De oude Uniform Zaterdag 6 November. F'euillleion. No. 261. 47e Jaargang. 1909. BINNENLAND. VAK DEN HAK OP OEH TAK. V LI SSI IN GSCH E COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, li TELEFOONNUMMER 10. Directie van den landbouw, Eenige weken geleden berichtten wij, dat het ambt van directeur-generaal van den landbouw na het vertrek van den heer Lovink, niet zou worden bezet en dat mr. dr. Roest dan chef van de afdeeling landbouw aan het departement van landbouw, nijverheid en handel zou worden. De „N. Ct.", thans hetzelfde mededeelende, voegt er aan toe, dat aan de drie inspecteurs, de heeren Löhnis, Van Hoek en Swa- ving indien de bestaande plannen doorgaan, met uitbreiding van hun werkingssfeer een meer zelfstandige positie gegeven zal worden, waarbij zij rechtstreeks onder den minister zullen staan en met dezen confereeren. Gedwongen winkelnering. Door den minister van landbouw, nijverheid en handel is, onder de jtevelep van den direpteur-generaal van den arbeid, opgedragen het in zeilen eener enquête naar de ge dwongen winkelnering in Nederland §n naar dep invloed daarop uitge oefend door art. 1637s Burg. Wet boek, aan den heer A. P. Staalman, oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te Den Helder, Artikel 4 der Drankwet, De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de Gedeputeerde Sta ten in de onderscheidene provinciën verzocht de gemeentebesturen namens hem uit te noodigen om, indien de gemeenteraden wenschen, dat in 1910 door de Koningin besluiten worden genomen, als bedoeld in art. 4,2e lid, der Drankwet, te bevorderen, dat de voorstellen daartoe zóó tijdig aan de jfoningtn worden inge'zqndeq, dat zij uiterlijk 1 October 1910 zijn depar tement kunnen hebben bereikt. Ter inlichting van de besturen der gemeenten, ten aanzien van welke reeds in 1905 een besluit is genomen als bedoeld in de aangehaalde wets bepaling, zoude daarbij aldus de minister kunnen worden gevoegd dat dit besluit, aangezien er geen termijn in genoemd is voordenduur der geldigheid ervan, ingevolge het bepaalde bij het 3e lid van hetzelfde wetsartikel, naar zijne meening geldig blijft totdat het, na ontvangst van een daartoe strekkend voorstel van den gemeenteraad, in 1910, in 1915 of in ten der andere jaren, in den aanhef van art. 4, 2e lid bedoeld, zal zijn ingetrokken of gewijzigd. Nieuw systeerq electrische tram in ons land, Naar men verneemt heeft de Ooster stoomtram te Utrecht drie benzine- O 16.) Hij herkende het dier onmiddellijk als het hinkende paard van den vo rigen avond, en bracht het in den Stal. Toen hij nu des middags van den moord op den Mont Royal hoorde, was hij met het paard maar Herheen gekomenmisschien bracht hij daardoor eenig licht in de zaak, zoodat de doode werd her kend en de dader gegrepen, De schout zou wel willen gedanst hebben van blijdschap, maar hi. dacht aan zijn" waardigheid en danste dus niet. „Zoudt ge den ruiter herkennen en dit met een eed kunnen bekrach hgen vroeg hij. «Zeer stellig, gestrenge heer," ant woordde de boer ijverig. «Dan naar het kerkhof," gelastte dv schout en met eenige mannen electrische motorwagens systeem Westinghouse besteld, die bestemd zijn om de locomotieven te vervangen. Dit nieuwe systeem is zeer interessant door zijne eenvoudigheid en lage exploitatiekosten ongeveer 30 of 40 pet. lager dan bij stoomexploitatie of in vele gevallen bij electrische exploitatie met trolley-systeem. Het systeem is hierop gebaseerd, dat elke motorwagen zijn eigen cen trale met zich voert, bestaande uit een benzinemotor gekoppeld aan een dynamo, welke laatste direct zijn stroom aflevert aan de electromotoren die de assen van den wagen moeten voortbewegen. Gedurende den rit heeft de wagenvoerder zich slechts bezig te houden inet zijn controller en het handel voor regeling' van den benzinemotor, terwijl het benzine agregaat geheel automatisch werkt, zonder toezicht. Het in gang zetten van den benzinemotor geschiedt door middel van een kruk 's morgens bij den aanvang, Verder na elke halte geschiedt het in gang zetten automa tisch door eenvoudig op een knop te drukken. Qnder de vele voordeelen van dit systeem behooren o.a. de totale on afhankelijkheid