Balsem
;de
AAS
12 November
landelaar
Zaterdag
13 November.
,deRuyfor"
Boertje
:tyren
sburg.
Feuillleton.
No. 267.
47e Jaargang.
1909.
cht.
maanden
pagina's
- 0.85
- 0.90
- 2.05
- 1.65
- 1.55
BINNENLAND.
ARKT 2.
en 50 ct.
en 75 cf.
CT.
-12 uur,
TEERENDE
lelijk bod
rijgbaar is
£en prijs van
p. post 45 ct.)
t
Portretten.
llustratie" geeft
/oorpagina een
oord op vorst
[placement te
van zijn fa-
huldeblijk aan
:r-generaal van
ivink eenige
artgebiedeen
it van Hasselt,
foto's van de
loot te Rotter-
etten van be-
enz. enz.
;ina's boeiende
37.
EN.
i.f 16.80
1.10
-13.20
- 1.—
ingeliueg.
19-
VUSSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE JR., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
Eerste Kamer.
Gisteren werd behandeld het wets
ontwerp betrekkelijk het onderzoek
naar het vaderschap. De heer Hovy
verklaarde zich voor het ontwerp. De
tweeërlei moraal ten bate der zinne
lijkheid en zelfzucht van den man is
ondermijnd, zeide spr., voor de hei
ligheid var. het huwelijk.
De heer Van den Biesen is tegen
het ontwerp. De minister had dit ont
werp van zijn voorganger van Raalte
niet moeten overnemen. Wel zal 't
niet voorkomen dat een buitenechtelijk
geboren kind den naam van zijn vader
aanneemt, maar door 't mogelijk te
maken geraakt het chr. huwelijk in
het gedrang.
De heer Van Lamsweerde kan zich
met het ontwerp vereenigen in 't be
lang voor 't buitenechtelijk geboren
kind.
De heer Franssen acht dit ontwerp
niet bevorderlijk voor de hooghouding
van het huwelijk en het moeten
dulden van alimentatie der kinderen en
der moeder door den man. Dit ont
werp werkt preventief, zegt men,
doch spr. kan dat niet inzien.
De heer Rahusen is er tegen omdat
door dit ontwerp de mogelijkheid ge
schapen wordt dat iemand aanspra
kelijk gesteld wordt voor de daden
van een ander.
De heer Van Waterschoot van den
Gracht meent dat de nadeelen van
dit ontwerp door de voordeelen ruim
schoots worden opgewogen.
Tweede Kamer.
in de gisteren gehouden zitting
werd de behandeling der Indische
begrooting voortgezet.
Minister De Waal Malefijt verde
digde uitvoerig zijn beleid. Voor de
zendingsparagraaf in de memorie van
antwoord nam hij de volle verant
woordelijkheid op zich. Geenszins
heeft hij zijn christelijke beginselen
willen verloochenen. Alleen heeft hij
willen weerleggen de vrees, in het
voorloopig verslag uitgedrukt, dat van
hem een agressieve handeling tegen
over den Islam is te duchten. Daarbij
heeft de minister gekozen de woorden
door den heer Idenburg vroeger ge
bezigd, echter aangevuld met eenige
warme uitdrukkingen. De minister
sloot zich aan bij de huldiging van
generaal Van Heutsz en oordeelde
dat niet ontkend kan worden dat
wij in Atjeh op den goeden weg zijn.
De heer Troelstra kwam op tegen
de huldiging van generaal Van Heutsz.
Het algemeen debat is gesloten.
TELEFOONNUMMER 10.
Staatsbegrooting voor 1910.
Op sommige leden had, volgens het
Voorloopig Verslag der Tweede Ka-
EN. De oude Uniform
22.)
„Breng mijn paard in den stal, en
kom me dan eens vertellen, hoe de
oude is uitgeknepen."
Eenige minuten later lag de slot
heer op zijn zachte sofa, en voor
hem stond Nickel, wien de moed
ontbrak om zijn verhaal te beginnen.
