De oude Uniform Donderdag 6 Januari. Gemeentebestuur. No. 4. 48e Jaargang, 1910. ^an Week tof Week. VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post l.SO. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. flbonnements-ftduertentiën op zeer uoordeelige uoorutaarderv BEKENDMAKING. Afgekeurd vleesch. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen maken bekend: dat gedurende het 4e kwartaal 1909 door den keurmeester van het slacht vee en vleesch afgekeurd zijn als nadeelig voor de gezondheid 3 Schapen. 2 Koeien. 5 partijen Vleesch. 35 partijen Ingewanden. Voorts herinneren zij belangheb benden voor zooveel noodig, aan het bepaalde bij art. 207, 3de lid der Algemeene Verordening van Politie luidendeWanneer het herhaaldelijk voorkomt, dat bij eenzelfden slager of vleeschvérkooper, voor de gezondheid' nadeelig vleesch wordt aangetroffen, zonder dat daarvan aangifte is ge daan, zijn Burgemeester en Wethou ders bevoegd, zulks met vermelding van de namen der belanghebbenden, ter openbare, kennis te brengen". Vlissingen, 5 Januari 1910. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KQLJDEKERKE, Öe Secretaris, WiTTEVEEN. 3 Wat het luchtschip betreft, waar van wij in ons eerste opstel spraken, \yas ongetwijfeld de grootste over winning aan Duitschland, maar voor het overige kan men niet zeggen, dat dit rijk in 1909 een hooge vlucht genomen heeft, Wel maakt de ge schiedenis der jongste maanden den indruk dat het persoonlijk regeer- stelsel zijn hoogste toppunt hgeft be reikt eti het hoofd vap den staat zich voortaan minder dan voorheen op den voorgrond gaat stellen, maar voor het tegenwoordige i§ daarmede nog zeer weinig verkregen, Toen de Keizer zich op de bekende voorzich tige wijze over de Duitsche staat kunde had uitgelaten, en dit publiek werd, ging er een ware storm van verontwaardiging op en nam de rijks kanselier slechts op tamelijk onbe holpen wijze 's Keizers verdediging op zich. Van toen af zal het wel vastgestaan hebben, dat hij moest en ook wilde heengaan, maar eerst moest de beruchte financieele her vorming nog tot stand komen, die vijf honderd millioen mark meer in (Jé schatkist zou brengen. De groote grondbezitters wilden die gelden wel toestaan, mits zij zelf de lasten met geen vinger behoefden aan te raken 66.) —o— De oude heer scheen wel krank zinnig te zijn. Hij zocht naar goud, naar een groote schat, en nu noemde hij een vergaan stuk riem een deel van hetgeen hij zocht. In verwarring nam Hubert het weggeworpen stuk figm op, en bekeek het aan alle kanten, Het leder was half vergaan, maar er zaten nog eenige metalen sieraden en een sterke gesp aan. Hgt moet een stuk van een paarde- 'uig zijn. Steeds werd zijn verbazing grooter, terwijl andere gedachten bij hem opkwamen. De moord op den (Wont Royal kwam hem voor den geest hier kon de moordenaar de sleeren van zijn slachtoffer hebben rerborgenOpeens uitte de oude njgende man een schrillen vreugde- creet. Tusschen de steenen en le< puin was een rood voorwerp en zóo kwam dan eene belasting hervorming tot stand, die hoofdza kelijk artikelen var. verbruik trof en daardoor het volk en den handel, en die al heel spoedig dit gevolg had, dat alom de verkiezingen begonnen uit te vallen in het voordeel der so ciaal-democratische partij, terwijl ver schillende takken van industrie be gonnen te kwijnen. Een tweede gevolg was het ontslag van den rijkskanselier Von Btilow. In ieder ander constitutioneel land zouden wettelijke maatregelen als de hier bedoelde niet tegen het gevoelen der regeering tot stand kunnen ko men. Maar in Duitschland is het an ders; daar moest eenvoudig iemand gevonden worden, die de verant woordelijkheid voor de uitvoering der genomen besluiten op ziclf wijde nemen eri met die. taais heeft de mi nister Vori Bethmann—Hoilweg, thans kanselier van het rijk, zich belast, Naar bulten heeft Duitschland in 1909 in zijn tamelijk afgezonderde stelling moeten volharden. Alleen met Oostenrijk is en blijft Duitschland nauw verbonden en daarvan heeft Oostenrijk in het afgeloopen jaar wel de vruchten geplukt. De annexatie van Bosnië en Herzegowina toch, werkte nog na en Rusland deed