Balsem
DING.
Donderdag
2S November.
No. 277
1909.
Feuilleton.
47e Jaargang.
ltikelen.
s
„deRuyf er',
RERES
0.90
2.05
1.65
1.55
1.—
en Singeliveg.
rhooging.
Van Week tot Week.
BINNENLAND.
^mm
ige.
n alle prijzen.
tiging.
ilaas-
eele familie gelukkig
met Sprookjes
vs. GRIMM (Gouden
ns en Grietje, etc.)
ten.
e. Geïllustreerd,
tster.
es met grappen en
oor oud en jong.
de Kat. Geïllustr.
Crusoë.
heiboekje,
prentenboekjes met
platen.
gheid voor dames.
oek. Prentenboek,
as.
er. Leesboek met pl.
4apolitaansche ver
platen.
Sagenland, reisver-
laten.
ardigheid v. dames,
llectie van 24 nos.
lijk, met 't oog op
voor f 1.- franco
st van postwissel (of
vermeld „Familie-
ndel EXCELSIOR,
tr. 139, Amsterdam.
MARKT 2.
o
y
55 en 50 ct.
■0 en 75 ct.
ARTS
te spreken.
Ie Kerk No. 15.
per fl. 0.65 en 0.80
0.60, 0.70 en 0.90
0.60, 0.70 en 0.90
lijn)
goed)
0.70
0.85
1.25, 1.50
er Literpot)
0.80 en
0.80
1.—
0.30
ANDELAREN.
22.
WERPEN.
91
19
6HL.fl6.80
1.10
13.20
0.85
li
VL1SS1INGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÈNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
De bekende Finsche quaestie is
voor het oogenblik ongeveer de
hoofdschotel op het politieke menu.
Dat de Finnen zeer standvastig het
hoofd bieden aan de Russische re
actie en het door deze gepleegde
geweld, weten wij. Toen de volgzame
Senaat de bekendmaking gelastte van
het keizerlijk besluit betreffende het
militaire vraagstuk, weigerde de grif
fier van het uitvoerend comité zijne
handteekening en 0 deze zal nu ver
volgd worden, waarmede de politieke
vervolgingen aanvangen.
Zooals bekend is heeft de Landdag
het besluit verworpen en is daarom
ontbonden. De Senaat, op geheel
andere wijze samengesteld, is groo-
tendeels bezet door Russische gene
raals of Russisch geworden Finnen.
In 't vorige jaar werd een Russisch-
Finsche commissie ingesteld, met het
doel de grenzen te trekken, welke de
Finsche wetgeving zouden omlijnen
binnen den band van het Russische
rijk. De Finsche leden van die com
missie verlangden een eigen leger en
een zelfstandige staatshuishouding.
Betreft het wetten, die het Rijk en
Finland beiden raken, dan wenschen
de Finnen dat de wetgevende licha
men van beide staten ieder een de
legatie zullen benoemen, die ieder
afzonderlijk te Sint-Petersburg zullen
vergaderenkomen deze delegatiën
niet tot overeenstemming, dan wil
men een vergelijk-commissie en in
sommige gevallen wil men de be
slissing overlaten aan den souverein,
wanneer het namelijk quaesties be
treft, waarbij Finlands vrijheden niet
betrokken zijn.
Het is vrij duidelijk dat men hierbij
op het oog heeft gehad eene positie,
gelijk aan die van Hongarije in de
Oostenrijksch-Hongaarsche monar
chie maar daarmede komt men lijn
recht in botsing met de bedoelingen
der Russische regeering.
Geheel in strijd met de geschiede
nis, beweerden de Russische leden
der commissie, dat Finland een
Russische provincie is, die zelfbe
stuur heeft, maar slechts in zooverre
ais daardoor de souvereine rechten
van het rijk niet worden verkort. Is
er een rijksbelang betrokken bij de
Finsche zaken, dan heeft alleen het
rijk te beslissen. Alleen wil men toe
staan dat, voor het beraadslagen over
dergelijke rijkszaken, afgevaardigden
naar den Rijksraad en de Doeina
worden gezonden.
Het behoeft geen betoog dat dit
een standpunt van grenzelooze wille
keur iswant men kan altijd bewe
ren dat de eene of andere zaak het
rijk raakt of dat een privilege scha
delijk is voor het belang van het rijk.
