Zaterdag ;00P: IELBURG", De oude Uniform Woonhuis, No. 6 48e Jaargang. 1910. t Zuivere hebben, ei kunst- akenbe« ons land jen Januari oemde Voorstelling aüIJSEN-KLOP. overschot tn de deel- e Vereeni- i als winst BINNENLAND. ing, meer dan 20 roentensoep, Ver- Verkrijgbaar bij Vlissingen. VLISSINGSCH Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. COURANT 8 Januari, ADVERTENTIÈNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. tuburgzaal te Vlissingen, md een flinke m-mmw koopsom kan als het huis gevestigd ider No. 2, Boekh. JUTTING, Mid- I FË KOOP gevraagd Winkel te verbou- ;er L. B., Bureau 5KADE. Voor Rusland is 1909 weder een zeer treurig jaar geweest en het is niet twijfelachtig hoe het in het vol gende zal zijn. De adel, machtheb benden en andere grooten hebben het pleit gewonnende aan het volk geschonken vertegenwoordiging is een schijnvertooning en men gaat voort met zooveel mogelijk gevaarlijk ge achte personen door de doodstraf of de verbanning onschadelijk te maken. In dien toestand komt natuurlijk van hervormingen nietsieder blijft ko ning op zijn eigen gebied; het ver spiederssysteem, het stelsel van om- kooperij, met afzetterij gepaard, blij ven onverzwakt voortbestaan.Waarlijk men moet aan de toekomst van dit rijk wel wanhopen en kan er zich alleen over verblijden, dat het althans zijn macht en aanzien naar buiten grootendeels verloren heeft. Zijn in vloed op de Balkanstaten beteekent niets meer, Japan blijft de machtige en zeer te duchten tegenstander, China begint langzamerhand te her leven, Turkije is geheel van aanzien veranderd en zal in de opening der Dardahellen wel niet toestemmen. Ook in Perzië heeft Rusland geen vasten voet kunnen krijgen, ofschoon daar de kans nog niet verkeken is. Toen de nieuw Sjah geen vriend der pas ingevoerde constitutie bleek te zijn, brak er een opstand uit, die met den val der hoofdstad en den afstand van den Sjah eindigde. De constitutie is er voorloopig veilig onder het re gentschap van den vooreerst nog onmondigen nieuwen Sjah, en of schoon het aan knoeierijen, ook van de aan de zijde van den ouden Russ. invloed staanden afgezettèn beheer- schër en de Perzische behoudsmannen wel niet ontbreken zal, schijnt het gevaar voor zeer ernstige verwik kelingen voor het tegenwoordige afgewend. Ook in Turkije mislukte de poging om de herstelde constitutie nog weer eens van den hals te schuiven en daarmede was het lot van Abdul Hamid voor goed beslist. Verder dan een goed gelukte aanslag op Kon- stantinopel bracht hij het niet. De troepen bleven trouw aan de zaak der constitutie en rukten naar de hoofd stad op, waar des Sultans soldaten en hijzelf het weldra moesten opge ven. Abdul Hamid. is een gevangene B en zijn broeder regeert thans als een echt constitutioneel vorst, onder den v naam van Mohamed 4. Onder den indruk der gebeurtenis- 1 sen en meenende dat Abdul: Hamid het wel weer winnen zou, begonnen v de Mohammedanen in Klein-Azië op I nieuw moordpartijen tegen de chris- srlei goederen. rage verstrekt. CTIE. 100 70 3 1 i bij den Agent 100% O 68.) De oude Marie bracht haar woor den niet ten einde. Alsof hij vuur in de handen had gehouden, wierp Joost 't vol afgrijzen weg en mom pelde -. „En Ammi is bij hem M hem Het is ontzettend 1" „Wat scheelt je toch, Grates vroeg Marie, terwijl zij het portret opraapte om te zien, of het bescha digd was. „Als de heer rechter dit te weten kwam..,." „Waar is de rechter?" vroeg Joost, wiens gedachten nu in een andere richting werden gestuurd „Waar is hij Ik moet hem op staan den voet spreken 1 En dan naar Beurenhof 1" „Ach, Grates, ik wou je juist over mijnheer Walbot spreken," zei Marie met een zucht. „Denk eens, sedert Vrijdagmiddag is hij al weg. Hij zou tenen, welke thans, naar men hopen mag, voor goed tot het verleden zul len behooren. Zonder al 'te veel moeite werd aan dit schandelijk spel door de nieuwe regeering een einde gemaakt. De wedergeboorte van het Turk- sche rijk is een blijde gebeurtenis want het was hoog tijd. Op den langen duur zou de af brokkeling van het rijk wel zijn vol tooid geworden en deze is nu niet alleen gestuit, maar wat er van het eens zoo machtige Turksche rijk is overgebleven, zal voortaan ook wel wat beter in elkaar