tor
Eerste Blad.
De oude Uniform
si
rrichf
itimn.
Maandag
1 November.
Dit nummer bestaat uit2 bladen
Bestrijding tan Tifaerculose.
No. 256
1909.
Gemeentebestuur
Feuilleton,
47e Jaargang.
1.30.
"RA.
uur.
'jswenschen
URGER=
ÏE, kunnen
aanmelden
J klassen tot
iderd tarief
gre inlich-
dienste.
even.
Woonhuizen,
n. o.
laat.
werkplaats.
tv. 2 kamers
tuingrond.
fsplein.
iop aan
het
aren zelveil
van bovenJ
erkrijgbaar
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÊN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
ftbonnements-flduertentiën op zeer uoordeelige uooruiaarden.
LANDWEER.
Jaarlij kscli onderzoek.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Vlissingen, maken ingevolge art. 30, tweede lid,
der landweer wet, en art. 22 van het land weer-
besluit 1, bekend, dat het onderzoek van de in
deze gemeente gevestigde verlofgangers van de
landweer zal worden gehouden te Vlissingen op
Maandag 22 November 1909, ten 9.30 uur v.in.
in het Arsenaal voor de verlofgangers lichting
1903wier geslachtsnamen beginnen met de letters
A tot en met Kten 11 ure de overige verlof
gangers lichting 1903
ten 1.30 uur, n.m. voor de verlofgangers lichting
1904 wier geslachtsnamen beginnen met de letters
A tot en met J
ten 2.30 uur n.rn. voor de overige verlofgangers
lichting 1904.
Dinsdag 23 November 1909 te 9.30 uur v.m.
voor de verlofgangers lichting 1905 wier geslachts
namen-beginnen met dö'letters A tot en met K;
len 11 uur v.m. voor de overige verlofgangers
lichting 1909
ten 1.30 uur n.m. voor de verlofgangers lichting
1905, wier geslachtsnamen beginnen met de let
ters A tot en met K
ten 2.30 uur n.m. voor de overige verlofgangers
lichting 1905
Woensdag 24 November 1909, ten 3.30 uur
turn. voor de verlofgangers lichting 190G, wier
geslachtsnamen beginnen met de letters. A toten
met J.
Donderdag 25 November 1909 ten 9.30 uur
V.m. de overige verlofgangers 1906.
ten 11 uur v.m. voor de verlofgangers lichting
1907, wier geslachtsnamen beginnen met de let
ters A tot en met J
ten 1.30 uur n.m. voor de overige verlofgangers
lichting 1907
ten 2.30 uur n.m. voor de verlofgangers lich
ting 1908, wier geslachtsnamen beginnen met de
letters A tot en met L
ten 3.30 uur n.m. voor de overige verlofgangers
lichting 1908.
Aan dat onderzoek behoeft niet te worden
deelgenomen door
a. Verlofgangers die in het loopende jaar over
eenkomstig artikel 11 van voornoemde wet voor
herhalingsoefeningen onder de wapenen zijn ge
weest
b. Verlofgangers in het genot van ontheffing
van den werkelijken dienst (art. 15, eerste lid,
van voornoemde wet)
c. Verlofgangers, die het onderzoek niet be
hoeven bij te wonen, als behoorende tot de cate
gorieën, bedoeld bij artikel 15, tweede en derde
lid van voornoemde wet.
d. Verlofgangers, die bij de toestemming tot
verblijf buitenlands vrijstelling hebben verkregen
van de verplicatmg tot het bijwonen van het
onderzoek (artikel 27 van voornoemde wet)
e. Verlofgangers die hij de toestemming tot
het aangaan van eene verbintenis voor de bui ten-
landsche zeevaart vrijstelling hebben verkregen
van de verplichting tot het bijwonen van het
onderzoek (artikel 20 van voornoemde wet).
Voorts wordt de aandacht gevestigd op de
volgende bepalingen
dat de verlofganger van de landweer hij dit
onderzoek moet verschijnen in uniform gekleed,
en voorzien van de hem uitgereikte Meeding- en
uitrustingstukken en van zijn zakboekje met
daarin gehechte verlofpas
dat een arrest van twee tot zes dagen, te on-
dergaan in de naastbij gelegen provoost of het
naastbij zijnde huis van bewaring, door den
landweer-districtscommandant kan worden op
gelegd aan den verlofganger -.
u.)
