De oude Uniform
Woensdag*
29 December.
Kieuwjaarswenscfien
'~MNWENU^nd:''
Gemeentebestuur.
Feuilleton.
No. 305.
47e Jaargang.
1909.
sch.
nfant.
ienst.
heren
dienst.
helde.
Nieuwjaarsgroeten.
VAN OEN HAK OP DEN TAK.
Deze zijn
90.
f 16.40
1.05
19.-
n 1.25
19.-
1.25
1.10
2.20
1.80
1.70
1.45
1.10
S.
et plaatsen
RTENT1E
onderge-
nstigers,
enscht."
argv.v.
5.50+ 7.55
2.— 2.45
7.50 8.50
ïse, de an-
6.25t 8.40
2.45 3.30
9.40 10.25
tot de Re-
u naai' het
9.20 12.15.
rek van de
traat en het
inuten later.
9.23, 12.18,
burg6.45,
0.
gen en Mid-
4.15, 6.55
liesingen en
9, 2.24, 5.04,
6.20, 6.45,
i0.20, 10.40,
1.—, 1.30*,
0, 4.50, 5.20,
0.
6.10, 6.30,
10.10, 10.30,
12.10, 12.45.
0,4.10,4.40,
0,8.—, 8.30,
Zondags uit.
O.
6,35 c) d)
-n 7,05 o)
5,05 o)
5.45 o)f) h)
vertrek van
zen vm.8,50
Eorfl8eleen
hoogste 15
ondags ten
gste waoh-
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Evenals vorige jaren zal in het
nummer onzer Courant, dat verschij
nen zal en bij de Abonné's bezorgd
wordt op OUDEJAARSAVOND
de gelegenheid worden opengesteld
tot het piaatsen van
Deze advertentiën worden opgeno
men tegen verminderd tariefen wel
van 1—5 regels f 0.25 iedere regel
meer 5 cent.
Advertentiën kunnen nu reeds wor
den ingezonden en worden uiterlijk
ingewacht tot Vrijdag 31 December,
des middags 12 uur.
BEDRIJFSBELASTING.
Afkondiging van het kohier no. X der
Bedrijfsbelasting, dienst 1909 1910.
De Burgemeester van Vüssingen
maakt bekend
dat op heden bij hem ontvangen
en aan den Rijks-ontvanger is gezon
den, het door den Directeur der Di
recte Belastingen te Middelburg exe
cutoir verklaarde kohier no. X wegens
de Bedrijfsbelasting, dienst 1909 10;
de daarop voorkomende belasting
schuldigen worden uitgenoodigd om
hunne aanslagen op den bepaalden
tijd aan te zuiveren, ook ter voorko
ming van vervolgingen
en herinnert:
dat de bezwaarschriften binnen zes
weken na heden behooren te worden
ingediend.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort den 28 December
1909.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Hofberichten.
Bij het Kerstfeest ten Hove waren
Vrijdagavond in de audiëntiezaal van
het Paleis vijf Kerstboomen geplaatst
en door de hofdames smaakvol ver
sierd.
Behalve de Koninklijke familie en
de dames en heeren der hofhouding,
waren eenige genood'gden uit de
Gemeente tegenwoordig.
Op den Eersten Kerstdagmorgen
was er godsdienstoefening in de Ko
ninklijke HofkapeL op Het Loo voor
het Koninklijk gezin en de hofdig-
nitarissen. Namens H. M. waren ook
uitgenoodigd al de officianten, aan
het Hof werkzaam, met hunne vrou
wen.
Ds. Knottnerus, emer. predikant te
Apeldoorn, had tot tekst gekozen
Lucas II 10—12.
Zondagmiddag halfdrie maakten de
Koninginnen in een landauer een
wadeirit over Hoog-Soeren. De Prins,
vergezeld van Graaf Von Rode en
Graaf Schimmelpenninck, maakte met
een vierspan schimmels een rijtoer
door de bosschen.
