iMe
OS.
De oude Uniform
lo.,
Vrijdag
12 November.
No. 266
1909.
rove, en
BDÊ
KEN door
ls
f 0.57
- 5.50
- 2.07
- 6.70
Gemeentebestuur.
Feuilleton,
47e Jaargang.
- 0 62
- 6 -
Sngelsche
itend met
BINNENLAND.
df 5 cent be-
IDE KRUIS
fRAAT.
en Volken der
iats van f 17.40
Ji, nuttige, leer-
rdwerk van P.
eschrijving van
Volken der
zware dee-
iedenis der we-
volken. Euro.
(omvang. De
;nis en tegen-
alle Landen en
anten, dieren,
endej bergen,
Zeer uitge-
ran de volken
elijk, leefwijze,
China, Arabië,
lontdekkingen,
mfot, Transvaal,
■ika. De India-
de Steden van
rgen en Mijnen,
,z. Australië.
Vischvangst,
en gewoonten
I zware dee.
;t hebben, thans
F 3.50. Franco
d na ontvangst
waarop staat
EELE WE-
3R E. <S M.
ngracht te Am-
een
I'ension. Brieven
ss. Courant".
Kzucht. Ma-
vakte, voort-
eetlust
|ng buiten op de
ek. Den Haag.
riek
ende
gev
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Oroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
STRAATBELASTING.
Afkondiging van het uitvoerbaar ver
klaarde 2e suppletoir kohier van
de Straatbelasting voor
het jaar 1909.
Burg. en Weth. van Vlissingen
maken bekend
dat het tweede suppletoir kohier
van de Straatbelasting voor het jaar
1909, na door Gedeputeerde Staten
van Zeeland bij hun besluit van 5
November jl. no. 76 le afd. te zijn
goedgekeurd, op heden in afschrift
gedurende den tijd van vijf maanden
ter Secretarie der gemeente vooreen
ieder ter lezing is nedergelegd.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 11 Nov. 1909.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
W1TTEVEEN.
Tweede Kamer.
Gisteren werd aangevangen met de
behandeling der Indische begrooting.
De heer Bos oordeelde het optreden
van den heer Maiefijt als minister
van koloniën, in de gegeven omstan
digheden, ongerechtvaardigd. Hier
mede bedoelde spreker geen gering
schatting van den minister.
De heer Troelstra noemde het op
treden van den minister een raadsel
en voorzag dat in de eerste jaren
geen hervorming zal komen in onze,
door kapitalistische belangen be-
heerschte, koloniale politiek.
De heer De Visser begroette
's ministers komst met sympathie.
Deze sprekers waren teleurgesteld
door de conclusie waartoe het rap
port van den heer Lieftink moet
leiden.
De heer Thomson zag in dit rap
port eene bevestiging van de kritiek
in de Kamer op het Atjeh-beleid
uitgeoefend.
De heer Bogaerdt achtte den finan-
ciëelen toestand bevredigend en
ontkende dat wij door actie in de
buitenbezittingen een imperialistische
politiek voeren. Spreker huldigde de
wijze van bewindvoeren van generaal
Van Heutsz.
Gulpen.
De a.-r. „Rotterdammer" schrijft
De beslissing gisterenmiddag door
de Tweede Kamer in zake de ver
kiezing van den heer Ruys de Beeren-
brouck genomen, kunnen wij niet juist
achten. Al kunnen wij ten volle billij
ken, dat enkele leden van rechts, naar
overtuiging stemmende, de schaal
deden doorslaan.
21.)
Hij liet zich de zaken nog eens
haarfijn vertellen door den schout,
die gaarne aan de nieuwsgierigheid
voldeed. Na afloop van het ontbijt
gingen de beide heeren naar de ge
rechtszaal, waar zij den rechter van
ïrarbach reeds aanwezig vonden.
Het proces kon dus beginnen.
