De oude Uniform 30 October, NV 255 47e Jaargang. 1909. Zaterdag Gemeentebestuur, Feuilleton® Gemeenteraad. TELEFOONNUMMER 10. ftbonnemenfs-fidoerfentiën op zeer uoordeelige uoorioaarden. BINNENLAND. HAVE THE 1SE THAT TIVE WILL •M A VISIT V SPECIAL SCHESTRAAT ITER DAM. IN HOLLAND VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen Gelet op art. 12 en 37 der drank wet doen te weten dat bij hen zijn ingekomen I. een verzoek van Jacob Schroevers oin vergunning tot verkoop van ster ken drank in het klein in perceel Bellemypark no. 14; II. een verzoek van Marinus van Breda om verlof tot verkoop van alcoholhoudenden drank anderen dan sterken drank in perceel Bellamypark no. 26. dat vanaf heden gedurende veer tien dagen schriftelijke bezwaren tegen het eventueel verleenen der gevraagde vergunning of van het gevraagd verlof kunnen worden inge bracht bij Burg. en Weth. voornoemd. Vlissingen, 29 October. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris WITTEVEEN. De lintjeskwestie in de afdeelingen der Tweede Kamer in het gisteren verschenen verslag betreffende het onderzoek der be- begrooting in de afdeelingen der Tweede Kamer, lezen wij omtrent de bekende iintjeskwestie het volgende In alle afdeelingen werden gedach- tenwisselingen gevoerd ter zake van de in 1907 aan den heer R. Lehman verleende decoratie en hetgeen om trent deze zaak bekend werd. Vele leden waren van oordeel, dat het voorgevallene van dien aard is, dat de Kamer zich aan eene bespreking daarvan niet mag onttrekken. Terwijl tot dusver ons land zich onderscheidde door de zuiverheid zijner politieke zeden en nimmer gebleken is van het geven van ridderorden in verband met politieke verkiezingen, hadden deze leden den indruk gekregen, dat door de wijze, waarop ten deze door den toenmaligen minister van binnen- landsche zaken gehandeld is, de goede naam der regeering niet zonder reden in binnen- en buitenland in op spraak is gebracht. Men achtte eene bespreking te meer noodig, omdat het hier betreft handelingen van den leider eener invloedrijke partij, die er hare eer in stelt op te komen voor hooge beginselen van moraliteit. Hier scheen te blijken, dat het voor opstellen van Christelijke leuzen geen waarborg geeft voor het hoog houden van het gezag. Naar men meende moeten de politieke medestanders van dr. Kuyper in de verantwoorde lijkheid voor zijne houding deelen 10.) -o— VIERDE HOOFDSTUK. Een poosje was Wenz voortge- klommen achter den zoogenaamden i,zwarten muur", een overblijfsel van de vesting Mont Royal. Toen ging hij rechtsaf en kwam weldra aan een plaats, waar eenige boomen stonden en waar een bron tusschen rotsblok ken en puin opborrelde. Hier had Wenz zijn paard vastgebonden. Zon der dralen nam hij het dier bij den teugel en nu ging het nog verder de hoogte op. „Thans heb ik nog een uur tijd, voor hij komt", mompelde Wenz. „In mijn nieuwe positie zal ik me wel weten te schikken nu eerst het noodige werk gedaan." Het hoogste gedeelte van den berg had hij spoedig bereikt, nog moest zoolang zij die houding verdedigen. Ten einde zich te vrijwaren voor de beschuldiging, dat zij zich ten deze zouden schuldig maken aan lasterlijke aantijgingen, uitgevochten om een politieken tegenstander te tref fen, stelden deze leden er prijs op, aan te toonen, dat de grieven, welke zij tegen de houding van den oud-mi nister hadden, berusten op de door hem zeiven in de „Stand." van 29 Juni 1.1. afgelegde verklaringen. De inlichtingen, welke gevraagd werden, waren de volgende le. Welke zijn de regels, welke bij het verleenen van decoraties aan ingezetenen plegen gevoigd teworden? Van welke autoriteiten worden daar bij informaties gevraagd Is bij de decoratie van den heer Lehman de gebruikelijke weg gevolgd? Gaarne zou men de ter zake daarvan uitge brachte ambtelijke adviezen aan de Kamer overgelegd zien. 2e. Welke regels gelden ten aanzien van de vraag, tot het ressort van welken minister de voordracht tot toekenning eener decoratie behoort 3e. Komt het meer voor en acht de regeering het oorbaar, dat door een minister de weg wordt aange wezen, door het volgen