zitten. De groo tendeels onafhankelijke Albaneezen hebben dat tot hun spijt al dadelijk moeten ondervinden. Zij werden on der geregeld bestuur gebracht. Dat Bulgarije, tot dusver nog een vazalstaat van het Turksche rijk, zich zelf tot een onafhankelijk koninkrijk verhief en alle kans om het bestuur over Bosnië en Herzegowina terug te krijgen, voor goed verloren ging, was wel een bittere pil voor het zich nu weer sterk gevoelende Jong Turkije; maar in den oorlog tegen Oostenrijk en Bulgarije zou het toch het onder spit hebben moeten delven terwijl er feitelijk door die gebeurtenissen niets veranderde. Het was dan ook maar heel gelukkig dat de mogend heden bloedvergieten wisten te voor komen, want indien de krijg ontbrand ware, zou hij zeker zeer bloedig zijn geweest. In ieder geval kreeg Turkije dan toch weer de vrije beschikking over het landschap Novi-Bazar, dat tot dusver ook al ten deele door Oostenrijk was bezet, en Bulgarije vond gelegenheid om de schatting, die het tot dusver aan Turkije be taalde, voor een tamelijk redelijk be drag af te koopen. Zóó schikte alles zich nog ten beste, hoewel de Serviërs en de Montenegrijnen, zich hoogst ontevre den betoonden en al hun best deden om het vuurtje te stoken. Ware Bos nië Turksch grondgebied gebleven, dan had men altijd nog gehoopt eens te geraken tot-.een vereeniging van Servië en Montenegro, met toevoeging van de daartusschen gelegen land streken en beweerd werd nu dat de annexatie Servië's belangen had ge schaad. Gélukkig wisten de mogend heden te voorkomen dat de dwerg zich te veel opwondhet zou toch maar op zijn eigen groote schade uitgèloo- pen zijn; want van Rusland had Ser vië. niets te verwachten, al had men er nog zoo op gehoopt. Ook in het zuiden van het Balkan schiereiland was het ook niet zoo bijzonder rustig. De Grieken verlan gen nog steeds naar de vereeniging van het eiland Kreta met Hellas en het was vrij natuurlijk dat ze daarop rekenden tégen den tijd dat de in- Zaterdag weer thuis zijn en nu is hij nog niet terug. Je moet me hel pen; ik weet niet, wat ik ervan denken moet, of wat ik moet begin nen." „Wal Is mijnheer Walbot weg vroeg Joost verschrikt. „Zooals ik zeg, sedert Vrijdagmid dag. Ik ben zeer bezorgd over hem; ik vrees dat hem een ongeluk is overkomen. Als je niet uit eigen be weging hier gekomen was, zou ik je hebben laten halen." „Is hij misschien op Beurenhof „Neen Daar zitten ze ook in angst en zorg. Gisterenavond laat was Nickel nog hier. Ook de heer Von Beuren is Vrijdag heengegaan en nog niet teruggekeerd." „Wees maar gerust, MarieMijn heer Walbot zal terugkeeren. Hij is jong en sterk, maar zal zich in geen gevaar begeven. Vijanden heeft hij niet, dus niemand zal hem leed doen 1 Vaarwel, ik moét naar Beu renhof. Daar zal ik den heer rechter zeker wel aantreffen." Hij wilde heengaan, maar Marie hield hem terug en vroeg„Wat Wil je mij nu verlaten, terwijl ik in ternationale troepen het eiland vol gens overeenkomst zouden verlaten. Turkije is echter aan dat schijnbezit, want meer is het niet, gehecht en gevoelt zich thans weer jong en sterk, zoodat men er niet aan denkt om formeel afstand te doen. Van gewa pend optreden tegen Turkije kan echter aan Grieksche zijde geen sprake zijn en de mogendheden konden dus in een veranderden staat van zaken, weinig meer doen dan tot geduld aanmanen en trachten van Turkije gedaan te krijgen, dat het eene de finitieve regeling tot later verschuift. Toen het jaar 1910 aanbrak, waren de besprekingen daarover nog niet ten eindemaar stond het in ieder geval vast, dat de Turksche regeering hoogstens aan Kreta een zelfbestuur onder Turksche opperhoogheid wil toestaan. De Grieken waren er heel boos om, dat de regeering zoo weinig ge daan had om zich in behoorlijken staat van tegenweer te brengen, meenende dat de zaken dan wei an ders zouden zijn geloopen. Een be weging tegen het ministerie, dat af moest treden, was er het gevolg van en sedert deelt de militaire partij in Griekenland de lakens uit, hetgeen zeer zeker geen bepaald gewenschte toestand is, doch wellicht op de schromelijk verwaarloosde lands-de- fensie op den langen duur niet zon der gunstigen invloed zal biijven. flbonnements-flduertenfiën op zeer uoórdeelige uooruiaarden Wet op het Nederlanderschap. Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging der wet- op het Nederlan derschap en het ingezetenschap, waarvan de strekking is, om de ver plichting aan de in het buitenland wonende Nederlanders opgelegd, om voordat zij tien jaren buiten het rijk en zijn koloniën of bezittingen in andere werelddeelen woonplaats hebben gehad aan den burge meester of het hoofd van het plaat selijk bestuur hunner laatste woon plaats in het rijk of aan den Neder- landschen gezant of den Nederland- schen consulairen ambtenaar in het land waar zij wonen, kennis te geven, dat zij Nederlander wenschen te blijven, willen zij hun Nedelandsche nationaliteit niet verliezen, te beper ken tot de Nederlanders, die in het buitenland zijn geboren. De ministers van justitie en van binnenlandsche zaken, die dit ont werp - hebben ingediend, zijn over tuigd van de gegrondheid der klach ten over de hardheid der tegenwoor dige bepalingen, doch willen de ver plichte kennisgeving handhaven. In de eerste- plaats, omdat van in den vreemde geboren en opgevoede Ne derlanders mag' worden gevorderd, angst en zorg zit?" „Ik wil naar den heer rechter gaan zien", antwoordde Joost. „Ze ker stel ik evenveel belang in hem als gijAl moest ik mijn leven op offeren om het zijne te redden ik zou het doen „Dat geloof ik wel, Grates", zeide Marie en zij Tiet hem den weg vrij. „Wanneer denk je terug te kómen?" „Dezen middag ben ik hier weer, terug. Ik breng Ammi mee om voort aan hier te blijven. En nu, vaarwel!" Marie hield hem nogmaals tegen, maar Joost rukte zich met geweld los en snelde weg. Verwonderd oogde Marie hem na. In huis terugkeerende sprak ze tot zichzelf: „Zonderling! Waarom wil hij Ammi nu van het kasteel weg nemen Korten tijd geleden moest zij op zijn aandringen daarheen te rugkeeren." XXVIe HOOFDSTUK. Als uit den grond verrezen stond Joost plotseling op de binnenplaats van het stot Beurenhof. De groote poort was niet gesloten en zonder lang aankloppen was hij binnenge dat zij na hunne meerderjarigheid telkens binnen tien jaren van hun wensch om met Nederland verbonden te blijven, moeten doen blijken en ook omdat aanwezigheid van Neder landers in het buitenland, geheel buiten den gezichtskring van de re geering of hare ambtenaren geplaatst, tot moeilijkheden zou kunnen aan leiding geven. Een overgangsbepaling strekt er toe, om aan hen, die hun Nederlan derschap reeds ingevolge de tegen woordige bepalingen hebben verlo ren, doch die hunne nationaliteit zouden hebben behouden bijaldien de nieuwe lezing van gemeld artikel reeds van den aanvang in de wet ware opgenomen, collectief het Ne derlanderschap terug te geven. Den leider trouw. Wij lezen in de „Nederlander" Onder den titel Waarom gezwegen? Nog een woord naar aanleiding van de Kuyper-zaak", roept J. van Delft in een bij H. Buurman te Leiden verschenen brochuretje de jongere leden van de anti-revolutionnaire kiesvereenigingen op, om alsnog „in den vorm van een motie of plechtige gezamelijke verklaring hun onwankel baar vertrouwen" uit te spreken in den voorzitter van hetCentraal-comité. De schr. pleit dr. Kuyper niet geheel vrij. Hij erkentHet had voorzichtiger gekund maar wij kunnen best in de geschiedenis inkomen en de vrien den van dr. Kuyper hadden, in plaats van te zwijgen, dit moeten uitspreken. Ditmaal, zegt hij, was er wel een steuntje noodig, doordat er een ele ment van schuld, een zekere onvoor zichtigheid was. En verderZij hadden kunnen en moeten vragenIs het ook, dat dr. Kuyper in het centraal comité zoowat meid-alleen was en ook de geldzorg moest dragen Is hij daardoor soms onvoorzichtig geweest, wie draagt dan mede de schuld Die schuld, acht de schrijver, moet door een motie, waarvan hij alvast een model aanbiedt, worden afgedaan. Zulk een woord is een daad en de grijze voorzitter zal er uit lezen „wees niet haatdragend, vergeef, en blijf ons nog raden", en nog veel meer dan er in die weinige woorden staat uitgedrukt. Het geschrift van mr. De Wilde (Den Leider Trouw) wordt door J. van Delft genoemd„een goedbe doelde fout"Het is de vraag of een ander niet hetzelfde van dit ge schriftje zeggen zal, aldus besluit het orgaan der Christ.