Men besloot eerst de verschillende
protocollen voor te lezen en daarna
den beschuldigde te halen. Aldus
geschiedde. Wenz had nu nog eens
a' den tijd om zich voor te bereiden
°P de pijnlijke ontmoeting met zijn
broer Joost. Eindelijk was het voor-
taen der stukken afgeloopen. Nu
Hoest de misdadiger voorgebracht
gorden. Er heerschte diepe stilte
in de zaal. Alle oogen waren geves
tigd op de deur, waardoor de moor
denaar zou worden binnengeleid.
Als er onder de leden der rechter
zijde zijn, die wettelijke bezwaren
tegen de toelating van een lid hebben,
moeten zij ook consciëntieus over
eenkomstig hun meening stemmen.
Zelfs moeten wij zeggen, dat de
betoogen van den heer Lohman, strek
kende tot toelating, ons op menig
punt zwak voorkwamen, ja onzes in
ziens allesbehalve geschikt waren om
wankelende leden naar zijn eigen
opinie over te halen. Wij zeiven blij
ven van oordeel, dat, gelijk ook de
toelichting bij artikel 89 der Kieswet
in het werk der heeren Kalbfleisch
en Goeman Borgesius aangeeft, van
beslissende kracht moest zijn, of
de informaliteit invloed kon gehad
hebben op den uitslag. Dit nu was
te Gulpen niet het geval. Er was in
de Kamer dan ook niemand, die aan
de informaliteit eenigen invloed op
den uitslag der stemming toekende.
Daarom had onzes inziens de heer
Ruys de Beerenbrouck moeten zijn
toegelaten. Jammer, datmr. Borgesius
niet in de Kamer aanwezig was om
de door hem gehuldigde opvatting
van art. 89 te verdedigen. Thans
stemde, de heer De Beaufort uitge
zonderd, de lieele linkerzijde, hoofd
voor hoofd tegen toelating. En mr.
Borgesius zelf was absent.
Ook het „Huisgezin" bespreekt
de beslissing der Kamer, en is van
meening, dat deze beslissing geen
partijstemming is geweest.
Waarom heeft de Kamer den heer
Ruys dan niet toegelaten vraagt het
blad, en vervolgt dan
Eén in haar votum, was de meer
derheid het niet in de overwegingen
die haar daartoe leidden. Er waren
er, die tegen de toelating zich ver
klaarden om formeele, wil men juri
dische redenen. Deze redeneerden
aldus er zijn te Gulpen andere bil
jetten gebezigd dan artikel 89 der
kieswet voorschrijft deze biljet
ten zijn volgens artikel 89 van on
waardeergo is de heele verkiezing
ongeldig geweest en moet zij over
gedaan worden. Maar er waren er
ook de heer Troelstra diende
zich met name als zoodanig aan
die het formeele bezwaar tamelijk
formalistisch vonden en om de ver
keerde stembiljetten den heer Ruys
niet zouden hebben geweerd, doch
diens toelating wenschten opgeschort
te zien totdat een nader onderzoek
zou zijn ingesteld naar de beweerde
knoeierijen, en die, vreezende dat
inmiddels de heer Ruys zou worden
toegelaten, voor de zekerheid tegen
diens toelating stemden. Hier volgt
uit, dat we een onzuivere stemming
hebben gehad dat men niet kan zeg
gen, dat de Kamer zich principieel
heeft uitgesproken voor de formeele,
laten we zeggen mechanische en
automatische naleving der wet. Om
Wenz plaatste zich zooveel mogelijk
in het duister, zoodat zijn gelaat
minder zichtbaar was. Zijn trekken
namen zulk een sombere uitdrukking
aan, dat de schout zich er over
verwonderde, toen hij zijn rijken
vriend, den slotheer, aankeek.
Na een poosje kwam een van de
knechten de zaal binnenstuiven, en
zonder om de waardigheid van de
heeren rechters te denken, riep de
man„Hij is weg, heeren Hij is in
den nacht ontvlucht!"
Deze uitroep deed allen ontstellen,
de schrik lag velen op het gelaat te
lezen. De gevangene was weg Welk
een ramp voor het gerechtWenz
echter had wel kunnen jubelen van
vreugdeGrooter geluk had hem
niet kunnen overkomen.
