Eerste Blad. De oude Uniform Zaterdag 25 December. Dit nuinmer bestaat flit 2 Bladen ^(i cuwj aars wen s ch en No. 303. 1909. Gemeentebestuur,, Feuilleton. KERSTKRANSEN. "binnenland. 47e Jaargang. Nieuwjaarsgroeten. VL1SSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. MP" Wegens het Kerstfeest verschijnt morgen, Zaterdag, den Eersten Kerstdag, geen nummer van ons Blad. jPfT" Nieuwe Abonné's, uitge» zonderd bij wekelijKsche be= taling, ontvangen de dagelijks verschijnende „VL!SSING= SCHE COURANT" koste, loos tot 1 Januari. Evenals vorige jaren zal in het nummer onzer Courant, dat verschij nen zal en bij de Abonné's bezorgd wordt op OUDEJAARSAVOND de gelegenheid worden opengesteld tot het plaatsen van Deze advertentiën worden opgeno men tegen verminderd tariefen wel van 1—5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 cent. Advertentiën kunnen nu reeds wor den ingezonden en worden uiterlijk ingewacht tot Vrijdag 31 December, des middags 12 uur. 9e VOLKSTELLINü. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, brengen ter algetneene kennis dat dit jaar zal gehouden worden de 9de algemeene tienjaarlijk- sche volkstelling. Deze heeft ten doel de aanwijzing van allen, die te middernacht tusschen 31 December 1909 en 1 Januari 1910 hunne werkelijke woonplaats binnen Nederland hebben. Deze allen worden aangewezen, onverschillig of zij op genoemd tijd stip in hunne woning al dan niet aanwezig zijn. Ook worden aangewezen zij, die, zonder werkelijke woonplaats binnen Nederland te hebben op genoemd tijdstip aldaar aanwezig zijn. Omtrent deze allen moeten de op gaven verstrekt worden, die gevraagd 58.) Een kwartiertje later zat hij rustig bij den kastelein en liet zich vertel len van zijn verdwenen broeder. De herbergier vertelde al wat hij wist, maar dat was werkelijk niet veel Voor het oogenblik had Hans Gorgel toch genoeg, evenals van den wijn Morgen hoopte hij meer te vernemen. Zoo liet hij zich dan eindelijk in zijn slaapkamer brengen om daar zijn vreugderoes uit te slapen, op dezelfde plaats, waar twintig jaar vroeger zijn voormalige kapitein, de ware heer Von Beuren wel den laatsten- nacht van zijn leven had doorgebracht. Gorgel sliep den slaap der recht vaardigen. De schoft Wenz kon en wilde hij nu voor de begane daad straffen. Minstens de helft van zijn rijkdommen zou het hem kosten, ja, TELEFOONNUMMER 10. Abonnements-flduertenfiën op zeer uoordeelige voorwaarden worden op kaarten, welke tusschen 26 December 1909 en 1 Januari 1910 zullen worden rondbezorgd en dade lijk na Nieuwjaar zullen worden te ruggehaald. Door of voor ieder moet aan zijne woning worden ingevuld eene gele kaart voor een man (of jongen) niet in gestichten of instel lingen eene witte kaart voor eene vrouw (of meisje) niet in gestichten of instellingen eene' blauwe kaart voor een man (of jongen) in gestichten of instellin gen een grijze kaart voor eene vrouw (of meisje) in gestichten of instel lingen. Bovendien moet door ot voor ieder aan de woning waar hij tijdelijk aan wezig is ingevuld worden eene oranje kaart voor een tijdelijk aanwezigen man (of jongen) of eene rose kaart voor eene tij delijk aanwezige vrouw (of meisje) het hoofd van ieder gezin, elke afzonderlijk levende persoon of de bestuurder van iedere instelling, ge bouw, gesticht of schip, waar de kaarten worden bezorgd, is verplicht voor de behoorlijke invulling zorg te dragen. Deze zorge er dus voor, dat aan den teller, wanneer hij de kaarten bezorgt, worde afgegeven hoeveel gele, witte, blauwe, grijze, oranje en rose kaarten er in de woning noo- dig zijn. Overtreding van de voorschriften betreffende de volkstelling wordt krachtens art. 20 der wet van 15 April 1888 („Stbi." no. 84) gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden. De nauwkeurige, door de volkstel ling te verkrijgen kennis der bevol king is eene zaak van algemeen be lang. Tot het verkrijgen dier kennis is noodig dat alle vragen op elke kaart met de meest mogelijke nauw keurigheid en volledigheid worden beantwoord. Op verzoek der regeering noodigen zij allen met aandrang uit, door nauw keurige en volledige invulling der kaarten tot het welslagen der volks telling mede te werken. Vlissingen, 14 December 1909. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. uur tot het doen van aangifte van geboorten en overlijden. Vlissingen, den 24 Dec. 1909. De Ambtenaar voornoemd, W. KLOMP. BURGERLIJKE STAND. De Ambtenaar van den Burgerlij ken Stand van Vlissingen maakt be kend, dat het bureau van den Bur gerlijken Stand op Zondagen den 26 December 1909 en den 2den Ja nuari 1910 zal geopend zijn van des middags 12 tot des namiddags 123 dacht Gorgel, ik wil de helft van den buit hebben voor mijn zwijgen. Zoo sliep hij zijn roes uit in dit vertrek, dat anders wel :n staat zou geweest zijn, eigenaardige gedachten in hem te wekken. XXlIe HOOFDSTUK. Hubert Walbot had zijn ambt aan vaard. Veel had hij te doen, waar door zijn tijd bijna geheel in beslag genomen werd. Als schrijver was hem de schoolmeester van het dorp, een stil oud man, toegevoegd, die des morgens de kinderen onderwees en des middags bij den rechter schreef. In hem vond Hubert weldra een goeden steun, zoodat hij weer eenige vrije uren kreeg. Hoe gaarne zou hij naar Beurenhof gegaan zijn om de geliefde zijns harten weder te zien. Hij moest echter dit verlan gen beteugelen, want hij begreep, dat hij na zijn eerste bezoek bij den menschenschuwen slotheer eenigen tijd moest laten verstrijken, voor hij opnieuw bij hem ging aankloppen. Zijn vrije uren besteedde de jonge man met aan Atnmi te denken en haar portret gereed te maken. Tege- In dezen winter van nevelen en stormen, zoo somber en zoo duister als hij maar zijn kan, waarin wij als 't ware een leven lijden zonder dag en zonder kleuren, gevoelen wij meer dan ooit behoefte om ons nauwer aan een te sluiten en in vereeniging en gezelligheid ons heil te zoeken. Dat stemt niet precies overeen met de traditiewant deze immers hult het Kerstfeest in een sneeuwkleed Maar wij zijn niet gewoon het heer lijke feest aan de pool te vieren. Bij ons is de winter nauw aangevangen en doet zich nog niet in al zijn grim migheid gevoelen of blijft zelfs voor goed aan de grenzen van den herfst staan. Dat is ons eigenlijk volstrekt niet onwelkom, en dat vooral met het oog op hen, voor wie de lichtjes van den Kerstboom niet zoo helder branden en voor wie het boompje zelf minder stoffelijke gaven verbergt. Gaarne, niet waar, denken wij aan hen, in deze dagen, gewijd aan Hem die alleen liefde wasen dan erkennen we dankbaar dat, hoe minder er ge leden wordt onder de felle slagen van den winter, hoe meer uitzicht er be staat, dat onze liefdegaven tot haar recht komen en vreugde en licht ver spreiden in de duisternis, die anders wellicht ondoordringbaar zou zijn. Niets heerlijker dan het blijde gejuich, waarmede onze kleinen het Kerstkindje inhalen. Bij sommigen brandt het licht van den Kerstboom hoog opbij anderen gaat het wat eenvoudiger en nederiger toe maar in de harten maakt dat heel weinig verschil, 't Is vacantie en de kinderen kunnen al hun aandacht wijden aan de goede Kerstgaven en de genietin gen waarmede het feest van het donkere jaargetijde gepaard gaat. Om de beteekenis ervan bekommeren zij zich nog niet al te veel. Toch zullen de mooie sprookjes en verhalen, waarvan ze nu volop kunnen genieten, en die meer langs een omweg haar invloed oefenen, van de groote be ginselen van liefde en vrede spreken tot het jeugdige hart en het langza merhand inleiden tot hooger kennis en grooter waardeering. En dan vooral dit: er gaat ongezocht een magische invloed van het Kerstfeest uit, en vooral daar, waar nog de oude trouwe gewoonte wordt gevolgd om al wat er steeds glans en waarde aan gaf in Iijkertijd voelde hij zich