van een vaste centrale en het vervallen van de bovengrond- sche toevoergeleiding en de teruglei ding langs de rails. Deze wagens kunnen echter voorzien worden van een beugel, opdat ingeval een dienst wordt ingericht tusschen 2 steden, de motorwagens kunnen doorrijden tot in het centrum van de stad, maar dan in de stad door middel van den stroom van het stedelijk net. Dit systeem wordt reeds 5 jaar met succes door de Westinghouse Mij. in Hongarije toegepast en sedert November 1908 in Oost-Pruisen op de lijn Bogegen-Schmallenigljen bij Kónigsberg op een lengte van 55 K. M. Ook te Parijs zal einde 1909 op de ceintuurbaan zulk een benzi nemotor wagendienst aanvangen. De geheéle mechanische en elec trische uitrusting zal uitgevoerd wor den in de fabriek van de Westing house Mij. te Havre in Frankrijk, terwijl bak en onderstel zuilen wor den gebouwd door de Ned. fabriek van spoorwegmaterieel te Amsterdam. Deze motorwagens zullen tevens ingericht worden voor post èn bagage. Op de thans bestaande lijnen echter kunnen de motorwagens ook passagiers bevatten. Begin April 1910 zullen deze motorwagens te Zeist i'n bgdrijf worden gesteld, Het bureau van de Westinghouse Maatschappij is gevestigd te Brussel 1, rug de la Pépinière, waar alle in lichtingen qmtrenf tjqvengenoemd systeem gaarne verstrekt worden, („Hbl.") flbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige uooriuaarden. Blijkens bij het departement van marine ontvangen bericht is de divisie, bestaande uit Hr. Ms. pantserschepen „de Ruyter", „Tromp" en „Koningin Regentes", onder bevel van den ka pitein ter zee G. F. Tydeman, 4 de zer van Yokohama vertrokken. In Denemarken schijnt het gezond verstand werkelijk de bureaucrati sche dwaasheden te zullen overboord werpen. En terug te zuller. keeren tot den eenvoud die, wat men ook moge zeggen toch feitelijk het eenige kenmerk is van het ware. De ministerieele titels worden afgeschaft, de goudgeborduurde uniformen ver vangen door den gekleeden jas, de steek door den hoogen hoed. Dit is geschied op voorstel van minister Zahle, die een wet zal indienen, waarbij genoemde afschaffing voor alle tijden wordt vastgelegdde ko ning en het ministerie hebben daarin toegestemd. Excellentie - pardon de heer Zahle, treedt dus radicaal en democratisch op. En zijn vrouw is het met hem eens. Tot dusver be kleedde zij de betrekking van eerste stenografiste bij den Rijksdag en zij besloot, nu haar man minister-presi dent werd, die betrekking niet op te geven. Dit besluit heeft groote ontsteltenis gewekt onder de Deen- sche autocratie. „Dat is het einde van alles!" zei een kleine, elegante generaalsvrouw, geboren „Von und zu Etwas". En zij zuchtte diep, bij de gedachte, dat de ministers in De nemarken voortaan geen Excellentie, en hun vrouwen werkzame stenogra- fisten zullen zijn. „Het is treurig gesteld met Denemarken, De revolutie, de anarchie, de ondergang van alle beschaving kan niet meer uitblijven." Nu, die dame heeft gelijkhet is een revolutie, maar een ongevaarlijke, onbloedige revolutie. Of de werke lijke beschaving echter zal verdwijnen tegelijk met bovenbedoelde dwaas heden, mag worden betwijfeld. Zoo is er meer, dat zonder schade kan verdwijnen. Zoo b. v. het duel, dat zelfs nog door sommige beschaafde menschen verdedigd wp.rdt, De beste manier orp die dwaasheid te bestrijden, is misschien ze belachelijk te maken. Dat deed Henri Bernstein, de be faamde Fransche tooneelschrijver, dezer dagen op zijn manier, Hij was dqor den criticus Chevassie tot èen tweegevecht uitgedaagdhij kwam op de aangeduide plaats, gehuld in een ulster en met een deukhoed op, Zijn tegenstander was uiterst deftig in gekleede jas en hoogen hoed. Om 12 uur stonden de tegenstanders tegenover elkaar, op 30 pas afstands. Een der getuigen beval„Vuur een Chevassu schoot, maar Bernstein bleef kalm staan met zijn handen op den rug, in de eene hand de duelleerpistool. Hij was ongedeerd. „Waarom heeft u niet geschoten werd hem gevraagd. „Och, ik heb er niet om gedacht...." antwoordde Bernstein en stak een sigaret op. „Maar waarom vecht u dan met elkaar als u toch niet schiet?" „Vraag excuus Ik heb niet gevraagd om te vechten. Ze hebben