waarvan iemand aanspraak zal kunnen maken op eene ridderorde 4. Acht de regeering het in'overeen stemming met goede politieke zeden, dat een minister geld aanneemt voor eene partijkas en op de in de verkla ringen van dr. Kuyper vermelde wijze over regeeringsaangelegenheden cor respondentie voert met iemand, die geenerlei officieele positie bezit 5e. In verband met de verklaring van dr. Kuyper, dat de heer E. A. Lehman niet op eene lijst betreffende het verleenen van decoraties kon ge plaatst zijn, omdat zoodanige lijst door het kabinet, dat aftrad, niet „ge arresteerd" was, werd verder de vraag gesteld, of vóór dat aftreden eene voorloopige lijst werd opgemaakt, en zoo ja, of de naam van genoemden per soon daarop voorkwam. Algemeen was men, van hen, die aan de zijde van dr. Kuyper staan, van oordeel, dat de uitdrukkelijke verklaring van dr. Kuyper, dat er geen verband bestaat tusschen het verleenen der decoratie en het aan nemen van geld voor verkiezings doeleinden,geloofd behoort te worden, totdat het tegendeel gebleken is. Dat het bewijs van het tegendeel uit zijne verklaringen afgeleid zou kunnen worden, werd dezerzijds ontkend. Voorts was men van oordeel, dat hetgeen de heer Lehman voor de krijgsgevangen Nederlanders en voor de kerk te Colombo deed, het ver leenen der decoratie alleszins recht vaardigt. Verscheidene leden achtten het overigens gewenscht, dat dr. hij met zijn paard door eenige puin- hoopen heen, en toen bevond hij zich te midden der bouwvallen van Mont Royal. Op een duistere plek bond hij zijn paard vast, en toen verborg hij zich achter den vervallen muur bij een wijde opening, mis schien eens door een kanonskogel daar in gemaakt. „Laijgs dezen weg moet hij ko men," fluisterde hij, en zijn blikse mende oogen spiedden scherp langs den weg, die door de maan zwak verlicht werd. Niets was er te zien, er heerschte een doodsche stilte. Blijkbaar stemde hem dit tot tevre denheid, en nu begon hij de bouw vallen te onderzoeken. Hier tilde hij een steen op, daar stak hij met de punt van zijn degen tusschen de steenen. Eindelijk uitte hij een on derdrukten kreet van vreugde. Wenz had gevonden, wat hij zochteen smalle, maar diepe opening vertoonde zich tusschen de steenen. Snel ver wijderde hij het omliggende puin en weldra zag hij een gapende, don kere ruimte voor zich het leek wel een gewelf, dat nog niet geheel was ingestort. „Ik wist wei, dat ik dien Kuyper de nadere inlichtingen, die hij toegezegd heeft, niet langer achter wege zou houden. Naar aanleiding van't geopperde denkbeeld, dat de regeering een on derzoek zou instellen, werd verder opgemerkt, dat zij zich met deze zaak alleen kan inlaten voorzoover er sprake zou kunnen zijn van eenig ambtsmisdrijf en voor zoover betreft het verstrekken van inlichtingen aan gaande het verleenen der decoratie. Het Nut. Den 16en November zal de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen 125 jaren hebben bestaan. Onderscheidene departementen dezer over het geheele land zoo nuttig werkende vereeniging vieren in de volgende maanden even zeer hun 125 jarig jubilee. De Maatschappij telt thans 283 de partementen, met 13,421 gewone le den, 477 buitengewone leden, 11 ver- eenigingleden, 166 eereleden (van de departementen) en 22aigemeene leden, die al of niet bij een bepaald depar tement zijn aangesloten. Zij gaat nog steeds met jeugdigen ijver voort, naar de behoeften des tijds haar programma toe te passen. Dit programma luidt als volgt: Het doel der Maatschappij is naar de beginselen van den christelijken godsdienst, algemeen volksgeluk te bevorderen. Te dien einde tracht zij mede te werken tot verbetering van verstandelijken, zedelijken en maat- schappelijken toestand des volks, be paaldelijk door invloed te oefenen op de opvoeding en het onderwijs, de veredeling van volksbegrippen en de verheffing zoowel van het arbeidsver mogen als van den levensstandaard der werklieden. De Maatschappij streeft naar de bereiking van haar doel, onafhankelijk van eenige ker kelijke of staatkundige partij. Terwijl het hoofdbestuur voortgaat met steeds nieijwe voor de volksont