Met veel moeite wentelde de moor
denaar nu eenige zware steenbrokken
over de opening, zoodat de kelder
weer gesloten was als te voren. Hij
reinigde daarop zijn handen aan den
ouden mantel van Joost en wierp
dien weg. Den hoed van den ver
moorden kapitein zette hij zich op
liet hoofd, hij gordde diens degen
om, stak diens pistolen in de holsters
van zijn paard, dat ook den mantel
zak van den heer. von Beuren te
dragen kreeg.
Nu zijn paard aldus gereed stond
°m te vertrekken, trad hij op het
Paard van den kapitein toe en hief
den linkerachterpoot van het dier op.
Met een tangetje trok hij een spijker
u>t den hoef en liet den poot weer
Jakken. Bevrijd van de pijn hinnikte
"el paard van blijdschap en vloog
lo. die zonder geldige reden niet bij het onder
zoek verschijnt
2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder gel
dige reden niet voorzien is van de hier voren
vermelde voorwerpen
3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij
het onderzoek nieb in voldoenden staat worden
bevonden
4o. die kleeding- of uitrustingstukken aan een
ander behoorende als de zijne vertoont
dat het personeel van de landweer wordt ge
acht onder de wapenen te zijn niet alleen ge
durende den tijd, die het onderzoek duurt, maar
in het algemeen wanneer het in uniform is ge
kleed, zoodat degenen van dat personeel, die
ongeregeldheden plegen of zich aan strafbare
feiten schuldig maken, hetzij bij het gaan naar
de plaats voor het onderzoek bestemd, hetzij ge
durende het onderzoek of bij het naar huis keeren,
te dier zake vallen onder de toepassing van het
crimineel wetboek en het reglement van krijgs
tucht voor het krijgsvolk te lande.
De verlofganger, die bij herhaling Meeding
en uitrustingstukken, .aan een ander behoorende,
als de zijne vertoont, wordt in werkelijken dienst
geroepen en daarin gedurende ten hoogste drie
maanden gehouden. De duur van dezen dienst
wordt door den minister van oorlog bepaald, die
tevens het korps van het leger aanwijst, waarbij
de werkelijke dienst moet worden vervuld.
De verlofganger, die niet voldoet aan eene op
roeping voor den werkelijken dienst wordt als
deserteur behandeld.
Nog wordt den verlofgangers uitdrukkelijk
herinnerd, dat het niet-ontvangen eener hoofde
lijke kennisgeving hen niet ontheft van hunne
verplichting tot deelneming aan het onderzoek,
maar dat deze openbare kennisgeving eenig als
bewijs geldt, dat de verlofganger behoorlijk is
opgeroepenterwijl ingeval van ziekte de op
komst mocht verhinderen, daarvan moet blijken
door overlegging van eene geneeskundige ver
klaring.
Vlissingen, 30 October 1909.
Burg, en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris.
WITTEYEEX.
O—O—
In de algemeene vergadering der
provinciale Zeeuwsche Groene Kruis
vereniging op 16 October jl. heeft
dr. Van Gorkom, secretaris der cen
trale vereeniging ter bestrijding der
tuberculose te 's Gravenhage, op
verzoek van het hoofdbestuur, een
voordracht gehouden over boven
staand onderwerp. De couranten heb
ben hierover uitvoerige verslagen
gegeven, dus heeft het geen zin, de
inhoud der voordracht nog eens weer
te geven. De bedoeling van dit artikel
is dan ook alleen enkele punten uit
de voordracht wat nauwkeuriger te
beschouwen.
Ten eerste de wijze van bestrijding
der gevreesde ziekte. Aangezien er in
Zeeland nog nooit werk van gemaakt
is, is een commissie benoemd, om
plannen vooreen rationeeie bestrijding
te maken. In andere provinciën is
men reeds eenigen tijd bezig en ziet
men overal vereenigingen vormen. Nu
heb ik uit de verslagen niet goed
kunnen lezen, op welke manier zij
werken, en daarom is het mijn inziens
niet ondienstig, dit bekend te maken.
Wanneer zooals in den Haag, een
vereeniging tot stand gekomen is,
noodigt deze enkele medici uit, om
in draf weg, toen het een klap in
de flank kreeg.
Wenz sprong daarop in den zadel
en zette zijn paard in draf. Binnen
twee uren kon hij te Uerzig zijn.
Hij was voldaan over zijn werk en
als een zegekreet klonk het in zijn
binnenste„Thans trekt de nieuwe
heer von Beuren zijn rijk binnen."
VIJFDE HOOFDSTUK.