al zijn best om een conferentie bijeen te brengen, waarop het bekende Beriijnsche tractaat van 1878 zou worden herzien, Turkije stond tame lijk vijandig tegenóver Oostenrijk en het ergst maakte het het kleine Servië, dat nog altijd droomde van een groot Servië en thans een streep door de rekening zag kalen, Er zou stellig weinig nqodig gewéest zijn óm een oorlog te doen ontbranden en dat ten slotte alles tamelijk goed gegchjkt is, dit za( wel vqor een'groot deel daar van het gevolg wezen, dat aan ieder duidelijk werd gemaakt, dat f^et machtige Oostenrijk zqndeï voorbe houd op dgn steun van het even machtige Duitschland kan rekenen. Toen Oostenrijk en Turkije het eens werden, was het gevaar bezworen, een congres was overbodig geworden en Rusland had een politieke peder- laag geleden. Heeft Oostenrijk zich alzoq naar buiten in den laatsten tijd zeer sterk getoond, inwendig blijft het voortdu rend zwak, door de nimmer eindi gende twisten tusschen de verschil lende nationaliteiten en door het streven van Hongarije naar afschei ding van de andere helft der mo narchie. De Hongaarsche eischen in voering van het Hongaarsch als com mandotaal in het leger, een eigen staatshank voor Hongarije enz. enz., werden steeds naar voren geschoven en aan den anderen kant werd de beloofde herziening van het kiesrecht verlangd. Eindelooze onderhandelin- zichtbaar geworden. „Ik heb hetIk heb hetschreeuw de hij met woeste vreugde. Hij sloeg geen acht op Hubert, maar trok uit alle mapht aan de vreemde vondst om deze uit het puin los te krijgen. Steen na steen viel omlaag, totdat zich plotseling een vreeselijk gekraak liet hooren. De oude had een pak kleedingstukken met beide handen aangevat, en de voeten tegen de steenbrokken schrap zettende, scheur de en trok hij met zooveel inspan ning, dat het zweet op zijn voor hoofd parelde. Het ontzettende ge kraak deed Hubert gillen van schrik. Met de kracht der wanhoop greep hij den oude beet om hem naar den anderen kant van den kelder te trekken. Als een razende stelde de oude zich te weer, doch Hubert was sterker en sleurde hem weg, nog juist bijtijds, want met donderend geraas plofte in het volgende oogen- blik het gewelf neer op de plek, waar de oude had gewroet. Verdoofd van schrik, bijna verstikt door het opdwarrelende stof, verloren beiden het bewustzijne en vielen op den grond. Ondanks het levensgevaar gen volgden weer en ten slotte is men aan het einde des jaars onge veer even ver als aan het begin. De verstandhouding der Oosten- rijksche monarchie met den anderen bondgenoot, Italië, was minder har telijk. Er blijven voor Italië nog al toos vele onvervulde wenschen en die kunnen niet zonder schade voor Oostenrijk vervuld worden. In zoo verre is de driebond daarom eene onnatuurlijke vereeniging, want er is zeer weinig noodig om in Italië het volk tot anti-Oostenrijksche betoo gingen te verleiden en het afgeloopen jaar toonde daarvan weer meer dan één voorbeeld. Het leven der volken ctp voet van gewapendep Vrede, heeft 'niet alleen Duitschland parten gespeeld, maar ook 'andere landen,in hoofdzaak Engeland, waar het spook van een Duitschen inval nog altijd rondwaart en waar men zich daarom vooral ter zee, maar ook te land steviger in het harnas wil steken. Daarom en voor sociale doeleinden had minister Lloyd George dan ook nieuwe middelen bij de begrooting voorgesteld en, even als in Qvufsthiand, zouden ook hier de groote grondbezitters in hoofdzaak getroffen worden, wat de goedkeu ring van het Huis der Gemeenten wei kon wegdragenmaar de andere helft der vertegenwoordiging dacht er anders over én, zonder nu de be grooting te verwerpen, hetwelk in strijd wordt geacht met het onge schreven Engelsche staatsrecht, heeft men een vp.rm gevonden om de nieuwe'belastingen tegen te houden, door de begrooting niet. in behan deling te nemen, hetgeen groote ver warring \n 's lands administratie dreigt te veroorzaken. Maar Onmid dellijk is de uitspraak der kiezers over de houding dér Lords ingeroe pen en het nieuwe jaar kan dus een zeer belangrijk jaar worden in de geschiedenis vap hel Britsche staats recht, Nergens meer dan in Qroot-Brit- tanje is