De gebruikelijke uitreiking der
Kerstgeschenken door H. M. de Ko
ningin en Z. K. H. den Prins aan
de jonge kinderen van het hof-
dienstpersoneel zal hedennamiddag te
4V, uur plaats hebben in het paleis
aan den Kneuterdijk.
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer kwam gisteravond
in openbare vergadering bijeen. Nadat
de voorzitter het nieuwbenoemde
lid, mr. C. A. H. Barge had beëedigd
en geïnstalleerd, richtte hij tot de
leden, die zich van hunne plaatsen
verhieven, eenige woorden van wee
moedige hulde aan de nagedachtenis
van een tweetal staatslieden, die in
de jongste dagen ons door den dood
zijn ontvallen mr. N. G. Pierson en
mr. S. A. Vening Meinesz. Laatstge
noemde, de nestor der Eerste Kamer,
zou aanst, Woensdag gedurende 25
jaar het lidmaatschap van dat college
hebben vervuld en reeds waren, aldus
deelde de voorzitter mede, maatregelen
getroffen om dien dag niet onopge
merkt te doen voorbijgaan. Dat eer
betoon kan hem niet worden ge
bracht, maar de voorzitter meende,
dat de nagedachtenis van den over
ledene een plaats der eere in de
herinnering der leden zou blijven
innemen.
Dr. G. J. van der Flier.
in de godsdienstoefeningen in de
Ned. Herv. Kerken te 'sGravenhage
werd op den tweeden Kerstdag het
overlijden van dr. G. j. van der Flier
herdacht. Vóór dat de thans ontsla
pene in 1878 te 's Gravenhage werd
beroepen, vervulde hij o. a. gedurende
eenigen tijd het predikambt te Delft.
Behalve bij de inzegening van het
huwelijk van H. M. de Koningin was
dr. van der Flier ook voorganger bij
de kerkelijke plechtigheid, toen Hare
Majesteit Hare belijdenis aflegde. Tot
de waardigheden, welke dr. van der
Flier gedurende langeren of korteren
tijd in het hervormd kerkgenootschap
bekleedde, behoorde die van voor
zitter der Synode en van voorzitter
van het provinciaal kerkbestuur in
Zuid-Holland.
Als predikant van wijk I had hij
een werkzaam aandeel in de oprichting
van de volksbibliotheek Zuiderkerk,
van welke commissie hij voorzitter
was. De begrafenis is bepaald op
60.)
Ook zag ze een paar stoelen,
waarop verscheidene kleedingstukken
dooreen lagen, schoenwerk, ach
teloos onder de meubels geworpen
dat was alles! Maar neen, éen
wand van de kamer was betimmerd
met kasten. In die kasten moest dan
het geheim steken, dacht vrouw Bar
bertje. In éen kastdeur stak de sleu
tel, en daarom begon zij onmiddellijk
haar onderzoek. Een blik overtuigde
haar, dat er niets in lag dan klee
dingstukken, zooals de heer Von
Beuren ze dagelijks droeg, an
ders niet! Geen goud, niet eens
de leege zakken
De sleutel paste ook op de tweede
kast. Daar zag het er al iets beter
uit, hoewel haar een dompige mod
derlucht in den neus kwam. Klee
dingstukken, rijk met goud en zijde
flbonnements-ftduertentiën op zeer uoordeeiige voorwaarden
Donderdag, te 12 uur van het sterf
huis naar Oud-Eik en Duinen.
H. M. de Koningin zal daarbij wor
den vertegenwoordigd door Z. K. H.
den Prins der Nederlanden.
h. M. de Koningin-Moeder heeft
een bloemkrans laten neerleggen op
de lijkkist van dr. Van der Flier.
Rechtstoestand
gemeente-ambtenaren.
Een nieuw bewijs hoe dringend
regeling noodig is van den rechts
toestand der gemeente-ambtenaren
levert het gemeentebestuur van
Kerkrade.