Eén ding is zeker, als de Finnen
LLEN. Be oude Uniform
32.)
Nu, met zulk een straf was Bastiaan
zeer ingenomen, en verheugd maakte
hij plaats voor Ammi, die nu moest
kiezen. Dat trok de aandacht van allen
en daardoor verminderde de rumoerige
drukte. Ammi woonde niet in Zeitin-
gen en kwam slechts nu en dan eens
op bezoek bij de oude Marie op het
gerechtshof. Haar manieren staken ook
wel wat af bij die van de Zeltinger
meisjesdaarom werd zij met meer
eerbied behandeld dan haar vroolijke
vriendin Katrijn.
„Juffrouw Ammi .is aan de beurt!"
riep de hoofdman, en vol verwachting
keken allen naar het mooie meisje,
dat kiezen moest. Ammi stapte zonder
aarzelen naar den staak en greep de
fraaie teekening.
„HoeraGrates is verlostriep
de hoofdman nu, maar de oude herder
toegeven, dan teekenen zij het dood
vonnis hunner nationale zelfstandig
heid en vernietigen zij met eigen
hand de door vier Czaren bezworen
privilegiën. Voor 't oogenblik denken
zij daar niet aan; maar juist dit kan
een bron worden van eindelooze
verwikkelingen en moeilijkheden,
waarin, als er niets tusschenbeiden
komt, het recht van den sterkste wel
zal zegevieren.
De verwerping der begrooting door
de lords, hangt nog altijd in de lucht.
Zooals men weet zullen de lords
niet verwerpen, maar de zaak een
voudig van de baan schuiven, wat
feitelijk op 't zelfde neerkomt. Zulk
een toestand zal echter zeer ongewoon
zijn in Engeland en men weet op dit
oogenblik nog niet hoe het dan met
de financieele huishouding moet gaan.
De zaak is van groot belang ook
voor handel en nijverheid in het
buitenland. De conservatieven komen
natuurlijk op met de quaestie der
beschermende rechten. Concurrentie
met de buitenlandsche industrie door
hooge invoerrechten, is de leus. Ei
genlijk hadden de conservatieven al
tijd gebrek aan goede verkiezings
leuzen, maar nu hebben zij er een
waar wat mee gedaan kan worden.
Winnen de conservatieven het, dan
gaan zij Engeland afsluiten en zal
er een geheele verandering komen
in de handelspolitiek der wereld.
Al is men op het vasteland lang
zamerhand tot het stelsel van be
schermende rechten teruggekeerd,
Engeland bleef altoos aan den vrijen
handel getrouw. Alle handelstractaten
en toltarieven gaan uit van het be
ginsel dat Groot Brittanje en de ko
loniën vrije markten zijn en dat zul
len blijven. Daarom gevoelt men dat
de aanstaande verkiezingen een we
reldgebeurtenis van onberekenbare
gevolgen zullen kunnen vormen.
Al hebben de Engelschen het nog
zoo druk, zij vinden nog steeds ge
legenheid om den Congo-veldtocht
voort te zetten. Zondagavond hield
men in de bekende Albert-Hall te
Londen weer eens een vergadering,
bijgewoond door 12000 menschen,
waarin de geestelijkheid zich dapper
weerde. Dat is een bedenkelijk ver
schijnsel. Tegenover Transvaal en
Oranje-Vrijstaat heeft de Engelsche
geestelijkheid indertijd op dezelfde
wijze gehandeld.
Een zekere dominee ging zoo ver,
dat hij Koning Leopold den dief van
land in den Congo noemde, een dief
die moest worden gekastijd en geen
zier vertrouwen verdient. Den aan
wezigen Belgen werd geen woord
van verweer toegestaan. Een motie
werd ten slotte aangenomen, waarbij
verklaard wordt dat er een afdoende
antwoordde met luide stem „Je ver
gist je, hoofdman 1 Grates heeft de
teekening slechts hier gebracht op
verlangen van dezen heerhij is de
gever." Daarbij wees hij op Hubert,
die nu naar voren trad om Ammi zijn
arm aan te bieden. Hij was steeds
meer overtuigd, dat zij de jonge dame
van zijn nachtelijk avontuur was. De
verschijning van dezen deftigen on
bekende in den landelijken kring was
voor allen een groote verrassingal
leen Ammi scheen niet verwonderd
te zijn. En hij had juist gehoopt, dat
haar verbazing of ontsteltenis hem de
zekerheid zou verschaffen, dat hij zich
niet in Ammi's persoon vergiste. Doch
nu dat niet gebeurde, stond hij wel
wat verlegen.