„Nu, vertel op, zonder vrees 1 Ik
wil alles weten, ook waarom je zoo
verlegen bent. Lieg niet, dat zou
je slecht kunnen bekomen I"
Nickel zag zijn gebieder eenigszins
zonderling aan en begon toen„Het
is dwaasheid, mijnheer! De oude
man was a! lang zwak en ziek van
hoofd."
„Nu, begin toch eindelijk eens
Als ik tevreden ben, zal ik je goed
beloonen Vooruit nu
De man begon te vertellen „De
oude Gottfried was al een poosje
mer over hoofdstuk marine, deze
begrooting wegens de verhooging, die
ruim zeven ton bedraagt, en de zeer
sobere toelichting een minder aange-
namen indruk gemaakt. Zij betreurden
de belangrijke stijging van het eind
cijfer, die bijna geheel aan uitbreiding
van militaire uitgaven was te wijten.
Andere leden konden niet toegeven
dat de verhooging der begrooting
reden gaf tot de vrees, dat wij het
voorbeeld van de ons omringende
mogendheden zouden volgen en ons
zouden begeven in een te groote
uitzetting der militaire uitgaven.
De minister toch zet in zijn memorie
van toelichting uiteen, dat de verhoo
ging voor een groot deel is te wijten
aan maatregelen in het belang van
het personeel genomen, ais soldijen-
verhooging en weduwenpensioen.
Deze maatregelen zijn noodzakelijk
om het personeel voltallig te krijgen
en te houden.
Eenige leden konden in deze be
grooting niet veel meer dan een
kredietwet zien, en dat wel in de
eerste plaats in verband met de aan
kondiging in de Troonrede van een
watsvoorstel tot instelling van een
fonds ter aanvulling en verbetering
van de kustversterking en van het
materieel der zeemacht, bestemd voor
de verdediging van de zeegaten.
Een tweede reden betrof de onbe
kendheid met 's ministers oordeel
omtrent het rapport der bij Koninklijk
besluit van 3 Augustus 1906 no. 39
benoemde Staatscommissie.
Een en ander bracht deze leden er
toe den minister te verzoeken de
voorstellen tot nieuwen aanbouw
voorhands terug te nemen.
Anderen waren van oordeel dat het
niet gewenscht zou zijn den aanbouw
te staken van materieel, dat in alle
tot nu toe ter sprake gebrachte syste
men van verdediging noodig was.
Enkele leden konden het niet goed
keuren, dat thans reeds tot den aan
bouw van twee nieuwe torpedojagers
zou worden overgegaan, terwijl de
gereedheid van de op stapel staande
nog zoo weinig gevorderd is, dat
slechts de mogelijkheid bestaat, dat
éen dezer vaartuigen in het najaar
van 1910 zal kunnen worden in dienst
gesteld.
De mededeeling in de memorie
van toelichting, dat bij het opmaken
der begrooting met de belangen van
het personeel ten voile rekening werd
gehouden, was, naar eenige leden
meenden, niet geheel in overeenstem
ming met hetgeen een bladzijde ver
der was te lezen, waar wordt ver
meld, dat de door den minister ge
geven verhoudingscijfers van mate
rieel- en personeelkosten hem niet
zullen beletten, om, wanneer hij
overtuigd is van de billijkheid en
noodzakelijkheid van positieverbete-
zwaar ziek. Daarom heb ik hem in
den afgeloopen nacht opgepast,
heerIn den ochtend hoorde ik een
hoefslag en zag ik u aankomen. Ik
vertelde dit aan den ouden man,
die u als kind gekend hadhij wilde
u zoo graag weerzien. Maar het toe
val wilde, dat onder het voorbijrijden
uw gelaat naar een andere zijde was
gekeerd, zoodat de oude man u niet
kon herkennen. Een krachtige soep
knapte hem wat op, en toen liet hij
zich in een rolstoel bij het venster
brengen om u goed te kunnen zien.