gedrongen tot afwerken van het portret van den somberen slotheer, zooals hij hem in dien avontuurlijken nacht had gezien. De boosaardige blik van den man had zich diep in zijn ziel gegrift; zonder het te willen kreeg het gelaat de Ieelijke, dreigende uit drukking, die hij dien nacht had op' gemerkt. Al had de heer Von Beuren zich bij een later gesprek met Hu- bert in een verrassend beter licht vertoond, ai gevoelde de jonge man ook, dat Ammi's pleegvader ver schooning verdiende het was hem niet mogelijk dat gelaat vriendelijker en menschelijker uit te beelden dan hij het de eerste ntaal zag. Verrassend snel gelukte het werk en weldra staarde het portret van den slotheer item met een waarlijk verschrikkende gelijkenis aan. Een onverklaarbaar gevoel van vrees kwam over hem toen hij zijn werk beschouwde. Het was hem alsof hij tegenover een ge vaarlijken vijand stond, tegen wien hij alle krachten moest inspannen om hem te overwinnen, onschadelijk te maken. Maar ten slotte moest hi. toch lachen om die gedachten en hooge eere te houden. Dwazen zijn wij, als we meenen dat dit nietig heden zijn, die voor het leven geen waarde hebben. Duizenden hebben op den Kerstavond met bittere tranen beweend het gemis van het eenvoudig maar onvergetelijk genot van dien geheiligden avond in de jaren der lente. Aan duizenden heeft de Kerst avond met onweerstaanbare kracht toegeroepen „terug naar het vader huis"; aan duizenden namelijk, die door eigen schuld verstoken waren van het reinste aller genietingen, die gebroken hadden met de groote be ginselen, die het Kerstfeest predikt en wier leven daarom eenzaam en treurig was geworden, zelfs te midden van het bonte gewoel der wereld. Maar ook duizenden heeft de Kerstavond staande gehouden te midden van den strijd des levens, in leed en zorg, waaronder ze dreigden te bezwijken. Dan verspreidde de Kerstboom weer licht op hun pad en stortte weer vrede uit in het hart. Dan staalden weer de herinneringen uit een ver verleden, naamloos gelukkige herin neringen, tot den verderen strijd, versterkte het geloof of deed kalmer berusten. En wij, ouderen Och, laat het ons toch bekennen ieder op zijne eigene wijze, ieder in zijne eigene vormen, maar we volgen allen de Koningen uit het Oosten en we gaan op naar de plaats, waar in nederigheid is neergelegd wat grooter waarde heeft dan al het goud der aarde. Ook ons is een ster voorgegaan, die ons de plaats aanduidde en we handelen wèl, wanneer we den aangewezen weg volgen. Dan zijn we ook wijzen, al komen we nu juist niet uit het Oosten, en al zijn we niet in staat om rijke geschenken neer te leggen aan den voet van den Kerstboom. Maar één geschenk hebben we toch wel en dat kunnen we ook geven het hart. En wat is anders heiliging van het Kerstfeest, dan de overgave van het hart aan de groote beginselen van liefde en vrede De wijzen uit het Oosten deden een bedevaart naar de heilige plaats, hun door een lichtende ster aangewezenen ook wij doen een bedevaart, als we met onze ge dachten terugkeeren naar die lang vervlogen tijdenook wij doen een bedevaart, wanneer we ons telken jare bepalen bij het Kerstfeest, mee werken tot zijn viering, doordringen in- zijn diepe beteekenis. Maar wat zouden die bedevaarten ons baten wanneer we, in het werkelijke leven teruggekeerd, in dat leven niet wat we gezien en gehoord hebben en waar het hart vol van is, in daden trachten om te zetten. Wij zijn geen kinderen meer, die een verontschul- zette hij het portret omgekeerd tegen den wand. Na verloop van een paar weken zocht Hubert op een zekeren avond den ouden herder Grates op. Deze was des daags met zijn kudde den berg opgegaan om er de nachten in zijn herderswagen door te brengen. Hubert deelde den oude zijn gesprek met den slotheer mee, en Grates luisterde met gespannen aandacht. Vooral scheen hem belangrijk het uitgesproken vermoeden, dat de da der de kleeren van zijn