Ammi keek hem zoo kalm aan en
trad zoo onbevangen eenige schreden
op hem toe, dat Hubert in verwarring
geraakte en slechts met een paar
woorden kon zeggen, hoe hij het toe
val dankte, dat hem op dezen feest
avond zoo gunstig was geweest. Ammi
antwoordde daar niet veel op, maar
op ongekunstelde wijze drukte zij den
vreemdeling haar vreugde uit over
de fraaie teekening, die zij nu haar
flbonnements-Aduertentiën op zeer uoordeelige uooruiaarden
hervorming in den Congo moet wor
den ingevoerd.
De Belgen zouden alle reden heb
ben om te denken „bemoei je met
je eigen zaken."
In de nieuwe Belgische legerwet
wordt er ruimschoots voor gezorg'd,
dat de last van den krijgsdienst niet
op de zwakke schouders drukt.
Zooals men weet wordt de plaats
vervanging afgeschaft en de persoon
lijke dienstplicht ingevoerd. De wet
voorziet in de vrijstelling van gees
telijken van alle kerkgenootschappen
en van zendelingen. Leden van gees
telijke orden worden telkens voor
een jaar vrijgesteld. De aldus vrijge
stelden moeten zich echter in het
verplegen van gewonden en zieken
bekwamen, want hun tijdelijke vrij
stelling zal in tijd van oorlog niet
worden verleend en dan kunnen zij
dienst doen bij de ambulance.
Verder zijn zij vrij, die bewijzen
dat hun arbeid bijdraagt tot het on
derhoud, hetzij van hun echtgenoote,
met of zonder kind, van hun vader
of moeder of van een dezerhetzij
van hun grootouders of een dezer,
of van een of meer hunner broeders
of zusters. In niet bemiddelde fami
lies is de eenige wettige zoon vrij
wegens steunen van ouders, groot
ouders of familie, en verder is vrij
de weduwnaar met een of meer kin
deren en zelfs het onechte kind dat
de steun is van zijne moeder.
Uit Marokko berichtte men ons
voor enkele dagen, dat de Moorcn
van Nador rin onderwerping waren
gekomen.
Hoe dit zij, van den feilen Marok-
kaanschen oorlog kan men zonder
bezwaar getuigen dat die als een
nachtkaars uitgaat. Het geheim daar
van is dat daar thans de zaaitijd is
aangebroken en dat men begonnen
is om voor den gewenschten oogst
te zorgen.
Zelf in de beruchte Wolfskloof van
Mililla, waar voor enkele maanden
zoo moorddadig gestreden werd,
zaait men thans het koren uit, wat
de Spanjaarden rustig aanzien. Het
zal nog wel zóó ver komen dat men
zich gaat verbroederenen dit zou
waarlijk nog het beste einde zijn
van dezen zoo nutteloozen en onge-
motiveerden krijg.
Tweede Kamer.
In de gisteren gehouden zitting
huldigden de voorzitter en minister
Heemskerk de nagedachtenis van den
heer De Ridder.
Bij het voortgezet algemeen debat
eigendom mocht noemen en die zij
altijd in eere zou houden.
De verwarring van den jongen man
nam toe het was wel haar stem, maar
deze klonk toch anders dan in den
afgeloopen nacht. Vergiste hij zich
Of werd hij misleid Hij kon tot geen
besluit komen, en nam zich voor de
zaak te nemen, zooals zij was, en op
alles in te gaan, dat en zooals het
zich aanbood.
Toen hij het zoover met zichzelven
eens geworden was, kreeg hij zijn
vroegere onbeschroomdheid en zijn
goed humeur weer terug. Hij ging
vroolijk in op het gesprek met de
aardige Ammi en haar vriendin Katrijn,
die met haar Bastiaan naast hen op
wandelde rondom den staak, waar
het nog een geruimen tijd vroolijk
toeging.
