De oude Unitorm 5 November. 1909. No. 260. Vrijdag- Feuilleton, 47e Jaargang. BINNENLAND. COURANT. ADVERTENT1ËN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. j Abonnements-flduerfenfiën op zeer uoordeelige uooriuaarden. VLISSINGSCHE prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Rijkspostspaarbank. Aan het verslag aan de Koningin betrekkelijk den dienst der Rijkspost spaarbank in Nederland over 1908 ontleenen wij Het aantal boekjes is niet gelijk aan het aantal inleggers. Aan denzelf den persoon toch kan meer dan één boekje op eigen naam worden uitge reikt. Een te dezer zake ingesteld onder zoek heeft aangetoond, dat hiervan een ruimer gebruik gemaakt is, dan tot nog toe werd vermoed. Bevonden werd, dat ongeveer 100,000 inleggers meer dan één boekje bezitten, hetgeen in hoofdzaak een gevolg is van boven genoemd, thans ingetrokken voor schrift. Aangezien ten gevolge der voort durende schommelingen op dit gebied echter geen zuiver cijfer te verkrijgen is, kan niet met juistheid worden nagegaan öf, en zoo ja, in hoeverre dit ook invloed heeft op de percents gewijze uitgedrukte verhouding. Het gezamenlijk getal en bedrag der inlagen waren in 1908 1,759,134 tot een bedrag van f 72,100,766 en in 1907 1,781,041 tot een bedrag van f69,201,667, dus in 1908 minder 21,907 inlagen, meer f2,899,098 bedroeg. Het gemiddeld bedrag der inlagen beliep in 1907 f38,85 in 1908 f 40.98'/a. Het gezamenlijk getal en bedrag der terugbetalingen beliepen: in 1908 997,874 tot een bedrag van f 66,694,836 en in 1907 926,993 tot een bedrag van f66,980,428, dus meer in 1908 70,881 inlagen tot een bedrag van f 2,714,407. Het gemiddeld bedrag der terugbetalingen beliep in 1907 f 72.25! en in 1908 f 69.84'/j. Onder de terugbetalingen is begre pen, wegens aan de inleggers uitge keerde rente op geheel afbetaalde boekjes, eene som van f 104,561 we gens rente werd aan het einde des jaars op de boekjes bijgeschreven f3,632,192 zoodat de som der uit gekeerde en bijgeschreven rente be draagt f 3,706,754over 1907 bedroeg die som f 3,591,126 dus meer in 1908 f 145,627. Met inbegrip van de bovenvermelde som, w?gens bijgeschreven rente, be droeg het ge'zamenlijk tegoed der inleggers aan het einde van 1908 f151,638,334; aan het einde van 1907 bedroeg het f 145,495,650 zoodat het vermeerderde met f6,142,683. De resultaten van den met 1 Nov. 1907 in werking getreden dienst der staatsschuldboekjes blijken uit het navolgende: in 1907 zijn ingekomen 2747 aanvragen om inschrijving, tot een nominaal bedrag ad f 1.501.600; in 1908 zijn ingekomen 10517 aan vragen om inschrijving, tot een no minaal bedrag ad f 5.786.150; totaal f 7.287.750; in 1907 zijn ingekomen 11 aanvragen om inschrijving, tot een nominaal bedrag ad f 20.450in 1908 zijn ingekomen 985 aanvragen om afschrijving, tot een nominaal bedrag ad f 609.400, totaal f 629.850. Voorts werd door de houders van staatsschuli lboekjes de levering ge vorderd van inschrijvingen in het Grootboek der 3 pet. Nationale Schuld tot een nominaal bedrag van f 17.200, verdeeld over 6 aanvragen. Op 31 December 1907 waren in omloop 2569 staatsschuldboekjes, aan wijzende een nominaal kapitaal van f 1.481.150. In 1908 werden uitge geven 7384 en geheel afgeschreven 444 staatsschuldboekjes. Op het einde van dit jaar waren in omloop 9509 staatsschuldboekjes, aanwijzende een nominaal kapitaal van f 6.640.700. Belegging. ln 1908 werd, we gens belegging van gelden eene ge zamenlijke rente verkregen van f 5.096.230, terwijl in dat jaar ont vangen of alsnog te vorderen was van de Postspaarbank in Neder- landsch-Indië, uit hoofde van de voor die instelling verschuldigde saldo's der rente-vergoeding wegens sommen, overgedragen van genoemde instel ling op de Rijkspostspaarbank en omgekeerd f 667, totaal f 5.096.898. Uitgekeerd en bijgeschreven werd a. ten behoeve van inleggers op spaarbankboekjes f 3.736,754 b. ten behoeve van titularissen op staats schuldboekjes f72,913; voorts was op 31 December 1908 verschuldigd aan die titularissen eene rente van f58,835, totaal f3.868,502; zoodat aan rente meer werd ontvangen f 1,128,395; in 1907 bedroeg