N,
De oude Uniform
\S.
m.
rijdag
17 December.
Feuiïleion.
No. 296.
1909.
>.57
►.50
.62
.07
>.70
n
'tikelen
SCHE
Jzn.
Co.
ide
llsche
met
BINNENLAND.
47e Jaargang.
O.
f
16.40
1.05
19.-
1.25
19.-
"n
1.25
1.10
2.20
1.80
1.70
1.45
1.10
yer paK,
ite
:er.
Kapitalen
[e, Wedu-
ging enz.,
worden
\gent
i der Bank
sal voor
eek. Ook
nte vanaf
«visie,
zijn wij
n 125.
iek
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
COURANT.
ADVERTENT1ÊNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Oroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. I TELEFOONNUMMER 10.
ftbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige uoorivaarden
Nieuwe Abonné's, uitge*
izonderd bij wekeiijksche be=
taling, ontvangen de dagelijks
verschijnende „VL1SSING*
SCHE COURANT" koste
loos tot l Januari.
H. M. de Koningin.
De Koningin is gisterenmiddag per
extra trein te 12 uur 20 min., verge
zeld van haar hofdames en den ad
judant van dienst, kapitein graaf Du
Monceau, van Het Loo voor enkele
uren in de residentie aangekomen.
Nauwelijks had H. M. den Konink
lijken salonwagen verlaten en de per
ronruimte gelegen voor de wacht
kamers van het hof in het Staats
spoorstation betreden, of de Koningin,
die er opgewekt en welvarend uitzag,
werd door de aan weerszijden van
de wachtzaal toegelaten menigte, met
een daverend driewerf hoera verwel
komd. De Koningin nam, daar op
verzoek geen autoriteiten ter ontvangst
aanwezig waren, door de hofsalons
onmiddellijk den weg naar het geslo
ten Koninklijk rijtuig, dat onder de
juichtonen van het aldaar saamge-
komen publiek naar het koninklijk
paleis reed. Het vertoef van een paar
uren in Den Haag had, verneemt men,
ten doel de bezichtiging van de door
verbouwing van den Zuidwestelijken
achtergevel van het paleis verkregen
vertrekken, ten gebruike van Prinses
Juliana en welke kamers naar de
aanwijzingen van H. M. zelf ingericht
zijn.
Ruim 21/i keerde H. M. naar Het
Loo terug, in den Koninklijken trein
werd te twaalf-uur-tafel gehouden.
Tweede Kamer.
Gisteren is de begrooting van
financiën aangenomen, waarna aan
gevangen werd met de behandeling
van de begroofing van binnenlandsche
zaken.
De heef Snoeck Henkemans be
toogde de urgentie van een ingrijpende
wijziging der armenwet en inrichting
van een algemeenen armenraad onder
leiding van de overheid.
De heer Van Nispen (Rheden) be
pleitte wijziging der drankwet in het
belang van de weduwen en kinderen
van vergunninghouders en in het
belang van pachters van stationsbuf
fetten, daarbij in ieder geval verzoe
kende uitstel van den fataler, termijn
van 1 Mei a.s., voor de wachtkamers.
De heer Vliegen drong aan op
eene andere indeeling der kiesdis
tricten en verzocht geen uitvoering
te geven aan het besluit waarbij
vernietigd is het raadsbesluit van
Breda tot aankoop van de Baronie
51.)
Zonder dralen liep hij naar zijn
slaapvertrek, sloot de deur en legde
zich te bed om de rust te zoeken,
die zijn lichaam en nog veel meer
zijn afgematte geest noodig had.
NEGENTIENDE HOOFDSTUK.
In goeden luim en frisch van hoofd
was de heer Von Beuren opgestaan.
Hij wenschte dan ook dadelijk zijn
plannen verder uit te werken.
Het was bijna middag, toen hij
schelde. Nickel en Ammi kwamen
spoedig toeloopen. Terwijl het meisje
wat achterbleef, trad Nickel bij zijn
heer in het slaapvertrek, doch vergat
de deur te sluiten, zoodat Ammi on
bemerkt al het gesprokene hooren
kon.
