De oude Uniform Donderdag 30 December. Kieuwjaarswenscfien No. 306 1909. Feuilleton. 47e Jaargang. Nieuwjaarsgroeten. Van Week tot Week. BINNENLAND. VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÊNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. flbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden Evenals vorige jaren zal in het nummer onzer Courant, dat verschij nen zal en bij de Abonné's bezorgd wordt op OUDEJAARSAVOND de gelegenheid worden opengesteld tot het plaatsen van Deze advertentiën worden opgeno men tegen verminderd tariefen wel van 1—5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 cent. Advertentiën kunnen nu reeds wor den ingezonden en worden uiterlijk ingewacht tot Vrijdag 31 December, des middags 12 uur, 'tZijn toch vreeselijk onverkwikke lijke tooneelen, die in de Oosten- rijksche Kamer worden afgespeeld. Aan de uitwassen van het parlemen taire stelsel, mag daar waarlijk wel eens perk worden gesteld. Nadat de Kamer 81 uren achtereen had door- gebazeld althans de Tsjechen en hunne andere Slavische vrienden kon men niet langer en heeft men met gezwinden pas het aanhangige voorstel tot wijziging van het regle ment van orde er door gekregen. De president der Kamer heeft thans een groote macht gekregen en kan elk lid, dat aan zijn vermaningen geen gehoor geeft, voor den duur van drie zittingen buiten sluiten. Of op deze .reglementshervorming nu voortaan alle obstructie zal afstuiten, zal de tijd moeten leeren. Zonderling dat het voorstel zelf van de obstructie mannen uitging, nl, van een lid der Slavische Unie, gesteund door Polen, christelijk socialen en sociaal-demo craten. Eerlijk gezegd begrijpen wij het rechte daarvan tot nog toe niet -. maar de doolhoven der Oostenrijksche parlementaire tactiek, zijn dan ook niet van dien aard, dat een gewoon menschenkind er altijd den weg in kan vindenvooral niet een buiten staander. In de andere helft der monarchie is toch nog eens een poging tot op lossing der ministerieele crisis ge daan, door de opdracht aan den be kenden staatsman Lukacs, tot vor ming van een nieuw Hongaarsch ministerie. De Hongaarsche Kamer nam een motie aan, waarbij besloten werd om binnen het jaar een eigen staatsbank op te richten. Hoe zal Lukacs het daarmee maken Kan hij op dit punt niet tot een vergelijk komen, dan is zijn optreden vrij wel ondenkbaar en 61.) -o— De heer Von Beuren bemerkte dit en besloot daarvan gebruik te maken. Hij had niet den minsten lust om Visser Joost ter sprake te brengen, wel wilde hij zijn eigen aangelegenheid met den jongen man nog heden tot een beslissing brengen Hij greep dus het gewone voorwend sel aanna de begroeting en een kort onbeduidend gesprek zeide hij dat dringend werk hem wachtte en verzocht den heerWalbot vriendelijk eens rond te kijken in het kasteel dat hij geheel in orde had laten brengen, of anders den tuin eens in te gaan, waar hij zijn pleegdochter zou kunnen begroeten. Hubert bloosde sterk en zocht zijn verlegenheid te verbergen achter een buiging, die kon doorgaan voor een aannemen van den voorslag. Hij blijft het vroeger geschetste gevaar voor een nieuw ministerie buiten het parlement, bestaan. Zóó wordt de brandende quaestie steeds meer brandend. De Nicaragua-quaestie bestaat nog altijd, niettegenstaande de president van dat roemruchte rijk is afgetreden. Zijn aanhangers en de opstandelin gen blijven elkaar beoorlogen. De nieuwe president is dr. Mariz. De oorlogschepen der Vereenigde Staten nemen een afwachtende houding aan, maar schijnen toch, door hun vlag vertoon, den moed der opstandelin gen te verhoogetteen staaltje van neutraliteit dat er bij ons niet in wil. De Amerikaansche consul ontvangt maar steeds beden om tusschenkomst in het schrikbewind, dat de regeering der kleine republiek oefent; maar totnogtoe heeft de regeering van pre sident Taft zich niet laten ver leiden om de hand in dit wespen nest te steken. Vechten doen de lui daar anders genoeg. De opstandelingen hebben nu weer eens een overwinning op de regeeringstroepen behaald, waarbij aan weerskanten zes honderd man