dit f 1.461.669; dus minder overschot in 1908 f233.274. De gemiddeld verkregen rente be droeg a. wat betreft de inschrijvingen op de Grootboeken der Nationale schuld, benevens andere Nederland- sche staatsschuld in 1907 3.25 pet. en in 1908 3.35 pet. b. wat betreft de effecten in 1907 3.54 pet. en in 1908 3.69 pet.; c. wat betreft de lee ningen op korten termijnover het jaar 1907 5.88 pet., over het jaar 1908 3.85 pet.; d. wat betreft de pro- longatiën in 1907 5.76 pet., in 1908 3.47 pet.e. wat betreft net totaal der beleggingen in 1907 3.64 pet., in 1908 3.49 pet. Het gemiddeld saldo-tegoed der boekjes beloopt over 1908 f 108.18l/s tegen f 108.83 /2 over 1907. Het ver minderde derhalve met f0.65. Bij aandachtige beschouwing der over het dienstjaar 1908 verkregen cijfers, valt omtrent den bloei der instelling het navolgende op te merken. In 1908 werden 11.092 spaarbank boekjes minder afgegeven dan in 1907. Ook het aantal inlagen was aanmerkelijk minder, nl. 21,907. Het bedrag der inlagen daarentegen was in 1908 f 2,800,098,60 hooger. Ver geleken bij 1907 was het aantal in lagen beneden f 100 aanmerkelijk lager, dat boven f100 hooger. Nochtans zij hierbij opgemerkt, dat, wat betreft de in 1908 aan werklieden uitgegeven boekjes, de percentsgewijze-verhouding tot het totaal der in dat jaar uitgegevene, vergeleken bij 1907 (toen het 2.4 minder was dan in 1906) met 2.2 steeg. Het grootere aantal inlagen boven f100 is vermoedelijk bestemd ge weest ter verkrijging van inschrijvin gen op staatsschuldboekjes. Dat er inlagen plaats hebben, spe ciaal voor dit doel, kan o. a. hieruit blijken, dat van 1 November 1907 (datum waarop staatsschuldboekjes werden ingevoerd) tot 31 December 1908, tegelijk met het doen eener éerste inlage op 561 spaarbankboekjes, tevens aanvragen tot het bekomen daarvoor van staatsschuldboekjes wer den ingediend tot een bedrag van f 482,550. Deze cijfers hebben, ter beoordee ling van de hoegrootheid van den totaal-inleg, slechts eene betrekkelijke waarde, wijl uit den aard der zaak niet is na te gaan, hoeveel even eens voor dit bepaalde doel werd ingelegd op reeds bestaande spaar bankboekjes. Niet onbelangrijk is het hier tevens enkele cijfers, op de staatsschuld boekjes betrekking hebbende, te ver gelijken met die van aankoop van Nationale Schuld, ten behoeve van inleggers. Op 31 December 1908 bleek, dat door de inleggers, van 1 Juli 1896 af (dus in 12V2 jaar) 4174 maal gebruik was gemaakt van hunne bevoegdheid om, door tusschenkomst der Rijks postspaarbank, Nationale Schuld aan te koopen, tot een bedrag van f3,610,800; terwijl, sedert 1 Novem ber 1907 (dus gedurende slechts 14 maanden) reeds aan 13,318 aanvragen tot het bekomen van inschrijvingen op staatsschuldboekjes werd voldaan, tot een bedrag van f2,787,750. Een bewijs, dat de maatregel in 1895 ge nomen voor het sparend publiek niet zooveel aantrekkelijkheid bezit als die van 1907, strekkende tot invoering van staatsschuldboekjes. Ten slotte kunnen de uitkomsten over 1908 als gunstig worden aan gemerkt, wijl het totaal saldo-tegoed op spaarbankboekjes toenam met f 6,142,683,74Vs (d.i. f 330,318,727, meer voordeelig dan in 1907) terwijl het nominaal saldo, ingeschreven op Slaatsschuldboekjes, met f5,159,550 vermeerderde. 0— 15.) „Zoodra ik vereerd word met eene Uitnoodiging, zal ik er gaarne gebruik van maken, edele heer", antwoordde de schout onderdanig. „Maar vol ver bazing zie ik naar uw gelaat, omdat ik daarin zoo weinig gelijkenis zie met uw vader, mijn goeden vriend, of met mevrouw uw moeder zaliger." „Heb je mijn moeder dan ook ge kend vroeg Wenz, die moediger werd nu de schout zoo onderdanig was. „Zij was de oorzaak, dat er helaas eene verwijdering tusschen uw heer vader en mij ontstond", antwoordde de schout met een zucht. „Ik begrijp", zei de heer von Beu ren. „Je had een oogje op haar, en zij wilde je niet, he?" „Zoo is het", verklaarde mijnheer Yon der Leyden met een zoetzuur gezicht. „Uw heer vader en ik heb ben in alle eer en deugd de jonge- juffer het hof gemaakt, maar ik trok aan het kortste eind en verloor tevens de vriendschap van mijn rijken