Natuurlijk kwamen nu de tongen
los en ieder gaf lucht aan zijn ge
voelen over deze ontvluchting. De
wachter was intusschen gehaald en
vertelde, dat hij te middernacht een
spookachtige gedaante tegen den
torenmuur had zien staan. De arme
man beefde nog van vrees wegens
die nachtelijke verschijning. Hij had
een kruis gemaakt, een gebedje op-
deze reden is de beslissing te be
treuren men heeft er geen houvast
aan voor de toekomst.
Staatsbegrooting 1910.
Blijkens het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer over hoofdstuk wa
terstaat werd andermaal aangedrongen
op betere belooning van de klerken,
assistenten, bestellers, rijkstelefonis
ten, hulptelegrafisten en lijnwachters
der telegrafieop het geven van een
billijke vergoeding voor nachtverblijf
aan de conducteurs der brievenmalen
en op het mederekenen van de dienst
jaren als postbode doorgebracht voor
de bezoldiging van hen, die tot een
andere betrekking worden benoemd.
Ook werd geklaagd over de nadee-
len, die brievengaarders ondervinden,
wanneer een hulpkantoor door een
postkantoor vervangen wordt. Aange
zien naar de meening van eenige
leden het teiegrafeeren op gehoor
moeilijk is te Ieeren voor ouderen,
werd verzocht, dat men deze kennis
enkel van jongere beambten zou
vergen.
Bij de groote postkantoren is naar
de meening van sommige leden niet
genoeg personeel. Het publiek kan
daardoor niet snel genoeg worden
geholpen. Gaarne zou men vernemen,
of invoering van een cheque- en giro
dienst thans spoedig is te verwach
ten. Nu het inleggen van nachttrei
nen tot vervoer van de post zoo
goede resultaten geeft, werd door
sommigen op nieuw op uitbreiding
van het vervoer des nachts, vooral
naar de uiteinden des lands in het
noorden en het zuiders aangedrongen,
ook voor het vervoer van personen
en goederen. Enkele leden wenschten
de tweede bestelling op Zondag, waar
die bestaat, zooais bij voorbeeld te
Rotterdam, vervallen te zien. Anderen
konden zich niet vereenigen met
verdere beperking van den postdienst.
Te vorigen jare is medegedeeld,
dat de commissie voor de telefoon
concessies met haar arbeid niet ge
reed kon komen bij gebrek van me
dewerking van de zijde van conces
sionarissen, Verscheidene leden dron
gen er op aan, dat deze aangelegen
heid spoedig tot een goed einde zou
worden gebracht. Het geheele tele
foonwezen lijdt onder den bestaanden
toestand. Verscheidene leden klaagden
over de bediening der intercommu
nale telefoonverbindingen. Gevraagd
werd hoe het staat met de quaestie
der telefoonverbinding tusschen Am
sterdam en Parijs.
De vraag werd gedaan, hoe het
staat met de in uitzicht gestelde her
ziening der wet op de postspaarbank.
Gaarne zou men ingelicht worden
ten aanzien van de onlangs door een
der ambtenaren van de Bank ge
pleegde fraude.
gezegd en met goed gevolg, want
het spook was voor zijn oogen in
den aardbodem achter den stukge
schoten muur verdwenen, en hij heeft
het gelukkig niet meer gezien.
„O, jou ezelkon mijnheer
Zumpft zich niet meer houden uit
te roepen en de heer von Beuren brak
in een luiden, hoonenden lach uit.
Wanneer Joost om middernacht al
was verdwenen, was hij nu reeds ver
weg en voor de Trarbachers niet
meer te"* bereiken. Van zijn broer
Joost had hij dus niets meer te
vreezen.
Zoo dacht de heer von Beuren
en hij stond op om de zaal te ver
laten en naar huis te rijden. De hee
ren rechters stonden ook op en met
een buiging nader tredende, noodigde
de heer von der Leyden zijn edelen
vriend, heer von Beuren, uit om hen
naar den toren te vergezellen om de
ontsnapping van den misdadiger te
constateeren en te overleggen, wat
gedaan kon worden om hem weer
gevangen te nemen. Maar de heer
von Beuren lachte den gestrengen
schout in het gezicht uit en ant
woordde: „Zoek eerst den moorde-
flbonnemenfs-Aduerfentiën op zeer uoordeelige uoorwaarden.