Ik moest hem ook helpen, zoodat hij
knap in de kleeren stak. Zooals hij
zeide, deed hij dit uit liefde tot u.
Ineengedoken zat hij uren lang
naar den straatweg te turen in de
richting, vanwaar u moest komen.
Eindelijk zag hij u in de verte aan
komen, toen ging hij staan, daarbij
moest ik hem ondersteunen. Met in
gehouden adem staarde hij u aan.
Daar u het hoofd zoo fier opstak,
kon hij uw gelaat goed zien. Een
oogenblik rekte hij den hals, zijn
gelaat werd doodsbleek en hij hijgde
naar adem. Toen sloeg hij met de
armen in het rond, alsof hij iets
ring, in die richting strekkende voor
stellen te doen, maar dat hij het voor
het oogenblik geboden acht af te
wachten, welke op den duur de re
sultaten zullen zijn van de nieuw
ingevoerde soldijregeiing.
Het had de aandacht getrokken,
dat, terwijl de militairen, wanneer zij
zich individueel te bekiagen hebben,
den hiërarchischen weg moeten vol
gen, zij, vereenigd in een bond of in
een vereeniging zich rechtstreeks
tot den minister kunnen wenden
tot wien het bestuur in zoodanig ge
val een adres richt. Aldus bereiken
zij, die zich vereenigen, onmiddellijk
de hoogste autoriteit en zijn de an
deren op dit punt bij hen achterge
steld. Men keurde deze ongelijk
heid af.
De neutraliteit der openbare school.
De Haagsche gemeenteraad nam
onlangs een motie—-Treub met aige-
meene stemmen aan, op die der
socialisten na, waarbij aan de openbare
onderwijzers werd opgelegd in hun
klassen nationale liederen in te
studeeren.
De „Maasbode" schrijft naar aan
leiding daarvan
De roode heeren hadden zich daar
tegen verzet onder voorgeven, dat het
met de „neutraliteit" hunner scholen
niet strookte, „propaganda voor het
Oranjehuis" te maken. Ja, de heeren
„frontmakers" gaan wel ver en de les,
door den raad van 's Gtavenhage hun
gelezen, is volkomen verdiend. Het
wekt wrevel, dat men van liberale
zijde dit gemis aan vaderlandsliefde
en eerbied voor het wettig gezag in
bescherming neemt.
De Haagsche correspondent van de
„Zutphensche Courant" doet zulks in
dezer voege
„Deze motie had iets uittartends,
te meer, waar de voorstellei in zijn
toelichting meedeelde dat onderwijzers
die gemoedsbezwaren hadden tegen
het zingen van deze liederen, hun
ontslag maar moesten nemen. Zij was
ook niet volkomen logisch, want in
een stad, waar éen der districten een
soc.-democraat in de Kamer afvaar
digt, is het zingen van Oranje-liederen
niet precies „neutraal" te noemen. Zij
was dubbelzinnig, omdat zij o.m. be
vatte, dat eerbied voor het gezag tot
de maatschappelijke en christelijke
deugden behoorde, terwij! onder
eerbied bedoeld kan slechts wor
den eerbiediging steelsgewijze
werd begrepen liefde voor het huis
van Oranje.
Men kan, gelijk wij, in Oranje- en
Koningsgezindheid voor niemand on
derdoen en toch deze motie verkeerd
achten. Maar de raad dacht er anders
over, nadat de heer Treub in een
zeer toegejuichte redeneering de motie
had weten goed te praten op een
wilde afweren, stiet een luiden gil
uit en zakte ineen. Doodelijk ontsteld
boog ik mij over hem heen en
hoorde hem mompelen
Nickel zweeg en keek verlegen
voor zich.
„Komaan, wat zei de gek".
„Ja, mijnheer, u hebt gelijk
sprak Nickel, „De oude moet voor
zijn dood werkelijk gek geworden
zijn, want hij mompeldeik
hoorde het duidelijkHans von
Beuren iigtte 1 raben
op het kerkhofBegraaf
mij bij hem Toen stierf
hij.