-historische partij. Luitenant-generaal Thiange t Door het overlijden van den wegens ziekte reeds sedert eenigen tijd met komen. Verschrikt zag Ammi naar den anders zoo kalmen man, die in heftige gemoedsbeweging scheen te verkeeren. De spoed waarmee hij den langen weg had afgelegd, had zijn gelaat rood gekleurd en zijn oogen een verhoogden glans gegeven. Maar zijn trekken waren diep ernstig. Ammi ontstelde ervan. Bevangen door vrees, riep zij„Wat is er met Hubert gebeurd Óm Godswil spreek, Grates Is hem een ongeluk overkomen Het zou mijn dood zijn Spreek toch Verbaasd keken de herderen Bar bertje het jonge meisje aan. Door deze woorden had Ammi haar liefde voor den jongen rechter verraden. Wat Joost reeds lang vermoedde, zag hij nu bevestigd, maar tevens vernam hij, dat Hubert niet hier was. Dat trof hem als een dolksteek. Hij hield zich echter kalm en zeide „Vrees niet, AmmiIets ernstigs zal den heer rechter niet overkomen zijn. Hij zal vandaag nog wel komen, denk ik." Ammi schreide en zweeg. „Mijnheer Von Beuren is ook nog niet teruggekeerd", zeide Barbertje nu. verlof zijnden luitenant-generaal Fr. N. Thiange heeft het Nederlandsche leger een zijner meest bekwame op- perofficieren verloren. Hoewel behoo- rende tot het wapen der cavalerie, was de ontslapene in hoogere rangen meer speciaal geplaatst bij den gene- ralen staf, aan welks hoofd bij in 1908 kwam te staan, toen generaal Sabron als minister van oorlog op tredende, deze gewichtige militaire betrekking nederlegde. Frederik Ni- kolaas Thiange werd na volbrachte studie aan de Militaire Academie, in 1872 tweede-luitenant bij het 2e re giment der huzaren. Als eerste-luite- nant kreeg Thiange destijds bij het verrichten van een hem opgedragen oefening eene verwonding aan een der oogen, tengevolge waarvan hem de rechteroogappel moest worden uitgenomen. Generaal Thiange had onderscheidene Nederlandsche en bui- tenlandsche ridderorden. Naar aanleiding der verhooging van den drankaccijns. Wij vernemen, dat naar aanleiding van den verhoogden accijns op het gedistilleerd een besluit in de maak is tot verhooging van de belasting op uit het buitenland komende stoffen, als chloralhydraan, chloroforme, aet hers en dergelijke. Ook zal, ais wij goed zijn ingelicht, eerlang een be sluit worden uitgevaardigd, waarbij de restitutie van accijns bij uitvoer van likeuren op andere wijze wordt geregeld, in dier voege dat o.a. de thans voor de zoogenaamde fijne likeuren gebruikelijke berekening der restitutie voor de suiker wordt ver vangen door eene berekening, die gegrond is op de werkelijk in de likeu ren voorhandene hoeveelheid suiker. („N. R. CL") De voorzitter der onderofficiers- vereeniging „Ons Belang" verzocht onlangs den minister van justitie een onderzoek in te stellen betreffende de getuigenverklaringen omtrent het onderzoek naar aanleiding van het request van het oude bestuur van „Onderlinge Voorzorg" omtrent be weerde uitgeoefende pressie van „Ons Belang" in verband met een moge lijke ontneming der Koninklijke goedkeuring aan laatstgenoemde ver eeniging. Thans is bericht ontvangen, dat er naar het oordeel der regee ring op 'toogenblik geen redenen aanwezig zijn tot ingrijpen in het vereenigingsleven en dat er overigens geen termen bestaan tot inwilliging van het verzoek. Vlissingen, 7 Januari. Voor een goed bezette zaal trad gisterenavond in de „Oude Vriend schap" alhier op als propagandist „Ja", zei Ammi. „Hubert is bij hem. Men heeft hen samen gezien op den weg naar Euskirch en Nickel volgt hun spoor." De herder stiet een luiden kreet van schrik uit. „Hubert bij hem bij hem O, dat is ontzettend 1 Ik moet hen vinden om een nieuwe ver schrikkelijke misdaad te voorkomen." De opwinding van den ouden man was zoo heftig en zoo angst wekkend, dat Ammi haar eigen leed vergat en den herder nasnelde. „Om Godswil blijf hier, Gra tes riep het arme meisje in den grootsten angst. „Ik moet weg, Ammi 1 Ik moet Het geldt Huberts leven. Hij wil hem ook vermoordenZoo kreet Joost buiten zichzelf. Een hartver scheurende kreet van zijn dochter was het antwoord. De krachten van het arme meisje waren ten einde bewusteloos zou zij neergevallen zijn, als Joost haar niet in zijn armen had opgevangen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1