Gevraagd werd, of het waar is,
dat naar de meening van den raad
van toezicht de staat niet verant
woordelijk is, indien een ambtenaar
een inlage aanneemt, maar niet
inschrijft.
Door enkele leden werd aange
drongen op het openen van rekenin
gen-courant met boerenleenbanken en
dergelijke inrichtingen.
Burgemeester van Leeuwen.
Naar wij vernemen zal de burge
meester van Amsterdam, mr. Van
Leeuwen, niet met 1 Januari zijn ambt
neerleggen, doch in ieder geval tot
1 Mei aanblijven.
1 evens kunnen wij nog mededee-
len, dat mr. Van Leeuwen morgen
in audiëntie zal worden ontvangen
door H. M. de Koningin. De moge
lijkheid is niet buitengesloten dat de
burgemeester daarna nog op zijn be
sluit van heengaan terugkomt.
(„L. en V.")
Burgemeester Sweerts.
Sedert geruimen tijd doet te 's Gra-
venhage, zegt „Het Vad", het gerucht
de ronde, als zou baron Sweerts de
Landas Wyborgh besloten hebben,
zich na afloop zijner tegenwoordige
burgemeesterlijke periode niet meer
voor een herbenoeming beschikbaar
te stellen.
In de provinciale pers maaklen
Haagsche correspondenten van dit
gerucht gewag niet alleen, maar ga
ven er een meer positieven vorm aan,
door mede te deelen, dat de heer
Sweerts voornemens zou zijn om zich
in het buitenland metterwoon te ves
tigen.
Uit de beste bron kunnen wij me-
dedeelen, dat aangezien de tegen
woordige burgemeesterlijke periode
van den heer Sweerts, welke eerst
15 Juli a.s. eindigt, nog niet verstre
ken is, hij het oogenblik nog niet
gekomen acht, om in dezen eenig
besluit te nemen. Wij kunnen hieraan
toevoegen, dat van een gaan wonen
in het buitenland in geen geval
sprake is.
Kiezersstatistiek.
Als No. CXXII der Bijdragen tot de
Statistiek van Nederland, uitgegeven
door het Centraal Bureau voor de
statistiek, is verschenen de „Kiezers
statistiek, benevens aanvulling der
Verkiezingsstatistiek in 1909".
Uit de inleiding blijkt, dat er vol
gens de kiezerslijsten van 1909 in ons
land waren 843,550 kiezers voor de
Tweede Kamer, 839,921 kiezers voor
de Provinciale Staten en 760,300
kiezers voor de gemeenteraden, ter
wijl 29,821 kiezers hun kiesrecht in
1909 verloren, doordat zij het ver
schuldigde ter zake van aanslag om-
naar, en als ge hem in uwe macht
hebt, roep me dan maar, mijnheer
von der Leyden. Tot dan vaarwel 1"
Met deze woorden draaide hij den
verbluften schout den rug toe en
stapte naar de herberg. Daar at en
dronk hij iets, waarna hij zeer ver
genoegd in draf naar Beurenhof te
rugkeerde. Tegen den middag kwam
hij in de nabijheid van zijn prachtig
slot. Dezen morgen reed hij naar
Trarbach met gebogen hoofd en in
gedrukte stemming, thans droeg hij
het hoofd omhoog en keek hij stout
moedig in het rond. Hij gevoelde
zich gestreeld door de eerbiedige en
bewonderende blikken, waarmee de
dorpelingen den nieuwen slotheer in
zijn scharlaken, met goud gebor-
duurden rok aanstaarden. Terwijl hij
daar trotsch voortreed, klonk plotse
ling een kreet uit een der huizen.
Onwillekeurig hield de ruiter zijn
paard in en keek onderzoekend naar
de plaats, vanwaar het geluid kwam.
Hij bevond zich in de nabijheid van
de kerk en uit het huis naast de
pastorie had die kreet geklonken.
Een gedachte kwam bij hem op, die
hem met ontzetting vervulde. Zou hij
schreven bij art. 10 der Kieswet, niet
op den len Maart hadden voldaan.