wikkeling en de volksweivaart belang rijke voorstellen en daden, hetgeen o. a. blijkt door het in 't leven roepen in 1907 van de „Teizende bibliothe ken", de „reizende keukens", het in stellen van het „Centraal Bureau van advies voor eigen studie" (correspon dentie-onderwijs), welke instellingen over het geheele land en ook buiten de Maatschappij en hare departemen ten werken, werken de autonome departementen vooral door de vol gende instellingen 2 ambachtsscholen, 1 bakercursus, 4 badinrichtingen, 14 begrafenisfond sen, 1 instelling tot bevordering van de toepassing der woningwet, 10 commissiën tot bevordering van schoolbezoek, 34 bewaarscholen, 45 bibliotheken voor jongelieden, 2 bouwvereenigingen, 11 cursussen voor helpsters in bewaarscholen, 1 cursus satanskelder zou terugvinden, waarin ik reeds als knaap me zoo menig maal heb verscholen. Nu op mijn post 1 Hij zal wel spoedig komen opdagen." Daarna keerde hij snel naar zijn paard terug, nam uit den zadeltasch zijn beide iange pistolen en laadde deze zorgvuldig. Vervolgens ging hij op zijn met zorg gekozen plaats staan en luisterde aandachtig. In de verte hoorde hij door de nachtelijke stilte reeds duidelijk een hoefslag, maar niet regelmatig. „Haha", grijnsde Wenz. „Hij kan niet verderIk heb in den hoef van zijn paard een spijker geslagen. Het dier kan nu niet goed voort, maar dat zal ik wel weer spoedig in orde brengen." Neergehurkt in de schaduw van den muur hield hij met groote koel bloedigheid de beide lange ruiter pistolen gereed om te vuren, en scherp luisterende wachtte hij zijn slachtof fer. In die oogenblikken van gespan nen verwachting begon zijn geweten wel te spreken, maar hij bracht het tot zwijgen, half luid mompelende „Eén meer of minder, dat maakt niets uit 1" voor hout- en marmerschilderen, 1 cursus in timmeren, 4 cursussen in koken en huishouden, 2 cursussen voor kinderverzorging, 1 commissie voor kindervoeding, 3 correspondent schappen van het werkliedenfonds, 1 eerste hulp bij ongelukken, 29 flora- liavereenigingen, 1 gaarkeuken, 2 gemengde scholen, 15 gymnastiek- scholen, 1 handeiscursus, 2 herhalings scholen, 2 houtsnijklassen, 2 huis- vlijtcommissiën, 25 hulpbanken, 4 comm. tot uitreik, van versterkende middelen aan behoeft, lijders, 1 ver fraaiingscommissie, 1 hypotheekbank, 1 industrieschool, 1 inhalingsklas, 7 inrichtingen voor m. u. i. o., 1 kin dervoeding, 2 knipcursussen, 1 kraam vrouwenfonds, 1 kweekschool voor onderwijzeressen, 4 lagere scholen, 5 leesgezelschappen, 1 lijfrente kas, 1 museum voor kunstnijverheid, 4 mu ziekgezelschappen, 2 ondersteunings fondsen, 1 onderwijsklasse in Engel- sche taal, 2 openluchtspelen, 23 scholen voor handenarbeid, 26 scho len voor vrouwelijke handwerken, 1 school voor zeevaartkunde,3 pensioen fondsen, 2 klassen voor rekenonder wijs, 14 schoolbibliotheken, 13school- spaarbanken, 2 scholen voor volwas senen, 140 spaarbanken, 4 spaarkas sen, 34 teekenscholen, 4 teekencur sussen voor volwassen ambachtslie den, 1 tentoonstelling van voorwerpen door den werkman vervaardigd, 4 Toynbee-vereenigingen, 1 tuinbouw- cursus, 14 inrichtingen voor tuiir» grondverhuring, 3 commissiën voor uitdeeling van brandstoffen, 5 cur sussen University Extension, 7 com missiën voor uitdeeling van levens middelen, 1 vervolgkl. in handwerk- onderwijs, 313 volksbibliotheken, 2 volksleeszalen, 1 vakbliotheek, 1 vak- teekenschool, 54 commissiën voor volksvoordrachten, 14 voorschotban ken, 4 commissiën tot wering vaa armoede, 6 commissiën voor werk verschaffing, 12 «Dingscholen, 31 zie kenfondsen, 2 zweminrichtingen. Terwijl de voorzitter der maat schappij elk jaar wisselt, heeft zij, van 1887 af, een blijvend algemeen secretaris. Deze secretarissen waren achtereenvolgens Martinus Nieuwen- huijzen 1784—1793, Gerrit Brender a Brandis 1793—1802, Hendrik Ravekes 1802—1840, rnr. P. M. van Hees 1840—1881, mr, Arnold Kerdijk 1881 tot 1887. Sedert October 1887 is deze alge- meene secretaris de heer J. Bruinwold Riedel. („N. R. Ct.") Middenstandsbond. Het hoofdbestuur van den Mid denstandsbond heeft in zijn laatst gehouden vergadering