De zon was den volgenden ochtend
boven het Hunsrückpiateau opgegaan
en zond haar eerste stralen in het
Moezeldal. Door de smalle vensters
drong zij ook door in de woning
van Joost, die nog steeds op dezelfde
plaats zat als den vorigen avond.
De arme man was eindelijk van ver
moeienis ingeslapen en werd door
de eerste zonnestralen gewekt, even
ais zijn kind. De kleine, nu ongeveer
drie maanden oud, begon luid te
schreien en Joost stond eensklaps
op. Door schrik bevangen liet hij
de hand van zijn vrouw los die
hand leek wel ijskoud. Zwaar viel de
arm der vrouw op den rand van het
bed neer. Met half gesloten oogen
en de blauwe lippen een weinig ge
te zamen een zoogenaamd consultatie
bureau te vormen. In een gebouw
wordt dit bureau gevestigd en op
bepaalde uren en dagen in de week
kunnen zich menschen laten onder
zoeken. Worden deze tuberculeus
bevonden, dan krijgen ze verschillende
raadgevingen mee, het bureau stelt
zich in verbinding met den huisarts
en zoo worden maatregelen genomen,
dat de patient gaat 'even, alsnoodig
is voor zijn herstel. Dagelijks of zoo
vaak dit noodig is, komt de huisbe-
zoeker(ster) en wijst' zoowel patient
als huisgenooten er op, wat gedaan
moet worden voor herstel en welke
voorzorgen genomen moeten worden
om verspreiding der ziekte tegen te
gaan. De huisbezoeker wordtgenoemd
enquêteur(trice). Is de vereeniging
goed bij kas zooals in Rotterdam of
in den Haag, dan richt ze lighallen
op in een gezond gedeelte der ge
meente, waar de patiënten overdag
kunnen verblijven, eten krijgen, alles
tegen matige vergoeding of kosteloos.
Sommigen worden 's morgens gehaald
en 's avonds teruggebracht per rijtuig,
de lichtere gevallen gaan op eigen
gelegenheid. De behandeling in de
lighallen is opgedragen aan een me
dicus, terwijl een verpleegster den
heelen dag toezicht houdt over de
patiënten. In den Haag (van Rotter
dam is mij onbekend) stelt men ook
pogingen in 't werk om den patient
een betere woning te bezorgen door
het surplus op de huur der oude
woning te betalen. Is de woning goed
gelegen, dan worden ligstoelen uit
gereikt, en bedden. Ook thermometers,
spuwbakjes of spuwdoekjes en ver
dere zaken, die noodig zijn ter voor
koming van verspreiding der tuberkel
bacillen worden in bruikleen afge
staan. Controle hierop wordt uitge
oefend door den enquêteur.
Op deze manier tracht men den
tuberculose-Iijder hulp te verschaffen
en de verspreiding der ziekte te
voorkomen. Het principe, waarvan
men bij deze wijze van bestrijding uit
gaat, is, dat de tuberculose een be
smettelijke ziekte is. Dit nu is juist
een punt waarover groote strijd
bestaat onder de geneeskundigen.
Immers, er zijn zeer veel motieven
en bewijzen voor, doch ook zeer veel
tegen besmettelijkheid aan te voeren,
ja zelf kan men aannemen, dat wan
neer men de verschillende onderzoe
kingen met een kalm, bezadigd hoofd
nagaat, veel meer tegen de besmette
lijkheid pleit. Bovendien maakt ook
de centrale vereeniging een restrictie
bij die besmettelijkheid. Zij zegthet
is geen besmettelijke ziekte zooals
roodvonk, mazelen, enz., neen, de
besmettelijkheid van tuberculose is
van veel geringeren graad. Bij tuber
culose is de besmettelijkheid van
quantitatieven aard, niet van qualita-
opend lag zij daar uitgestrekt. Het
gelaat was nog bleeker geworden en
de wangen waren nog meer ingeval
len dan gisteren. Joost voelde zich
aangegrepen door een onuitspreke
lijke angst. Hij hoorde het schreien
van zijn kind niet meerzijn
vrouw was heengegaan zonder af
scheid voor eeuwig Eindelijk
kreeg zijn gemoed lucht, groote tra
nen biggelden hem langs de ge
bruinde wangen, en snikkend riep
hij„AmmiAmmi
Maar geen antwoord volgde,
Hij greep haar hand, die was
ijskoud. Hij boog zich over haar, en
luisterde naar het kloppen van haar
hart. Helaas, het stond stil voor
altijd zijn vrouw was dood.