Het aantal mannen van 25 jaar en
ouder is volgens de verschillende
volkstellingen gemiddeld 47 pet. der
geheele mannelijke bevolking. Van dit
aantal zijn in 1909 62.06, 61.79 en
55.94 pet. kiezers onderscheidenlijk
voor de Tweede Kamer, de Provinciale
Staten en de gemeenteraden.
Van de 843,550 kiezers voor de
Tweede Kamer waren 72,253 aangifte
kiezers en 771,297 ambtshalve op de
kiezerslijsten gebracht. Voorts zijn de
kiezers in de volgende groepen on
derscheiden 750,449 belastingkiezers,
25,711 huurkiezers, 53,415 loon- en
pensioenkiezers, 8575 spaarkiezers en
5400 examenkiezers, in totaal 93,101
kiezers krachtens art. lb.
Het geheele aantal kiezers voor de
Kamer is van 1908 op 1909 met
31,925 of 3.93 pet. toegenomen; de
verschillende groepen kiezers onder
scheidenlijk naar den grondslag,
waaraan zij hun kiesrecht ontleenden,
waren toe- respectievelijk afgenomen
met3.56 pet. beiastingkiezers, 7 04
kiezers krachtens art. lb, waaronder
4,96 pet. huurkiezers, 8.62 pet. loon-
kiezers, 10.12 pet. spaarkiezers en
2.19 pet. examenkiezers, de ambts
halve- en aangiftekiezers onderschei
denlijk met 3.32 en 11.02 pet.
Dc stijging in 1909 van 31,925
kiezers wordt veroorzaakt door de
vermeerdering van de ambtshalve op
de kiezerslijsten gebrachtenmet 24,754
en van 7171 aangifte-kiezers.
Ten slotte geeft dit nummer der
bijdragen een overzicht van de se
dert October 1908 plaats gehad heb
bende verkiezingen van leden der
Eerste en van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, benevens de statis
tiek der periodieke verkiezingen van
leden voor den gemeenteraad in ge
meenten met meer dan 15000 inwo
ners in 1909.
Ambtenaren-, weduwen- en weezen-
statistiek.
Verschenen is een lijvig boekdeel
bevattende de ambtenaren-, weduwen-
en weezenstatistiek over het tijdvak
1 Januari 1891—31 December 1905,
bewerkt op het bureau Wiskunde en
Statistiek van het Pensioenfonds voor
weduwen en weezen van burgerlijke
ambtenaren.
Voorafgaat een uitvoerige inleiding,
welke door den heer H. W. A. Zooi,
chef van het bureau Wiskunde en
Statistiek voornoemd, werd opgesteld.
Er blijkt uit dat wat hier aan statis
tische gegevens verwerkt werd, reeds
aanwezig was en vroeger gepubli
ceerd, maar thans een 15-jarig tijdperk
verzameld is tot een algemeen over
zicht zoo van de eigen pensioenen
als die van weduwen en weezen.
Het groote gewicht hiervan zegt
voorbij het huis gekomen zijn, waar
de oude man lag, die hem of
beter gezegddie Hans von Beuren
gekend had Zou die oude hem nu
gezien hebben „Alle duivels",
dacht Wenz, en woedend gaf hij
zijn paard de sporen. „Je geluk van
dezen ochtend heeft je zorgeloos ge
maakt Zoo ver ben je nog niet,
dat je geheel veilig je overal kunt
vertoonen". In woesten draf reed hij
weldra het slot binnen. Toen hij van
zijn paard stapte, zag hij juist, dat
Nickel in de grootste haast uit het
dorp kwam. Hij liep niet, hij rende.
Naast zijn paard staande, wachtte de
heer zijn dienaar, die weldra bezweet
en hijgend voor hem stond.
„Wat is er vroeg de slotheer,
die op het gelaat van Nickel de
grootste ontsteltenis las.
„Daareven is de oude se
cretaris Gottfried gestorven",
hijgde Nickel.
„Wel zoo", zei de heer, inwendig
zeer verheugd.
(Wordt vervolgd).