In deze zich snel uitbreidende
Liinburgsche gemeente van om
streeks 15000 zielen is tot hulp van
den secretaris ter secretarie slechts
één ambtenaar werkzaam. Deze amb
tenaar schijnt zelfs door den ge
meenteraad nog niet noodig geacht
te worden. Het geringe salaris van
f 550 werd onlangs op de begroo
ting geschrapt. Op verzoek van den
Nederlandschen bond van gemeente
ambtenaren hebben nu Gedeputeerde
Staten dezen post weder op de be
grooting hersteld. Burgemeester en
Wethouders echter geven blijk het
met den raad eens te zijn en hebben
ondanks het besluit van Gedeputeer
de Staten den betrokkene ontslagen.
Door genoemde vereeniging zullen
nu krachtige pogingen worden aan
gewend om te trachten dit ontslag
besluit alsnog ongedaan te maken.
Het behoeft zeker geen betoog, dat
het verder verloop van deze zaak
door de Nederlandsche gemeente
ambtenaren met groote belangstelling
wordt tegemoet gezien.
bestikt, hingen hier in zoo'n menigte,
dat bij het openen der deur velen
op den grond vielen. Verschrikt
maar toch vol bewondering bracht
Barbertje ze weer op hun vroegere
plaats, terwijl zij de andere klee
dingstukken intusschen nieuwsgierig
doorvoelde. Ze vond echter niets
dan mooie, maar oude kleeren. De^
derde kast had denzelfden inhoud.
Dan de vierde en laatste kast. Een
zonderling beklemd gevoel overviel
haar; toch draalde ze niet lang.
Zij opende de kasten week
ontsteld terug. Uit de donkere
ruimte zag zij iets vuurroods te
voorschijn komen.
„Een roode jas!" riep ze, en zich
herstellende ging ze weer naar de
kast. Het was zoo. Er hing niets
anders dan een roodlakensche jas
met blauwe opslagen.
Het was een eenvoudige soldaten
uniform, die onmogelijk den heer
Von Beuren kon toebehooren, want
deze was vroeger kapitein geweest.
Deze zonderlinge vondst, een oud
soldatenpak verborgen in de groote
kast, verbaasde haar zeer, doch zij
moest verder onderzoeken. In de
Post en Telegrafie.
Met de jaarwisseling is voorge
schreven, dat op Zondag 2 Januari
aan het personeel geen mèerdere
dienst mag worden opgelegd dan
voor een goeden gang van zaken be
paald noodzakelijk is, en dat daar,
waar des Zondags slechts één bestel
ling wordt uttgevoerd, op genoem
den dag alleen dan een 2de bestel
ling mag plaats vinden, wanneer dit
inderdaad onvermijdelijk is te achten.
Een Militiezaak.
en zijne moeder weduwe en behoef
tig is.
De Militieraad grondde de aanwij
zing tot den dienst hierop, dat de dienst
in België niet geldig is voor brceder-
dienst in den zin der Nederlandsche
Militiewet en dat, wordt belangheb
bende' voor de Nederlandsche wet
als eenige zoon (Nederlander), aan
gemerkt, hij ock als zoodanig dienst
plichtig is.
De rapporteur jhr. mr. de Geer
vereenigde zich met de beslissing van
den Militieraad.
De uitspraak van Ged. volgt later.
Blijkens bij het departement van
marine ontvangen berichten is Hr.
Ms. pantserdekschip „Holland", on
der bevel van den kapitein ter zee
E. E. Dullemond, 24 dezer van Co
lombo vertrokken, en is Hr. Ms.
pantserschip „Hertog Hendrik", onder
bevel van den kapitein ter zee H. T.
Hoven, 26 d.a.v. in bovengenoemde
haven aangekomen.
De volgende militiezaak werd gis
teren voor Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland behandeld
J. B. de Bleyser, werkman, geboren
te St. Jansteen (Zeeland), thans wo
nende te St. Giles Waas (België), was
als Ioteling uit de gemeente Rotterdam
door den Militieraad in Zeeland (waar
voor hij verlof had gekregen te ver
schijnen) tot den dienst aangewezen,
nadat hij vrijstelling had gevraagd
op grond dat zijn oudste (eenige)
broeder in België bij het leger dient
slaapkamer was niets meer te vin
den. Zij sloot de kast en liep op
de teenen door de haif openstaande
deur de andere kamer binnen.