„Zeg aan Ammi", sprak de slot-
I heer, „dat ik voortaan alle dagen
laan en critiseerde het coiportage-
verbod als in Maastricht en de da
den van terrorisme als in Bergen op
Zoom.
De heer Tydeman oordeelde dat
met de vernietiging van het Breda-
sche raadbesluit tot aankoop van de
Baronieiaan, de minister gehandeld
heeft in strijd met het algemeen be
lang.
De heer Van den Berch van Heem
stede daarentegen verdedigde het
vernietigingsbesluit.
De heer Bium sprak een enkel
woord over de burgemeestersbenoe
mingen, meer in het bijzonder over
de benoeming van ingezetenen tot
burgemeester.
De min. maakt zich van de on
gunstige cijfers van verleden jaar af
met eenige waarheden als koeien,
in het algemeen moet iemand van
buiten de gemeente in tact en ont
wikkeling al heel wat hooger staan,
wil hij de voorkeur verdienen boven
een inwoner,die, ook vanzelfsprekend,
meer moet voelen voor de gemeente
en haar belangen. Veelal vragen niet-
inwoners der gemeente tot burge
meester benoemd, vergunning om
elders te blijven wonen.
Het antwoord des ministers is wei
nig bevredigend. Een ander punt is
de bijdrage aan de gemeenten in de
verpleging van armlastige krankzin
nigen. Op verhooging dier bijdrage
is aangedrongen. Voor kleine ge
meenten is het een zaak van groot
belang. De bijdrage van f40 is veel
te gering. Verhooging zou, waar zoo
veel voor andere doeleinden wordt
aangevraagd, alleszins gewettigd zijn
geweest.
in zijn antwoord zeide de minister
van binnenlandsche zaken dat de
heer Blum over spreker niet welwil
lend en onbillijk heeft gesproken en
het voorgesteld of de minister een
bijzondere handigheid had, om zich
van gestelde vragen af te maken. Een
minister kan nu eenmaal niet op
alle vragen antwoorden. Hij wordt
den heelen dag aan zijn jas getrok
ken door Kamerleden, die allerlei
dingen vragen. Wie zich dan niet
eens van vragen kan afmaken, is geen
goed minister. Dat erkent spr. rond
uit. Anderen doen hetzelfde, maar zij
erkennen het niet en omdat hij het
wèl erkent, noemt men hem handig.
Dat is onbillijk en spr. komt er te
gen op. Wat overigens de door den
heer Bium aangeroerde quaestie be
treft inzake de benoeming van som
mige burgemeesters, die kritiek kan
de minister niet beantwoorden zonder
in allerlei bijzonderheden te treden,
en dat is niet wel mogelijk. Er ko
men bij die benoemingen allerlei
adviezen te pas, waarover niet ge
sproken kan worden. De minister
heeft er steeds voor opgepast, aller
met haar wensch te eten. Vandaag
zullen wij nog in de kleine zaal ons
middagmaal nuttigen, maar morgen
moet de eetzaal gelucht en gereinigd
zijn. Het tafelzilver moet gepoetst
worden, in het vervolg zal ik daar
met met de juffrouw dineeren."
Nickel stond verbluft te kijken.
Zijn heer scheen er vermaak in te
vinden hem nog meer in de war te
brengen, en vervolgde „Daarna
maakt ge den salon en de speel- en
muziekkamer weer goed in orde.
Meubelen en gordijnen moeten afge
stoft en de vensters gereinigd worden.
Alles moet zoo spoedig mogelijk ge
beuren, wantik hoop weldra gas
ten op het slot te ontvangen."
Nickel kon zijn ooren niet geloo-
ven, een en ai verbazing gaapte hij
zijn heer aan. Gasten op Beurenhof,
waar men sedert twintig jaar geen
vreemd gezicht had gezien?! Dat
ging zijn begrip te boven Hij wilde
iets zeggen, doch zijn meester voor
kwam hem lachend en zeide „Aha
Ik begrijp hetAlleen kan je al het
werk zoo spoedig niet gereed krij
gen. Best, dan zal ik je hulp geven.