vielen, terwijl de opstandelingen ne gentienhonderd gevangenen maakten. Op die manier zal het kleine hoopje gauw versmolten wezen. Tot eersten gouverneur-generaal van het Vereenigd Zuid-Afrika, is de heer H. J. Gladstone benoemd, een zoon van den bekenden „grooten, ouden man" en minister van binnen- landsche zaken in het kabinet As- quith. Zijn naam zal hem daar in het zuiden wel veel goed doen en men houdt hem voor een welwillend en inschikkelijk man, die in Afrika wel de rechte man op de rechte plaats zal zijn. inzake de verkiezingen is het nu in Engeland zeer stileerst na Nieuwjaar of omstreeks dien tijd begint het leven weer. De brave Engelschen houden veel van heiliging van het Kerstfeest; maar blijven niettemin zeer gewone menschen en vooral politiek aange legde menschen, die, zooals men dat elders ook wel ziet, in de keuze der middelen om het te winnen, niet al te precies zijn. De regeering heeft het zoo weten aan te leggen dat vele ver kiezingen zullen plaats hebben op 15 Januari, zijnde een Zaterdag, voorde werklieden een gedeeltelijk vrijen dag, dien zij besteden om inkoopen te doen, ten gevolge waarvan de nering doenden bezwaarlijk kunnen gaan stemmen. Dat is, zegt men ten minste, een fatsoenlijke streek tegenover de conservatieven. Aan den anderen kant zijn het de socialisten, die, door met eigen candidaten uit te komen, veel verliet den salon en ging den tuin in. De slotheer volgde weldra onge zien om het gesprek tusschen het jonge paar af te luisteren. Ammi zat weer op haar lievelings plekje. Zij wist wel, dat -Hubert ko men zou, en ze wilde hem een beetje beknorren. Maar nauwelijks zag zij den jongen man of al haar booze plannen vervlogen in rook, met een vriendelijken lach ging zij hem te gemoet. Na een hartelijke omhelzing namen zij op de bank plaats. De hand van het geliefde meisje vast houdend, vertelde Hubert haar, waarom hij zoo lang had geaarzeld, en wat hij voornemens was nog he den te doen. Ten slotte zeide hij: „Je begrijpt, lieve Ammi, dat ik met je pleegvader moet spreken. Zoo handelt een man van eer. Ik zal hem ook zeggen, dat ik niets van zijn schatten begeer en alleen mijn geluk verwacht van ons huwelijk. Zijn geld kan hij naar believen weg schenken. De zegen van mijn goede moeder, die zeker in den Hemel is, zal ons niet ontbreken en ons ge luk voor altijd verzekeren." „Wanneer- je moeder in den Hemel kans voor de liberalen doen verloren gaan. Wij herinneren er nog eens aan dat in Engeland de partij, die de meeste stemmen uitbrengt, het dade lijk wint en zoo worden de regeerings- partijen dus van twee kanten in de wielen gereden. In het Oosten houden nog steeds de oorlogsgeruchten aan. De Russische regeering doet nu en dan haar best om de ongegrondheid dier geruchten aan te toonen. Toch schijnt het vast te staan dat Japan zich ten strijde toerust, maar in Rusland geeft men er deze verklaring aan, datdejapan- sche regeering voornemens is om binnen kort de inlijving van Corea bij Japan officieel af te kondigen, tegen welken tijd men dan een groote troe penmacht op de been zou willen heb ben. Mag men Engelsehe bladen ge- looven, dan doen de Russen van hun kant precies hetzelfde en staan zij op het punt een leger naar de grenzen van Mantschoerije te zenden. Nu, als er om dat land nog eens moet ge vochten worden, zal de uitslag wel niet twijfelachtig zijn De mortuts nil nisi bene, zeiden de Latijnenmaar ofschoon het heel goed is in het particuliere leven, om van de dooden niets dan goed te spreken, de geschiedenis stelt hare eigene eischen en de geschiedschrij ver behoort hare uitspraken te eer biedigen. Met het oog hierop mag men gerust zeggen dat, Leopold II moge dan een welvarend land hebben nagelaten, hij in vele opzichten een voorbeeld gegeven heeft hoe een vorst niet moet optreden. Het volk gevoelt dat zeer goed. De overbrenging van het lijk van Laeken naar Brussel, ge schiedde ten aanschouwe van een groote menigte, die zich alles behalve eerbiedig gedroeg. In het adres, door de bijzondere commissie uit de Kamer opgesteld om prins Albert te worden aangeboden, wordt