en gelukkigen medeminnaar. Eerst nadat ik als keurvorstelijk schout in Cröv kwam en uw moeder reeds lang gestorven was schonk uw heer vader mij zijn vriendschap en ver trouwen weer. Hij stelde mij aan als bewaarder van alle oorkonden, zijn goederen betreffende, en thans ben ik bereid deze papieren over te geven in handen van den rechtma- tigen erfgenaam en drager van den hoog aanzienlijken naam von Beuren." Met een plechtige buiging eindigde de heer von der Leyden, en zijn toehoorder gevoelde zich zoo ver licht, alsof hem een groote last van de schouders was genomen. De schout had hem Hans von Beu ren vroeger nooit geziende goede man had de oorkonden bij de hand, welnu, meer verlangde onze gewaande edelman niet. „En waar zijn die papieren Ik wenschte ze mee naar huis te ne men, en ik denk spoedig te vertrek ken." De schout haalde nu de pa pieren voor den dag en gaf ze aan Hans von Beuren over. Nadat alles in orde was overgedragen, riep de kapitein: „Hé! hola! kastelein!" Weldra stond een welvoorziene tafel aangerecht, en deden de heeren zich te goed aan de lekkere spijzen, waarbij de wijn niet werd gespaard. En nu spraken zij met elkaar, alsof ze reeds jaren lang vrienden waren. De kapitein gebruikte daarbij nu en dan uitdrukkingen, die sterk naar den stal riekten en den mageren heer von der Leyden de haren onder zijn pruik te bergen deden rijzen. Als goede vrienden scheidden zij, doch eerst had de schout beloofd, dat hij spoedig eens op het slot Beurenhof zou komen om de thans aangeknoopte kennis nader te be vestigen. In vroolijke stemming draafde de heer von Beuren weg, terwijl de schout hem naoogde en bij zichzelf mompelde „Hij lijkt niemendal op zijn vader, en evenmin op zijn mooie, deugdzame moeder." Hij stond daar nog over te peinzen, toen hij werd opgeschrikt door het boertje uit Ke- Roode Kruis. In de gisterenvoormiddag te 's Gra- venhage gehouden vergadering van het Nederl. Roode Kruis heeft Z. K. H. de Prins, als voorzitter, de nieuw benoemde leden geïnstalleerd met een korte toespraak, waarin hij wees op de uitbreiding van de taak der ver- eeniging in vredestijd en van de werk zaamheden, als gevolg van het Kon. besluit van 2 April van dit jaar. De Prins deed een beroep op aller steun en medewerking tot het berei ken van het doel dat de vereeniging zich thans heeft gesteld, d.i. voorbe reiding in tijd van vrede om eventueel voor de oorlogstaak gereed te zijn. De vergadering, welke van ongeveer halfelf tot twaalf uur door den Prins werd bijgewoond, was verder gewijd aan de bespreking van eenige aange legenheden van huishoudelijken aard. Het Nut. Door het hoofdbestuur der Mij. tot Nut van 't Algemeen is aan de de partementen der Maatschappij, welke nog geen spaarbank onder hun in stellingen tellen, een circulaire ver zonden, waarin tot het stichten van een dergelijke instelling wordt opge wekt. In een circulaire aan de besturen der Nutsspaarbanken wordt herinnerd aan het besluit, genomen in de verga dering van besturen van Nuttsspaar- banken, in Juni jl. te Amsterdam ge houden, waarbij aan het hoofdbe stuur opgedragen werd, door een circulaire aan de besturen van Nuts spaarbanken een lijst te verkrijgen van de departementale spaarbanken, welke bereid zijn mee te werken tot een onderlinge regeling, waarbij ge- heele saldo's van spaarbankboekjes op de andere worden overgeschreven, ingeval van verhuizing van den in legger. Het hoofdbestuur is van oordeel, dat bedoelde overschrijving dient te geschieden onder de bepaling, dat de kosten en de risico komen voor rekening van de verzendende spaar bank. Het schijnt gewenscht, de spaar ders met deze gelegenheid tot over schrijving bekend te maken. Daarbij kan men dan doen uitkomen, hoe op deze wijze voorkomen kan worden dat, in tijden van toch reeds groote kosten, niet meer dan het strikt nood zakelijke van de spaarpenningen te loor gaat. De vraag, of doelmatige middelen kunnen worden gevonden, inleggen en terugbetalingen op spaar bankboekjes te doen plaats hebben bij andere Nutsspaarbanken dan wel ke de boekjes hebben afgegeven, is in de Juni vergadering van bestuurders van