Tegen den avond ga je naar het
lei heertjes als burgemeester fe sturen
naar plaatsen, waarvoor zij niet ge
schikt zijn. Allereerst vraagt spr. zich
steeds af bij de benoemingen is die
persoon voor die bepaalde gemeente
geschikt Aan dit stelsel zal hij blij
ven vasthouden.
De Rijksmiddelen.
November is geen slechte maand
geweest voor 's Rijks schatkist. Het
eindresultaat is wel niet zoo schitte
rend, omdat bij een vergelijking met
haar naamgenoot van 1908 de totaal
opbrengst slechts f343,973.58 meer
is geweest dan verieden jaar. De
opbrengst indeafgeloopen maand was
f 17,885,547.01tegen f 17,536,573.43
in November 1908. Bovendien moeten
van die meerdere ontvangst worden
afgetrokken de opbrengst der opcen
ten van bedrijïs- en vermogensbelas
tingen en de verbooging van het
zegelrecht op effecten, welke verieden
jaar niet werden geheven.
Blijkens een aanteekening onder
het overzicht van de opbrengst der
rijksmiddelen in de „Staats Ct." van
gisteravond hebben de opcenten op
de bedrijfsbelasting f 157,154.06 op
gebracht en die op de vermogensbe
lasting f227,082.40, terwijl gerekend
kan worden op het 12e deel van
f 1,000,000 voor de verhooging van
hei zegelrecht op effecten. Dit maakt
te zamen een bedrag van f 467,569.88.
Vermindert men de opbrengst over
de afgeloopen maand met dit bedrag,
en vergelijkt men dan het verkregen
verschil met de opbrengst van No
vember 1908, dan komt men tot de
slotsom, dat niet f348,973.58 meer,
maar f 118,596.30minderisuntvangen.
Hierbij heeft men echter in aan
merking te nemen, dat November van
verleden jaar een verrassing ople
verde. De successierechten brachten
toen 12 ton gouds boven het bedrag
van het vorig jaar op, dus een ab
normaal hooge som. Dat wreekt zich
thans, want tegen een ontvangst op
dit middel van f2,319.282.89 73 ver
leden jaar, staat nu een som van
f 1.368,719.107s, d. i. bijna éen mil-
lioen gulden minder.
Let men dus ook hierop, dan mag
ondanks de tegenvaller van de suc
cessierechten, als algemeene indruk
van de maand worden gezegd, dat
zij gunstig voor de schatkist is ge
weest, netgeen verder uit de volgende
specificeering kan blijken.
Meer werd ontvangen uit de grond
belasting f 59,000, de personeele
belasting f 51,000, de bedrijfsbelasting
(met de opcenten) f 258,000, de ver
mogensbelasting (met de opcenten)
f 417,000, het recht op de mijnen
f 3000, de invoerrechten f69,000, den
suikeraccijns f 9000, den accijns op
het gedistilleerd f 59,000, en dien op
het geslacht f 91,000, de gouden en
dorp, huurt een paar vrouwen met
flinke handen aan het lijf, koopt be
zems en stoffers en morgen vroeg
breng je alles hier. Met zooveel
handen aan het werk, zal alles wel
spoedig gereed komen. Zorg ook
voor een vertrouwd persoon, die
voortaan bij ons blijft om het keu
kenwerk te doen en de juffrouw te
bedienen. Vooruit rtu, sta me niet
langer aan te gapen."
Bij de laatste woorden was de ver
bazing van Nickel overgeslagen in
vreugde, want die vertrouwde per
soon had hij reeds gevonden. Even
als zijn heer had ook de bediende
zijn kleine gejreimen. Hij had wel
willen juichen, maar hij bedwong
zich en ging naar de deur zonder
iets van zijn geheim te verraden.
„Nog wat, Nickelriep zijn heer
hem na. „Ga ook naar den geeste
lijke en verzoek hem, mijne oorkon
den en alle rekeningen gereed te
houden. Binnen korten tijd zal ik
hem hier noodigen om af te rekenen.