„Ha, hier ziet het er anders uit
dacht Barbertje en stapte snel naar
de groote, ouderwetsche schrijftafel.
Doch plotseling hoorde ze gedruisch
en stemmen in den salon ernaast
Een ontzettende schrik overviel haar.
Haar knieën knikten, maar toch had
ze tegenwoordighetd van geest ge
noeg om in de halfduistere slaap
kamer te vluchten en daar achter
de deur te knielen. Veider vluchten
was niet mogelijk, want reeds werd
de deur geopend, die uit den salon
in de persoonlijke kamer van den
slotheer voerde, en de sombere heer
Von Beuren trad binnen, gevolgd
door den jongen rechter. Barbertje
had op dit oogenblik haar leven
willen geven, wanneer ze ver ver
van daar was geweestSidderend
verwenschte zij haar nieuwsgierig
heid Maar er was niets aan te
veranderen. De deur, waardoor zij
in de gang kon ontsnappen, durfde
zij niet openen, daar het knarsend
geluid haar kon verraden. Er bleef
„Niet steeds is de liefde bestendig
van duur We zien het dage
lijks. Albert Zwarts te Kerkeveld (Fr.)
zou in het huwelijksbootje stappen,
de toebereidselen waren ten stadhuize
reeds gemaakt, maar te elfder ure
bedacht Albert zich nog en trok zich
terug. In de „Hoogeveensche Ct."
gaf hij per advertentie kennis van
zijn besluit aan het „geachte publiek"
mededeelende, dat hij naar het ge
meentehuis was geweest om de pa
pieren, benoodigd voor zijn huwelijk,
terug te halen, daar hem de lust van
een huwelijk met Sijke Vos, weduwe
van Benne Vos, wonende op de 5e
Wijk te Krakeel, was benomen. Daar
ik zoo eindigde de onstandvastige
minnaar tot de overtuiging ben
gekomen, dat het beter ten halve
gekeerd is, dan ten volle gedwaald.
Nu, in het laatste had de wijs-
geerige bruigom gelijk. Evenals hij
dacht een minnaar uit een ander
Friesch dorp er over. Hij behoorde
tot de 16 gegadigden, die geschreven
hadden op een advertentie van een
weeuwtje in de gemeente Schoteriand,
waarin zij iemand vroeg, die met
haar en haar drie kleine kinderen,
lief en leed wilde deelen. Hij, we
duwnaar te B„ was de uitverkorene,
en werd uitgenoodigd om kennis te
komen maken. Hij kwam, zag en
at mee. Maar de maaltijd beviel hem
maar half, want het vleeschgerecht
ontbrak, „ik slacht weieens een geit
het vleesch er van smaakt best"
merkte hij daarom op. De weduwe
vond deze opmerking ongepast en
het eten van geitenvleesch eveneens
Hoor eens, vrind, een man, die
geitenvleesch eet, past mij niet"
haar dus niets anders over dan in
stille berusting af te wachten, wat
de naaste oogenbiikken haar konden
geven.
De beide heeren waren in het
aangrenzende vertrek gaan zitten
en weldra begon een gesprek. De
onverbeterlijke nieuwsgierigheid won
het nu spoedig van de vrees, en
weldra luisterde Barbertje toe, want
er werden zaken besproken, die van
het hoogste gewicht waren.
XXIlle HOOFDSTUK.
Ammi had met verlangen uitgezien
naar een tweede bezoek van den
rechter, maar de heer Von Beuren
niet minder. Dag en nacht had hi,
het gesprek, dat hij met den jongen
Walbot voeren zou, overlegd en elk
woord herhaald, Daarbij moest hi;
steeds meer denken aan Ammi's be
schermer, den verdediger van Joost,
den ouden schaapherder. Hij kende
dien man niet en daarom nam deze
voor hem een bijna spookachtige
gestalte aan.