slachtoffer ergens had moeten verbergen nabij de plaats der misdaad. Grates hield peinzend de hand tegen het voor hoofd, daarom vroeg Hubert, of hij misschien in de bouwvallen van den Mont Royal een verborgen plek wist. De herder werd zichtbaar verlegen. Zeker konden er zich tusschen de puinhoopen half ingestorte ruimten bevinden, die toch moeilijk te vinden en te doorzoeken waren, zeide hij. De oude werd nu zeer stil, en Hubert stoorde hem niet door verdere vra gen. Hij wilde eerst nog van Ammi vertellen, en wat er tusschen hen beiden was voorgevallen, doch de diging hebben, wanneer leer en leven nog niet zoo volkomen in overeen stemming zijn. En daarom past ons zelfonderzoek, ernstig, diepgaand onderzoek. Hoe is het bij ons met de verhouding tus schen leer en leven gesteld Zijn we ware vrienden des vredes Zijn wij nooit liefdeloos Onthouden wij ons altoos van bittere woorden Dragen wij geen haat, geen vijandschap Zoo niet, dan leeft de Kerstvrede in ons hart en kunnen wij blijde feestvieren. Zoo niet, dan is het nog tijd om de lichtjes van den Kerstboom te ont steken, zoowel in het eigen hart als in dat van anderen. We hebben wel eens gehoord, dat de wereld een pa radijs kon zijn, als de menschen het maar wilden, maar dat ze nu vaak een hel gelijkt. Och, laat het dan ten minste nu geen hel wezen, waar we reeds het vleugelgeklep hooren van de engelen des vredes, die komen zullen in den stillen heiligen nacht. Laat het vrede zijn, alom en met allen. Nu geen rangstrijd meer, die 't vrije gemoed onteertnu geen wrok meer of onrecht of beleediging, waar we toch waarlijk zelf ook niet vrij uit gaan nu geen lichtvaardig oordeelen meer en nog minder liefdeloos ver- oordeelen, waar aan ons zeiven een bede om vergeving pastnu allerminst haat en vijandschap, den mensch, boven alles den Christen onwaardig. Neen, we weten het wel, dat alles valt maar niet altijd even gemakkelijk. Ach vrienden, het geheele leven valt niet gemakkelijk, maar daarom is het dan ook een menschelijk leven, een leven dat, door strijd, naar de kroon der overwinning kan voeren. Om die overwinning ons mogelijk te maken, juist daarvoor is ons de ster in den Kerstnacht verrezen en, waar wij vrede willen en liefde, niet maar met den mond, maar met daden, met hart en ziel, met het leven zelf, daar voorzeker hebben wij een redelijk uitzicht, dat die kroon ons niet ont gaan zal. Zóó vlechten wij de krans des vredes om alles en om allen. Zóó ontvangen wij ook thans weer het heerlijkste aller feesten met blijden zin. Zóó lichte het over ons in zijn stille, innige vriendelijkheid, tot het einde des levens. Tweede Kamer. In de gisteren gehouden zitting werd de behandeling der begrooting van oorlog voortgezet. De heeren Marchant en Verheij critiseerden op verschillende punten 's ministers beleid. De minister meen de dat de bezwaren, gebleken bij het heer Von Beuren had zijn toestem ming nog niet gegeven, daarom zweeg Hubert er maar over. Zoodra hij die toestemming verkregen had, zou hij het den oude vertellendie zou er zeker zich over verheugen. Daar Grates niets meer te zeggen had en diep in gedachten bleef zitten, nam Hubert afscheid en keerde naar huis terug. Weer verliepen verscheidene da gen eindelijk had Hubert den moed om weer naar Beurenhof te gaan. Sedert zijn bezoek aan den slotheer waren in het kasteel vele verande ringen gekomen. De geweldige om mekeer bij den heer Von Beuren bleek duurzaam, zijn beschikkingen omtrent de veranderde huishouding werden niet herroepen maar nauw keurig uitgevoerd. De grootste ver andering in het kasteel was wel de vermeerdering van zijn bewoners. Bij de drie eenzame huisgenooten was een vierde persoon gekomen, een aardige, flinke boerenvrouw, die Nickel zonder lang zoeken had aan genomen om allerlei huishoudelijke bezigheden te verrichten, als huis houdster dus. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1