Arnhem aan gewezen als plaats voor het in 1910 te houden nationaal congres met daaraan verbonden 7e aigemeene ver Het geluid van den hoefslag werd steeds sterker en de ruiter naderde al meer en meer. Die ruiter was ka pitein von Beuren. Zijn kreupel paard, den eindeloozen weg en zijn weggereden oppasser vervloekende, vervolgde deze langzaam zijn weg. Zijn paard was steeds erger gewor den en eindelijk was hij maar uit den zadel gestapt om het dier verder bij den teugel te leiden. Als Wenz bij hem was geweest, had von Beu ren tenminste diens paard genomen om vooruit naar Traben te rijden. Doch thans was er niets aan te doen, onderweg kon hij niet blijven stilstaan, hij moest wel vooruit, al ging het zeer langzaam. Zoo naderde de heer von Beuren de bouwvallen van de verwoeste stad en vesting, welke door de maan spookachtig verlicht werden. Hij was wel eenigszins beangst, want zijn hand omklemde onwillekeurig een pistool, terwijl hij het oog scherp liet rondgaan. In de stilte van den nacht klonk daar onverwacht het hinniken van een paard het geluid kwam uit de bouwvallen. Het paard van Wenz gadering. Onderwerp van behandeling op dat congres zal zijn De wette lijke bestrijding van oneerlijke prak tijken in handel en bedrijf. Daar dit onderwerp zeer veel omvat, zullen voor de volgende onderdeden prae- adviseurs uitgenoodigd worden een inleiding te schrijven oneerlijke con currentie vervalsching van levensmid delen en andere handelswarenver koop onder valsche voorgevens knoeierijen bij aanbestedingen en le veranties concurrentie door ambte naren. Zitting van Vrijdag 29 October, des middags 2 uur. Voorzitter de heer jhr. Van Doorn van Koudekerke. Tegenwoordig 16 leden. Afwezig de heer Merckens. In de eerste plaats was aan de orde de beëediging en installatie van het nieuw gekozen lid, den heer J. M. Stuart. De heer Stuart werd door den se cretaris binnengeleid en legde in handen van den voorzitter de ver- eischte eeden af. De Voorzitter ver trouwt dat de heer Stuart, getrouw aan de afgelegde eeden, zal willen medewerken aan de behartiging van de belangen der gemeente. Daarna verzocht hij hem zitting te nemen. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering werden goed gekeurd. Vervolgens werden verschillende mededeelingen gedaan, w.o. de goed keuring door Ged. Staten van ge nomen raadsbesluiten. Van de commissie voor de Juiiana- feesten is bericht ingekomen dat over de toegekende subsidie van f 500 tot een bedrag van ruim f 122 is gebruik gemaakt. Van den heer Eug. Huyghebaert was een dankbetuiging ingekomen voor de door den raad toegekende subsidie voor den electrischen tram weg KnockeBreskens. Al deze stukken worden voor ken nisgeving aangenomen. Zeemans= enVisschersbeurs, Naar aanleiding van het om prae- advies in handen van Burg. en Weth. gestelde adres van K. Visser c. ,s, houdende verzoek om maatregelen te willen beramen, waardoor de uitkee- ringen uit het fonds der Zeemans- en Visschersbeurs worden verhoogd, berichten Burg. en Weth. het vol gende aan den raad Wij hebben bedoeld adres met de gedrukte toelichting in handen ge steld van de commissie voor het fonds die daaromtrent een rapport heeft had zijn ouden kameraad geroken. De heer von Beuren bleef staan, doch op hetzelfde oogenblik blik semde het in de puinhoopen. Een schot klonk en zonder eenig geluid te geven zonk de kapitein dood neer. „Dat is afgeloopen", mompelde Wenz, terwijl hij zijn mantel afwierp, zijn tweede pistool greep en uitzijn schuilhoek te voorschijn kwam. Met een paar sprongen was hij bij zijn slachtoffer, doch dit verroerde zich niet meer. Wenz voelde, of het hart nog klopte, maar neen, het stond stil. „Dood dwars door het hart", mompelde hij. „Nu spoedig het noo dige gedaan, want mijn schot heeft een heisch lawaai gemaakt." Wenz begon den doode te ont» kleeden. De met bloed bevlekte kleedingstukken bond hij bijeen en wierp den bundel in het gewelf. Het paard van den kapitein werd afgetuigd en al het tuig werd in het gewelf geworpen evenals zijn eigen hoed en degen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1909 | | pagina 1