niet onmiddellijk afkeuring uitgesproken over de wijze van regeeren van den overleden vorst. Den nieuwen koning is niet ondui delijk te verstaan gegeven en wij vertrouwen gaarne dat hij er zijn voordeel mee zal doen dat tot de oude grondwettelijke gebruiken moet worden teruggekeerd en de geestelijke en zedelijke belangen der natie niet mogen worden veronachtzaamd. De overledene had volgens zijn testament een eenvoudige begrafenis gewenscht; maar daaraan heeft men zich heele maal niet gestoord, 'tls integendeel zoo prachtig mogelijk geweest. Brus sel heeft zijn voordeeltje toch gehad en duizenden zijn naar het moois gaan kijken. Den handeldrijvenden en in- dustriëelen middenstand, zooals men tegenwoordig heel deftig zegt, mocht dat extraatje niet ontgaan Waarlijk, de overleden koning heeft het zijn opvolger wel gemakkelijk gemaakt is dan leeft je vader toch nog om ons te zegenen, maar de mijne zwerft als een vluchteling rond in de wereld, ver van zijn kind, dat hem nooit heeft gekend." Diep treurig gestemd bij de ge dachte aan haar vader werd de smart haar te groot. Zij barstte in tranen uit en verborg haar gelaat aan de borst van den jonkman, die voortaan haar helper en beschermer zou wezen. Hubert was ook zeer ontroerd. Ook hij had zijn vader nooit gekend, ook hij had geen hoop meer hem ooit te leeren kennen. Zoo werd ook hij treurig en stil. Er werd niets meer gesproken, slechts nu en dan hoorde men een zacht snikken. Dat trof den luisteraar pijnlijk. Hij wend de het hoofd af en sloeg de oogen beschaamd neer. Voor de eerste maal in zijn leven gevoelde hij iets, dat op berouw geleek, en zacht sloop hij weg van de plaats, waar zich een nieuwe, vreeselijke aanklacht tegen hem, den ellendigen moorde naar, had verheven. Toen na een poos de jongelieden zich wat hersteld hadden en de heer H. M. de Koningin in de residentie. H. M. de Koningin is met Prinses Juliana gisterenmiddag in de residentie teruggekeerd van het jaarlijksch win terverblijf. Allerhartelijkst was de ontvangst van de Haagsche burgerij, honderden waren reeds lang voor de aankomst op het Staatsspoorstation waar nien tot vrij dicht bij de Konink lijke wachtzaal werd toegelaten, maar vooral in de aan het station grenzende Rijnstraat verbeidde een dichte menigte de terugkomst van de koningin en het prinsesjede loco motief was gevlagd, voor de ontvangst waren aanwezig burgemeester Sweerts de gouverneur der stad, generaal De Meester en baron Bentinck, op perstalmeester. Een luid gejubel uit de op het stationsperron verzamelde menigte begroette de Koningin en de juichkreten herhaalden zich krachtig toen de verpleegster met prinses Ju liana op den arm uitsteeg en het kind dat een langen witten sluier over het gelaat droeg in de armen legde van jonkvrouwe Van de Poll, die met de opvoeding van de prinses is belast. Daarna eerst verliet de Koningin het compartiment, vriendelijk naar alle kanten groetend. Als dank voor de allerhartelijkste ontvangst in de wachtzaal onderhield de Koningin zich geruimen tijd met de autoritei ten, wie zij het Prinsesje ieder af zonderlijk toonde. In gewone hof- rijtuigen werd naar het Paleis gereden in haar rijtuig nam de Koningin de Prinses op haar schoot, nadat de sluier van het gelaat was genomen. Onbeschrijfelijk was de geestdritt in de Rijnstraat toen de menigte het aardige blozende gezichtje van de Prinses kon aanschouwen. Niet zónder moeite was door de politie de opgetogen menschenmas- sa in bedwang te houden. De Ko ningin liet op den weg naar het pa leis herhaaldelijk de hand van het kind een wuivende beweging maken vooral ook in de omgeving van het paleis stond een dichte menigte. Het gejuich was schier eindeloos.) De Koningin toonde het Prinsesje aan de menigte, die toen langzamerhand uiteenging. Begrafenis mr. N. G. Pierson. Het stoffelijk overschot van mr. N. G. Pierson is gisterenmiddag onder groote belangstelling op het kerkhof „Westerveld" bij Velsen ter aarde besteld. Von Beuren naar het kasteel terug sloop, begon Hubert van zijn eigen vader te vertellen, zooals hem dat door zijn oom was medegedeeld