Het was hartverscheurend te zien
hoe de arme man zijn smart lucht
gaf. Handenwringend rende hij door
het vertrek, Hij jammerde luidkeels
en keerde telkens naar de doode
terug, totdat hij eindelijk uitgeput op
een bank neerzonk en in stil geween
verviel.
Zoo raakte de eerste geweldige
smart wat over, en hoorde hij het
luide schreien der kleine Ammi.
tieven. Hiermede wordt bedoeld, dat
om met tuberculose besmet te worden,
het noodig is, dat een groote massa
bacillen in 't lichaam dringen op de
een of andere manier, enkele bacillen
doen op zichzelf geen kwaad. Het
doel moet dus zijn, te zorgen, dat
zoo weinig mogelijk bacillen verspreid
worden.
Of deze theorie waar is of niet,
laten we nu eens aannemen, dat
werkelijk de verspreiding aldus kan
plaats vinden, dan dunkt me, is het
toch verkeerd om van besmettelijkheid
te spreken. Laten de geneeskundigen
dit onder elkaar doen, voor het groote
publiek moet men. een ander woord
zoeken. Want 't publiek denkt bij het
hooren van 't woord niet meer na,
maar scheert alles over éen kam
Een ziekte is besmettelijk, dus pas
op Ze gaan niet eerst overwegen, of
er onderscheid is in dit opzicht tus-
schen de eene ziekte of de andere,
besmettelijkheid vinden ze in alle
gevallen 't zelfde.
Waartoe dit voeren kan, dat weet
de arme lijder maar al te goed. Prof.
Landouzy zegt hieromtrent„Het
algemeen bekend worden van het
besmettelijke karakter der tuberculose
heeft behalve andere resultaten, ook
dit tot gevolg, te doen ontstaan een
afschuwelijke vijandigheid tegen den
lijder. Wat men ook omtrent de soort
besmettelijkheid heeft gezegd, het
publiek onthoudt slechis één zaak,
nl. dat er besmettelijkheid bestaat en
daardoor ontstaat er zeer onredelijke
vrees, men ontvlucht de tubercuieuzen,
men ontvangt ze niet meer, men
verwijdert ze uit den familiekring,
kortom, er gebeuren de gekste din
gen Nogmaals, vóór de term be
smettelijkheid algemeen wordt, diene
er een andere uitdrukking gekozen te
worden. Te meer, omdat een zieke,
wanneer hij voorzichtig is, abso
luut ongevaarlijk is voor de
omgeving. Vooral ook hierdoor, omdat
de besmettelijkheid nog niet afdoende
is bewezen. Immers mogelijkheid op
overerving van ouders op kinderen
bestaat ook nog. Wel neemt men
tegenwoordig aan, dat alleen de vat
baarheid geërfd wordt, maar waar is
zeker bewezen, dat de ziektekiemen
of liever gezegd, de ziekte-brengende
oorzaak niet wordt overgeërfd. Hoe
vaak krijgen in één familie, waar b.v.
vader aan tering lijdt, ook de kinderen
de zelfde ziekte. Heett men nu maar
het recht om te zeggen, de vatbaar
heid is overgeërfd en de ziekte zelf
is veroorzaakt door besmetting.
Ik zou niet gaarne hierop een be
vestigend antwoord geven, evenmin
als op het tegenoverstelde. Niets toch
staat onomstootelijk vast omtrent deze
zaken. Behalve de genoemde manier
van bestrijding is er nog een andere
van veel grooter omvang, nl. ver
Joost stond op en nam het wurm in
zijne armen.
De kleine hield nu op met schreien
en lachte met haar lief gezichtje en
de heldere oogjes haar vader toe.
Die lach van het schuldelooze wicht
deed zijn vaderhart goed, hij kuste
zijn kind en zei„Neen, zij heeft
mij niet alleen achtergelaten Jij blijft
nog bij mij, Ammi en in jou zal
ik je moeder liefhebben, totdat ik
haar volgen mag."
Die gedachte deed de smart weer
luider spreken en opnieuw biggelden
de tranen langs zijn wangen.
Door de opgewondenheid van den
vader verschrikt, misschien ook naar
voedsel verlangend, begon het kind
opnieuw en nunog heviger te schreien.
Joost stond ermee verlegen, maar
daar viel hem iets in. Hij hulde de
kleine in een deken en ijlde met de
kleine weg. In het voorbijgaan wierp
hij nog een blik op de doode en
zei „Ik zal Ammi bij onze buur
vrouw brengen, tot je zuster Marie
haar kan verzorgen. Ik kom dadelijk
terug."