men gehecht aan de eeuwen oude staatsinstellingen, in hoofdzaak ongeschreven recht, maar langzamer hand beginnen ze toch te versteenen en raken in zoo fiagranten strijd met de hedendaagsche begrippen, dat verandering op den duur niet kan uitblijven, zal Albion aan de spits van vrijheid en welvaart blijven staan. De Fransche republiek, rustende op de lauweren, in de Marokkaansche quaestie behaald,heeft o;o,k in het afge loopen jaar dapper meegedaan aan de pogipgén tot handhaving van den vrede. Men staat met Duitschland op vrij goe den voet en heeft zijn positie versterkt door Engeland in zeker opzicht van het verbond met Rusland deel te doen uitmaken. Ook dit land gaat overigens gebukt onder de droevige had de oude waanzinnige man ech ter zijn buit niet losgelaten. Zijn handen hielden een oude vaairoode uniform omklemd, die in den bundel kleeren was geweest. Het overige deel van die kleeren lag opnieuw onder het puin begraven. Zijn doen was oorzaak van de ontzettende ramp geworden. De puinmassa, die het gebarsten gewelf ondersteund had, verloor door het wroeten zijn steun en was in beweging gekomen, naar beneden gerold en het gevolg was dat het gewelf was ingestort. De heer Von Beuren of liever Wenz, de dragonder, en de zoon van zijn slachtoffer, Hans Walbot, waren beiden levend begraven. XXVe HOOFDSTUK. Zoo vroolijk als Ammi naar Zel- tingen was gereden, zoo treurig was zij des avonds naar Beurenhof terug gekeerd. Zij had Hubert niet gezien. Van Marie vernam zij, dat hij op reis was gegaan en morgen zou te- rugkeeren. Thuis gekomen vernam Ammi, dat de slotheer was uitgere den. Dat was een ongewone gebeur tenis; zij begreep er niets van en gevolgen van het handhaven van den gewapenden vrede. Belastingverhoo- ging en nog eens belastingverhoo- ging, die telkens moeilijker te vin den is. Daarbij komen de nog altijd voortwoekerende kerkelijke oneenig- heden en dan staan nieuwe verkie zingen voor de deurzoodat er niet veel noodig is om Frankrijk weer eens een woelig jaar te doen beleven. Turkije is tegenwoordig een zeer fatsoenlijke consiitutioneele staat; de Sultan staat er boven de partijen en nq en dan moet er eens een minis terieel crisis plaats vindendat be hoort zoo. Eén ding deugt echter nog niet in het Turksche constitutioneele rader werk het ministerie staat er nog te veel onder den invloed van een partij. De leiders b.v. [der jong-Turksche partij waren voornemens den eersten minister of groot-vizier uit te noodi- gen om heen te gaan, wijl hij het vertrouwen der Kamer verloren had. Erg constitutioneel is dat zeker niet, maar de groot-vizier is toch maar weggegaan. Een. Engelsche maatschappij had sinds lang concessie voor de stoom vaart op de groote rivieren Euphraat en Tigris. De jong-Turken zijn er altijd op uit geweest om aan exploi tatie van vreemdelingen in het Turk sche rijk een einde te maken. De concessie der maatschappij moest verlengd worden en het kabinet had er geen bezwaar tegen, vooral ook omdat de Engelsche maatschappij zich met een Turksche zou samen smelten, De groot-vizier wenschte dat de Kamer zich daarbuiten zou hou den en aanvankelijk kreeg hij ook zijn zin; maar de jong-Turksche patriotten, die hun patriotisme of chauvinisme wel wat ver drijven, met andere woorden, wel wat al te vaderlandslievend zijn, bleven door woelen en in Arabië was de bevol king er zeer over verstoord, dat zij het scheepvaartmonopolie van vreem de exploitanten moest blijven dulden. In Bagdad ontstond een heele be weging en toen hebben de jong- Turken maar doorgetast. Alles heel goed en weimaar het is de groote vraag of de Engelschen zoo maa,r goedschiks heen zullen gaan. De maatschappij zal door de regeering te Londen wel gesteund worden en daar heeft men middelen genoeg om te Constantinopel 'n beetje pressie uit te oefenen. Vooreerst is de Kretenzer quaestie er ook altijd nog en dan hebben de Turken de goedkeuring der Europeesche mo gendheden noodig tot verhooging van invoerrechten, van welk eenmaal be dongen privilege men geen afstand bestormde de huishoudster met vra gen, evenals Nickel, die ook niet wist, wat hij daarvan moest denken. Barbertje was verstandig