Begrepen
Nickel boog, verliet de kamer en
trok de deur achter zich dicht. Met
een gelaat, dat van vreugde straalde,
zilveren werken f 1000, de zegelrech
ten f 57,000, de registratierechten
f88,000, de hypotheekrechten f 15,000,
de domeinen f 1000, de posterijen
f 87,000, de rijkstelegraaf f 21,000, de
Staatsloterij f 1000, en de loodsgelden
f 28,000. Alleen op de volgende
bronnen van inkomst werd minder
ontvangen het daarachter genoemde
bedrag: de wijnaccijns f 5000, de
zoutaccijns f 9000, de accijns op bet
bier en azijn f 1000 en de successie
rechten het reeds hier boven vermeide
bedrag van f 950,563.79.
De opbrengst van den accijns op
de suiker bedroeg in de laatste drie
maanden van 1909 f 6,371,592.24,
tegen f 5,986,549.98 in hetzelfde
tijdvak van 1908.
Vergelijkende de opbrengst van de
rijksmiddelen over de eerste elf maan
den van 1909 met die over gelijk
tijdperk van 1908, dan zien we dat
dit jaar meer werd ontvangen uit de
grondbelasting f 111,000,het personeel
f 221,000, de bedrijfsbelasting (met
de opcenten) f 740,000, de vermo
gensbelasting (met de opcenten)
f 720,000, het recht op de mijnen
f 17,000, de invoerrechten f 690,000,
den suikeraccijns f 839,000, den ac
cijns op het geslacht f 185,000, de
belasting op gouden en zilveren wer
ken f 22,000, de zegelrechten (met de
verhooging van dit jaar) f 1,056,000,
de registratierechten f 359.000, de hy
potheekrechten f 49,000, de domeinen
f219,000, de posterijen f357,000, de
rijkstelegraaf f 426,000, de Staatsloterij
f1000, de jacht- en vischacten f 5000
en de loodsgelden f 120,000. Minder
brachten op van de accijnzen die op
den wijn f18,000, die op het gedis
tilleerd f386,000, die op het zout
f28,000 en die op bier en azijn
f 55,000, terwijl het recht van suc
cessie niet minder dan f963,000 be
neden het bedrag \an 1908 bleef.
De totale opbrengst van de eerste
elf maanden van dit jaar bedraagt
f 152,452,163.025 en die van hetzelfde
tijdvak van 1908 f147,766.490,395,
zoodat tot nu toe meer is ontvangen
f4,685,672.63. („N. Ct.")
De 30 percent additioneele rechten.
Met groote voldoening heeft de
„N. R. Ct." het bericht ontvangen,
dat het wetsontwerp tot voorloopige
verhooging der invoerrechten met 30
procent is ingetrokken. Echter blijft
het blad van meening dat de ge
volgde handelwijze een politek van
avontuur van den minister van finan
ciën is geweest. Het schrijft ter toe
lichting van dit oordeel
Het ontwerp was bij Koninklijke
boodschap van 18 Nov. jl. ingediend,
derhalve nadat de opbrengst van de
middelen over October bekend was.
Toen zag de minister de toekomst
van 's lands middelen dus blijkbaar
snelde hij naar Ammi, die alles ge
hoord had en stijf van verbazing was.
Voor het eerst had de slotheer haar
„de juffrouw" genoemd. Reeds wilde
Nickel haar gaan verteilen, welke
bevelen hij ontvangen had, doch
Ammi fluisterde„Kom mee, ik heb
alles gehoord. Er schijnen groote
veranderingen op til te zijn." Hij
volgde haar naar de keuken en
mompelde intusschen „Ja, en vooral
voor mij."
De slotheer scheen hen gehoord
te hebben, zijn gelaat toonde een
gedwongen lach. Spoedig echter stond
zijn gelaat weer somber. Hij keerde
naar zijn slaapkamer terug om zich
zorgvuldig te kleeden en ondertus-
schen mompelde hij „ik speel een
gewaagd spel, maar ik moet winnen.
Ik mag niets verzuimen, wat mij de
overwinning kan bezorgen. Hoe meer
ik hen aan mij vastketen, hoe zeker
der ik ben van hulp."