Het gelijksoortige leed bracht de jonge harten nog dichter bij elkaar, Zooals Hubert te voren Ammi ge troost had, poogde nu Ammi den bedroefden jonkman te troosten, hem hoop op een wederzien in te boe zemen. Langzamerhand keerden'hunne ge dachten tot de werkelijkheid terug en eindelijk richtten ze hunne schre den weer naar het kasteel. De tijd was verbazend snel voorbijge gaan en de heer Von Beuren had voldoende tijd gehad om alle aan doening tot zwijgen te brengen. Hij wist nu, wat hij wenschte te weten Volkomen zeker van zijn houding wachtte hij den jonkman, die hem iets zou komen verzoeken, dat hij wel wilde toestaandoch onder een voorwaarde. Weer zaten de heer Von Beuren en Hubert Walbot in den salon te genover elkaar, maar Huberts verle genheid had nu plaats gemaakt voor een bijna plechtigen ernst. Met een De Koningin werd bij de plech- iighrid vertegenwoordigd door jhr. mr. J, W. G. Boreel van Hogelanden, burgemeester van Haarlem en kamer heer van H. M. in buitengewonen dienst. H. M. eri H. M. de Koningiii- Moeder hadden elk een fraaien krans gezonden. Namens de regeering werd het woord gevoerd door den president minister mr. Th; Heemskerk. Al de ministers uit het kablnet- Pierson waren aan de groeve aanwe zig. Namens hen sprak mr. H. Goe man Borgesius. Daarna werd nog het woord ge voerd door 15 andere sprekers. Eeu schat van bloemen dekte de lijkbaar. Kerstfeest ten Hove. H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins hebben gisternamiddag te 4'/3 uur in de balzaal van het Koninklijk Paleis aan den Kneuterdijk, waarin fraai versierde Kerstboomen prijkten, aan een groot aantal kinderen van 6 tot 12 jaren van het dienstpersoneel der Koninklijke hofhouding, Kerstge schenken uitgereikt, bestaande uit speelgoed en versnaperingen. Deze feestelijkheid, waarbij ook chefs der departementen van de Ko ninklijke hofhouding en de ouders der kinderen tegenwoordig-waren, werd voorafgegaan en gevolgd door een Kerstcantate, woorden van Jacoba Mossel, muziek van Catharina van Rennes, gezongen dooreen dameskoor. Zooals bekend, was ditmaal wegens het verblijf der Koninklijke; familie met Kerstmis op het Loo, deze jaar- lijksche viering tot na Haar terugkomst uitgesteld. - Parlementaire welsprekenheid. De Haagsche correspondent van de „Stand." schrijft „Lest heugt best." Vandaar de jaarlijksche weerkeerende klachten, dat onze Tweede Kamer al meer en meer breedsprakig wordt. Vandaar die klacht ook ditmaal weer, en ditmaal zelfs heel bijzonderlijk, daar de wijziging van het reglement van orde bestemd was om de breedspra kigheid in te perken. Ik heb me echter eens de moeite gegeven, het aantal vergaderings uren van de Kamer in het najaar 1908 te vergelijken met het overeen komstige cijfer voor 1909. Ziehier het resultaat mijner bécij- fering, die natuurlijk geen aanspraak maakt op absolute nauwkeurigheids daar ik oia. overal tot volle kwar tieren afgerond heb, en hier en daar naar het tijdstip van schorsing of verdaging heb moeten gissen, omdat het niet in de verslagen voorkomt. In 1908 werden in het najaar ge houden in Sept. 5 vergaderingen voudige woorden sprak hij van zijn liefde voor Ammi, die beantwoord werd, en van zijn plicht om den slotheer bekend te maken met deze gevoelens. Hij vroeg zijn toestemming tot hun verloving en beloofde plech tig, dat hij Ammi zou blijven lief hebben en haar zou gelukkig maken, zooals zulk een beminnelijk schepsel verdiende. De heer Von Beuren hoorde deze bekentenis kalm aan en haastte zich niet met zijn antwoord. Eindelijk sprak hij: „Mijnheer Walbot, ge zult. wel gezien hebben, dat ik alle kamers en zalen van het slot heb laten openen en bewoonbaar maken. Dat heb ik niet om mij zeiven ge daan. Ik voorzag, dat er met Ammi wel een verandering zou plaats heb ben ik liet dus de kamers inrichten om haar en haar man, haar gezin tot woning te dienen. Ik zelf heb weinig noodig, mijn beide kamers en de salon zijn mij genoeg." Hij zweeg een oogenblik en keek Hubert doordringend aan. Dë jonk man verbleekte (Wordt Vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1