Ongeveer honderd schreden van de
woning van Joost verwijderd lag de
betering van sociale toestanden. Men
treft daar de grootste hoeveelheid
lijders aan, waar de sociale toestan
den het slechtst zijn. Algemeen bekend
en absoluut vaststaand is het, dat
ongezonde woningen, onvoldoende
voeding en kleeding, alcoholisme etc.
een groot contingent der zieken levert.
Als vanzelf dringt zich de gedachte
naar voren, om in deze richting werk
zaam te zijn. Het verbeteren van de
volkshuisvesting arbeidstoestanden,
enz., het verschaffen van goede, voed
zame spijzen, het vechten tegen al
coholmisbruik, alle deze dingen zijn
voorname factoren, die in aanmer
king komen. De tuberculose is een
volksziekte bij uitnemendheid; waar
de omstandigheden verbeteren ziet
men de tuberkelbacil de vlucht nemen.
Een belangrijk middel in den strijd
is nog de opvoeding van het publiek.
Men moet het publiek door geschrif
ten en voordrachten bekend maken
met de hygiënische levenswijze. Zelfs
het kind behoort hierin onderwezen
te worden, en hoe kan dit beter dan
door de ouders en de onderwijzers
Het ware zeer gewenscht, dat de on
derwijzers met hun leerlingen over
gezonde levenswijzen gesprekken hiel
den en ze op verkeerde gewoonten
wezen, die schadelijke gevolgen voor
de gezondheid kunnen hebben.
Welke der beide methoden, de di
recte bestrijding der tuberculose door
tegengaan der besmetting, of de in
directe door verbetering van socialen-
toestand, de voorkeur verdient De
laatste is ongetwijfeld meest afdoende
en verst strekkende, omdat behalve
deze ook tevens de gewone besmet
telijke ziekten zullen verminderen. Zij
is echter van een zoodanigen omvang,
dat ze moeilijk te volvoeren valt.
Beide methoden kunnen heel goed
samen gaan. Terwijl men het eene
doet, behoeft men het andere niet te
laten.
Neemt men aan, dat de tuberculose
besmettelijk is, dan is het ook rationeel,
dat wanneer een lijder zijn woning
heeft verlaten, ontsmetting plaats heett.
Even gemakkelijk als deze eisch is
te stellen, even moeilijk is hij uit te
voeren. Wel heeft men tuberkelbacil
len hoofdzakelijk in de opgehoeste
sputa te zoeken, maar omdat de lijders
dikwerf niet bedlegerig zijn, is het in
den regel onmogelijk na te gaan, waar
de smetstof zich zal bevinden. Al blijft
de lijder te bed, dan zal niet alleen
het bed besmet worden. Immers bij
hoestbuien en bij niezen, zelfs bij luid
spreken kunnen levende tuberkelba
cillen in de lucht geslingerd worden,
en zoo kan men eigenlijk geen plaats
bedenken, waar smetstof niet kan
schuilen. Gaat men nu uit een huis,
van een tuberculoselijder alleen het
bed uitstoomen, dan moge dit uit een
reinheidsoogpunt te verdedigen zijn,
hoeve van Rickes, waarnaast nog
eenige huizen op een rij stonden.
Weldra had Joost de woning van
zijn buurman bereikt. Rickes was
niet thuis, wel zijn vrouw. Nauwelijks
had zij vernomen, welke groote
ramp den armen Joost had getroffen,
of vol medelijden nam zij de kleine
Ammi in haar armen. Zij kuste het
kind, gaf het lieve woordjes en be
loofde, dat zij ervoor zou zorgen,
totdat Marie uit Zeltingen wasi,ver-
gekomen. Zoo goed zij kon, troostte
de goede vrouw haar diep bedroefden
buurman. Als Rickes thuiskwam, zou
ze hem onmiddellijk naar den geeste
lijke zenden en zij zou ook zorgen,
dat er iemand naar Zeltingen ging om
Marie met het sterfgeval bekend te
maken. Toen zij dit had beloofd, ver
volgde zij op medelijdenden toon
„Nu begrijp ik, waarom je niet bent
meegegaan den berg op. Mijn man
en nog vele anderen zijn reeds
sedert het aanbreken van den dag
naar den Mont Royal. Er moet iets
gebeurd zijn, anders waren ze al
lang weer terug."
(Wordt vervolgd.)