Nutsspaarbanken slechts terloops aangeroerd. Het hoofdbestuur is van venig met zijn merkwaardige tijding. ACHTSTE HOOFDSTUK. Met zijn ijlings verzamelde knech ten, snelde de heer Götz von der Leyden naar Kevenig, doch be merkte daar, dat hij te laat kwam. Hij reed nu zoo vlug mogelijk naar Traben om zich daar te laten over zetten. Zijn gerechtelijke concurrent had echter alles voorzien en de veerboot bleef aan den Trabener oever liggen ondanks alle roepen en wenken. Zelfs al wist de heer von der Leyden aan de overzijde van de Moezel te komen, dan zou hij de stad toch gesloten vinden, en moest hij die belegeren om den misdadiger in zijn macht te krijgen. Het eenige, wat hij door zijn roepen verkreeg, was de mededeeling, dat de heer rechter te Trarbach den heer rechter uit Sponheim zou te woord staan na afloop der terechtzitting, die nu werd gehouden. Heer Götz von der Leyden moest zich daar wel naar schikken, hoezeer het hem ook er gerde. Hij verkropte zijn boosheid en versterkte zich in de goedbekende Trabener herberg met spijs en drank. oordeel, dat ook deze vraag door de betreffende commissie nader onder de oogen behoort te worden gezien. In tegenwoordigheid van een groot aantal belangstellenden werd gister middag in het Gebouw van het Kon. Zoölogisch Botanisch Genootschap te 's Gravenhage, het huldeblijk aange boden, dat geschonken is door allen, die iets met landbouw hebben uitte staan, aan den benoemden directeur van het landbouwdepartement in Ned.- indië, den heer H. J. Lovink, den be kwamen aftredenden directeur-gene raal van den landbouw. Het bestond uit een in goud ge stempelde gedenkplaat. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de Commissarissen der Koningin verzocht de gemeente besturen mede te deelen, .dat bij hem in overweging is de vaststelling van nieuwe voorschriften betreffende het houden van bevolkingsregisters, waar bij het persoonskaartenstelsel voor alle gemeenten zou worden ingevoerd. De Amsterdamsche begrooting. De begrooting voor 1910, bedra- dragende in inkomsten, gewone f25,355,324 en f9,310,884 buitenge wone, totaal f 32,665,208, en in uit gaven gewone f 23,380.794 en bui tengewone f 9,310,884, f 32,665,208 totaal, met een post voor onvoorzien ad f 10,467 werd gisteren met alge- meene stemmen goedgekeurd. Gedurende de maand October j. 1. werden voor het O. I. leger aange nomen 134 personen, onder wie 36 voor twee jaren gedetacheerd wor dende miliciens. Naar Oost-Indië werden uitgezonden 2 detachementen aanvullings-troepen, samen sterk 6 officieren, 9 onder-officieren, en 150 minderen. Naar Suriname 7 soldaten. Bij de uitgevers Nijgh van Dit- mar te Rotterdam is het eerste nummer verschenen van het „Week blad voor Dames", waarin zijn opgenomen de 41ste jaargang van „de Huisvrouw" en de 17e jaargang van de „Dames- en Kindermode." Het blad verschijnt eiken Donder dag en de abonnementsprijs bedraagt f 1.50 per kwartaal. Proefnummers worden op aanvraag door de uitge vers verstrekt. Vlissingen, 4 November. De lezingen welke iederen winter door het departement van de Maat schappij tot Nut van het Algemeen worden gehouden, waren tot nog toe gewoonlijk maar matig bezocht. Het bestuur heeft daarom voor Zijn gewone etenstijd liet hij dus niet verloopen, en verzamelde krach ten voor den strijd, die hem nog wachtte. Er verliepen eenige uren van ge dwongen werkeloosheid des heeren Von der Leyden. Toen verscheen er in het dorp een boer meteen paard, weldra omringd door vele nieuws gierigen. De kastelein wist al spoe dig aan den heer schout te vertel len, dat het een getuige was. Heer Götz was nu in weinige oogenblik- ken bij den man en gebood hem te spreken. De boer verhaalde, dat den vorigen avond twee ruiters door zijn dorp r.aar den Mont Royal wa ren gereden, éen van de paarden hinkte en daardoor hadden ruiters en paarden meer dan gewoonlijk zijn aandacht getrokken. Dezen mor gen hoorde hij in zijn tuin een ge luid, dat van een paard afkomstig moest zijnhij ging eens kijken en vond werkelijk een paard, geheel vermoeid en ongezadeld op den grond liggen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1