genoeg om te zwijgen over het afgeluisterde gesprek. Zij wist niets anders, dan dat de slotheer morgen zou terug- keeren. Dit stelde Ammi en Nickel eenigszins gerust. De volgende dag brak aan, het eene uur na het andere verliep, maar de slotheer kwam niet opdagen en Ammi's ongerustheid werd steeds grooter, Ook Nickel schudde be denkelijk het hoofd maar Barbertje wilde maar niet gelooven, dat er iets kwaads gebeurd zou zijn. Zoo op haar gemak als den vorigen dag was zij echter niet meer. Nickel ging het dorp in en vroeg overal naar zijn heer, doch niemand had hem gezien. De slotheer scheen met zijn paard spoorloos verdwenen te zijn. Het was een raadselachtig geval. Door zorg gekweld zond Ammi des avonds Nickel naar Zeltingen om daar navraag te doen en aan den heer Walbot het zonderlinge voorval mede te deelen. Zij geloofde stellig, dat deze nu wel van zijn zal doen. Iedere opvolgende regeering zal dus in deze zaak steeds zitten tusschen de invloedrijke jong-Turk sche partij en de mogendheden een zeer onnatuurlijke en ongezonde toe stand, die bewijst dat er aan den Bosporus nog vrij wat te verbeteren valt. De verkiezingsdrukte in Engeland vait samen met de algemeene viering van den honderdsten geboortedag van William Ewart Gladstone, den bekenden vrijzinnigen staatsman, ook wel genaamd „de groote oude man" en die zoo vaak in zijn langdurige politieke loopbaan voor de rechten der verdrukten opkwam. Hoe gaarne zou Gladstone den dag nog beleefd hebben, waarop Jhet rijk van den grootmoordenaar, zooals hij Sultan Abdul Hamid zonder verschooning noemde, een fatsoenlijk geregeerde staat werd, waarin de rechten der minderheden en van anders-denken- kenden worden erkend en waar dus geen gevaar meer bestaat voor de afschuwelijke moordpartijen van wel eer. Maar vooral was Gladstone de vriend der kleine volken en de Finnen en Bulgaren hebben hem dan ook niet vergeten. Taft zegt van Gladstone „hij is een mijner helden geweest" en in waarheid wordt zijn nagedach tenis thans overal als die van een held vereerd. Ook in Indië heeft men die nagedachtenis gevierd en de In dische nationalisten zijn vast over tuigd dat, zoo Gladstone nog geleefd had, toen hunne beweging ontstond, zij op hem hadden kunnen rekenen. Gnze oude vriend Chamberlain zal nooit een groot oud man worden maar misschien toch wel een oud man, want hij heeft een taai leven en heeft alweer een candidatuur voor het Lagerhuis aangenomen, en een manifest uitgevaardigd aan de kiezers van West-Birmingham, aldus het ge wicht van zijn persoonlijkheid bij de aanstaande verkiezingen in de schaal leggende. Hij is, zooals men weet, de man der beschermende rechten, vast overtuigd dat de buitenlander, die op groote schaal van de Britsche markt gebruik maakt, daarin zijn deel wel betalen kan zonder dat het ten slotte op den kop van John Buil te recht komt. Hij begint nu alvast te waarschuwen tegen zelfbestuur van Ierland en beweert natuurlijk als een echte boeman dat Engeland meer dan ooit door buitenlandsche natiën be dreigd wordt. Tot nog toe verneemt men weinig van de aanstaande groote beweging maar wij zullen er spoedig genoeg in zitten. In Griekenland duurt de overheer- sching van het parlement door den uitstapje zou teruggekeerd zijn. Het was reeds nacht, toen Nickel terugkwam en een zeer ontmoedi gende tijding voor Ammi meebracht. Ook de heer Walbot was nog niet teruggekeerd en Marie had den heer Von Beuren in het geheel niet ge zien, Het ergste vreezende, bracht Ammi een akeiigen nacht door. Er moest, dacht zij, verband bestaan tusschen het raadselachtig verdwijnen der beide mannen. Maar waar konden zij nu vertoeven Om welke reden waren zij heengegaan Ziedaar vra gen, die zij te vergeefs trachtte te beantwoorden. Toen des Zondagmorgens nog geen der beide mannen was komen opdagen, was zij vast overtuigd, dat er een ongeluk moest gebeurd zijn. Barbertje durfde nog steeds niets zeggen van het afgeluisterde gesprek en bleef er dus bij, dat de slotheer gezegd had, dat hij den volgenden dag zou teiugkeeren. Meer wist ze niet. Nickel was alweer op on derzoek uitgegaan. (Wordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1