Korten tijd daarna kwam Ammi
terug en vond den heer Von Beuren
in den salon en zoo sierlijk aange
kleed, als zij hem nog nooit te voren
gezien had. Zij was zeer verwonderd,
maar sprak daar niet over. Alleen
nog zóó duister in, dat hij de ver
hooging van invoerrechten met één
derde niet achterwege meende te
kunnen laten.
Men mag aannemen, dat op het
oogenblik aan den minister de op
brengst der middelen over November
bekend is, al is dan ook de midde-
lenstaat nog niet in de „St.-Ct." af
gedrukt geworden. Maar dan blijkt
nu toch, op welke geweldig losse
gronden deze minister van financiën
zijn beleid doet steunen. Wegens de
uitkomsten van één zeggeéen
maand wordt het ontwerp inge
trokken Een voor handel en indus
trie zeer gewichtige maatregel is af
hankelijk gesteld van den middelen-
slaat van één maand. Als niet ge
bleken was, dat aan de regeerings-
tafel de uitdrukking wordt kwalijk
genomen, zouden wij zeggendat is
toch spelen met de belangen van
het land.
Wil de minister zich misschien
verdedigen met de bewering, dat die
eene maand niet de intrekking heeft
teweeg gebracht, maar slechts den
doorslag gaf, wijl door haar indruk
ken, reeds in vorige maanden omtrent
's lands financiën opgewekt, zijn be
vestigd, dan vraagt de „N. R. Ct."
waarom het ontwerp dan ingediend
Van het oogenblik af, waarop naar
de overtuiging van den minister de
noodzakelijkheid der verhooging van
rechten niet boven eiken twijfel ver
heven was, had van indiening van dit
ontwerp toch zeker geen sprake mo
gen zijn. Het ontwerp heeft nu, on
danks den korten tijd, dien het geleefd
heeft, schade gedaan, óok aan de
schatkist wij hebben dit kort ge -
leden duidelijk gemaakt die niet
meer te verhelpen is.
De intrekking van het ontwerp is
ook daarom verwonderlijk, omdat het
bij de eerste aankondiging van het
ontwerp in de Millioenennota van dit
jaar noodzakelijk" geacht werd, de
verm'oedelijke opbrengst der aan te
wijzen dekkingsmiddelen zoo na mo
gelijk bij het bedrag van het tekort
der begrooting te doen komen, ook
om bij een gunstiger verloop van
zaken, dan thans (September) kon
worden verwacht men herleze de
Millioenennota de kans te hebben,
althans nog eenig deel van het tekort
van 1909 in te halen. Uit de opbrengst
der middelen over de maand Novem
ber leidt dus de minister maareven
tjes af, dat de inkomsten over 1910
f 3,730,000 de som uit de verhoo
ging van het tarief met 34 opcenten
verwacht méér zullen bedragen
dan hij in September berekende
terwijl hij bovendien de kans, nog een
deel van het tekort van 1909 in te
halen, nu op grond van dien éénen
staat aanwezig schijnt te achten.
Of hij geeft in eens die, in Septem-
zeide zij, dat het middagmaal was
opgediend. De slotheer knikte haar
vriendelijk toe en volgde haar naar
de eenvoudige eetkamer, die morgen
zou worden verwisseld met de groote
en rijk versierde eetzaal van het slot.
Terwijl Ammi zich verheugde over
de schijnbare verandering van den
slotheer, bevond de jonge Walbot
zich in een ernstige stemming. Na
het wegrijden der beide vrouwen was
hij bij Grates gaan zitten om zoo
veel mogelijk te vernemen aangaande
den moord op den Mont Royal.
Ofschoon de herder zich geenszins
als ooggetuige uitgaf, maar alles uit
den mond van den gevluchten Joost
had vernomen, was zijn uitlegging
van het gebeurde zoo gemakkelijk
mogelijk om te begrijpen. Het bleef
echter een moeilijke vraag, hoe de
mantel en de hoed van Joost op de
plaats der misdaad waren gekomen.
(Wordt vervolgd).