Eindelijk was de zon ondergegaan
en zouden de vuren worden aange
stoken. Eerst echter moest het rad in
de Moezel gedreven en-de Sint Jans-
dronk ingesteld worden. Twee jonge
lingen, door het lot aangewezen, 'ston
den met het rad gereed om den loop
te beginnen. Om hen heen was een
groote menigte verzameld.
over de staatsbegrooting verdedigde
de heer De Visser het kabinet tegen
de signature van de heeren Troelstra
en Drucker als zou het zijn een con
servatief kabinet van zaken.
Hij drong bij de regeering aan op
terhandneming van het eedsvraagstuk.
De heer Van Doorn kwam op
tegen misleiding van kiezers met
christelijke leuzen, die niet leiden tot
practische daden, maar scheuring in
de natie veroorzaken. In de decoratie
zaak keurde spreker vooral af dat dr.
Kuyper zijn best deed ook den heer
L. A. Lehmann te decoreeren en dat
aan rnej. Westineijer mededeelde. Al
is een boetekleed op zich zelf geen
schande, de vraag blijft: waarom
het is aangetrokken. Spreker oor
deelde dat de rechterzijde zich zal
hebben te rehabiliteeren.
De heer Goeman Borgesius criti-
seerde het te hoog woord voeren
der sociaal-democraten in de Kamer.
De heer Van Nispen (Nijmegen)
verklaarde namens de katholieke
fractie dat in de Kuyperzaak het ver
band tusschen decoratie en geld-
schenking niet was bewezen, dat de
verklaring van dr. Kuyper zeer aan
nemelijk was en dat het vertrouwen
der katholieke fractie in den leider
der antirevolutionnairen niet is ge
schokt.
De algemeene beschouwingen.
„Land en Volk" schrijftDe Twee
de Kamer houdt zich wederom bezig
met algemeene beschouwingen. Zéér
algemeene.
Dit is een nuttig werk, al zou men
hunnen volhouden, dat het Nerler-
landsche volk met het maken van
goede wetten beter zou zijn gediend.
Maar toch kan aan dit nuttige werk
veel tijd worden besteed. Vooral, zoo
de verschillende politieke groepen
zich niet weten te beperken, door
een enkel lid als woordvoerder aan
te wijzen.
Het is vooral de afgevaardigde van
Goes, die voor het woekeren met
den nationalen tijd zich pleegt warm
te maken. Des te meer valt op, dat
uit zijn groep, toch maar een dozijn
leden sterk, niet minder dan drie
leden zeer algemeene beschouwingen
hebben gehouden: de heeren De Sa-
vornin Lohman zelf, de heer Van
Idsinga en de heer De Visser.
Op deze wijze wordt de tijd der
volksvertegenwoordiging maar al te
zeer aan vruchtbaren arbeid ont
trokken.
De tariefverhooging.
De „Nieuwe Rott. Ct." is van oor
deel, dat minister Kolkman een aan
val op het ingediende ontwerp ta
riefverhooging met 30 pet. verre van
gemakkelijk heeft gemaakt. In de
ook ditmaal deftig geheeten memorie
Toen kwam een oude man naar
voren hij droeg in de eene hand een
groote kan wijn, in de andere een
brandende stroofakkel. Met den ge-
bruikelijken zegenspreuk stak hij het
rad in brand en dronk een flinken
slok wijn uit een grooten kan, die nu
de ronde deed. De aangewezen jon
gelingen gingen intusschen in vluggen
tred bergafwaarts naar de Moezel. Het
een en ander leverde een eigenaardig
schouwspel op.
Hubert liep steeds arm in arm met
Ammihij kreeg echter geen gelegen
heid met haar te spreken over hetgeen
hem zoo zeer bezighield. De kleine
Katrijn bleef met haar galant hen steeds
terzijde, hoe dikwijls Bastiaan ook
beproefde de vriendinnen te scheiden.