Wenz stiet een rauwen lach uit en
sprong op. „Wie heeft die onzinnige
woorden nog meer gehoord
„Niemand, mijnheer", antwoordde
Nickel ontsteld.
„Dat is goed", zei de heer Von
Beuren. „Spreek er met niemand
over, als je hier in dienst wil blij
ven. Door mijn lange afwezigheid
ben ik van de menschen hier ver
vreemd, en ik wil niet, dat door
zulken onzin wantrouwen tegen mij
wordt opgewekt. Haal me nu
wijnJe mag voor je zelf ook een
flbonnemenfs-flduertentiën op zeer uoordeelige voorwaarden.
wijze, die ditmaal bij den professor
meer enthousiasme voor ,,'t Wilhel
mus" dan logica deed opmerken".
Volgens dezen liberalen scribent,
vervolgt de „Maasbode", is dus het
zingen van Oranje-liederen niet meer
met de „neutraliteit" der openbare
sciiool te rijmen. De gezochte dis
tinctie tusschen eerbied voor het ge
zag en liefde voor Oranje gaan we
voorbij, om alleen deze uitspraak te
noteeren. Vroeger verstond men on
der de „neutraliteit" der openbare
school het eerbiedigen van elke gods
dienstige overtuiging. Die opvatting
schijnt ook al verouderd.
Morgen zal men in naam der „neu
traliteit" eischen, dat men den klei
nen geen eerbied voor den eigendom
inprente, omdat er menschen zijn, die
omtrent den eigendom een finaal te
genovergestelde meening huldigen.
Zoo' zeult de „neutrale" school steeds
verder af op de glibberbaan van het
radicalisme. Als er ooit een sprekend
bewijs werd geleverd voor de stelling,
dat „neutraliteit" een onding is, dan
zeker door de geschiedenis der „neu
trale" school ten onzent, vooral in
de laatste jaren.
Salarisregeling van directeuren e"
commiezen der Posterijen
en Telegrafie.
Bij het afdeelingsonderzoek van
deze suppletoire waterstaatsbegroo-
ting, werd door vele leden opgemerkt
dat zij met genoegen de door den
minister aangebrachte belangrijke be
zuiniging hadden gezien en dat de
regeering terecht krachtig positie
heeft genomen tegen den op haar uit-
geoefenden drang en zich niet heeft
laten dwingen rekening te houden
met opgewekte verwachtingen. Zij
vertrouwden dan ook dat de regeering
aan de steeds toenemende pressie
om ongemotiveerde verhooging van
salaris niet zal toegeven. Gevraagd
werd of het ook aanbeveling verdient,
een commissie in het leven te roepen
welke als scheidsrechters tusschen
de hoogere en lagere ambtenaren c.q.
bemiddelend kan optreden. Met in
genomenheid was kennis genomen
van 's ministers voornemen tot re
organisatie.
Examens surnumerair.
De minister van financiën maakt
bekend dat, aan te vangen in de
tweede helft der maand Februari of
in het begin der maand Maart 1910,
het in 'art. 63 van het Kon. besluit
van 14 Mei 1906 no. 58 bepaalde
vergelijkend examen zal worden ge
houden voor de betrekking van sur
numerair der registratie en domeinen,
waarvoor het aantal plaatsen is vast
gesteld op ten hoogste tien.
Zij, die tot dat examen wenschen
te worden toegelaten, moeten vóór of
beker inschenken en dien op de ge
zondheid van je nieuwen heer le
digen."
Daarop strekte hij zich weer uit
op het zachte rustbed, en Nickel
ging vergenoegd heen om het ont
vangen bevel uit te voeren. Bij het
verlaten der zaal wierp hij een eigen-
aardigen blik op zijn nieuwen mees
ter en mompelde ZonderlingAls
de oude Gottfried nu eens niet ge
weest was
Het is in Juni van het jaar 1768,
dus twintig jaar later.
