden gemaakt.
Zij, die voor plaatsing aan eene
van de Rijkskweekscholen voor on
derwijzers in aanmerking wenschen
te komen, moeten zich vóór 1 Maart
1910 aanmelden bij den direeteur
ingang ook wel, doch die is sedert
zijn kinderjaren door de instorting
van een groote steenmassa dichtge-
raakt. Ook daar is het onmogelijk
in den keider binnen te dringen.
Doch daar herinnert Joost zich
een plaats in het muurwerk, waar
tusschen twee rotsen een boogvor
mige welving te vinden is. Daar
moet bij den bouw van de vesting
een poort geweest zijn, die men
later heeft dichtgemetseld. Van de
overzijde der Moezel gezien, lijkt
die welving klein en smal, want zij
bevindt zich op een aanzienlijke
hoogte. De muren van het gewelf
zouden daar niet sterk zijn, dat be
hoefde ook niet, want van de rivier
zijde is die plaats nu en nooit te
bereiken wegens de steilte. Men zou
vleugels moeten hebben om er te
komen. De weg daarheen is gevaar
lijk, maar Joost mag niet aarzelen,
twee menschenlevens zijn in gevaar.
Hij neemt het houweel op en be
gint den moeilijken tocht naar de
welving, daar in de hoogte. Eindelijk
staat hij, waar hij wezen wil.
(Wordt vervolgd.)