mij verzocht op de duelleerplaats te komen ik ben er heengegaan. Ze hebben op mij geschoten, gelukkig zonder mij te raken. Daar had ik niets op te ant woorden." Dat was goed gezegd. Aan moed ontbrak het Bernstein blijkbaar niet moed dan, in militairen zin maar aan de dwaasheid van het duel wenschte hij niet mee te doen. Van dezen duel-staker gaan onze gedachten naar de winkeljuffrouwen der groote magazijnen van New-York, Philadelphia en Chicago, die ook willen staken, om zich te verzetten tegen een ukase der directies tegen de al te weelderige kleeding der winkeldames, die vaak de hooge be zoeksters de loef afsteken en daardoor zich de ontevredenheid dier bezoek sters op den hals hebben gehaald. De meeste dames-klanten vinden het namelijk onaangenaam, vooral wan neer zij door heeren begeleid worden (o afgunstbediend te worden door een winkeljuffrouw, die haar in elegant toilet verre overtreft. Vandaar de volgende ukase der directiesDe verkoopster moet net, maar niet op zichtig gekleed zijn. Het is haar ver boden nauwsluitende kleederen te dragen, in het oog loopende kleuren en evenzeer in het oog loopende haardrachten. Verboden is ook het gebruik van blanketsel. Voorts mogen in de arbeidsuren geen sieraden worden gedragen en mogen geen jujubes gekauwd worden." Daartegen verzetten de dames zich heftig en zij streven naar de oprich ting van een„Winkeljuffrouwenbond". Nu, heelemaal ongelijk hebben zij niet. En wie der partijen in deze het meest dwaas doet, zou ik heusch niet weten te zeggen, Maar dat de vrouwelijke ijdelheid hier duidelijk spreekt, is zeker. Een vrouwtje, dat uit Duitschland naar Gennep reisde, werden ook parten gespeeld, echter niet door haar ijdelheid, maar door een wekkerklok. Bij het passeeren der grenzen vroegen de rijksambtenaren „Niets aan te geven, vrouwtje?" - „Jawel heeren, een klein, pakje Anders niets." „Nou gaat dan maar door hoorRrrr klinkt het opeens. De vrouw grijpt achter haar rokken vast en 'roept„Schei uit, br...ding Maar dat gesmokkelde ding liep behoorlijk af en verried alzoo het vrouwtje. Dat bracht zij er dus niet mooi af. gingen zij naar den doodenakker, waar het lijk werd opgegraven en door den boer ook herkend. „Ik zie ze allebei nog", riep hij uit. „Het zijn stellig Fransche ruiters geweest, aan hunne uniformen te zien, rood met blauwe opslagen. Die op het hinkende paard was zeker een of ficier, want hij droeg gouden tressen." Die laatste woorden herinnerden den schout aan den heer Von Beu ren, dien hij eenige uren geleden in zoo'n uniform gezien had. „Je weet niet, wat je zegt", sprak hij tot den boer. „Als beide ruiters heer en knecht waren geweest, dan kan de doode slechts de knecht zijn, want met den heer heb ik vandaag nog gesproken. Dat is de genadige heer Von Beuren." Op die verklaring volgde een al gemeen gemompel van verbazing en allenkeken nieuwsgierig den schout aan, die nu reeds zooveel licht in de zaak bracht. Enkele mannen lie- -pen weg om dit groote nieuws rond te vertellen. De heer von der Leyden ging nu weer naar den oever der rivier, en zag aan de overzijde beweging onder het volk. Men scheen daar beiperkt te hebben, dat er in Traben iets belangrijks voorviel en nu stonden troepen menschen nieuwsgierig naar Traben te kijken. Op een toon van gezag riep de schout hun toe,,In den naam van zijne keizerlijke ma jesteit, den allerhoogsten rechter in de Duitsche landen, verlang ik met mijn getuige te worden overgezet. Zware straf wacht hem, die aan mijne woorden geen gevolg geeft, want ik verklaar alles, wat er tot dusver gebeurd is, voor nietig. Er zijn hier gewichtige omstandigheden bekend, waardoor ik alleen kan rechtsprekenIk heb gezegd Deze woorden hadden uitwerking. De rechter uit Trarbach trad naar voren en riep „Wanneer gij geko men zijt om te rechten, dan hadt ge die moeite wel kunnen sparen. De misdaad heeft binnen mijn rechtsge bied plaats gehad, en daar hebt gij geen macht. De misdadiger is reeds veroordeeld om gehangen te worden. Als aan u inderdaad nieuwe en ern stige daadzaken bekend zijn, kunt ge als getuige gehoord worden." De heer von der Leyden riep nu nog dreigender dan te voren „Stuur de pont over en ik wil u te woord