„Ik moet hem zien zonder door
hem gezien te worden", mompelde
hij menigmaal. „Maar eerst moet ik
sprak ze kort en bondig. De huwe-
lijkscandidaat begreep den wenk,
stond met een half gevulde maag
van tafel op en nam afscheid. Die
kennismaking scheen dus geen van
beiden te hebben voldaan.
Een kennismaking van gansch an
deren aard was die van een blind
geborene, een vrouw van 36 jaar, die
n een ziekenhuis te Londen door
een operatie het gezichtsvermogen
terugkreeg of liever ontving. Zij zag
een voor Haar nieuwe wereld, die in
de eerste uren haar beangstte en ver
baasde. Het beeld van haar wereld
veranderde plotseling totaal. Zij had
zich door haar tastvermogen van veel
dingen een geheel juiste voorstelling
gemaakt, maar haar verbazing en schrik
begonnen bij dingen, welke zij nooit
had kunnen betasten. Duizend nooit
waargenomen vormen, voorwerpen en
wezens stelden zich voor haar op,
ze voelde zich hulpeloos en verlaten
in dezen oceaan van vreemde ver
schijnselen en bij den indruk van
het wonderbare kwam een gevoel
van groote angst en vrees, welke de
eerste uren van haar zien tot een
marteling maakten, tot ten slotte na
tuurlijk de blijde jubel over het groote
licht alle andere gevoelens volslagen
overwon.
ja, een heerlijk gevoel van geluk
moet die herstelde blinde hebben
gehad, onbeschrijfelijk en onbegrijpe
lijk. Wat zal de wereld haar schoon
geleken hebben. Ook met ons kan
dit nog het geval zijn, b.v. als ons
een geluk ten deel is gevallen en
binnen in ons het zonnetje schijnt.
Zoo'n geval vertellen ons de Duitsche
bladen. Toen in Ems nog een speel
bank was, kwam de vorst van Reusz,
die in de badplaats vertoefde, op
een dag in de leeszaal van het Kur-
hotel. Daar vond hij een goudstuk
en nu kwam de gedachte bij hem op,
daarmee zijn geluk eens te beproe
ven. Hij ging de speelzaal binnen,
speelde en in korten tijd had hij
4000 gulden gewonnen. Toen trad
hij de leeszaal weer binnen en zag
daar een jongmensch, die angstig
naar iets zocht. De vorst sprak hem
aan en vernam nu, dat de jonge man
het bewuste goudstuk had verloren.
Men steile zich zijn verrassing en
geluk voor, toen de vorst hem mede
deelde wat gebeurd was en hem
daarna de 4000 gulden, als zijn
eigendom, ter hand stelde, 't Geluk
was aan den rechte hier besteed,
want de jonge man was een onder
wijzer, die na glansrijk afgelegd exa
men, naar een badplaats moest voor
zijn gezondheid. Hij had zijn moeder,
die er niet breed voorzat, moeten
beloven, nooit in de speelzaal te
komen. Zijn belofte had hij gehou
den, maar door een toeval had hij
toch gewonnen.
den rechter voor me winnen, en
met zijn hulp het plan voor mijn
algeheele beveiliging uitvoeren."
Daarom zag hij het hernieuwde
bezoek van Walbot met wassend
ongeduld tegemoet. De dagen ver
liepen, maar de jonge rechter kwam
niet. Reeds zocht de slotheer naar
een voorwendsel om den treuzelen
den minnaar naar het kasteel te lok
ken, toen plotseling Hubert verscheen.
De slotheer begroette den jongen
man op kalme, vriendelijke wijze.
Hubert echter scheen wat verlegen.
Ammi was het pleegkind van den
kinderloozen heer Von Beuren, en
dus zoo goed als zeker zijn erfge
name. De slotheer bezat vele goede
ren en verteerde bijna niets van
zijn inkomenhij moest dus wel
rijk zijn. Een aanzoek om de hand
van de aanstaande bezitster van
Beurenhof kon uitgelegd worden als
een poging om rijkdommen te ver
werven. Dit was zeer pijnlijk voor
den jongen rechter en maakte hem
verlegen.
(Wordt vervolgd),