Op den Rijn wordt een tamelijk
groot vaartuig stroomopwaarts geroeid.
Het is ook van een zeil voorzien,
maar dat hangt slap tegen den-mast.
Onder een zonnescherm zitten twee
heeren in luchtige burgerlijke klee
ding. De een is een oud man met
een ernstig gelaat, met scherp ge-
teekende trekken. De ander kan ruim
twintig jaren tellen. Zijn voorkomen
is frisch en bloeiend, zijn trekken
zijn regelmatig en de heldere oogen
geven het gelaat een prettigen in
druk. De reizigers hebben de stad
Koblenz achter den rug en het eiland
uiterlijk op 15 Januari 1910 het bij
art. 65 van voormeld besluit bedoeld
verzoekschrift aan het departement
van financiën indienen, met overleg
ging van de bij dat artikel gevor
derde stukken.
Nationale Huisvlijt-Tentoonstelling
van den Volksbond.
Op het programma der Nationale
Huisvlijt-Tentoonstelling van den
Volksbond komt een punt voor, dat
niet alleen zeer interessant is, doch
tevens ten volle doet zien hoe zeer
het erns( is met den wensch om
deze tentoonstelling een uitgangs
punt te doen vormen voor een nieu
we ontwikkeling der Huisvlijt.
De tweede afdeeling toch is ge
heel gewijd aan het denkbeeld der
moderne Hutsvlijtschool met open
bare les en de nieuwste hulpmid
delen.
In deze afdeeling zullen de jonge
huisvlijters onder leiding van hun
leerares of leeraar een aanschouwe
lijk beeld trachten te geven van wat
de Huisvlijtschool kan en wil, met
werkbanken, met instrumenten, met
modellen.
Cursussen van verschillenden aard
zullen elkander daarbij afwisselen en
tevoren worden aangekondigd. Men
zal er schrijnwerk en houtsnijwerk
zien,cartonage en kleiarbeid, vlechtar-
beid en versieringskunst, met waarde-
looze grondstof, rustiekwerk, kantwerk
en kunstnaaldwerk als takken van
hoogere kunstja, zelfs het ba
tikken en de uit Zweden hierheen
gebrachte weefarbeid zal er een plaats
innemen.
Tot voorbereiding dezer afdeeling
is een bijzondere commissie inge
steld, bestaande uit den heer H. de
Wilde, wethouder van 's Gravenhage
en lid tentoonstelüngsbestuurde
dames mej. M. Pekelharing te Utrecht,
M. Posthuma, leerares handenarbeid
te 's Gravenhage, mevr. A. Wegeriff-
Gravestein, directrice Batik-ateliers
te Apeldoorn, en mej. Louise Wildt,
leerares Zweedsche haudweefkunst
Magdalenwörth komt reeds in het
zicht.
„Wij varen nu weldra acht dagen
en nog schijn je niet uitgekeken, en
toch zie je eiken dag niets anders
dan bergen en rotsen, steden en
dorpen, zooals je overal kunt vinden,
Om je een genoegen te doen, Hu-
bert, heb ik toegestemd in de langere
reis op den Rijn, hoewel ik over
land in even twee dagen thuis had
kunnen zijn. Maar aan alles komt
een eind, zoo ook aan onzen tocht
op het water. Over een uur hebben
we wel het doel van onze reis, het
stadje Rhense, bereikt."
De jonge man loosde een zucht,
waarop de oude man vervolgde
„Nog vijf dagen en dan is het St.
Jan, en dan moet je te Zeltingen je
ambt als rechter aanvaarden. Van
Rhense kan je in een dag je nieuwe
woonplaats bereiken. Als je die
laatste dagen nog bij mij wilt door
brengen om tnet rechtszaken nog wat
meer bekend te worden, zeg je het
maar."
(Wordt vervolgd).