staan. Maar het moet op staanden voet gebeuren, anders ga ik heen en meld u bij het Rijkskamergerecht om gestraft te worden, daar gij iemand vonnist zonder de gewichtigste ge tuigen gehoord te hebben." Dat hielp. Heer Götz werd over- 'gezet en moest nu zijn gronden blootleggen. Deze waren van dien aard, dat hem vergund werd met zijn getuige de stad te betreden zijn knechten moest hij evenwel ach terlaten. Hij moest zich aan deze voorwaarden wel onderwerpen, daar tegenstand nutteloos was. Hij ging mee naar de groote ridderzaal, waar het gerecht nog bijeen was. Joost was en bleef in den toren opgeslo ten. De nieuwe getuige werd nu ge hoord, en wat hij zeide, was zoo gewichtig, dat de heer Zumpft zijn vonnis moest nietig verklaren. De brave man zuchtte wel, maar dat hielp niet. Het proces moest opnieuw beginnen, en daarbij zou de heer von Beuren door den rechter gehoord worden. Denzelfden avond nog ging een schrijven naar den edelen heer. Een melkverknoeier te 's Graven- hage bracht het er nog minder goed af. Hij stond al lang als een verstokt knoeier bekend. Dezer dagen bij het kantongerecht terecht staande, wilde hij zich vrijpleiten door te zeggen, dat het water in de melk was ge komen, doordien het begon te rege nen, juist toen hij buiten bezig was zijn melk te koelen (te spoelen vroeg de w.n. kantonrechter, mr. Bou- denwijnse zoo langs den neus weg). De directeur van den gemeentelijken keuringsdienst achtte het echter een onmogelijkheid, dat drie liters zegge 3 liters regenwater terecht komen in een bij uitstek nauwe opening, als waarin de beklaagde zou zijn bezig geweest de melk te koelen. Het openbaar ministerie vor derde dan ook 6 dagen hechtenis Daar kan de knoeier van opfrisschen. 'tWas te wenschen, dat ook anderen, die wat verdienden, eens een lesje kregen. Ik denk daar aan dier. taffen grappenmaker of grappenmakers, die tientallen menschen, hunkerend naar een bestaantje, er in hebben laten loopen. Zaterdag 1.1. stond erin „De Courant", te A.msterdam verschijnend, een advertentie, waarin werd gevraagd een kantoorlooper, zich aan te mel den 's morgens 9 uur, Damrak 26 3e etage. Zondagmorgen waren een 60tal, Maandag zelfs een 200 men schen er op afgekomen, maar tever geefs. Er was niemand om de lui te woord te staan, waaronder er waren uit Den Haag, ja van uit Duitschland. Een allermisselijkste grap, waarvoor ik den dader of daders met pleizier eens zou zien toetakelen door een der boksers, die de vorige week de weduwe van een bankier te New- York en haar gasten moesten ver maken. 'tWas een amusement, door de dame verzonnen, omdat zij niet wist hoe anders haar gasten aan tafei bezig te houden. Gehandschoend wer den de twee boksers op elkaar los gelaten. 't Ging alles naar de regelen van de kunst. De leider van 't ge vecht had in opdracht, dat het niet op zijn ergst mocht loopen. Dat kon voor de spijsvertering der gasten verkeerd wezenmaar overigens had de gastvrouw de vuistvechters aan gezet, om er goed op los te slaan. De gasten zestig dames en heeren waren verrukt. Geen wonder, bij zulk een edel spe!De boksers kre gen na afloop een goed maal met champagne en werden daarna in een tuf weggebracht. „Leve de bescha ving hadden zij moeten roepen. Keuvelaar. Rechtzaken. De rechtbank te Middelburg heeft heden veroordeeld wegens: mishandeling: C. L., 19 jaar, landbouwersknecht te Biervliet, tot f7 onderteekend door de beide mach tige rechters. De heer von der Ley den gaf den bode nog de opdracht den heer von Beuren uit zijnen naam te groeten en te zeggen, dat hij zich verheugde den heer von Beuren zoo spoedig weder te zien. NEGENDE HOOFDSTUK. De nieuwe heer von Beuren was voor zijn slot aangekomen en liet den deurklopper zwaar neervallen. Na korten tijd werd de deur geopend en een man vroeg den ruiter, wat hij verlangde. „Hier, breng mijn paard in den stalIk ben de nieuwe heer von BeurenKom spoedig terug en leid mij het huis binnen, zooals gij aan uw nieuwen meester verplicht zijt." Nickel, de jachtopziener, die sedert den dood van den ouden heer von Beuren het slot bewaakte, haastte zich om aan de bevelen van den strengen heer te voldoen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1