De arme jongen had zijn schoone
zeker veel te zeggen, dat de vreemde
heer niet behoefde te hooren, De beide
meisjes babbelden met den jongen
man zoo vroolijk en onbevangen, alsof
zij hem reeds lang kenden en alsof
hij niet de gestrenge heer rechter was,
zooals zij wel dadelijk van hem ver
moed hadden. Geene van zijn toe
spelingen op het nachtelijk avontuur
scheen men te begrijpen. Ondanks de
van toelichting ontbreekt toelichting
ten eenenmale. Verwezen wordt naar
„de nota betreffende den toestand
van 's lands financiën, door hem aan
den voorzitter van de Tweede Kamer
toegezonden."
Maar in bedoelde millioenennota
staat niets meer dan dat de minister
„naar een derde middel tot dekking
van het tekort heeft omgezien." Het
meest kwam daarvoor in aanmerking
„in verband met de verdere plannen
der regeering" eene „voorloopige
verhooging van het tarief van invoer
rechten."
Waarom „het meest" vraagt de
„N. R. Ct.". De toelichting bleef uit.
Iets verder in de nota wordt ge
zegd, dat de minister „de bezwaren,
die tegen de verhooging zijn in te
brengen, niet over het hoofd ziet",
maar van meening is, „dat in den
tegenwoordigen zorgwekkenden toe
stand der financiën over de bezwaren
behoort te worden heengestapt." Nu
zoudt gij verwachten, dat bij de in
diening van het ontwerp de minister
de bezwaren,die hij niet deelt,zou heb
ben aangestipt,en aangegeven waarom
daarover heen gestapt kan worden.
Niets daarvan. De toelichting zegt
slechtszie de nota, en doet tot het
beginsel absoluut het zwijgen.
Summa summarum is dus de eenige
verdediging van het ontwerp deze
neemt het aan, want het is ingediend.
De minister snijdt alle discussie af.
Er is tekort op de begrooting, dus...,
Dat op dergelijke wijze alles kan
verdedigd worden, springt in het
oog. Met dat argument kan zoowel
eene verhooging van de bedrijfsbe
lasting met 100 pet. als een verdrie-
dubbeiing van de successiebelasting,
of wat gij ook noemen wilt, even
aannemelijk worden gemaakt. Mits
gij maar zegt, dat dit uws „inziens"
in aanmerking komt.
Op hen, die er van doordrongen
zijn, dat de handelspolitiek, welke in
een land gevolgd wordt, van onein
dig meer gewicht is voor de blijvende
welvaart van dat land dan een toe
vallig tekort op de begrooting van
één jaar, en dat eene zelfs voorloo
pige wijziging in het tarief van in
voerrechten, zonder beleid of leidend
beginsel doorgevoerd, jaren nadeelig
kan terugwerken op handel en in
dustrie op hen, die dit beseffen,
rust meent de „N. Rott. Ct."
in de naaste weken een schoone taak.
Gulpen.
Voor de Kamerverkiezing te Gul
pen zijn candidaat gesteld de heeren
L. M. Hermans te Arnhem (S. D. A.
P.) en jhr. Ruys de Beerenbrouck.
De herkiezing van den heer Ruys
is dus verzekerd.
gelijkenis van gelaatstrekken en van
stem begon Hubert hoe langer hoe
meer te twijfelen.
Daar verkondigde een luid gejubel,
dat het brandende rad gelukkig in
de Moezel was aangekomen. Ouden
en jongen, mannen en vrouwen druk
ten nu elkaar verheugd de hand en
wenschten elkaar geluk met het goede
jaar en den rijken wijnoogst, die zij
nu stellig mochten verwachten. Op
verscheidene plaatsen brandden reeds
de vuren, en overal stonden de paren
klaar om den veel beteekenenden
sprong door de vlammen te wagen,
Opgewonden trok Hubert het meisje,
dat licht op zijn arm steunde, met
zich voort. Het hoogst opvlammende
vuur wilde hij kiezen en stoutmoedig
zijn lot uitdagen. Zonder aarzelen
sprongen reeds eenige paren over de
vuren, en iedere gelukkige sprong
werd met luid gejuich begroet. Nu
kwam Hubert met zijn schoone aan
een der vuren, dat manshoog op
vlamde en waarover nog geen enkel
jong paar den sprong had gewaagd.
(Wordt vervolgd).
k.